Achilles Cools 20 I De woede van Heiiema 2 1 Van Gogh over Amsterdam Hebban OSIa Vogala Nestas Empathie idvertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuw s- -Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. gactie: 0113-315680 ynvvv.pzc.nl Fmail; redactie@pzc.nl postbus 31,4460 AA Goes. donderdag 24 juli 2003 Cools temidden van zijn kunstwerken. Dieren zijn goede bekenden van ons n de Kempense natuur leeft kunstenaar/ schrijver Achilles Cools. Zijn rond de zestig tamme kauwen ziet hij als zielsverwanten. Hij pleit voor een waarachtige samenleving tussen mens en dier, zonder zoetsappigheid maar vooral ook zonder wreedheid. Het huis van kunstenaar/ schrijver Achilles Cools ligt in de Vlaamse Kempen, aan de rand van het natuurgebied De Zegge, verscholen tussen hoge loofbomen. De toren met nest kasten is het eerste dat zicht baar wordt vanaf het zandpad. Het groen geschilderde gevaar te, onderkomen voor tientallen kauwenpaartjes, domineert maar even het beeld; dan wordt de blik weer gelijkvloers ge trokken, naar een weelderige wilde tuin met ranke sculpturen van de kunstenaar, een vijver vol vogelleven en een pauw die zijn staart ruisend achter zich aan zeult over het pad. En over al zijn er die priemende kraal oogjes die je, vanaf de grond of uit de struiken, oplettend vol gen. Hier leeft de kauwenman met vrouw en kinderen temid den vani een kolonie tamme kau wen. Achilles Cools (1949) schreef tot nu toe drie boeken over de rela tie tussen mens en dier. Op zijn schilderijen spelen dieren een grote rol en veel van zijn beeld houwwerken verkennen de ver wantschap tussen mens en dier. Het pas verschenen Vlaamse gaaien is een bundel vertellin gen over vriendschappen tussen menselijke en dierlijke indivi duen. Alles gedocumenteerd naar de werkelijkheid, verze kert de kunstenaar. Zijn eerste boek Kauwen in de spiegel is de neerslag van meer dan tien jaar studie van het kau- wenleven en de kauwenziel. Het boek is verplichte kost voor eer stejaarsstudenten biologie in Leuven. De kauwentuin (1999) is een romanachtige vertelling over een leven dichtbij en te midden van de natuur, met menselijke en dierlijke persona ges. De 'kauwenziel', sommige strenge wetenschappers zijn er al tegen om de mens de raadsel achtige substantie ziel toe te denken, laat staan een kauw. Toch is er met de kauw meer aan de hand dan dat hij alleen maar een bundel reflexen is. Wie Cools' boeken leest, weet dat kauwen op zijn minst elk een ei gen karakter hebben, humeurig kunnen zijn, speels, uitdagend, timide, agressief of verdrietig. Achilles Cools heeft vanaf 1979, toen hij van de vervallen land arbeiderswoning in Geel de kunstenaarshabitat begon te maken en de tamme kauwen hem door de plaatselijke bevol king werden gebracht, geleerd wat hun taal is en hoe ze denken. „Je hebt drie soorten natuur liefhebbers", legt hij uit. „Men sen die gedreven worden door het jagersinstinct. Vogelspot- ters zijn in die zin typische ja gers, ze willen scoren om weer een vogeltje op hun lijst te kun nen zetten. Fotografen ook. Dan heb je mensen die zo objectief mogelijk door de ogen van de wetenschap kijken. Maar je kunt ook door de ogen van een dichter kijken." Hij rekent zichzelf tot de laatste groep. Dat wil niet zeggen dat hij zich op zijn gemak voelt bij schrijvers en kunstenaars die er vrolijk op los projecteren. De dierenroman 'Waterschapsheu- vel' van Richard Adams vindt hij zo'n vertelling die eigenlijk helemaal niet over konijnen gaat, maar over mensen. Alle maal antropomorfisme, net als de vele dierenlegenden die de geschiedenis van de literatuur rijk is. „Mensen moeten dieren leren zien als eigen individuen", zegt hij. „Het zijn wezens waarin je iets van jezelf kunt herkennen, in plaats van erin leggen. Ze zijn als het ware goede bekenden van ons. Een dier heeft geen tijdsbesef bijvoorbeeld. Hij heeft er dus ook geen idee van dat hij ooit dood zal gaan. Maar dieren kunnen wél heel treurig zijn om de dood van een ander. Je ziet kauwen soms sjorren aan een dode soortgenoot om er weer wat leven in te krijgen, zo als ze elkaar plagen om tot een spel uit te dagen. En als van een kauwenpaartje er een overleden is kan dat tot diepe droefenis bij de overgebleven partner lei den." Kauwen leven in monogame koppeltjes. Ze leiden een ont roerend liefdesleven dat de volle vijftien a twintig jaar van hun bestaan in stand kan blijven. Dat het ontroerend is, daarover schrijft de dichter Cools, aan hoe het werkt liggen zijn jaren lange observaties als koele we tenschapper ten grondslag. „Je moet onsentimenteel zijn", vindt hij, „maar ook durven er kennen dat de basisgevoelens van mensen en dieren gelijk kunnen zijn. Ik denk dat De kauwentuin een boek is waar het samenleven van mensen en dieren voor het eerst zo beschre ven is, in ons taalgebied in elk geval. Het is een boek waarin mensen en dieren een gelijk waardige rol hebben als perso nage." Zijn inlevingsvermogen in de dieren heeft hem bij sommige Beeldhouwer/schrijver Achilles Cools: „Via de dierenwe reld heb ik ontdekt wat een complex, interessant en vooral sterk wezen de mens eigenlijk is." wetenschappers een streepje voor bezorgd. „Omdat ik kun stenaar ben kan ik meer zeggen dan zijIn de jaren zeventig was er dat beroemde boek van Ri chard Dawkings over de zelf zuchtige gene ('The Selfish Ge ne', 1976). De strekkingervan was dat alles in de natuur uit eindelijk te herleiden viel tot zelfbehoud en voortplanting van de gene. Toen ik dat inder tijd las was ik het er helemaal mee eens. Later ontdekte ik dat kauwen zich toch ook onbaat zuchtig kunnen gedragen. Ze helpen elkaar. Ze voeren eikaars jongen bijvoorbeeld. En dat zijn niet alleen wat ik de 'kinderloze tantes' noem onder de vrouw tjes die toch hun voederdrang kwijt moeten, ook andere. In tij den van gevaar kunnen ze hun eigen leven ook wel in de waag schaal stellen voor elkaar. Dat er een vorm van altruïsme bin nen de soort bestaat lijkt mij ei genlijk wel duidelijk." „Maar dat altruïsme kan de soort zelfs overschrijden. In mijn boeken blijf ik er wel een vraagteken bij zetten, hoor. Is dit een vorm van altruïsme? Het is een omstreden kwestie in de wetenschap. Er zijn die verha len over dolfijnen die andere dieren redden, ook mensen. Maar tegenstanders voeren dan weer aan dat een dolfijn even goed geneigd is een voetbal te 'redden' als een mens. Toch kan ik je wel vertellen dat er hier so- ciobiologen op bezoek zijn ge weest die mij feliciteerden met de interpretaties van mijn waarnemingen. 'Achilles, wij hebben er jaren op gewacht dat iemand dat zou zeggen Achilles Cools groeide op in het Kempense Grobbendonk. Hij komt uit een echt gezin van te kenaars. „Viel er bij ons thuis een doodsbrief door de bus dan werd er door ons kinderen om gevochten. Zo'n overlijdens- kaart stond altijd op mooi pa pier met veel wit en was dus heel aantrekkelij kIn de j aren vij ftig was er nog papierschaarste. De witrand van de krant bleef ook nooit lang wit." Van meet af aan tekende de jon ge Cools onderwerpen uit de na tuur, fauna en flora die hij om zich heen zag. „Ik had een kin derlijke verwondering om het eenvoudige." Al tekenend haal de hij de wereld naar zich toe, ook de mensenwereld. „Veel mensen gaan van de natuur houden, en vooral van dieren, omdat zij teleurgesteld zijn in de mensen. Je kent ze wel, de ou de juffers met hun hondje. Bij mij is het andersom gegaan. Via de dierenwereld heb ik ontdekt wat een complex, interessant en vooral sterk wezen de mens ei genlijk is." Als dichter/schrijver en litera tuurliefhebber kan hij zich er geren aan het ontbreken van enige elementaire kennis van de natuur. „De huidige literatuur is stadsliteratuur. Men schrijft over dennen terwijl het sparren moeten zijn, geen flauw benul hebben ze ervan. Erger is nog dat zij het flauwekul vinden om nauwkeurig te zijn als het over de natuur gaat. Hou dan je mond. De Nederlandse litera tuur heeft gelukkig schrijvers als Koos van Zomeren en Maar ten 't Hart, die wel weten waar over ze het hebben." Toen hij op zijn dertigste het land kocht waar hij nu woont, bracht hij de biotopen terug van het historische Kempense land; schrale drassige grond met ven netjes, bosschages en een rijke fauna. In de loop van de jaren kochten hij en zijn vrouw An steeds perceeltjes akkergrond erbij. In totaal bezit de familie nu zo'n vier hectare grond. Zijn grootste trots is op dit moment de metamorfose van een voor malige maïsakker tot wilde Kempense natuur ('In omvang mijn grootste kunstwerk') waar de orchideeën bloeien en het ijs- vogeltje zich vaak meerdere ke ren per dag laat zien, een teken dat het er milieutechnisch ge sproken brandschoon is. Op een belendend weidegrondje grazen ezeltjes met hun jong. „De ezel is het paard van de ar me man, maar hij is veel pienter foto'sEvert-Jan Daniels/GPD der dan het paard. Ezels leggen hun ontlasting op een grote hoop bijvoorbeeld, zodat ze de rest van het weidegebied niet verontreinigen." Gebalkt wordt er niet. „Want ze hebben het goed hier. Laats) zei mijn doch ter: nou hebben wij al jaren ezels en ik heb nog nooit ezelgebalk gehoord. Een ezel die een na tuurlijkleven leidt en dus tevre den is, balkt niet." De ezel speelt een rol in zijn nieuwe verhalen bundel. In Stikoko is het de zeldzame Ethiopische variant die ook op dit weitje staat. Achilles laat haar zien. Terug naar de mensen, want om hen gaat het ook om in de wereld van de kunstenaar. Wat maakt ons typisch mensen? Hebben wij gevoel, verstand, zelfbewust zijn, zaken die het dier niet kent? „Alles wat in de loop der tijd typisch menselijk is ge noemd, kun je op een of andere rudimentaire wijze wel terug vinden bij dieren. Bij apen be staat een vorm van zelfbewust zijn, daar is men het wel over eens. Maar ook kauwen hebben een vorm van zelfherkenning - of je het echt zelfbewustzijn kunt noemen is misschien iets anders, maar als ze in een spie gel kijken weten ze op de een of andere manier dat zij dat zelf zijn. Ze voelen zich niet be dreigd en herkennen bijzonder heden. Experimenten daarover waren al bekend voordat ik die deed. Ook dat kauwen tot zeven kunnen tellen, wist men al." „Mijn idee is dat wat mensen echt menselijk maakt juist hun vermogen is zich in dieren in te leven. Geen ander dier kan dat. Dat vermogen tot soortover- schrijdende empathie bezitten wij alleen. Vissen, vogels en zoogdieren kennen pijn, angst en een gevoel van onbehagen. Op grond daarvan kunnen wij ons met hen identificeren. Maar het is dan ook een vorm van be schaving de dieren niet aan te doen waarvan wij zelf weten hoe erg dat kan zijn. Een dier weet dat niet. Roofdieren doden zonder dat zij weten dat zij een evenwaardig leven pijnigen. Zij moeten van hun natuur. Maar wij weten wel wat wij aanrich ten. Waarom zouden wij dat dan doen?" Jan-Hendrik Bakker Alle genoemde boektitels van Achil les Cools zijn verschenen bij Atlas. Ook Kauwen in de spiegel werd daar in 2003 herdrukt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 19