Jonge criminelen k ben niet uit op het ontmaskeren van mensen 25 iv-presentator aul Rosenmöller i r zaterdag 19 juli 2003 Losers >zc itjt Ze scheuren rond in gloednieu we BMW's. Verdienen met drugshandel, prostitutie en straatroof duizenden euro's per maand. Ze zijn trendy en duur ge kleed, met gouden sieraden be hangen en hebben de nieuwste GSM onder handbereik, evenals mooie blondines. Vaak zijn ze de criminele helden van de buurt. Politie? Dikke middelvinger. Wie maakt deze criminele helden wat? In het steegj e zaten slachtoffers soms geknield voor hem. Roerloos, in doodsangst voor de straatrover. „Ie mand een vuurwapen op het hoofd zetten, geeft zo'n gevoel van macht", zegt de 17-jarige Mohammed vol daan. „Die ander is dan zóóóó klein, weetje." Mohammed pleegt met zijn vrienden straatroven. Stappers worden in het uitgaansleven met smoesjes steegjes ingelokt, afgetuigd en leeggeschud. Toeristen die pinnen idem dito. Mede lijden? Mohammed haalt zijn schou ders op. „Soms. Maar in een flits is dat weerweg. Als je ons tegenkomt, heb je gewoon pech gehad. Mohammed is een leider. Vrienden hebben respect voor hem. Binnen de groep is hij één van de drie die over een klein kaliber chromen pistool mag be schikken. Ook zetten ze kraken in scholen en bedrijven. „Man, het ligt allemaal zo voor het grijpen." Na enkele mislukte bemiddelingspo gingen is de slanke, trendy geklede Marokkaan bereid tot praten. Een goedlachse jongen met sympathiek gezicht. Zelfverzekerd. Op het arro gante af. „Een rat", zegt een agent. „Fuck!Niemand hoeft Mohammed te vertellen wat hij moet doen. Zijn le raren op het VMBO zien hem verschij - nen wanneer Mohammed daar zin in heeft. En met drie doordeweekse stap avonden naast het weekeinde, is dat meestal niet vaak. Dat stappen kost klauwen vol geld. „Tweehonderd euro is niks." Met de vlakke hand klopt de jonge Marokkaan zich op de borst. „Weet je, deze jongen pakt in een dag of een week meer dan jij in de hele maand verdient." Is het geld op, ko men nieuwe slachtoffers in beeld. Verzet wordt niet gepikt. Tegen tien jongens doe je toch niks. Zoals de goedgetrainde soldaat besefte, toen hijna zijn verweer bij de pinauto maat, pas in het ziekenhuisbed weer bijkwam. De politie? Mohammed maakt een spuugbeweging en steekt zijn middelvinger op: „Ach schijt, dikke lui." Zeg dat echter nooit hard op, zo leerde hij al van jongs af aan. Tegen de wijkagent ben je beleefd. Geef hem geen aanleiding voor een bezoekje aan het bureau. En als je wel wordt opgepakt, houd je gewoon je bek. 'Sorry agent, ik weet werkelijk niet waar u het over heeft'. „Dat is de code. Ook voor de rechter." Met geld maak je vele vrienden, weet Mohammed. In de discotheek zet hij de bar altijd vol drank. De vrouwtjes zijn als vliegen. „Die bitches doen al les voor je. We lieten ze strippen voor de groep." Hij vertelt over twee meis jes die elkaar nog nooit hadden ge zien. „Ze moesten het met elkaar doen. Dat gaf een kick!" In de duurste tent van de stad sloeg zijn vriend een oudere vrouw aan de Gelderse korps steekproefgewijs el ders in het land voorbeelden van jong patsergedrag. Er was geen wijkagent, buurtregisseur, gebiedsagent die het probleem niet erkende. In het zwart boek dat is samengesteld, komen op vallend veel allochtone jongeren voor. Politiecommissaris Daniel vindt dat niet verrassend: „Turkse, Antilliaan se, Marokkaanse en Surinaamse jon gens met patsergedrag worden in hun cultuur niet als losers gezien. Integen deel, ze hebben het juist gemaakt. Met hun criminele geld doen die jongens ook goede dingen; ze schenken veel aan hun thuisdorp. Hun ouders snap pen niets van het Nederlandse drugs beleid. Zij wijzen op de koffieshops: je mag hier in Nederland toch drugs ver kopen? Met dat beeld groeien hun kin deren ook op. Autochtone jongens zullen daarentegen veel eerder zeg gen: 'Gave gozer, veel geld, lachen, durft alles.Alleen hij is wel met foute dingen bezig." In het cellenblok bovenop het dak van het Arnhemse bureau bergt een arres tanten wacht jonge criminelen gere geld op in een cel.Bij fouillering stuit hij regelmatig op grof geld. Vijfhon derd euro is niks. Onlangs kregen we een knaap binnen. Hij had 1900 euro op zak. Aan los geld droeg hij nog eens zeshonderd euro bij zich. Drugshan del, ja. Strak in pak. Met een gouden ketting, waarmee je een auto kan aan slepen. Ze lachen je uit over jouw 'hongerloontje'. Voor hen is duizend euro wat voor jou honderd euro is." Ook criminoloog Henk Ferwerda, ge specialiseerd in jeugdcriminaliteit, komt de patsertjes van hoofdcommis saris Bakker geregeld tegen. Hun pak kans is dramatisch laag, beaamt de criminoloog. „Die gastjes weten dat. Ze shockeren en schofferen. Anderen knappen het vieze werk op. Tieners werken voor hen als drugsrunnertjes; de zichtbare overlast die we wél be strijden. Een taakstraf besteden ze gewoon uit aan een vriendje, die nog bij ze in het krijt staat." Jonge crimineeltjes zijn echte patsers; veel poen en lak aan de politie. illustratie Karin Creemers/GPD ^Opj OII gCHS Als je ons tegenkomt heb je gewoon pech gehad haak. „Rijk man! Rijk! Dat mens stonk gewoon naar geld. Twee luxe hotelkamers huurde ze af. Drie dagen feest. In badjas met een fles champag ne aan het ontbijt. En zij en mijn vriend maar wippen. Steeds vaker stuit de politie op pat sers als Mohammed. Met hun wilde leventje oefenen zij op andere jonge ren een enorme aantrekkingskracht uit. Zelfs jongens met een solide HEAO-studie worden meegezogen. Onder en boven de wet levend komen de jongens ook nog eens weg met hun patsergedrag. Als groep worden ze niet aangepakt. De politie heeft sta pels zaken op de plank liggen waarin grotere criminelen figureren; ze maakt zich niet zo drukPluk-ze- teams, die van zware misdadigers mil joenen euro's in beslag nemen, be kommeren zich nauwelijks om kleine vissen. Een recherche-onderzoek naar een buit van duizend euro kost immers net zoveel menskracht, mid delen en geld als een onderzoek naar een fraude van honderdduizend euro. Hoewel jeugdcriminaliteit prioriteit nummer één is, komen de jonge pat sers nauwelijks bij justitie terecht. Uiteindelijk lopen jongens als Mo hammed wel tegen de lamp en krijgen ze een lange celstraf, maar crimineel Mohammed beweegt zich dan al ge ruime tijd binnen de 'eredivisie' van de misdaad. „Ze zijn dan te groot ge groeid. Het besmettingsgevaar is ver dwenen en hun rol in de groep is al lang overgenomen door drie, vier an dere jongens", zegt de Arnhemse korpschef Kees Bakker. Onder agen ten proeft de hoofdcommissaris de frustratie: „Aan hun boodschap dat misdaad loont en een schoolstudie voor sukkels is, moet een eind komen. Ons rechtsgevoel zegt: 'Dit is te gek voor woorden'. Toch blijven ze onge moeid.' „De patsers moeten losers worden", stelt Bakker. „Dat kan alleen als je ze treft waar het zeer doet. Dus moet je alles afpakken. Desnoods telkens weer: weg auto, weggeld, weg mobiel tje, weg dure kleding." De hoofdcommissaris heeft zijn 'doorbraakteam', onder leiding van politiecommissaris Max Daniel, ge vraagd een methode te bedenken 'om op een doeltreffende en efficiënte wij ze goederen af te pakken van zoge naamde criminele patsers'. Sinds en kele maanden zoeken politie, belas tingdienst en sociale dienst binnen een werkgroep naar een gezamenlijke aanpak. Want net als voor de politie zijn voor de belastingdienst de 'kleine visjes' niet interessant genoeg voor diepgravend, tijdrovend onderzoek. En ook voor de sociale dienst bestaan ze niet: jonge patsers wonen veelal nog thuis. Landelijk is er veel belangstelling, merkt Bakker. Justitie volgt de ge boorte van het project op de voet. „Al zijn de afspraken nog slechts op werk niveau", waarschuwt de korpschef. Toch is zijn team klaar om een proef project te draaien. Twee jongens zijn geselecteerd om via de nieuwe patser- aanpak financieel te worden kaalge plukt. De pilot moet uitwijzen of het de instanties lukt de onderlinge bu reaucratische drempels die er tot nu toe zijn te slechten. Het uitwisselen van informatie stuit zeker op privacy-regels, erkent prof. Ybo Buruma. De Nijmeegse hoogle raar strafrecht is door de politieregio gevraagd het lastige project te bege leiden. Buruma is enthousiast. Al ziet hij veel fiscale beren op de weg. „Het is een zeer teer proces. Maar als er door instanties over privacy wordt gesput terd, is dat vaak meer een smoes van niet willen dan van niet kunnen." Vanwege 'het maatschappelijk be lang' is Buruma 'van harte bereid' mee te denken over de ongebruikelijke aanpak. „De grondgedachte is goed, juridisch is het een erg ingewikkelde materie. De ontnemingswet wordt te weinig in gewone strafzaken ge bruikt. We zullen moeten uitzoeken of de fiscale regelgeving dit toestaat. Ook moet je ervoor waken dat een agent straks niet een jongen van zijn nieuwe scooter plukt die dat ding eer lijk bijeen heeft gespaard, een prijs heeft gewonnen of geld heeft geërfd." Ter voorbereiding verzamelde het Net als Buruma looft Ferwerda het Arnhemse politie-initiatiefMaar de criminoloog twijfelt aan de haalbaar heid. „Juridisch lijkt mij dit zeer las tig. Politie, justitie, de sociale dienst en de belastingdienst zijn instanties met allerlei ingewikkelde persoonsre gisters. En bovendien, als de topjon- gens voor miljoenen hun fraude afko pen bij de belastingdienst, waarom richt die zich dan wel op jongens met 750 euro op zak?" Hoofdcommissaris Bakker is zich be wust van de hobbels en ethische kri tiek 'over misbruik van machtsmid delen'. Maar: „Het strafrecht alleen biedt onvoldoende mogelijkheden. Het heeft geen zin om de cellen alleen maar voller te stoppen. We moeten op lossingen buiten het strafrechtsys teem zoeken. Het patserproject gaat preventief werken, verwachten Bakker en Da niel, door jeugdcriminelen vooraf mee te delen dat ze het risico lopen in het patserproject te komen. „Laat een 18- jarige scholier maar uitleggen waar die BMW vandaan komt. Daar hoef je niet geheimzinnig over te doen." Mocht een patser zijn geld verstoppen en wegsluizen, dan is dat niet erg, stelt Daniel: „Want als je stil rijk bent, be smet je anderen niet. Dus is het effect ook bereikt. „Deze filosofie is wezenlijk anders dan opsporen en aanhouden. Daar mee red je het niet. Aanhouden is niet belangrijk. Dan voelt hij zich juist stoer. Je moet hem het bureau'uitstu ren nadat net al zijn luxe is afgeno men. Kan hij buiten nog net zien hoe zijn auto wordt weg gesleept." Henk van Gelder iet wordt een oefening in bescheiden heid. Overigens denkt Paul Rosenmöl- Er(47) dat niet hij, maar de kijkers het ttst zullen moeten wennen aan zijn nieu- jerol als tv-presentator. Als leider van wenLinks was het Rosenmöllers beroep nzo vaak en zo veel mogelijk met zijn me- ingop de voorgrond te treden. Straks gaat ft om zijn gasten, niet om hem. zijn achttiende overwoog Rosenmöller Wnalistiek te gaan studeren. Het werd so- Mlogie, maar de belangstelling voor jour nalistiek bleef. Dat heeft hij door de jaren ten al in veel interviews gezegd. „Maar ik 'eb het niet meer uitgesproken nadat ik een halfjaar geleden uit de politiek ging. Dat 'toeen al te opzichtige sollicitatie worden. ™i via kwam Rosenmöller in contact met Mkon. Deze week was het rond: de oud- wticus gaat vanaf begin volgend jaar tv- tegramma's presenteren bij de Interkerke- J]ke Omroep Nederland. „De Ikon past rak ik wel goed bij mijHet is een omroep je associeert met kwaliteit, inhoud." l® nieuwe carrière, zo mag je het van hem Wist noemen. Hij zal er dingen naast blij ven doen op het 'maatschappelijke vlak', 'aarhet tv-werk wordt zijn hoofdbezig- "1' iiDc doe dingen liever goed. Afraffelen Berbij mij niet bij. Het is bij mij niet alleen j®yak, maar ook bezieling." e beslissing om voor de tv te gaan werken ero niet ingegeven door een verslaving ,an m de belangstelling staan, bezweert hij tegendeel zelfs. „Het was eerder een hob- die ik moest nemen. Ik heb de keerzijde kennen van de spotlights. Daarmee "oei ik niet zozeer de bedreigingen aan 'l" adres, die hadden meer te maken met Paul Rosenmöller: „Ik ken de trucj es de gebeurtenissen vorig jaar dan met mijn bekendheid. Het is meer het gebrek aan pri vacy. Als ik met mij vrouw zit te eten, komen er zo twee, drie mensen ongevraagd bij onze tafel langs om een vraag te stellen of zoiets. Ik heb lang moeten nadenken of ik dat nog wilde." Begin volgend jaar is Rosenmöller voor het eerst als presentator op televisie te zien. Het is de bedoeling dat hij in de zomer van 2004 met een programma komt dat de werktitel Advocaat van de duivel draagt. Hoe de uit zendingen er exact uit komen te zien, is nog niet duidelijk. Het eerste programma moet in een ieder ge val een interviewprogramma worden. „Ik ga op zoek naar de diepste zielenroerselen van iemand. Ik wil weten wat mensen écht beweegt. Het kan bijvoorbeeld gaan om ie mand die een ommekeer in zijn leven heeft meegemaakt. De Ikon en ik willen ruimte bieden aan maatschappelijke onderstro men. Niet alleen aan de populaire, heersen de meningen." Hij zal géén politici uitnodigen. „Dat zie ik niet zo snel gebeuren, op een uitzondering na misschien. Politici hebben elders al de gelegenheid om hun zegje te doen. En ik vind het zeker in het begin ook gewoon leu ker om andere mensen te interviewen." Ad foto Harmen de Jong/GPD vocaat van de duivel wordt een debatpro gramma. „Een beetje tegendraads zaken aan de orde stellen. Een onderwerp kan de multiculturele samenleving zijn. Hoe rich ten we die in?" De multiculturele samenleving; heeft de kijker niet allang tabak van al het gepraat hierover op tv? Kijk, dat bedoelt Rosenmöl ler nou. In deze tijden met tien tv-zenders loopt iedereen van de ene mediahype naar de andere. „Dat is nou precies wat ik wil voorkomen. Want er sluimert nog steeds on vrede." „Er is veel oppervlakkigheid op tv. Voor je het weet wordt iets via de televisie een hype. Alles moet korter, sneller. Beeldvorming is enorm belangrijk." Misschien juist om daar tegenwicht aan te bieden is een programma over de actualiteit van de dag niet besteed aan Rosenmöller. „Dat springerige van het nieuws heeft minder mijn belangstelling." Als interviewer is de GroenLinks-er totaal onervaren, maar als lijdend voorwerp van een vraaggesprek heeft hij een indrukwek kend cv. „Het is een nieuw vak, ik zal nog veel moeten leren. Maar ik heb camera-er varing. Dat ding bijt niet voor mijEn ik ken de trucjes: het niet antwoorden op een vraag, maar in plaats daarvan met de bood schap komen die je zelf kwijt wil. Bovendien heeft hij goed gekeken naar er varen ondervragers. „Als ik op tv naar een interview met een politicus keek, lette ik niet alleen op de politicus, maar ook op de interviewer. Ik vond het leuk om te zien hoe die het aanpakte." Grote voorbeelden heeft hij niet. „Paul Witteman is goed, maar veel anderen zijn dat ook. Ik kijk niet alleen naar één iemand, maar naar meerderen.Hij ver wacht niet dat zijn linkse achtergrond twij fels zal oproepen over zijn objectiviteit. „Als je het maar op een fatsoenlijke, serieu ze wijze aanpakt." Rosenmöller zal niet zo'n interviewer wor den voor wie het hoogst bereikbare is dat zijn gast kwaad wegloopt. Hij streeft naar een plezierig gesprek voor zowel presenta tor als gast. „Ik ben niet uit op het ontmas keren van de mensen. Ik wil ze de gelegen heid geven te vertellen wat ze kwijt willen. Mensen zijn zoals ze zijn. Of ze goed of min der goed uit een interview tevoorschijn ko men ligt aan henzelf. Het is ook hinderlijk als de interviewer zijn gast om de twee zin nen onderbreekt, daar heeft de kijker nooit sympathie voor. Maar als ze vluchten in wolligheid, grijp ik wel in. Anders is het zonde van de zendtijd." Mischa de Bruijn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25