Frans
generalist
Lievens,
Geheelonthouders behoren tot
een uitstervend ras
Alcohol
23
zaterdag 12 juli 2003
Eierworst
Veel kritiek
Wufte foto
Verloedering
Hij tovert een lachje tevoor
schijn. Laatst vroeg iemand
hem met welk dier uit het epos van
Reynaert de Vos hij het best verge
leken kon worden. „In ieder geval
niet met de vos", verzekerde hij
„Daarvoor ben ik niet sluw ge
noeg. Ik heb meer met Tiecelijn de
raaf, de boodschapper."
Frans Lievens vindt het nog steeds
een goeie. Sluw, slim, berekenend
of gewoon een creatieve ondernemer,
die initiatieven niet schroomt? Hij
noemt zich graag een 'generalist'. Im
mers, hij bestiert restaurants, een the
ater, zwembaden, doet aan catering
en poogt tussen de bedrijven door ook
nog een band te smeden tussen de cul
turen aan weerszijden van de grens.
Als geboren IJzendijkenaar groeide
hij op in de grensstreek en ontdekte al
snel de grote verschillen van leven en
welzijn in het Zeeuws-Vlaamse en het
aangrenzende Meetjesland. Hij stelde
zich ten doel die culturen bij elkaar te
brengen. Met zeer wisselend succes.
Euregio-TV bijvoorbeeld kwam niet
van de grond, vooral door toedoen van
de Zeeuwse politiek.
Frans Lievens (51) rolde de horeca
branche in via zijn vader. Was die boer
geweest of bakker, dan was de kans
heel groot geweest dat zoon Frans ook
in die sector aan de slag was gegaan.
Als het maar een vrij beroep was. Het
geslacht Lievens dreef al generaties
achtereen een handelshuis aan de
Markt in IJzendijke. Terwijl de voor
vaderen in vlas handelden, deden de
echtgenotes in het handelshuis de gla
zen nog eens vol. Zo ontstond het Hof
van Koophandel, aanvankelijk enkel
een café waar de handelaren elkaar
troffen, later ook hotel en vandaag de
dag een restaurant.
„Ik ben dan wel geen boer geworden,
maar ik had in m'n j onge j aren wel een
enorme bewondering voor die men
sen. Levenskunstenaars vond ik het.
Mensen met zorgen en zich goed be
wust van hun verantwoordelijkhe
den, maar ook mensen die toen nog in
alle vrijheid hun beroep uitoefenden.
Als een boer 's morgens in de kroeg
achter een borrel zat, keek, niemand
daarvan op. Zou een slager dat ge
daan hebben, dan was het waar
schijnlijk heel snel einde verhaal ge
weest."
Frans is de oudste van drie. Broer Jan
zit 'in de communicatie', zus Ingrid is
huisvrouw. Ze beleefden een wat bij
zondere jeugd. In de drukke vakantie
periode sliepen ze vaak met z'n vijven
op één kamer om maar over voldoende
hotelruimte voor de gasten te kunnen
beschikken. „Van veel privacy was
geen sprake. We hielpen in de zaak en
's avonds zat je met de hotelgasten -
vaak vertegenwoordigers - in de
woonkamer. Dat had ook weer z'n leu
ke kanten, want op die manier deed je
al heel jong de nodige mensenkennis
op."
Na de middelbare school in Oostburg
ging hij op z'n achttiende naar Maas
tricht, waar hij de hogere hotelschool
volgde. Hij liep onder meer stage bij
de KLM, bij de catering. „Een echte
maaltijdfabriek. Ik wist niet wat ik
zag. Wel eens gehoord van het feno
meen eierworst? Het was een methode
om de plakjes ei allemaal gelijkvor
mig te snijden. Danzagjezo'n koksa
lades mengen in een soort betonmo
kondigt hij mysterieus aan. Jaren ge
leden alweer nam hij ook het beheer
van sportcentrum De Eenhoorn
(zwembad, sporthal, fitness etcetera)
in Oostburg van de gemeente over én
hij besloot het gemeentelijk zwembad
in Hulst om te toveren tot Reynaert-
land. Dat is hem nog niet helemaal ge
lukt, maar er wordt achter de scher
men aan gewerkt. En dan is er dus het
Scheldetheater, pronkjuweel van al
wat Lievens bestiert.
De laatste tijd leverde zijn aanpak
hem veel kritiek op, vooral uit politie
ke hoek. Maar hij houdt vol: „De over
eenkomsten die ik met de gemeenten
heb gesloten voor de exploitatie van
bijvoorbeeld de zwembaden, zijn wa
terdicht. Ik leef ze na naar de letter en
de geest van de contracten, die ik heb
afgesloten. Ik trek me die negatieve
publiciteit erg aan, simpelweg omdat
wat er gezegd wordt niet klopt. Als ik
zaken doe met de gemeenten, is dat om
voor beide partijen een
win-win-situatie te creëren. Ik ben
natuurlijk geen filantroop, maar het
is ook weer niet zo dat ik snel de poen
opstrijk en weer weg ben. Daarom
werk ik bij alle projecten die ik aan
pak met een langetermijnvisie. De ge
meenten verstrekken mijals onder
nemer, subsidies die in principe lager
uitvallen dan de structurele tekorten
waarmee ze voordien werden gecon
fronteerd. Ik zorg voor kwaliteitsver
betering en probeer er ook een goeie
boterham mee te verdienen, natuur
lijk."
Hij kent de (nooit echt openlijk gefor
muleerde) kritiek op zijn opvatting
over de exploitatie van het theater -
een te eenzijdige programmering, een
ongezellige foyer en een wankel per
soneelsbeleid. Frans Lievens: „Het is
simpel. Kijk naar de cijfers en je valt
achterover van de enorme belangstel
ling voor de voorstellingen. Vorige
week waren er al 1700 aanvragen voor
een abonnement binnen. Dat is een re
cord, zoals we komend seizoen ook af
stevenen op een recordaantal bezoe
kers. We gaan in de richting van de
45.000 tot 50.000 bezoekers. Mag ik
daar trots op zijn?!
Hij verwacht ieder moment een tele
foontje van één van zijn zoons. Floris
(21) en Roeland (20) studeren, dochter
Valerie(18) keert binnenkort terug uit
Australië en duikt ook in de boeken.
Dat telefoontje? Floris maakt kans op
deelname aan het wereldkampioen
schap roeien in Belgrado. Spannende
momenten. „Ondanks de drukte in de
horeca ben ik veel met die kinderen
bezig geweest. Of er een opvolger tus
sen zit? De een studeert technische be
drijfskunde, de ander civiele tech
niek. Het zou kunnen, maar dan moe
ten ze het wel écht willen. Ik heb me
zelf voorgenomen binnen nu en vijf
jaar een opvolger te benoemen en die
vervolgens in te werken, zodat ik over
vijf jaar een stapje terug kan doen."
Ja, eigenlijk zou hij wel als z'n vader
willen zijn. Afstand nemen en genie
ten. Zo af en toe gunt hij zich een fiets
tocht met vrienden uit het hele land,
advocaten, bakkers, ambtenaren.
van alles wat. Dan hijst Frans zich in
zijn te strakke rennersbroek en trui
tje, zet z'n oude Oost-Duitse schaats-
helm op en rijdt met een groepje ge
lijkgestemden door het land op een
koersfiets. Ze rijden de Tour Culinair.
Ordinair gezegd: fietsen, schransen en
innemen. Oud-tourwinnaar Jan Jans
sen fietste al eens ijnee, net als Dries
van Agt en Jan Terlouw. „En ik zit al
tijd in de achterhoéde. De laatste keer
hebben ze me op moeten vegen. Daar
zijn foto's van." Hij eet een boterham
met kaas en kij kt op z 'n klokEr wordt
een expert verwacht met advies over
de akoestiek van het theater. Daarna
nog even naar Hulst en vanavond naar
Oostburg.
Wout Bareman
Het is een beetje
topsport wat ik doe
len. Ik heb er de kaping van een
Boeing meegemaakt. Toen voelde je
goed dat al die KLM'ers één grote fa
milie waren; die saamhorigheid. Dat
gevoel tref ik ook aan in het Schelde
theater, al moet zoiets groeien. Alleen
dan ook kom je tot topprestaties. Bij
de KLM heb ik een enorme ontwikke
ling doorgemaakt. Een visie ontwik
keld op structuren, planning, logis
tiek, financieel beheer. Nee, ik ben
nooit groot-kok geweest, maar heb
wel de mooiste buffetten verzorgd.
Mooie meetings en manifestaties
ook."
De KLM beviel zo goed dat hij er, na
afronding van z'n studie, nog een half
jaar terugkeerde. Daarna ging hij
thuis aan de slag, in het Hof van Koop
handel, dat hij samen met z'n vrouw
en pa en ma Lievens uitbouwde tot
een zaak met naam. Z'n vader was al
geruime tijd voornemens te stoppen.
Toen hij 51 was, deed hij het ook.
Frans met zachte stem„Een paar jaar
geleden is hij plotseling overleden.
Dat begrijp ik tot op de dag van van
daag nog niet, maar het heeft me wel
aan het denken gezet. Die man was zo
vol levenslust; hij fietste, kaartte,
zong. Zat ook graag met een pint op
een terrasje. Hij deed wat hij wilde en
plotseling.boem, weg.een hart
aderbreuk. Terwijl die man met zijn
levenswijze minstens honderd jaar
had moeten worden. Ik ben ontzet
tend blij dat ik nog met hem door het
theater in aanbouw heb rondgelopen.
Hij was apetrots. De opening heeft hij
niet meer meegemaakt. Ja, op die dag
heb ik veel aan hem gedacht."
Liep Frans Lievens tot het overlijden
van zijn vader zichzelf vaak voorbij
daarna probeerde hij het allemaal an
ders aan te pakken. Meer delegeren.
Probeerde hijwant eigenlijk steekt
hij ook vandaag de dag nog overal z'n
snufferd in. Of de servetten voor die
maaltijd voor tweehonderd hoog
waardigheidsbekleders goed gevou
wen zijn, of het bestek ligt zoals het
moet liggen, maar ook of de toiletten
naar behoren werken, of die wat wuf
te foto wel thuishoort op het omslag
van het programmaboekje van het
theater, of de ballenbak in Reynaert-
land in Hulst wel is schoongemaakt,
of de techniek werkt zoals het hoort,
of de akoestiek in het theater in orde
is, of...
„Ik sta om zes uur op, iedere ochtend.
Die eerste uren kan ik ongestoord
doorwerken. Dat is alleen maar winst.
Later op de dag word ik van alle kan
ten belaagd door mensen, die iets van
me willen. Niet erg hoor. Het is een
beetje topsport wat ik doe. In alle za
ken, die ik run, wil ikminstens een dag
per week of in ieder geval een deel van
de dag rondlopen. Ja, ik schroom niet
om af en toe ook even badmeester te
spelen of kaartjes te scheuren. Ik ken
m'n verantwoordelijkheid en die ga ik
echt niet uit de weg. Als een bezoeker
bij mij klaagt over een vork die niet
helemaal schoon is, schuif ik de
schuld niet op een ander. Nee, ik ben
eindverantwoordelijk dus is het mijn
schuld, 's Avonds om half twaalf val ik
wel als een blok in slaap. Ik lig er stee
vast om elf uur in, een kwestie van dis
cipline, maar na een half uurtje Met
het oog op morgen op de radio ben ik
wel vertrokken.
Hij exploiteerde tot voor kort party
centrum Mauritshof net buiten IJzen
dijke. Een paar weken geleden deed
hij het van de hand. Het openlucht
zwembad exploiteert hij nog wel, al
levert hem dat al geruime tijd de nodi
ge kopzorg op. Binnenkort wil hij
meer kwijt over de achtergronden,
foto Peter Nicolai
„Ik ben natuurlijk geen filantroop, maar het is ook weerniet zo dat ik snel de poen opstrijk en weer weg ben."
Beheerder Bert achter de bar van de alcoholvrije camping 't Spoek in Beekbergen. foto Phil Niihuis/GPD
Deze week ging de laatste protestantse
drankbestrijdingsorganisatie ter ziele.
Daarmee is de geheelonthouding die eind
negentiende eeuw ontstond om arme arbei
ders te redden van alcoholisme bijna ver
dwenen. Geheelonthouders behoren tot een
uitstervend ras.
Alcohol? Nee! De witte letters springen van
een blauw doek boven de bar in de kantine
van camping 't Spoek in Beekbergen. In de
koelkast achter de toog staan de flesjes
maltbier keurig naast elkaar, tussen het
eten op een plank achterin staat alcohol
vrije wijn. Alcohol is op deze camping niet
te krijgen en kampeerders mogen geen eigen
drank meenemen. „Niet drinken is hier de
normaalste zaak van de wereld", vertelt be
heerder Bert Bergmans.
In de kantine zit een groepj e ouderen om een
tafel. Ze drinken koffie, maken een praatje.
Allemaal zijn ze lid van de Algemene Neder
landse Geheelonthouders Bond (ANGOB).
Ze drinken geen druppel alcohol. Al decen
nialang bezoeken ze de camping, die de
bond in 1933 opende voor haar leden. Bram
Boekei (98) is er al vanaf het begin bij. De
haarlemmer is een overtuigd geheelont
houder, al vanaf zijn zestiende. Zijn buur
man van toen, een stukadoor, is daarvan de
oorzaak. „Hij kwam vaak stomdronken
thuis. Dan zagen we de potten door de ra
men vliegen. Zijn vrouw stuurde de kinde
ken naar ons toe om dekking te zoeken. Ik
had zo met ze te doen.
Boekei heeft veel voorlichting gegeven over
Wank. Dat doet hij nog steeds, nu op mark-
-■ 'Als ik dat niet meer kan, ga ik dood",
weet hijVoor hem is het heel vanzelf spre-
end om een alcoholvrije camping te bezoe
ken. Hij zit nu eenmaal graag tussen gelijk
gestemden. „Maar het is hier vooral gezel-
'fv Ook al ben ik geheelonthouder, ik heb
niets tegen gezelligheid. Ik heb alleen geen
meohol nodig om mezelf op te peppen."
oekel en zijn metgezellen weten dat zij tot
®en uitstervend ras behoren. De gemiddelde
eertijd van de geheelonthouders die cam
ping 't Spoek bezoeken, ligt ruim boven de
zestig. Natuurlijk zijn er veel mensen die -
uit geloofsovertuiging of om gezondheids
redenen - niet drinken, maar zij noemen
zich geen geheelonthouder en zij verenigen
zich niet meer. Dat is ook de reden waarom
de vorige week opgeheven protestantse
drankbestrijdingsbeweging CBD geen toe
komst meer heeft. Bestuursleden waren niet
meer te vinden. De ANGOB heeft dat pro
bleem nog niet, maar met nog maar vijf- tot
zeshonderd leden, waarvan de overgrote
meerderheid de zestig jaar is gepasseerd, is
het einde wel in zicht.
De katholieke matigheidsbeweging Sobrië-
tas liep twintig jaar geleden al tegen dat
probleem aan en vormde zich om van een
vereniging met leden tot een stichting zon
der leden. Er zijn nu nog zo'n duizend dona
teurs, maar ook dat zijn allemaal ouderen.
En dan is er nog de ANDO, de Algemene Ne
derlandse Drankbestrijdingsorganisatie.
Ook deze organisatie kan geen bestuursle
den vinden in haar duizendkoppige leden
bestand. Als dat voor september niet alsnog
lukt, houdt de ANDO hoogstwaarschijnlijk
op te bestaan. „Veruit de meeste leden zijn
zeventig of tachtig jaar oud en kunnen of
willen geen functies meer bekleden. En jon
geren zijn niet meer te vinden"vertelt Tj its-
ke Middelveen van de ANDO.
Hoe anders was het eind negentiende, begin
twintigste eeuw. Grote en kleine, landelijke
en plaatselijke drankbestrijdingsorganisa-
ties schoten als paddestoelen uit de grond.
Ze wilden de maatschappelijke verloede
ring als gevolg van overmatig drankgebruik
stoppen. De meeste verenigingen hadden
jongerenafdelingen, zodat er altijd nieuwe
ledenaanwas was. Veel verenigingen pre
dikten matiging, maar een deel van de nieu
we drankbestrijders ging verder. Zij wilden
solidair zijn met alcoholverslaafden en
stopten radicaal met drinken. Zo ontstond
in 1881 de eerste Nederlandse vereniging
die persoonlijke geheelonthouding als mid
del tot drankbestrijding uitdroeg: de Natio
nale Christen Geheel-Onthouders Vereni
ging (NCGOV).
In het kielzog van de NCGOV volgden vele
andere geheelonthoudersverenigingen,
waaronder de ANGOB en de ANDO. Voor
deze clubs stond het verspreiden van kennis
op grote en kleine bijeenkomsten voorop.
Maar er was meer. Er werden speciale lees
zalen, wandel- en zangclubs opgericht en
later zelfs hotels en campings, zodat leden
bijna alles in verenigingsverband konden
doen. Samen met strengere drankwetge
ving zorgde de geheelonthouding ervoor dat
het drankgebruik tijdens de eerste helft van
de twintigste eeuw sterk daalde. In de jaren
twintig was de drankbestrijding daardoor
over haar hoogtepunt heen. Gedurende de
jaren dertig en veertig bleef de alcoholcon
sumptie laag.
Pas aan het einde van de j aren vijftig begon
nen de Nederlanders weer meer te drinken,
doordat gedragsregels versoepelden, de
welvaart steeg en de angst voor verslaving
afnam. Werk aan de winkel dus voor de ge
heelonthouders. Maar zij bleken nog maar
nauwelijks in staat hun idealen aan de man
te brengen en het tij te keren. Door de ont
zuiling raakten namelijk ook drankproble
men geïndividualiseerd. Bovendien wisten
de geheelonthouders hun argumenten niet
aan te passen aan de nieuwe tijd, waarin
geen sprake meer was van 'ellende-alcoho-
lisme', maar van 'welvaartsalcoholisme'.
De geheelonthoudersverenigingen hebben
het hoofd nog lang boven water weten te
houden door met elkaar te fuseren en door
hun werkterreinen uit te breiden. Zo was de
vorige week opgeheven CBD voortgekomen
uit een fusie van de NCGOV en de Gerefor
meerde Vereniging voor Drankbestrijding.
En de AN GOB startte inl970ook een strij d
tegen softdrugs. Verder hebben de clubs
zich aangesloten bij allerhande overheids
projecten.
Maar met het ouder worden van de resteren
de geheelonthouders komt voor de geheel
onthoudersverenigingen nu echt het einde
in zicht. De geheelonthouders op de cam
ping in Beekbergen bekijken de ontwikke
ling weemoedig, doch realistisch. Boekei
haalt zijn schouders op: „Er zijn nog massa's
geheelonthouders, alleen zie je ze niet meer.
Dat is jammer, maar het hoort bij deze tijd.
Mensen hebben het druk met andere din
gen."
Over de toekomst van de camping maakt
beheerder Bergmans zich geen zorgen. „Na-
tuurlijk zullen veel mensen deze camping
niet bezoeken, omdat ze hier niet mogen
drinken. Dat is altijd al zo geweest. Maar
dat heeft ook het voordeel dat we hier nooit
grote groepen jongeren krijgen die rotzooi
trappen".
Saskia