PZC
Het wordt zwaar om alles te onderhouden
Molen is resultaat
van jongerenfonds
Door de regen ligt het werk op het land stil
dinsdag 8 juli 2003
NATUURLIJK
ZEELAND
Groepsleven
Plantengek
v/
De PZC sponsort Het
Zeeuwse Landschap. In
'Natuurlijk Zeeland' doen
medewerkers van deze
stichting verslag van wat
er speelt in de Zeeuwse
natuurgebieden: onver
wachte vondsten en bij
zondere gedragingen pas
seren wekelijks de revue.
En natuurlijk ook de suc
cessen en mislukkingen in
het beheer.
Is dat even schrikken: je
wandelt rustig door een
natuurgebied en opeens sta
je oog in oog met een impo
sant ruig behaard rund. Op
een aantal terreinen van Het
Zeeuwse Landschap kan dat
je gebeuren. Maar waar
schijnlijk maken de Schotse
hooglanders meer indruk op
jou dan jij op hen en grazen
ze onverstoord door. Hun
ruige uiterlijk doet niet ver
moeden dat ze een heel rus
tig, vriendelijk karakter
hebben.
Schotse hooglanders komen,
zoals hun naam al doet ver
moeden, oorspronkelijk uit de
Schotse hooglanden. Het is een
gehard ras, dat er een sobere le
venswijze op na houdt en onder
alle weersomstandigheden bui
ten kan blijven. In de winter bie
den hun roodbruine vacht en
onderhuidse vetlaag bescher
ming tegen de kou. Sterker nog:
als ze in de winter op stal zouden
staan, zouden ze last krijgen van
hun langharige vacht. Ze gaan
dan zweten en kunnen last krij
gen van schimmels en parasie
ten. Bij het oplopen van het
kwik in het voorjaar hebben ze
Schotse hooglander in een vroegere getijdengeul op de Slikken van de Heen.
foto Carolien van de Kreeke-Abrahamse
Ruig rund is rust zelve
bomen nodig om zich van hun
wintervacht te ontdoen. Alleen
de kuif op hun hoofd mag blij
ven hangen, om oogontstekin
gen te voorkomen. Op warme
zomerdagen zoeken hooglan
ders verkoeling; ze liggen dan
overdag veelal in de schaduw
van bosjes en stappen rustig tot
aan hun buik in het water.
Schotse hooglanders zijn kud
dedieren; de hele familie blijft
bij elkaar. Hun natuurlijke ge
drag is volledig afgestemd op
het leven in een groep. Het geeft
de dieren rust dat er een duide
lijke hiërarchie is en dat de ta
ken onderling verdeeld zijn. De
geboorte van een kalf gebeurt
zonder hulp van een boer of vee
arts. De koe zondert zich af van
de kudde en brengt in de dek
king van het struikgewas haar
kalf ter wereld. Ze bijt zelf de
navelstreng door, waarna ze het
kalf schoonmaakt door het
langdurig en grondig te likken.
Dit is een belangrijk ritueel om
dat de moeder zich bij het likken
de geur van haar kalf inprent.
Zo kan ze het later in de kudde
altijd herkennen tussen de an
dere kalveren. Binnen een paar
uur nadat het kalf geboren is,
drentelt het al achter zijn moe
der aanDie eigenschap, die al
de zogenaamde vluchtdieren
bezitten, stamt uit de tijd dat
rondtrekkende kuddes voort
durend op de vlucht moesten
slaan voor hun natuurlijke vij
anden. Een kalf dat niet snel ge
noeg kon meekomen, ging een
wisse dood tegemoet.
In de Oudelandse- en Kievitte-
polder en de Slikken van de
Heen, natuurgebieden van Het
Zeeuwse Landschap, helpt een
kudde Schotse hooglanders mee
aan het beheer van het terrein.
Met hun begrazing zorgen ze
voor een gevarieerd landschap.
Door te grazen in de verruigde
delen ontstaat een half open
landschap, met geleidelijke
overgangen in de begroeiing.
Met hun poten trappen ze de
grond open, waardoor er in het
korte gras en op open gekrabde
bodems een kiembed ontstaat
voor nieuwe planten. Ook de
mest die ze over het terrein ver
spreiden, draagt bij aan het
ontstaan van een grotere ver
scheidenheid aan planten, pad
destoelen en insecten. Dankzij
de aanwezigheid van hooglan
ders ontstaat een landschap met
talrijke overgangen tussen kort
en lang gras. Daardoor kan een
groot aantal planten en zaden
voorkomen, waar insecten, am
fibieën en vele soorten vogels,
van kunnen profiteren.
Carolien van de Kreeke-
Abrahamse
Carolien van de Kreeke-Abra
hamse is voorlichtingsmede
werkster op de afdeling Externe
betrekkingen.
Deze zomer worden weer veel
Zeeuwse tuinen opengesteld
voor publiek. In Buitengebied
komt een aantal daarvan aan
bod in een korte serie. Deze
week De Bockenborgh in
Nieuw-en Sint Joosland.
Het is een paradijsje onder
aan de Boomdijk in Nieuw
en Sint'Joosland: Uitspanning
De Boekenborgh. Een prachtige
tuin om in te wandelen, met een
koff ie-en theeschenkerijVanaf
het terras is er een mooi zicht op
de omringende tuin. Geruis van
boombladeren en het getok van
de kippen. Verder niets dan rust.
De enthousiaste Schotse Collie
Cedrus probeert al snel op
schoot te klimmen. Hoezo zwar
te modderpoten? Het is toch ge
zellig, zo met z'n allen.
Trien'ke Warns (66) geniet zicht
baar van haar tuin. Stukje bij
beetje heeft ze haar stek opge
bouwd. De uit Groningen af
komstige Trien'ke en haar man
Bob kochten het boerenhuis en
de 5000 vierkante meter bijbe
horende grond in '76.
De Groningse had toen nog geen
kaas gegeten van tuinieren. „Ik
ben een schippersdochter en ik
had zelfs nog nooit een tuin ge
had. Maar ik heb vroeger wel
veel gezien bij mijn opa, die had
een grote tuin en was echt plan
tengek. Dat ben ik nu dus ook
geworden."
Lachend: „Maar ik weet nog
goed, toen ik net begon dacht ik
dat er van iedere plantensoort
maar één was. Tot ik bij anderen
keek en zag dat er heel veel ver
schillende soorten waren van
Trien'ke Warns in haar tuin.
één plant. Gaandeweg heb ik
heel veel geleerd. Toch zie ik nog
steeds hier en daar dat ik fouten
heb gemaakt. Bijvoorbeeld te
grote planten voor in de border,
waardoor je de kleinere er ach
ter niet ziet."
In 1980 werd de tuin openge
steld voor publiek. Dat was te
vens het begin van de koffie- en
theeschenkerij. „Ik ben in feite
een pionier. Er was toen nergens
zoiets als dit. Nu vind je veel
meer van die schenkerijtjes."
Een beetje weemoedig kijkt ze
naar haar groene 'schat'. „Het
wordt wel zwaar om alles goed
te onderhouden. Mijn kleinzoon
is hovenier en woont hier ook op
het dorp. Hij helpt me, maar
toch. Ik weet dat we over niet al
te lange tijd moeten stoppen. We
zijn niet meer zo jong en het is
veel, heel veel werk. Ik word er
een beetje triest van, als ik er
aan denk dat straks de hekken
dichtgaan en er niemand meer
komt. Ik heb zo veel inspiratie
opgedaan van alle mensen
die hier rondgewandeld heb-
foto Ruben Oreel
ben. Het is hier zo'n heerlijk
plekje."
Het echtpaar Warns begon des
tijds met een klein stukje border
en de aanplant van een bos.
Langzamerhand werden er
paadjes aangelegd en kreeg de
tuin verder vorm. Borders ver
schenen, rozenbogen werden
neergezet en de soortenrijkdom
in de tuin groeide: Rozen, hos-
ta's, witte spirea, hortensia, va
rens, paarse salvia, Zeeuws
knoopje (wit met rood), agapan-
thus in potten bij het terras, he-
merocallis-lelies in verschillen
de kleuren, paarse monnikskap;
te veel om op te noemen. Trien
'ke houdt van een rustig beeld
met zachte tinten als paars, wit
en roze. „Maar ik kan het niet
over mijn hart verkrijgen om
een plant uit te trekken. Dus als
er ergens eens een knalgele tus
sen komt, laat ik die gewoon
staan. Het is zelfs zo dat ik liever
een paadje omleg, dan de plan
ten weg te halen die over dat
paadje groeien."
Een rozenboog heeft een bijzon
dere achtergrond. Een van de
zonen Warns heeft een boot ge
bouwd en gaat daar nu mee op
wereldreis. De eerste rompvorm
van gebogen hout heeft hij ca
deau gedaan aan zijn moeder.
Twee kleuren rozen hebben zich
nu een weg gezocht tussen het
hout.
Rondom de tuin vormt de bos
rand, waardoor sinds kort ook
een pad loopt, een natuurlijke
omlijsting. In de tuin staat een
achtkantig kippenhok. Een
hobby van Bob Warns. Een vij
ver, een kruidentuin, een bes-
senkooi en een bokkenwei ma
ken deel uit van de tuin. De eerst
geboren bok, winter '76, be
paalde de naam van huis en
tuin. De Groningse naam ver
wijst ook naar het gevoel van
geborgenheid dat de familie al
snel had.
Trien'ke: „Ik hoop maar dat ie
mand dit voortzet. Ik zal het
vreselijk missen."
Annemarie Zevenbergen
De Bockenborgh, Derdeweg 2
Nieuw-en Sint Joosland. Open:
do., vr., za. en zo. vanaf 11.00
De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens,
aan de mensen erachter en aan depositie van de windgemalen in het
landschap. Vandaag: De Noorman in Westkapelle.
De Noorman in Westkapelle
is één van de Zeeuwse mo
lens die druk wordt bezocht
wanneer het geen strandweer is
Ook al wordt dit cultuurgoed in
deze zin in de provincie nauwe
lijks gepromoot, de toeristen
weten de molens goed te vinden.
Het gastenboek van De Noor
man bewijst opnieuw dat Duit
sers gek zijn op deze industriële
monumenten. Dat begint ken
nelijk al op jonge leeftijd:
„Selbst der kleine Fyan ist be-
geistert, obwohl er erst 4 mona-
te alt istzo schrijven oosterbu
ren. Maar ook de plaatselijke
bevolking is trots op de laatst
overgeblevene van de drie mo
lens die het dorp eens telde. Di
verse malen melden bezoekers
in het gastenboek afkomstig te
zijn uit Wasschappel.
Vrijwillig molenaar Gert Ga-
briëlse (36) geeft vrijwel iedere
zaterdag geduldig uitleg over de
werking van zijn molen aan ie
der die het maar horen wil. Hij
behoort tot de liefhebbers die al
op zeer j onge leef tij d werden ge
fascineerd door de windgema
len. Als klein jongetje bezocht
hij regelmatig de molen van
Adriaanse in zijn woonplaats
Zoutelande.
Na verloop van tijd ging hij zelf
hand- en spandiensten verle
nen. Na onderricht te hebben
gekregen bij onder anderen Nel
van Leijen op de Buiten Ver
wachting in Nieuwland slaagde
Gert oktober 1989 voor het exa
men vrijwillig molenaar.
De Noorman vormt het monu
mentale bewijs van het spreek
woord dat vele kleintjes één gro
te maken. Een gevelsteen naast
de ingang bevat de merkwaar
dige afkorting F.T.H.V.J.. Deze
staat voor 'Fonds Tot Heil Van
Jongeren'. Dat herinnert aan
het initiatief dat K. Roelse, L.
van Rooijen en J.D. Verhage op
23 mei 1825 namen. Zij waren
bij de oprichting vijftien jaar.
Hun fonds was bedoeld voor het
bevorderen van de welvaart in
het dorp. De oprichters stortten
er wekelijks een dubbeltje in.
Het edele drietal bediende zich
van geheimtaal. Tussen iedere
lettergreep plaatsen ze een p.
Die letter voegde ze trouwens
ook toe bij eenlettergrepige
woordjes. Dus waren zij beheer
ders van het 'Foponds topot hei-
peil vapan jonpongepelinge-
pen'. Ze waren zeer geoefend in
het spreken van deze geheim
taal en voor niet-ingewijden
dan ook volstrekt onverstaan
baar.
Deze grollen ten spijt was het
een serieuze zaak. Van de ge
spaarde dubbeltjes werden al
snel vaarskalveren gekocht die
bij dijkwerkers ter plaatse wer
den uitgezet. Na het werpen van
het derde kalf keerden deze
vaarzen als runderen terug bij
het fonds. De dijkwerkers
mochten één van de kalveren
zelf houden. Uiteindelijk heeft
het fonds vele Westkappelaars
werk verschaft en een grote rol
gespeeld in de plaatselijke eco
nomie.
Het fonds besloot in 1852 molen
De Noorman te bouwen. Sinds
1773 herbergde het dorp molen
Prins Hendrik (Dijkmolen).
Toen de plannen voor de Noor
man bekend werden, besloot
een Westkappelaar in 1852 ook
nog De Roos op te richten. Zo
doende telde het dorp tot aan de
bombardementen van 1944, die
het einde betekenden voor De
Roos en de Dijkmolen, drie
windgemalen. En dat in een
dorp dat net groot genoeg was
om hooguit twee mulders een
redelijk bestaan te verschaffen.
Gert Gabriëlse houdt het erop
dat de drie molenaars slechts
'met pijn en moeite' het hoofd
boven water konden houden.
Na de Tweede Wereldoorlog be
hoort De Noorman met de be
roemde vuurtoren tot de weini
ge monumenten in Westkapelle.
Gert Gabriëlse zwaait met veel
genoegen de scepter over de
wiekendrager. Nu en dan maalt
hij ook met De Noorman. Het
meel gaat voornamelijk naar
bezoekers.
De molen herbergt het beschei
den museum van Vereniging De
Zeeuwse Molen. Dat bevat
voornamelijk molenmakersge
reedschappen, afkomstig uit de
boedel van J. van den Hamer uit
Brouwershaven.
Bezoekers wordt er bij het afda
len van de trappen op een leuke
manier gewezen dat je dat in
molens met je gezicht naar de
treden moet doen, wil je niet al
lerlei akelige kwetsuren oplo
pen. Wie het andersom doet ziet:
'Als u dit kunt lezen gaat u ver
keerd de trap af'.
Willem Staat
Vrijwillig molenaar Gert Gabriëlse bij De Noorman.
foto Ruben Oreel
Adrie Albregtse, Albert
Ebbens en Laurens Kamp
werken op proefboerderij
De Rusthoeve in Colijns-
plaat. Op 85 hectare pol-
dergrond doen zij, in op
dracht van onder meer
Zeeuwse boeren, proeven
met akkerbouw- en soms
tuinbouwgewassen. 'De
Rusthoeve' volgt weke
lijks de belevenissen van
de mannen van de proef
boerderij.
Het is vandaag erg rustig op
De Rusthoeve. Buiten is
niemand te bekennen. In de
kantine zitten vier medewer
kers van een producent van inu-
line uit Noord-Frankrijk. Ze
hebben net bekeken hoe hun
proefveld met cichorei erbij ligt.
Inuline is een hormoon dat uit
cichorei wordt gehaald. De pro
ducent wil weten welke rassen
of raskruisingen met welke
teeltmethode de meeste op
brengst geven.
„Zo komen er vaker mensen
langs die hun proefvelden ko
men bekijken", legt Albert uit.
„Soms lopen we met ze mee,
maar niet altijd. Deze mensen
zijn hier al vaker geweest en we
ten hun weg te vinden." Op het
moment dat de vaste medewer
kers van De Rusthoeve pauze
gaan houden, stappen de vier
weer op. „Het mag dan druk zijn
met mensen", zegt Adrie, „qua
werk is er stukken minder te
doen." De intense regenval die
in de eerste dagen van de maand
is losgebarsten, zorgt ervoor dat
de medewerkers momenteel
niets op het land kunnen doen.
„We waren na die lange tijd van
droogte heel blij met de regen,
maar nu verlangen we toch weer
naar de droogte", aldus Adrie.
Volgens hem had de droogtepe
riode in juni niet veel langer
moeten duren. „Dan was er on
herroepelijk schade ontstaan
aan sommige gewassen met een
mindere opbrengst tot gevolg."
Meer dan hopen op regen kon
den ze op de proefboerderij niet
doen. Zelf beregenen is niet mo
gelijk, omdat er alleen zout wa
ter in de Noord-Bevelandse wa
tergangen zit en sproeien via de
waterleiding onbegonnen werk
is. „Ons geluk is dat we op
Noord-Beveland grond hebben
die het water heel lang vast
houdt", aldus Adrie. „Op zand
grond is het water veel sneller
weg."
Albert maakt er geen al te groot
probleem van dat er door de re
gen even niet op het land ge
werkt kan worden. „In onze be
leving is het misschien niet zo
druk als we niet naar buiten
kunnen, maar in de praktijk is
zo'n natte periode meestal nog
drukker dan de droge. Het is een
tijd waarin we wat binnenwerk
kunnen doen dat is blijven lig
gen, zoals het voorbereiden van
de oogst en het onderhouden
van machines. Veel mensen den
ken het, maar het is natuurlijk
niet zo dat een boer niets te doen
heeft als het regent, integen
deel." Zo is er ook nog de admi
nistratieve rompslomp, want
natuurlijk moet bij iedere proef
nauwkeurig worden bijgehou
den op welk moment is gezaaid,
waarom dat toen is gebeurd, hoe
er is gezaaid, wat de tempera
tuur was, of de zon scheen en ga
zo maar door. „Alle omstandig
heden moeten op schrift komen
te staan", zegt Albert. „Natuur
lijk is dat iets wat meteen moet
gebeuren en niet uitgesteld kan
worden tot er weer eens een nat
te periode is. Ik weet na twee
weken niet meer op welk mo
ment de zon heeft geschenen."
De Rusthoeve heeft de afgelo
pen weken ook verschillende
Noord-Bevelandse schoolklas
sen ontvangen om de kinderen
te informeren over het agrarisch
natuurbeheer. „Onze vrijwilli
gers hebben die rondleidingen
verzorgd", legt Albert uit.
„Want voor ons is het moeilijk
om dat er allemaal bij te doen.
De vrijwilligers zijn heel be
langrijk voor ons, omdat ze ook
helpen bij het agrarisch natuur
beheer. Het zijn vooral gepen
sioneerde mensen, die het leuk
vinden om te doen." De Rust
hoeve hoopt met de rondleidin
gen van de afgelopen weken be
grip te hebben gekweekt bij de
jeugd van Noord-Beveland.AI-
bert: „Veel kinderen komen hier
vaak langs en willen weten wat
er groeit. We hopen dat ze er iets
van hebben opgestoken."
Rob Paardekam
04m