Eenvoudiger subsidieregels en
goede spreiding van cultuur
Bands gebruiken kunstclips niet
Boerenzonen trekken weg
13
Zeeuwen zijn
lager opgeleid
dan gemiddeld
in Nederland
lezers schrijven
kunst
Soepele regels
dinsdag 8 juli 2003
Interview met
Jan Marijnissen
Wind
Armoedeval
Promoten
Aankloppen
Bezuinigingen
door Henk Postma
GOES - De provincie Utrecht
telt veruit het hoogste percenta
ge hoogopgeleiden. Zeeland,
Limburg, Friesland en Drenthe
scoren het laagst. Dat blijkt uit
cijfers van het Centraal Bureau
voor de Statistiek.
Van alle Nederlanders van 25
tot 64 jaar volgde een kwart een
opleiding aan universiteit of ho
geschool. Utrecht scoort met 38
procent veruit het hoogstDren
the met 18 procent het laagst.
Ook Zeeuwen, Friezen en Lim
burgers blijven met 21 procent
ver onder het landelijk gemid
delde. De verschillen tussen de
provincies zijn slechts in gerin
ge mate terug te voeren op de
leeftijdsopbouw. Ouderen zijn
over het algemeen lager opge
leid dan jongeren. Maar ook
wanneer daarmee rekening
wordt gehouden, dan wijzigt
1 dat de rangorde nauwelijks.
Wanneer de groep 45 tot 64-jari-
I gen buiten beschouwing wordt
gelaten, blijft Utrecht koploper:
42 procent tegen landelijk 29
procent. Zeeland blijft dan ste
ken op 21 procent. Alleen Dren-
the scoort nog lager. Wat betreft
de laagopgeleiden zijn de ver
schillen tussen de provincies
veel kleiner. Limburg telt het
hoogste percentage laagopge
leiden: 39 procent. Landelijk
gaat het om zo'n 34 procent.
Zeeland en vrijwel alle andere
provincies zitten daar nauwe
lijks boven of onder.Utrecht telt
relatief de minste laagopgelei
den: 28 procent, gevolgd door
Noord-Holland: 30 procent.
VLISSINGEN - SP-leider Jan
Marijnissen en Prem Radhakis-
hun komen vandaag naar het
Arsenaaltheater in Vlissingen.
Tijdens de zogenoemde opposi
tie B2 Tour zet Marijnissen uit
een wat volgens SP de gevolgen
zijn van het tweede kabinet-
Balkenende. Radhakishun zal
hem interviewen. Radhakishun
is advocaat en columinist bij het
Parool. De entree is gratis.
Deze rubriek is uitsluitend bestemd voor reacties op in de PZC versche
nen redactionele berichten, artikelen of commentaren. De reactietijd
beloopt uiterlijk 7 dagen. Plaatsing van bijdragen betekent niet dat de
redactie de meningen en stellingen van de inzenders onderschrijft.
Open brieven, oproepen, gedichten en anonieme inzendingen worden
niet geplaatst. Bijdragen mogen niet langer zijn dan 250 woorden. De re
dactie behoudt zich het recht voor inzendingen te bekorten. Over ge
weigerde brieven wordt niet gecorrespondeerd.
Het artikel 'Windenergie heeft
toekomst' (PZC 2 juni) gaat over
een studie/theorie van een Ame
rikaanse milieugroep. Green
peace en de Europese Associatie
voor Windenergie doen hier nog
een theoretisch schepje boven
op en stellen: als we 10 procent
van het aardoppervlak reserve
ren voor windindustrie en hoge
installaties, kan de hele mens
heid van stroom worden voor
zien. Dat is nog eens groen den
ken. Meer realistische studies
geven aan dat windenergie een
optie is maar wel op zee hoort,
om energie efficient te oogsten.
Op landlokaties is deze indu
strie veel minder rendabel.
Daarbij zijn de beeldbepalende
en permanent draaiende instal
laties een doorn in het oog van
velen. Energie komt dan direct
vrij om met orkaankracht voor
tegenwind te zorgen met als
doel: geen windturbines meer
op land, genoeg is genoeg. Niet
bij Terneuzen en z'n woonker
nen, niet bij Ossenisse en her en
der ook nog wat losse attracties,
koester het landschap en Zee-
Land. Stop aantasting van
woonomgeving en wooncom
fort. Stop ook de misleidende
informatie over windindustrie
door het eufemistisch 'groen' of
'park' te noemen. Of in tv-recla-
metweeluik: hoogspanningska
bels 'eruit', vervolgens een
windmolen 'erin' Feit is echter
dat uit wind gewonnen energie,
ongeveer vijf procent, wel over
datzelfde conventionele elek
triciteitsnetwerk van kabels
moet worden verdeeld, hoe an
ders? Windenergie heeft de toe
komst. Leonardo Da Vinci was
hier, zonder subsidie, ook al mee
bezig en verkoos ze op zee te
plaatsen.
M.I.Meesen
Graaf Jansdijk 76
Terneuzen
Ouderen moeten rondkomen
van 896 euro per maand (PZC 4
juli). Dat in een land als Neder
land een groep ouderen moet
rondkomen met een dergelijk
inkomen, is in en in triest. Zeker
nadat de prijzen in Nederland
van vaste lasten en het levens
onderhoud buitenproportioneel
zijn gestegen. Toch wil ik op nog
een groep mensen de aandacht
vestigen, die met nog minder in
komen moeten rondkomen. Dit
zijn de mensen die werkzaam
zijn in een functie in de ID-rege-
ling, ook wel genoemd de Mel-
kertbanen. Misschien stof tot
nadenken voor mensen die zich
regelmatig denigrerend uitlaten
over of tegen de mensen die
werkzaam zijn in een dergelijke
functie. Zeker als men zich rea
liseert dat deze mensen, doordat
zij zijn gaan werken, er financi
eel op achteruit zijn gegaan (zo
genaamde armoedeval). De fi
nanciële terugval komt doordat
zij kwijtscheldingen van ge
meentelijke belastingen niet
meer ontvangen of doordat zij
gekort worden op de huursubsi
die. De meeste werkgevers zijn
ook niet van plan om deze men
sen in een reguliere baan ge
plaatst te krijgen omdat de sala
rissen vanuit Den Haag betaald
worden en dus de werkgevers
nauwelijks iets kosten. De door
stroom is in al die jaren dat deze
regeling bestaat zeer gering ge
weest, dat is in onderzoek vast
gesteld. Werknemers die probe
ren om van hun baan een regu
liere baan te maken, krijgen
vaak weinig medewerking van
de werkgevers. Zoals uit boven
staande blijkt zijn de ouderen
met genoemd inkomen afge
schreven en wegen ook de finan
ciële aspecten bij de werkgevers
om een ID-baan al dan niet om
te zetten in een reguliere baan
zwaarder, dan investeren in
mensen. Voordeel is dat de men
sen werkzaam in een ID-baan,
wanneer ze de pensioengerech
tigde leeftijd hebben bereikt,
gewend zijn om met weinig in
komen te moeten rondkomen.
A.R. Mohr
Van Karnebeekstraat 13
4463 SB Goes
Rebba the Loon is teleurgesteld omdat ze aan het project geen clip overhouden die ze kunnen gebruiken om zich te promoten.
foto Lex de Meester
door Ernst Jan Rozendaal
MIDDELBURG - Het is een hot item in de
kunstwereld: de mix van professionele
kunst en amateurkunst en de vermenging
van verschillende disciplines als popmu
ziek en beeldende kunst. Dat de samenwer
king die daarvoor nodig is niet altijd over
rozen gaat, bewijst het project van de Mid
delburgse filmmakers Paul en Menno de
Nooijer en drie Zeeuwse popgroepen. Over
het resultaat lopen de meningen uiteen.
De twee kunstenaars, die internationaal
naam hebben gemaakt met hun kunstfilms,
zijn ruim twee j aar geleden door de Zeeuwse
werkplaats voor amateurkunsten Het Getij
in staat gesteld drie films te maken naar
aanleiding van muziek van de popartiesten
UC, Danny Vera en Rebba the Loon. De eer
ste twee films werden twee jaar geleden ge
presenteerd op het festival Abdijpop, de
laatste drie weken geleden in Middelburg.
Door subsidies van Het Getij, de Stichting
Popmuziek Zeeland, het Prins Bernhard-
fends, de VSB en de Stichting Maurits van
Kattendijke was een totaalbudget beschik
baar van 40.000 euro.
De filmers kregen volledige artistieke vrij
heid. Zij mochten bepalen welke muziek ze
wilden gebruiken en wat voor film ze daar
bij wilden maken. De popgroepen zouden
het eindproduct als promotiefilm kunnen
gebruiken.
Dat laatste is onvoldoende uit de verf geko
men. UC ging kort nadat de film klaar was
mt elkaar. Danny Vera vernieuwde zijn be
geleidingsband, nam een professioneel al
lium op en bracht daarvan uiteindelijk niet
The Lucky Strike Girl' - het liedje dat voor
be film was gebruikt - uit op single. Maar hij
geeft aan dat hij de film evengoed niet zou
hebben gebruikt. Blijft Rebba the Loon
over. Zanger Kees Moerland heeft Omroep
Zeeland onlangs gevraagd de spiksplinter
nieuwe film bij het nummer 'One Way Train'
niet uit te zenden. „De film draagt niet het
beeld uit dat wij als popgroep willen uitdra
gen", zegt hij.
Menno de Nooijer is tevreden over alledrie
de films. „Wij hebben gemaakt wat we wil
den maken." Volgens hem is van begin af
aan duidelijk gemaakt wat de spelregels
waren. In een interview met de PZC heeft hij
twee jaar geleden al aangegeven dat in het
verleden zelfs aanbiedingen van wereldbe
roemde popgroepen zijn afgewezen, omdat
die dingen wilden die zijn vader en hij niet
zagen zitten. „Wij hebben clips gemaakt
voor commerciële bands. We weten hoe het
kan. Dat was hier niet de bedoeling. Daar zit
misschien de teleurstelling, maar we stellen
altijd de voorwaarde dat we het doen op on
ze manier. De meeste popmusici hebben een
groot ego. Ze hebben scherp voor ogen wat
ze wel of niet willen. Dat heeft dit project
misschien wat lastig gemaakt. Dat wil niet
zeggen dat wij ons niks van de bands hebben
aangetrokken. We hebben met hen doorge
nomen waar het door ons uitgekozen num
mer over gaat en daar in beeld onze visie op
gegeven. De film van Rebba the Loon is vrij
conceptueel. Anders dan bij een clip van
TMF moet je daar even voor gaan zitten."
Overigens kan De Nooijer zich niet voor
stellen dat Danny Vera en Rebba the Loon
niets met de films kunnen.
De leden van Rebba the Loon reageren
voorzichtig. „Wij willen absoluut niet met
modder gooien", zegt manager Patricia de
Meulmeester. „Het is ook geen kwestie van
mooi of niet mooi." De groep is teleurgesteld
omdat ze aan het project geen clip overhou
den die ze kunnen gebruiken om zich te pro
moten. „Dat was wel een doelstelling van
het project en zo hadden we het ook van
Paul en Menno de Nooijer begrepen", aldus
De Meulmeester. „Als band hadden wij na
tuurlijk ook een belang om mee te werken.
Met een betere communicatie of sturing
door Het Getij hadden wij er meer aan ge
had."
Vera 'wil een gegeven paard niet in de bek
kijken' maar ook hij spreekt van miscom
municatie. „Het oorspronkelijke idee kwam
van popconsulent Cor de Jonge. Professio
nele kunstenaars zouden clips maken voor
amateurbands. Die zouden zich aan de pro
fessionals kunnen optrekken en er een pro
mofilm aan overhouden. We zouden uit de
Zeeuwse klei worden geholpen. Dat was een
geweldig idee, maar het is er niet uitgeko
men. Het is nu alleen een promotiefilm voor
Paul en Menno de Nooijer geworden."
Adviseur Willem Huibreghs van Het Getij
bestrijdt dat de opzet was promotiefilms te
maken. „Het Getij streeft naar een mix van
disciplines en voelt zich niet geroepen wat
dan ook te promoten. Daarvoor hadden we
nooit het geld van die fondsen bij elkaar ge
kregen. Maar als ik nu hoor dat de bands de
films helemaal niet als promo gebruiken, is
dat het andere uiterste. Dat is iets om aan
dacht voor te hebben. Dit project is experi
menteel. Dat betekent dat we ervan kunnen
lerenIn september hebben we een evaluatie
gepland. Het Getij heeft de voorwaarden
geschapen, maar we hebben bewust niet bo
venop dit project gezeten. Of dat goed was,
kan dan aan de orde komen. We zullen het
dan ook over de communicatie hebben."
door Ernst Jan Rozendaal
MIDDELBURG - Gedeputeer
de van cultuur Harry van Wave-
ren is blij met de ideeën van de
nieuwe staatssecretaris van cul
tuur Medy van der Laan. Net als
zij is hij een voorstander van
spreiding van cultuur. Boven
dien juicht hij toe dat zij de re
gelgeving bij het verkrijgen van
culturele subsidies wil vereen
voudigen.
Afgelopen week viel landelijk
en provinciaal een aantal ge
beurtenissen samen, waardoor
de eerste contouren van het toe
komstige Zeeuwse cultuurbe
leid zichtbaar zijn geworden.
Van der Laan presenteerde haar
uitgangspunten voor het cul
tuurbeleid 2005-2008 aan de
Tweede Kamer, Van Waveren
loodste zijn opzet door Gedepu
teerde Staten. Tevens hebben de
provincies Zeeland, Noord-
Brabant en Limburg en de ste
den Breda, Eindhoven, Heerlen,
Helmond, 's-Hertogenbosch,
Maastricht, Sittard/Geleen en
Tilburg de gezamenlijke notitie
Gedeputeerde Harry van Wave-
ren: „Cultuur is niet elitair. Het
past in het duurzaamheidsstre-
ven van dit college."
'Er van uitgaande...' aan Van
der Laan overhandigd. Daarin
hebben ze hun ambities en prio
riteiten voor de landelijke cul
tuurnota 2005-2008 op een rijtje
gezet.
Niet alleen Zeeland, maar heel
Zuid-Nederland blijkt cultuur
te zien als een 'partner bij ont
wikkelingen op gebied van
ruimtelijke ordening, identiteit,
werkgelegenheid, onderwijs,
leefbaarheid en toerisme'. Van
Waveren wil zijn cultuurbeleid
stevig koppelen aan de hoofdlij
nen van provinciaal beleid. Dat
zijn economie mobiliteit, zorg
sociaal beleid en ruimtelijke
kwaliteit. „Ik vind het belang
rijk zichtbaar te maken dat cul
tuur verbonden is met een hele
boel zaken in Zeeland", zegt
Van Waveren. „Cultuur is niet
elitair. Het past in het duur-
zaamheidsstreven van dit colle
ge."
Dat is meer dan alleen termino
logie, aldus de gedeputeerde.
Als blijkt dat cultuur een we
zenlijk onderdeel is van een be
leidsterrein van zijn collega-ge
deputeerden, kan hij bij hen ook
aankloppen voor geld. „Die be
reidheid is in het college uitge
sproken. Dat is de eerste winst
in een tijd waarin we ook op cul
tuur moeten bezuinigen."
De tweede winst is dat Van der
Laan heeft uitgesproken het
cultuurgeld in Nederland te
willen herverdelen. Ze wil dat
meer daarvan bij de provincies
terechtkomt. Volgens Van Wa
veren kan dat betekenen dat de
speciale rijksbijdrage van
500.000 euro per jaar, die Zee
land tot en met volgend jaar
ontvangt, op de een of andere
manier gehandhaafd blijft. Hij
wijst erop dat Zuid-Nederland
in de notitie 'Er van uitgaan
de...' pleit voor een regionaal
fonds voor startende culturele
ondernemers. Zo'n fonds is mo
gelijk als Rijk en gemeenten
daarvoor provinciegeld zouden
matchen-, als zij dus geld zouden
bijleggen. Van Waveren: „Dat
zou Van der Laan wel eens een
interessante optie kunnen vin
den."
Haar pleidooi voor minder inge
wikkelde regels is hem uit het
hart gegrepen. „De Algemene
Subsidieverordening Zeeland
2002 werkt verstikkend voor
het culturele veld, met name in
de amateursector. De verplich
tingen daarin staan niet in ver
houding tot de bedragen die
worden uitgekeerd. Met die be
dragen kan onvoldoende flexi
bel worden omgesprongen. Met
ingang van 1 j anuari 2 0 0 5als de
nieuwe cultuurnota van kracht
wordt, moet die subsidieveror
dening zijn aangepast."
Zoals Van der Laan het cultuur-
geld landelijk wil spreiden, zo
wil Van Waveren dat over de
provincie doen. Dat sluit aan bij
de wens om in Zuid-Nederland
het stedennetwerk te verster
ken. „In Zeeland ligt het zwaar
tepunt nu op Middelburg en
Vlissingen. Ik wil nadrukkelij
ker kijken naar Goes en Terneu
zen. Net als de staatssecretaris
wil ik wel uitgaan van een be
paald kwaliteitsniveau. Maar
vervolgens geldt voor mij het
criterium van de spreiding.
Vandaag bespreekt het college
van Gedeputeerde Staten hoe
de komende tijd kan worden be
zuinigd. Van Waveren gaat er
van uit dat hij alle afspraken tot
en met 2004, die zijn vastgelegd
in de cultuurnota, kan nako
men. Dat betekent dat volgend
jaar wellicht wordt bezuinigd
op het budget voor incidentele
subsidies. Voor de kunstenpe
riode die in 2005 begint wil Van
Waveren geen enkele instelling
bij voorbaat van bezuinigingen
uitsluiten.
Advertentie
*Vraag naar de actievoorwaarden.
Spel-, zet- en drukfouten voorbehouden.
Actie geldt t/m 01-09-03.
Alkmaar (020) 484 42 50 Amersfoort (033) 456 52 72 Amsterdam (020) 484 46 29
Arnhem (040) 219 12 00 Barendrecht (oio) 457 82 36 Breda (010) 277 63 35 Eindhoven/Son
(040) 299 75 35 Goes (OIO) 457 05 55 Groningen (050) 582 83 64 Hengelo (050) 551 98 51
's-Hertogenbosch (040) 299 51 60 Leeuwarden (050) 582 64 13 Nuth (045) 565 67 67 Rijswijk
(070) 451 42 95 Rotterdam (010) 457 14 48 Utrecht (030) 255 15 70 Zwolle (050) 582 48 00
door Emile Calon
Een stille revolutie is gaande op het
platteland. Er vindt namelijk een
bijna geruisloze uittocht plaats van
agrariërs. De boeren die het boeren nog
volhouden, zijn gemiddeld veel ouder
dan de werknemers in andere bedrijfs
takken. Daar komt nog eens bij dat een
flink deel van hen geen opvolger heeft.
Hun kinderen piekeren er veelal niet
over het familiebedrijf over te nemen.
Ze zien hoe hun ouders moeten sappe
len, hoe ze geconfronteerd worden met
vele beperkende regels en restricties en
kiezen voor een ander beroep.
Over een jaar of tien hebben de meeste
boeren het platteland dan ook verlaten,
voorspellen de Wageningse onderzoe
kers Pieter Vereijken van Plant Re
search International en Herman Agri-
cola van onderzoeksinstituut Alterra,
een onderdeel de Landbouwuniversi
teit in Wageningen. De twee weten
schappers doen al langer onderzoek
naar de toekomstperspectieven van de
Nederlandse landbouw. Alle betrokken
partijen moeten nu een antwoord vin
den op de exodus van de oorspronkelij
ke plattelandsbevolking, stellen zij in
een artikel in het magazine van de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG).
Die zal volgens hen zeker plaatsvinden,
als er geen economische alternatieven
in het buitengebied worden ontwik
keld. De onderzoekers zijn er van over
tuigd dat de landbouw geleidelijk uit
Nederland verdwijnt. De oorzaak ligt
in de toenemende concurrentie door de
liberalisering van de wereldhandel en
in de uitbreiding van Europa met mil
joenen hectaren goedkope grond en
miljoenen goedkope arbeidskrachten.
Ondertussen blijven gemeenten het
grootste deel van hun buitengebied een
agrarische bestemming geven. Mede
door de Rijkstucht zijn ze uiterst terug
houdend in het ontwikkelen en f acilite-
ren van alternatieve economische acti
viteiten. Totaal fout, aldus Vereijken en
Agricola. Het is hoog tijd voor iedere
gemeente om zich af te vragen in welk
tempo de landbouw uit haar buitenge
bied verdwijnt. Wanneer gemeenten
niet vroegtijdig hierop inspelen, zal het
platteland straks niet meer te revitali
seren zijn. Nu is de exodus in Zeeland al
volop zichtbaar. Wie een beetje rond
rijdt over het platteland ziet her en der
de verveloze woonhuizen, de ingezakte
schuren, de machines die bij gebrek aan
geld wegroesten en de leegstaande
boerderijen.
Vervallen schuren - zoals hier bij Axel - symboliseren de toekomst van de Zeeuwse landbouw.
foto Peter Nicolai
Zeeland is een van de streken die vol
gens Agricola absoluut moet inspelen
op die uitstroom. Want vooral akker-
bouwregio's zullen er in volle omvang
mee te maken krijgen. De kwaliteit van
de grond, 'die is in Zeeland prima', doet
daar niets aan af, aldus de onderzoeker.
Regio 's met veel glastuinbouw en inten
sieve veeteelt hoeven volgens hem nog
niet al te bang te zijn voor een forse
leegloop. Maar streken waar de grond
extensief wordt gebruikt en waar de
bedrijven niet al te groot zijn, krijgen er
absoluut mee te maken of hebben er al
mee te maken.
Hij looft de provincie die enkele jaren
geleden inspeelde op de veranderende
omstandigheden door het beleid van
nieuwe economische dragers in gang te
zetten. Dankzij dat beleid is het in theo
rie mogelijk om in landbouwschuren
nieuwe activiteiten op te zetten. Agri
cola tekent daar wel bij aan dat dat be
leid in de praktijk nauwelijks werkt,
omdat initiatiefnemers te maken heb
ben met een gigantische bureaucratie.
Vooral op gemeentelijk niveau worden
volgens hem veel onnodige barrières
opgeworpen. Hij stelt dat de overheid
veel soepeler moet worden omdat het
anders echt niet lukt het platteland
economisch vitaal te houden.
Agrarisch natuurbeheer is volgens hem
geen echte kans voor de agrariërs.
Slechts een deel van de boeren kan van
de geldstroom die daarvoor beschik
baar is profiteren. LNV spendeert hier
aan weliswaar honderd miljoen euro op
jaarbasis. Als daar tienduizend boeren
aan meedoen, hebben ze slechts tien
duizend euro per bedrijf, rekent boe
renzoon Agricola voor. „Bovendien is
het geen extra inkomen, maar compen
satie van inkomstenderving."
Nederland is emotioneel nog een boe
renland, terwijl het de facto om dien
sten en industrie draait. De helft van
het eten dat hier geconsumeerd wordt,
komt al uit het buitenland. De beide on
derzoekers roepen bestuurders op
nuchter na te denken en nu al vast op ge
meentelij k niveau in te spelen op grote
en snelle veranderingen binnen de lo
kale landbouwsector. „Denk na over
kansen en bedreigingen, zodat je niet
met je beleid achter de feiten aanrent.
De foute oplossing is in ieder geval de
agrarische bestemming strikt te hand
haven. Voor alles wat niet agrarisch is,
zit het buitengebied op slot en bedrij
ven die er al zitten worden de wacht
aangezegd. Moedig in plaats daarvan
nieuwe economische initiatieven op het
platteland aan en faciliteer die als je
burgers je lief zijn", aldus de onderzoe
kers.