PZC
I
horizonnen
De ondoorzichtige wereld van de gastouderbureaus
Particuliere crèches
RÜDEN R I E M E N S
zaterdag 5 juli 2003 1
o
R A
Controle
Tarief
O
Wie zijn kind bij een gastouder wil
onderbrengen, is aan het toeval
overgeleverd. Restaurants hebben Mi-
chelinsterren, maar de gastouders niet.
Niemand weet of de prijs van de opvang
de juiste is. Van onafhankelijke contro
le is geen sprake. Ouders vragen zich af
of het eerst fout moet gaan voordat er
eindelijk wordt ingegrepen.
De lange eettafel in huize Kok in het
Noord-Hollandse De Weere staat vol
met hagelslag in alle kleuren en smaken. Li-
via, bijna twee, speelt met haar boterham
met worst. Gastouder Marja Kok probeert
haar aan het eten te krijgen, maar Livia
heeft geen zin in brood. Geduldig houdt
Marja haar even later een lepel yoghurt
voor, maar na een paar happen yoghurt
vindt de peuter het genoeg. Zelf lepelen wil
ze wél en zo weet Marja toch nog wat eten bij
Livia naar binnen te krijgen.
Negen jaar al is Marja Kok gastouder. Ze
vangt vier dagen per week kinderen op. „Ik
ben fulltime met de verzorging van kinde
ren bezig. Dit is echt mijn werk. En dat neem
ik heel serieus."
Kok is aangesloten bij gastouderbureau Be
rend Botje in Hoorn en werkt sinds ander
half jaar als zelfstandig ondernemer. Als
gastouder had ze al een cursus gehad van
drie avonden. Toen ze ondernemer werd,
kwamen daar nog eens zes avonden met les
sen ondernemerschap en kinder-EHBO bij.
Daardoor acht ze zichzelf zeer goed in staat
op een veilige en verantwoorde manier kin
deren op te vangen.
Maar is dat wel zo? Gastouders hoeven van
de wet geen pedagogische opleiding te heb
ben. Wel is het de bedoeling dat gastouder
bureaus hun medewerkers zorgvuldig se
lecteren en in de gaten houden. De meeste
bureaus geven een kleine cursus pedagogiek
en EHBO, maar de Lengte en inhoud daar
van kunnen erg verschillen. De GGD con
troleert in de meeste gemeenten of de bu
reaus hun werk goed doen, maar bekijkt dat
alleen op papier. Of het gastouderbureau in
derdaad doet wat het zegt wordt niet nage
trokken. De GGD-inspecteur komt formeel
niet bij de gastouders thuis, en ziet dus niet
hoe de kinderen worden opgevangen.
„Belachelijk," vindt Gjalt Jellesma, voor
zitter van Boink, de belangenvereniging
van ouders in de kinderopvang. „Je kunt op
je vingers natellen dat er gastouderbureaus
zijn die wel eens wat door de vingers zien, en
zeker in tijden van schaarste."
Bovendien zijn niet de bureaus verantwoor
delijk voor de kwaliteit van de opvang,
maar de gastouder en 'vraagouder' (een
term voor de 'klanten') zelf. De gastouder is
immers niet in dienst van het bureau, maar
freelancer. „Zij tekent samen met de
vraagouder een contract waarin ze hun on
derlinge afspraken vastleggen",legt Josette
Hoex van het Nederlands Instituut voor
Zorg en Welzijn (NIZW) uit.
Ingewikkeld wordt het omdat niet alle gast
ouders freelancers zijn, maar een eigen
onderneming hebben. Deze ondernemers
krijgen een opleiding van de franchise-or-
ganisatie waaraan ze verbonden zijn. Hoex
denkt dat de controle op hun werkzaamhe
den beter en strenger is. „Vaak zijn de af
spraken tussen de franchise-organisatie en
de gastouder beter dan die tussen een gast
ouderbureau en gastouder. Bovendien zijn
de kwaliteitseisen helderder."
Jeanet Tjoelker uit Groningen bevestigt
dat. Zij runt sinds twee jaar'als zelfstandig
ondernemer een zogenaamd thuishuis,
waar ze acht kinderen opvangt. De stichting
Thuishuis is één van de zes organisaties die
in Nederland een franchiseformule hebben
bedacht. „Ik heb een opleiding van 26 dagen
gehad voordat ik met mijn werk mocht be
ginnen", vertelt ze. Ze kreeg les in public
relations en communicatie, sociale en peda
gogische vaardigheden, ondernemersvaar
digheden en EHBO.
Daarnaast krijgt Tjoelker twee keer per jaar
een controlerend bezoek van de stichting en
heeft ze zelf de GGD gevraagd te komen kij
ken. „Ik werk bijna als een kinderdagver
blijf. Dat geeft ouders veel vertrouwen",
vertelt ze. Ze heeft brandmelders, een
slaapkamertje en veilige stopcontacten en
op de deuren zit een strip die moet voorko
men dat kinderen er met hun vingers tussen
komen. „Dat is meer dan bij een gewone
gastouder."
Daarmee onderstreept Jeanet Tjoelker haar
uitzonderingspositie. De gastouderopvang
blijft voor veel mensen ondoorzichtig. Zo
bestaan er nog geen landelijke kwaliteitsei
sen waaraan deze opvang moet voldoen. Er
is in 1999 wel een certificaat ingesteld dat
ook gastouderbureaus kunnen krijgen,
maar veel gebruik wordt daarvan volgens
Hoex van het NIZW niet gemaakt.,Het cer
tificaat is niet verplicht. De bureaus wach
ten bovendien liever af hoe de nieuwe kin-
deropvangwet eruit gaat zien voordat ze
geld steken in certificering," zegt zij.
En zo blijft de keuze van een gastouder voor
vraagouders vaak een slag in de lucht. Ge
meenten kunnen tot 2005 zelf bepalen of ze
inspecties uitvoeren en zo ja, of ze daarvoor
gebruik maken van de GGD. Er vindt ook
geen structureel onderzoek plaats naar de
kwaliteit van gastouders en de kosten er
van. Dat betekent dat er voor ouders geen
enkele plek is waar ze onafhankelijke infor
matie kunnen krijgen over de kwaliteit van
een specifieke gastouder of waar ze prijzen
kunnen vergelijken.
En dat laatste is nu juist hard nodig, vindt
Hoex van het NIZW. „De GGD zou heel
goed de kwaliteit van de gastouders kunnen
meten, maar de gezondheidsdienst kijkt
niet naar prijzen. Ook al betalen veel werk
gevers mee aan kinderopvang en ook heb
ben veel ouders weinig te kiezen, zijn de
prijzen wel degelijk belangrijk. Helemaal
nu de kinderopvang een vrije markt moet
worden." Hoex vindt dat er een instantie
moet komen die antwoord heeft op vragen
als 'is dit een redelijke prijs?'. „Daar heeft
nu niemand een antwoord op."
Over de prijs-kwaliteitverhouding valt in
z'n algemeenheid niets te zeggen, bevestigt
Yvette Vervoort van het Netwerkbureau
Uitbreiding Kinderopvang. „Een hoge prijs
betekent zeker niet dat het gastouderbu
reau veel werk maakt van de begeleiding,
opleiding en ondersteuning van gastouders.
Ook is het helemaal niet uitgesloten dat een
mevrouw met een laag uurtarief veel weet
van het opvoeden van kleine kinderen."
Volgens Vervoort variëren de kosten die
gastouderbureaus bij ouders in rekening
Puk en Muk op Tholen (archieffoto)
foto Willem Mieras
Gastouders runnen in feite 'particuliere crèches'Gezinnen met kleine kinderen die geen
gebruik kunnen of willen maken van reguliere kinderdagverblijven kunnen een be
roep doen op gastouders. Die nemen een aantal uren per dag of zelfs een hele werkdag de
zorg voor een kind op zich.
Het gros van de opvangouders sluit zich als freelancer aan bij een gastouderbureau, dat het
contact met de vragende partijen tot stand brengt. Het bureau ontvangt daarvoor een jaar
lijkse vergoeding van de vraagouders of hun werkgever. De gastouders rekenen een uurta
rief en maken zelf werkafspraken met de ouders.
In Nederland zijn enkele tientallen gastouders in dienst van een gastouderbureau. Zij krij
gen een vast salaris. Het bureau is in dit geval verantwoordelijk voor de werkafspraken.
Een groeiende groep gastouders kiest de laatste jaren voor het zelfstandig ondernemer
schap in een franchiseconstructie. De gastouder heeft een eigen bedrijf en is zelf verant
woordelijk voor bedrijfsvoering en werkafspraken.
Er zijn momenteel zes franchiseformules in Nederland, die opleidingen geven en die alle
maal iets doen aan periodieke bijscholing: Puk en Muk op Tholen, Thuishuis in Groningen
en Friesland, Kate en Harry in 't Gooi en Heemhuys, Satellite en Franche en Free door heel
Nederland. De uurtarieven van franchise-onderneemsters liggen in de meeste gevallen ho
ger dan die van gewone gastouders, maar gastouderbureaus vragen in tegenstelling tot
franchiseorganisaties een jaarlijkse bijdrage van 1200 tot 2000 euro van de vraagouders.
Wettelijk mogen gastouders vier kinderen opvangen, de eigen kinderen niet meegerekend.
Vier franchiseorganisaties willen daarvan af. Zij willen toe naar zes kinderen, inclusief die
van de gastouder zelf.
brengen van 1200 tot 2000 euro per kindj
jaar. Ook de uurtarieven die de gastoude
rekenen lopen sterk uiteen.
De bureaus bestrijden dat zij misstandei
door de vingers zouden zien om hun scha:
se gastouders maar niet te verliezen. Vol
gens Christine Zevenbergen van Berend
Botje in Hoorn zijn ouders niet gek. „Als
merken dat hun kinderen het bij de gastf
der niet naar de zin hebben gaan ze weg
Daar hebben het bureau en de gastouder
heus niets aan."
Belangenvereniging Boink wil dat de GC
gastouders daadwerkelijk controleert.
Boink krijgt regelmatig klachten binnen
van ouders die niet tevreden zijn. Die kla(
ten variëren van roken in de buurt vanki
deren tot religieuze verschillen tussen de
ouders en de gastouders.
Boink-voorzitter Gjalt Jellesma kan ziel
geen voorbeeld voor de geest halen vane
geval waarbij een kind tijdens de gastou
deropvang echt iets ernstigs overkwam.
„Maar dat zegt niks, want er bestaat gee
enkele verplichting om ongevallen te me.
den. En trouwens, waarom moeten weee
wachten totdat er iets heel erg misgaat
voordat we actie ondernemen?", vraagt!
zich af.
Daarom hoopt hij dat directe controle ve
gastouders opgenomen zal worden inde
nieuwe kinderopvangwet die op 1 janus:
2005 van kracht moet worden. Deze wet
moet ervoor zorgen dat de GGD's straks
overal op dezelfde manier te werk gaan.
Vanaf dit najaar worden inspecteurs val
gezondheidsdienst daarvoor speciaal ge
traind. Maar het is nog onduidelijk waar
ze de gastouders precies moeten beoorde
len. Er zijn nog geen voorschriften op pap
gezet.
Gastouder Marja Kok zegt het helemaal
niet erg te vinden als de GGD bij haaror
de vloer komt. „Ik weet van mezelf dat i»,
alles onder controle heb. Organiseren zit
in mijn bloed en ik kan heel goed met kin'
ren omgaan. Bovendien komt het gastou
derbureau hier geregeld poolshoogte ne
men."
Marj a Kok weet echter ook uit eigen erï)
ring dat niet alle bureaus hun werk even:
rieus nemen. „Ik heb een tijdje ook vooh
ander bureau gewerkt, maar daarvan W
er alleen iemand langs met Kerstmis om?
attentie te brengen. Zo'n bureau ziet hete
niet als er iets fout gaat."
Saskia Bonf?