TOURBOEK De bergen De vrouwen nu De liedjes woensdag 2 juli 2003 l'Etat c'est moi' (de staat, dat ben ik) hield Lodewijk de Veertiende zijn onderdanen destijds in de achttiende eeuw voor. Tweehonderd jaar later regeert iedere julimaand een nieuwe zonnekoning het Franse land. De Tour de France staat drie weken lang boven elke wet. Voor de Grande Bouclé wijkt alles. Moet alles wijken. Zonder discussie. erf Door Ad Pertijs Het is maar dat u het weet als u komende zomer er gens in Frankrijk op het fenomeen stuit. Zelfs in de kleinste en meest ver laten uithoek van het land is het on zinnig om de dienstdoende agent te vragen het parkoers nog even over te steken met de auto. 'De renners ko men over drie uur langs. Daarna gaat de weg weer open', is alles wat hij te vertellen heeft. Als de Tour weer door het land rolt, is iedere meter van de route die de renners afleggen urenlang herme tisch afgesloten. Op een enkele on wetende, verraste of verdwaalde vreemdeling na, doet niemand daar moeilijk over. Het is op de eerste plaats een eer dat de ronde de streek, de stad of het dorp aandoet. Een jaar lang wordt uitgekeken naar een pas sage die vaak niet langer duurt dan dertig seconden. Een flits, een glimp slechts. Voldoende echter om iedere dorpeling in extase te brengen. Het is de machtsbasis van de Tour de France. De ronde is in de maand juli een staat in de staat. Maar dan wel met een dorpsburgemeester aan het hoofd. Koersdirecteur Jean-Marie Le- blanc is een oud-profcoureur, die in dienst reed van Jan Janssen. Later werd hij journalist en chef-sport bij l'Equipe, de opvolger van de krant waarmee het destijds allemaal be gon. Leblanc is een nordist, een prag maticus uit het noorden. Hij maakte de afgelopen veertien jaar als wieler- man van de Tour een uiterst profes sioneel evenement, waarbinnen ie dereen ogenschijnlijk probleemloos zijn werk kan doen. Werkelijk alles klopt en loopt op rolletjes tussen start en finish. Geen wonder. Waar de organisatie van een WK voetbal of Olympische Spelen nog al eens de neiging ver toont het wiel opnieuw uit te willen vinden (met alle kinderziektes van dien) borduurt Leblanc verder op een succesformule. In de afgelopen acht jaar is het één keer voorgekomen dat er te weinig elektriciteitsaansluitin gen waren in de perszaal. Een knip met de vingers van de perschef was voldoende om de van schaamte blo zende technische dienst van het be treffende dorp als de brandweer te la ten uitrukken met extra verlengka- bels en stekkerdozen. Als de eer van het dorp of stad op het spel staat, kan alles. Weet Leblanc ook. Ieder jaar dingen meer dan tach tig plaatsen naar zijn gunst. Hij vraagt een fikse prijs, maar trekt ze zeker niet het vel over de oren. Voor kleinere plaatsen geldt een aange past tarief en Leblanc gaat er prat op ook de kleinere oorden aan te doen. De sport staat ondertussen nog altijd voorop. Als het de ronde qua etappe schema zo uitkomt, wordt de betref fende burgemeester gebeld. Van on derhandelen is geen sprake. Leblanc en zijn medewerkers leggen slechts vriendelijk, doch beslist hun eisen op tafel. Omdat zij weten wat er bij komt kijken om alles op rolle tjes te laten lopen. Rond de finishlijn moet er bijvoorbeeld plaats zijn voor de vele voertuigen van televisie, or ganisatie en sponsors. De streep wordt daarom zelden getrokken in Opzij, opzij, opzij De Tour komt eraan. Iedereen en alles moet wijken. het centrum van de uitverkoren plaats. De doorgaans naargeestige brede randweg op het industrieter rein is vaak het enige alternatief. De burgemeester zegt geen 'nee'. Inte gendeel, om de Tour te behagen wordt de finishstraat steevast van een verse, plakkerige, zwarte asfalt- laag voorzien. Zoals de ronde onge vraagd over opvallend veel pas gere noveerde departementale wegen trekt. Zelfs rotondes worden ge ruimd als de koning in aantocht is. Maar dan nog: 'Heeft u geen perszaal voor 1000 journalisten, met een bij passende, aanpalende parkeerplaats voor al hun voertuigen, vergeet het dan maar.' De Tour belt gewoon de burgemeester van het volgende pro vinciestadje op de lijst. En zo wijkt alles voor die machtige Tour. Zonder discussie. Leblanc moet zich een zonnekoning wanen. Zijn voeten worden straks weer honder den keren gekust. Door dankbare burgervaders, of door onderdanige hooggeplaatste vertegenwoordigers van oorden, die o zo graag de ronde in huis halen. De Nederlanders uit Zeeland, Valkenburg, Rotterdam, Den Bosch, Groningen en Utrecht voorop. De Tourbaas blijft ze vrien delijk te woord staan en ontvangt ie dere ochtend en passant het erebur gerschap van de desbetreffende start plaats. In ruil waarvoor hij dan weer (de ontroerde) meneer de burgemees ter de 'medaille van erkenning' om hangt. Op de keper beschouwd wordt de Tour voor een groot gedeelde finan cieel gesteund door de naar aandacht hunkerende lokale toeristenbureaus. Het is de macht van de televisie, die de ronde in beeld brengt als een gro te reclamespot voor vakantieland Frankrijk. De plaatselijke overheden hebben er veel geld voor om streek of stad daarin mee te laten parade ren. 'Op de kaart zetten', heet dat in vaktermen. De uitverkorenen ver welkomen de binnenvallende kara vaan met kilo's regionale culinaire specialiteiten, hectoliters streekwijn, pronte rondborstige gastvrouwen in middeleeuwse klederdracht en sta pels toeristische brochures. Wat eet baar is, wordt naar binnen ge schrokt, de fles wijn verdwijnt in de kofferbak van de volgwagen en toe ristische persmappen blijven 's avonds ongelezen achter op de werk tafels in de perszaal. Alleen de bijge voegde pennen zijn er uit verdwe nen. Leblanc gaat echter graag mee in het aanprijzen van de schoonheid en ver worvenheden van zijn land. Bij iede re presentatie van de ronde heeft hij de mond vol van typisch Franse 'be langrijkheden' als historie, cultuur, erfgoed, gastvrijheid en eer. De Tour is een veld van eer gewor den. Een machtig bolwerk dat niet al les opoffert aan het grote geld. Kri tiek komt vaak alleen uit het buiten land. Als Leblanc zijn wildcards weer eens heeft uitgedeeld aan Franse ploegen. En niet aan Cipollini of Zül- le. Het is een 'Tour voor de Fransen', verdenkt men hem van extreem chauvinistische trekken. Leblanc stelt slechts dat zijn zogenaamde we reldevenement financieel groten- FOTO PETER DE JONG/AP deels gedragen wordt door Franse sponsors. Behaagt hij die niet, dan stort het bolwerk in. Het is overigens een wereldwijde kwaal binnen de wielersport: de sponsoring van ploe gen en evenementen overstijgt zel den de landsgrenzen. Wie hier in Ne derland weet wat Lampre, Euskaltel, Fassa Bortolo of Jean Delatour in het dagelijks leven uitvoeren? Ze staan in de rij om toegelaten te worden, die ploegen. Want ook in de wielerwereld vormt de Tour een staat binnen de staat. Voor de grote massa telt slechts de Tour. Voor al die andere mooie koersen lopen slechts de ware wielerfans warm. En zo kan niemand om de macht van de Ronde van Frankrijk heen. Leblanc regeert ondertussen met vriendelijke hand zijn staat in de staat. Een keer slechts wankelde zijn regime. Toen in 1998 die andere staat zich middels politie-invallen ging be moeien met zijn koninkrijk. Dat rampjaar ligt echter ook al weer vijf jaar achter hem. De rust is weerge keerd. Alles wijkt weer voor de Tour. 6. 9. 10. 1Mont Ventoux. Op 'de kale berg' liet Tom Simpson in 1967 het leven. 2. Col d'Aubisque. Daar waar Wim van Est zeventig me ter diep viel. Nog mooier wanneer er op een rustige zo merdag alleen koeien grazen en adelaars rondcirkelen. 3. Galibier. Liefst 2642 meter naar de top. Theofiel Mid delkamp kwam er in 1936 met de besten boven en won in Grenoble de eerste Nederlandse Tourrit. 4. Tourmalet. Bij de eerste inspectie vroor Alfons Steines in 1910 bijna dood. Niettemin stuurde hij een telegram aan Tourdirecteur Desgrange dat „de Pyreneeën zeer ge schikt zijn om renners te laten passeren." Alpe d'Huez. De grootste uit Nederlands oogpunt, liefst acht maal won er een Nederlander. Ballon d'Alsace. De eerste berg in de Tour. In 1905 kwam al leen René Pottier er op de fiets overheen. Portet d'Aspet. Beroemd/berucht vanwege de dodelijke val partij van Fabio Casartelli in 1995. Col d'lzoard. Coppi excelleerde op deze berg, die voor het eerst in 1922 beklommen werd. Puy de Döme. Zoetemelk was er in 1976 en 1978 als eerste boven, Jan Nolten miste in 1952 net de dagwinst omdat hij niet wist dat Coppi vlak achter hem reed. La Plagne. Michael Boogerd beleefde er in 2002 zijn hoogtijdag. 1. 2. 3. 4. 5. De Witte Dame van Coppi. Giulia Occhini, vrouw van dok ter Locatelli, belandde zelfs in een cel vanwege bigamie, maar was de steun en toeverlaat van Coppi. Yvette Horner. Accordeoniste die in de jaren vijftig in de re clamekaravaan haar deuntjes speelde, om vervolgens steevast de winnaar aan de streep ook nog even te zoenen. Shelley Versus. Masseuse van 7Eleven-ploeg, later vriendin van Phil Anderson en dus getransfereerd naar TVM. Eerste vrouwelijke soigneur in de Tour. Alwien Tulner. Begin jaren negentig zoenmiss voor gele-trui- sponsor Crédit Lyonnais, nu bekend Nederlands actrice. Nerena. Vrouw van Michael Boogerd. 6. Editha Rumsas. Werd na de Tour van 2002 nog veel beken der, omdat ze in de cel belandde na vondst van doping in haar auto. Haar man Raimundas durfde niet naar Frankrijk terug te komen en liet haar 'brommen'. Mama Chiappucci. Moeder aller moeders. Kreeg net als haar zoon Claudio zelfs contracten voor de Nederlandse crite riums. Cora Janssen. Bekend van de vreugdekreten van haar man Jan in 1968. 'Cora, ik heb 'm'. Legendarisch moment dankzij de radioreportage van Theo Koomen. Agnes Pierret. Administratief directeur van de Tour de Fran ce. Eerste vrouw op een dergelijk hoge positie binnen de Tour organisatie. Kristen Armstrong. Is zij er wel bij dit jaar, of niet? 7. 10. 3 Trumpet Cross van Rein van den Broek. Begintune van Radio Tour de France. Het hele repertoire van deiAmazing Stroopwafels. De Tourluisteraar in Nederland kar] niet zonder deze band. Chan Chan van Buena Vista Social Club. Het lome geluid van deze oude heren vormt een mooi contrast met de hectiek van de Tour. 4. Dromen zijn bedrog van Marco Borsato. Leo Driessen, ooit verslaggever van Radio Tour de France, maakte de Neder landse vertaling. We hebben het nummer elke dag gedraaid en het werd een grote hit. 5. Tu Es Foutu van In-Grid. Chansonnetje van vorig jaar, 16 juli is ze live bij Radio Tour de France. 6. Sultans Of Swing van Dire Straits. Hoorde eens een renner zeggen dat hij met dit liedje in zijn oren Alpe d'Huez wel twee keer én fluitend kon beklimmen. 7. Les Lacs Du Connemara van Michel Sardou. Hij noemt in dit lied de Ierse renner Sean Kelly. 8. Banger Hart van Rob de Nijs. Zijn eerste nummer 1-hit, en dat begon bij ons programma. 9. A Bicydette van Yves Montand. De meest Franse Frans man zingt over de fiets. 10. Lambada van Kaoma. Bij de eerste tonen voel je dat de zo mer begint. (Deze top-10 is van Herman van der Velden, muzieksamensteller NOS Radio Tour de France) L'Equipe - Tour de France 100 jaar Uitgeverij Atrium, 24,95 euro Het is hét officiële jubileumboek van L'Equipe, de krant die het grootste wielerspektakel van de wereld organiseert. Dat moest dus wel een mooi boek opleveren. Het werd zelfs meer dan mooi. 'Tour de France 100 jaar' is zo'n boek waarvan je direct 'ohhhhhhh' zegt. Mooi, groot, dik, harde kaft en veel gele truien op de omslag. Binnenin staan dé foto's. Schitte rende zwart-wit platen uit het be ginstadium van De Ronde, lekker groot meegenomen? Yep, staan erin. Joop Zoetemelk? Jawel. De huilende Virenque? Ja. Elke Tour heeft op zijn minst één bladzijde en één grote foto. Me morabele afleveringen krijgen meer ruimte. En dat moet ge zegd: ook de Dopingtour van '98 wordt niet weggemoffeld. Na bekomen te zijn van de schoonheid van de Tour én het boek, rest een bang vermoeden: dat zal wel duur zijn, dat boek. Maar dat valt nog wel mee ook. Cyril Rosman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23