PZC
Wielerfoto's
van Cor Vos
Thinnersnuivers zaaien dood en verderf in Istanboel
28
zaterdag 28 juni 2003
Mooie brug
Verschrikkelijk
Peloton in de afdeling.
Al 29 jaar fotografeert Cor Vos
(Rotterdam, 1948) wieler
wedstrijden. Overal is hij bij, van
de Ronde van Zuid-Holland tot de
Tour de France.
Na de publicatie van een reeks fo
toboeken en een vermelding in het
standaardwerk Fotografen in Ne
derland, heeft hij nu zijn eerste
expositie.
In het Nederlands fotomuseum in
Rotterdam wordt vandaag de ten
toonstelling Wielerfoto's van Cor
Vos geopend. Cor Vos vertelt over
fietsen, foto's, doping en opgave.
Het meest dramatisch zijn de f o-
to's van vedettes die afstap
pen. Greg LeMond, drievoudig win
naar van de Tour, doet weer mee nadat
hij tijdens de jacht met een schot hagel
was kapotgeschoten. Op een berg
moet hij lossen, zich laten terugval
len. Je hebt al een aardige foto wan
neer hij tien meter achterop raakt.
Dat wordt honderd meter, tweehon
derd, vijf minuten. Vervolgens foto
grafeer je hem in de rug, met voor hem
de lege weg. Je schiet hem een keer
naast de bezemwagen. En dan komt
het moment waarop hij met één voet
op de pedalen staat en met één voet op
de grond. Je hoort in je helm 'demar
rage, bonje, valpartij' en dat mis je al
lemaal. Maar in de perszaal straal je
van trots. Want jij bent de enige die
een foto heeft van de opgave van Greg
LeMond."
„Niemand in Nederland maakt meer
foto's van de wielersport dan ik. Ik ga
overal heen. Van de trainingswed-
strijden en de kleine ronde van Ro-
mandië tot klassiekers als Parijs-
Roubaix en de Waalse Pijl. En natuur
lijk naar de nationale kampioen
schappen en de Tour de France. Mijn
eerste koers heb ik in februari, mijn
laatste in oktober. Om niet gillend gek
te worden doe ik tussendoor veel ama
teurvoetbal. Afwisseling is belang
rijk. Maar ik wil wel alle wielrenners
met een nieuwe trui zo snel mogelijk
in mijn archief hebben. Vraagt een
krant om een foto van Robert Hunter
in Rabo-trui, dan heeft niemand die,
behalve Cor Vos. Dat vind ik fijn.
Maar dat betekent wel dat je in één
dag op en neer moet naar Andalusië
omJanUllrichinz'nnieuwe trui te fo
tograferen."
„Ik vind mezelf geen goeie fotograaf.
Dat mag je gerust opschrijven. Er zijn
zat betere. Ik kijk niet naar de compo
sitie, ik kijk naar de sport. Bij mij moet
een foto kloppen op wielergebied. Als
ik naar Parijs-Roubaix ga, wil ik de
winnaar hebben. Van NRC Handels
blad mag het elke renner zijn. Voor mij
is een goeie foto een die in veel kranten
staat. Niet een waarvan ik zeg: die ga
ik thuis aan de muur hangen."
„Toen ik hoorde van die expositie
dacht ik in eerste instantie: dit is een
foto's Cor Vos/GPD
Ik ga nooit
op j acht naar
een valpartij
grap. Maar ik ging naar het museum
en daar zaten twee fotoredacteuren
die mijn foto's konden herkennen.
Nou, daar heb ik in 29 jaar nog nooit
over nagedacht. Ik was de eerste die
overdag de flits gebruikte, om de
schaduwen uit het gezicht van de ren
ners te krijgen. Daaraan zien ze dat
het een Cor Vos-foto is. Nooit bij stil
gestaan."
„En tja, wat is een artistiek geslaagde
foto? Het gaat erom dat je laat zien hoe
het was. Als de weg in een mooie kron
kel loopt, dan is dat toeval. Artistiek
betekent voor mij dat je met een
groothoeklens op de grond gaat liggen
en vanuit kikvorsperspectief een foto
maakt. Ik zie fotografen dat wel doen
tijdens de Tour. Zal best een mooie fo
to worden, maar ik verkoop hem niet.
„Ik ben een productiefotograaf, bezig
met wat ik heb geleerd: de vlag moet
de lading dekken. Schrijft een journa
list een verhaal over een voetballer
met rugnummer 10, dan moet daar
niet een met rugnummer 3 bij komen
te staan. Hoe mooi de foto ook is. Dus
wat hangt er op die tentoonstelling:
allemaal foto's die ik nooit heb gepu
bliceerd. Op twee of drie na."
,Ik ben zelf een middelmatig wielren
ner geweest en in 1968 keihard ten val
gekomen. Dat was in de Ronde van
Zuid-Holland. Ik had een halve sche-
delbasisfractuur en heb zes weken in
het ziekenhuis gelegen. Toen ik een
jaar later weer op mijn fiets wilde
stappen sprongen de spaken uit de
wielen. Een renner eet als een haven
arbeider en als je dan niet fietst, kom
je aan. Ik woog 70 kilo en was gegroeid
tot 100."
„Toen ben ik als amateur gaan foto
graferen, met een camera van Keur-
koop. Ik maakte plaatjes van renners
en verkocht die voor twee gulden vijf
tig. Een jaar later mocht ik mee met
een professioneel fotograaf. De vol
gende dag stonden mijn foto's in het
Rotterdams Nieuwsblad en de Haag-
sche Courant. Dat was het moment
waarop ik dacht: hier ga ik mijn be
roep van maken."
„Ik ga nu voor de 29e keer naar de
Tour de France. Ik ben 55, de oudste
van alle fotografen op de motor. Er
zijn maar zeven fotografen die van de
Union Cycliste Internationale - zeg
maar de Fif a van het wielrennen - met
alle wielerwedstrijden ihogen meerij
den. Vroeger was zo'n plek niet moei
lijk te krijgen. Tegenwoordig doen ze
er een moord voor."
„Ik heb een fantastische motorrijder,
René Wuyckens. Een ex-wielrenner
die van wanten weet. Diezetmij altijd
precies waar ik wil. Want je hebt te
maken met de stand van de zon, met
tegenlicht en zijlicht. Vroeger mocht
je achterstevoren op de motor zitten.
Dat mag nu niet meer: te gevaarlijk.
Wel veel gedaan, onder het rijden
Michael Boogerd
zelfs. Ik was daar een kleine kunste
naar in."
,Wil ik nu naar rechts, dan geef ik Re
né een maagstootje. Wil ik naar de an
dere kant, dan ga ik hangen. Het zit
moeilijk in elkaar, maar we hebben
bepaalde signalen. Moet het even har
der, dan geef ik een kniestootje. Het
lijkt op een jockey die paardrijdt. Dat
groeit zo. Een nieuwe jongen zou ik al
les moeten uitleggen."
„Ik heb opdrachtgevers over de hele
wereld. Ook f ietsfabrikanten of de
Rabobank, want van kranten en wie
lerbladen alleen kan ik niet leven.
Zuid-Afrika, Canada, Zweden, ik heb
overal wel een klant zitten. Dus moet
ik op de motor aan iedereen denken.
Aan Zweedse renners, aan Canadese,
aan Zuid-Afrikaanse. Die sla ik van
tevoren allemaal in mijn hoofd op."
Aan de Tour de France doenzo'nl80
renners mee. Minstens de helft van de
wedstrijd rij ik daar achteraan. Is er
een valpartij of een lekke band, dan
kom je die vanzelf tegen. Vooraan heb
ik een auto rijden. Ziet die een mooie
brug, dan hoor ik dat. Kan ik later een
mooie sfeerfoto maken van het pelo
ton dat er overheen rijdt."
„In het begin van de koers rijden de
knechten voorop. Die moeten kop
mannen als Boogerd of Armstrong uit
de wind houden. Zodra een kopman
ontsnapt, is het even nadenken over
hoe hij er in het klassement voorstaat.
Dan beslis ik of ik er achter aan ga.
Hebben ze vijftien seconden voor
sprong en kost het mij een uur om er te
komen, dan doe ik het niet."
„Soms hebben ze ineens twaalf minu
ten voorsprong. Dan duurt het drie
kwartier eer je ze hebt bijgehaald.
Dan kan je de pech hebben dat er zo'n
vermaledijde-Canadees of Afrikaan
bij zit en dan moet ik wel. Dan wacht
ik eerst tot ze weer een beetje zijn te
ruggevallen. Ach, je komt er altijd wel
uit. Maar het is de hele dag denken,
denken, denken. Denken aan wielren
nen en aan niks anders."
„Natuurlijk mis ik wel eens wat. Dan
ben je voorbij het peloton en hoor je
chute, valpartij. Je hoort de nummers
in je helm en je denkt: gelukkig, het is
geen Rabo-renner. Maar ligt er eentje
met een gebroken pols of sleutelbeen
aan de kant, dan mis je die. En breu
ken moet je hebben. Valpartijen horen
bij wielrennen: het is vreugde en ver
driet. Ik ga nooit op jacht naar een val
partij. Maar als ik erbij ben, maak ik
wel een foto."
„Daar ligt voor mij de grens. Ik heb in
1998 geen minuut voor welk hotel dan
ook gestaan om de dopingrel te foto
graferen. Ik heb geen foto gemaakt
van Cees Priem tijdens de TVM-affai-
re. Omdat ik hem een te aardige jon
gen vind en er genoeg fotografen zijn
die dat toch wel doen. Ik ben een
nieuwsfotograafmaar wel eentje met
een verschrikkelijke tic. En die tic is
de liefde voor het wielrennen."
„Waarom wielrennen en niet voetbal?
Profvoetballers hebben vaak een dik
ke nek. Ze zijn niet zo toegankelijk als
wielrenners. Met Lance Armstrong
kan ik drie minuten voor de start een
gezellige familiebabbel houden. Ren
ners blijven zichzelf. Een voetballer
van 18 die een keer een goal maakt,
voelt zich meteen een vedette. Wiel
rennen is een sport zonder kapsones."
„Met profvoetbal ben je afhankelijk
van de plaats waarop je zit. Gebeurt
het aan de overkant, dan kan je nog
zo'n grote telelens hebben, de foto
graaf die daar zit maakt de plaat. Bij
wielrennen is dat veel makkelijker. Je
kan bij voetbal niet over het veld ren
nen. Bij wielrennen wel."
„Door die tentoonstelling heb ik ge
merkt dat een foto aan de muur een
hele andere is dan een foto in de krant.
Ik ben gewoon, en dat zeg ik niet met
schande, na dertig jaar fotograferen
anders naar het medium gaan kijken.
Ik heb nu al zin om de Tour de France
dit jaar een beetje artistieker aan te
pakken. Stap ik in de bocht een keer
tje extra af. Misschien ga ik wel op de
grond liggen."
Marc Floor
De tentoonstelling 'Wielerfoto's van
Cor Vos' is vanaf 28 juni tot en met 31
augustus te zien in de Kleine'Zaal van
het Nederlands fotomuseum
Jongetjes aan het voetballen in een Turks stadje. Steeds meer kinderen in Turkije snuiven
thinnerenjagen Turken en toeristen de stuipen op het lij f. f oto Burhan Ozbilici/GPD
Ze zijn niet veel ouder dan zeventien jaar
de thinnersnuivers die de grote steden
in West- en Oost-Turkije onveilig maken.
Met hun straatterreur jagen ze Turken en
toeristen de stuipen op het lijf. „Aman Alla-
him (mijn god) kijk uit"zegt een man bij een
fruitkarretje. „Ik bid elke dag dat mijn
dochters nooit in aanraking komen met die
griezels."
Onlangs werd in de Istanboelse wijk Atak'y
een 24-jarige vrouw opgepakt wegens de
moord (door verstikking) op haar vier dagen
oude baby. De vrouw werd op heterdaad be
trapt toen ze de baby begroef in een park. In
haar verklaring aan de politie vertelde de
jonge moeder dat ze zwanger was geworden
na een groepsverkrachting door thin
nersnuivers. Uit schaamte verzweeg ze lan
ge tijd haar zwangerschap voor haar ou
ders. Die lieten haar aan haar lot over. Het
kind kwam uiteindelijk ter wereld in de
badkamer van het huis van een vriendin.
Vier dagen later besloot de vrouw haar baby
te vermoorden.
„Verkrachten, doodknuppelen, doodste
ken, de thinnersnuivers zijn overal toe be
reid, zolang ze maar krijgen wat ze willen",
vertelt Mehmet, hoofdagent van het politie
kantoor in Beyoglu, Istanboel. „Beneveld
door de thinner voelen de jongens geen pijn,
hebben ze geen geweten. Ze hebben niets te
verliezen en zijn daarom zo angstaanja
gend. Met een bijl de arm van een vrouw af
hakken voor haar gouden armbanden
vinden ze heel normaal. Zulke incidenten
vinden steeds vaker plaats in Turkije."
De thinnersnuivers zijn veelal (straatkin
deren van Koerdische gezinnen die vanuit
het arme zuidoosten van Turkij e naar Istan
bul vertrekken, in de hoop daar een bestaan
op te kunnen bouwen. In het westen wacht
hen echter niets anders dan nog meer armoe
en ellende. Hun kinderen belanden in de cri
minaliteit. Om te 'ontsnappen' aan het kei
harde straatleven beginnen ze met het snui
ven van thinner.
„Als ze geld of sigaretten van je willen, moet
je het gewoon geven" is het advies van
hoofdagent Mehmed. Weigeren kan je je le
ven kosten, zo blijkt uit het forse aantal do
delijke incidenten in de afgelopen maan
den. De spraakmakendste moord betrof die
op de 33-jarige kapitein Zeki Sen. Hij liep
om vier uur 's ochtends op het Taksimplein
in Istanbul toen enkele thinnersnuivers hem
om geld en sigaretten vroegen. Sen werd
doodgestoken omdat hij de jongens som
meerde op te rotten. In dezelfde week werd
een schoenmaker gedood. Kort daarop werd
een politieagent ernstig verwond door een
groepje snuivers. 'Thinnersnuivers zaaien
dood en verderf in Istanboel' kopten de
kranten. Zelfs de politie geeft te kennen
nauwelijks raad te weten met deze jongens.
Straatkinderen kunnen in Turkije terecht in
opvanghuizen. „Maar met thinnersnuivers
kunnen we niks beginnen", verzekert Yusuf
Ahmet Kulca, voorzitter van de Vereniging
voorde Straatkinderen in Istanboel. „Als de
thinnersnuivers bij ons komen, houden ze
het niet langer dan twee dagen vol. Kinde
ren die net zijn begonnen met snuiven kun
nen we soms nog helpen. Verder staan we
machteloos." Ze opsluiten heeft helemaal
geen zin volgens Kulca. „Deze jongens zijn
niet normaal, ze zijn ziek. De gevangenissen
willen hen niet eens hebben." Het meest
zorgwekkend is volgens Kulca dat het aan
tal misdaden door thinnersnuivers met de
dag toeneemt. „Vrijwel elke dag staan de
media er bol van."
De economische crisis, die al sinds 2000
duurt, is een van de grootste oorzaken van
de groeiende criminaliteit, beweren Kulca
en hoofdagent Mehmet stellig. Kulca:De
mensen hebben geen werk en komen om van
de honger. Wat doen ze? Ze gaan stelen.
Maar ook de slachtoffers zijn arm. Het geld
dat van ze wordt gestolen, is misschien wel
het enige wat ze hebben. Dus plegen ze ver
zet, met gevaar voor eigen leven. Wat doen
de daders? Ze slaan en hakken erop los. Het
is verschrikkelijk wat er nu gebeurt in Tur
kije."
De enige manier om dit probleem aan te
pakken, is door te investeren in het oostelijk
deel van het land waar de armoede erg groot
is, meent Kulca. „Daarmee houden wede
trek naar het westen tegen, want daar be
gint alle ellende mee. De regering hadallang
moeten ingrijpen."
Yusuf (tm)Zkan, een van de slachtoffers,
weet hoe meedogenloos de thinnersnuivers
kunnen zijn. Het was laat in de avond toen
hij ongeveer twee weken geleden naar zijn
huis in Suhalye in Istanbul liep. „'Geef ons
sigaretten', hoorde ik iemand fluisteren.
Toen ik omkeek zag ik in het donker een
paar jochies zitten. Hun gezichten gingen
schuil achter in thinner gedoopte doekjes.
Hun ogen zag ik wel. Die waren wijd open
gesperd, met een agressieve blik. Binnen
enkele seconden werden die trage jongens
hyperactief, ze sprongen op van de bank
waarop ze zaten en vielen me aan met ijze
ren staven."
Nadat ze Yusuf in elkaar hadden geslagen,
namen de j ongens de benen.,Ik dacht dat i
doodging. Een buurman had ons gehooid en
kwam me helpen. Mijn ribben waren gebro
ken, mijn gezicht was opgezet." Yusuf hee
geen aangifte gedaan bij de politie. Dat
heeft volgens hem geen zin. „Binnen no tun
staan die jongens weer op straat. Zelfs de
politie is bang voor hen. Het enige wat je
kunt doen is hopen dat je nooit met ze te ma
ken ltrijgt."
(Naam van de hoofdagent is gefingeerd