p:
Zoiets beleef je alleen
in de ergste nachtmerrie
Multraship
helpt bij berging
Ligging
Autofabrikanten
van de Tricolor
WALLENIUS WILHELMSEN
Advertentie-exploitatie:
Moord-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770.
Redactie: 0113-315680
vvvvw.pzc.nl
E-mail: redactie@pzc.nl
Postbus 31,4460 AA Goes.
zaterdag 28 juni 2003
SA
Komende week begint Smit
Salvage met zijn drie part
ners aan de berging van het Noor
se autoschip Tricolor. Het schip
verging op 14 december vorig jaar
en zonk op één van de drukste
plekken in Het Kanaal. De ber
gingsoperatie is één van de groot
ste in zijn soort en is, ondanks
Belgische hulp, weer een fraai
staaltje Hollands Glorie.
Ruim een half jaar hebben de ele
menten vrij spel gehad. Winter- en
voorjaarsstormen hebben de golven
doen beuken op het wrak van de Tri
color. Het tijverschil, de stevige stro
ming en - niet te vergeten - de fatale
klap zelf én de twee aanvaringen
daarna, hebben de resten van de Tri
color ernstig verzwakt. De opbouw
van het schip, de accommodatie voor
de bemanning inclusief de scheeps
brug, is afgebroken. De bovenste vijf
dekken zijn grotendeels in elkaar ge
klapt, inclusief de aan die dekken ge
zekerde auto's. De beukende golven
hebben ook al de zes ton zware ramp
(de zijdeur annex toegangsweg) weg
geslagen.
De slechte conditie van het wrak
baart de bergers zorgen. Voor het
doorzagen van de Tricolor maakt het
niet zo veel uit, maar de negen 'hap
klare brokken' moeten straks nog wel
uit het water worden gehesen. „Aan
de onderkant van het schip zit nog
voldoende stevigheid", weet ber
gingsinspecteur Bert Kleij wegt van
het Rotterdamse Smit Salvage. „De
verzwakking van het wrak gaat snel
ler dan we hebben gedacht. Maar, die
wrakdelen krijgen we heus wel weg."
Kleijwegt leidt het consortium Com
binatie Berging Tricolor. Smit heeft
voor deze operatie drie partners te
hulp geroepen. De Rotterdamse ber
gingsspecialist heeft het druk,
onder meer met wrakopruimingen in
de Westerschelde. Met de hulp van de
Antwerpse bergingsbedrijven Scaldis
en URS en van Multraship uit Terneu-
zen wordt de inzet van
menskracht en materieel gespreid.
Voor de berging van de Tricolor is heel
wat menskracht en materieel nodig.
Bert Kleijwegt heeft, samen met zijn
assistent Gerald Criel van URS een
hoofdkwartier ingericht in de kelder
van het havenkantoor van Oostende.
„Op twee uur varen van de bergings
locatie." Van daaruit leiden Kleijwegt
en Criel bijna tweehonderd medewer
kers en kunnen zij beschikken over
tweehefeilanden, twee drijvende kra
nen, twee enorme pontons en een
vloot aan sleep- en ondersteunings
schepen.
De meeste voorbereidingen zijn ach
ter de rug. Met geavanceerde appara
tuur is de afgelopen weken de ligging
van het wrak van de Tricolor in kaart
gebracht. Gebleken is dat het wrak in
middels zo'n vijf meter in de zeebo
dem is weggezakt. Kort na het ver
gaan kon bij laagwater nog over het
schip worden gelopen. Nu staat er bij
eb vier meter water boven de Tricolor
en bij vloed wel negen meter. Duikers
hebben ook al veel gaten geboord in de
zijwand en bodem van het schip om,
als het wrak eenmaal in stukken is ge
zaagd, hijskabels te kunnen bevesti
gen.
Het altij d onstuimige weer in Het Ka
naal heeft het tijdschema van de ber
gers al iets door elkaar gegooid.,Voor
wat betreft de werkzaamheden op zee
lopen we nu iets achter," zegt Kleij
wegt, „maar op andere punten lopen
we juist iets voor. Eigenlijk is de voor
bereiding van de hele operatie tot nu
toe goed gegaan. Het weer is en blijft
een ongewisse factor."
Al snel na het vergaan werd duidelijk
Groot-Brlttannlë
Southampton
Op zaterdag 14 december 2002, om 02.15 uur, komen autoschip Tricolor
en containerschip Karfba met elkaar in botsing. De Tricolor is afkomstig
uit Zeebrugge en heeft Southampton als bestemming. De Kariba vaart vanuit
Antwerpen en is op weg naar Le Havre. De aanvaring vindt plaats ais beide
schepen moeten 'invoegen' In de noord-zuid-scheepvaartoute door Het
Kanaal. De zee is op dat moment kalm, maar het zicht is zeer slecht.
De Kariba ramt de Tricolor aan bakboordzijde. Het autoschip maakt snel water,
kapseist en zinkt binnen dertig minuten. Drie bemanningsleden van de Tricolor worden
gered door opvarenden van de Kariba. Hun 21 collega's vinden een veilig heenkomen
aan boord van de Belgische sleepboot Boxer.
Twee dagen later, op 16 december, wordt het wrak van de Tricolor geramd door het ongeladen
Duitse vrachtschip Nicola. Sleepboten trekken nog diezelfde dag de vrachtvaarder van het wrak.
Op woensdagavond 1 januari wordt de Tricolor opnieuw geramd. Dit keer is de Turkse tanker Vicky,
geladen met 77.000 ton diesel, in volle vaart tegen de voorzijde van het wrak gevaren.
Londen W
/'Calais
België
Het
*803»'
Frankrijk
dat de honderdnegentig meter lange
Tricolor als verloren moet worden be
schouwd en dat berging van het com
plete schip niet mogelijk is. Bij Smit
hadden ze nog even hoop dat bij een
snelle bergingsbeslissing het wrak
met lucht kon worden volgespoten om
het iets te laten drijven, zodat het naar
een rustige plek kon worden gesleept.
Niet alleen heeft het besluit over de
berging lang op zich laten wachten,
ook bleek al snel dat de constructie
van het schip te zwaar was bescha
digd.
De Tricolor wordt nu in negen stuk
ken gezaagd. De bergers gebruiken
daarvoor de zaag waarmee twee jaar
geleden in de Barentszzee de zwaar
beschadigde neus van de in 2000 ge
zonken Russische kernonderzeeër
Koersk is gescheiden. De zaag bestaat
uit een staalkabel die is voorzien van
bussen met scherpe staaldelen.
Aan weerszij den van het wrak worden
hefeilanden geplaatst. Tussen deze
platforms wordt eerst onder het wrak
met een op afstand gestuurde boor een
kabel getrokken. Met die kabel wordt
vervolgens de zaagdraad onder de
Tricolor doorgehaald. Daarna wordt
vanaf de platforms de zaagkabel heen
en weer en van beneden naar boven
bewogen. Voor elk van de acht
zaagsnedes is vijf dagen nodig, zo is de
verwachting.
Als de twee hefeilanden na het zagen
een stukje zijn opgeschoven voor de
volgende zaagklus worden aan weers
zijden van de losgemaakte sectie twee
drijvende kranen afgemeerd, de Ram-
biz van Scaldis en de sterke bok Asian
Hercules II van Smit. De laatste laat
een frame tot boven het wrak zakken.
Dat frame wordt bevestigd aan de
bolders die al op de gaten in de
scheepswand zijn bevestigd. Aan de
andere kant maakt de Rambiz vast
aan de zijkant van de sectie. De bok
ken hij sen daarna het wrakdeel uit het
water en plaatsen het op een enorm
ponton.
Geladen met twee secties wordt de
ponton naar Zeebrugge gesleept.
Daar, precies tegenover de terminal
waar de Tricolor op 13 december vorig
jaar vertrok, is een terrein ingericht
waar de wrakdelen worden gesloopt.
Eerst worden er de luxe auto's, Saabs,
foto Reuters
BMW's en Volvo's, uitgehaald. De au
tofabrikanten hebben bedongen dat
het sloopterrein hermetisch wordt af
gesloten. De autofabrikanten zijn be
nauwd dat zij nog jarenlang zullen
worden achtervolgd met beeldmate
riaal van 'hun' auto's die uit de wrak
delen van de Tricolor bungelen. Meer
nog willen zij voorkomen dat ook
maar één schroefje uit de 2862 auto's
op één of andere manier wordt herge
bruikt uit angst voor enorme claims
als later met zo'n onderdeel onver
hoopt iets verkeerd zal gaan. De ber
gers moeten ook de zeebodem waar de
Tricolor ligt, 'schoon' opleveren, zo is
contractueel vastgelegd. De bergers
zijn niet bang dat tijdens de operatie
opnieuw schepen te dicht in de buurt
komen en nieuwe aanyaringen ver
oorzaken. „Wie nu nog niet weet waar
het wrak van de Tricolor ligt
Kleijwegt maakt zijn zin niet eens af.
„Gevaarlijk? Het gebied is goed be
veiligd. Op alle mogelijke manieren
wordt de scheepvaart in de buurt ge
waarschuwd. Maar toch, we zijn in
feite midden op de snelweg aan het
werk."
Alexander Bakker
Het 190 meter lange wrak van de
Tricolor wordt door de bergers in 9
stukken gezaagd. Daarvoor worden
aan weerszijde van wrak twee
platforms geplaatst. Tussen
deze platforms
wordt onder het
wrak door
190 m
Bouwjaar
1987
Breedte
32m
Autodekken
13
Lading
2.862 auto's
Voor het ophijsen moeten in elk wrakdeel ongeveer
40 gaten worden geboord om hijskabels te bevestigen.
Per getijde is in verband met sterke stroming slechts
12 minuten werktijd voor de duikers om die
gaten te boren. Het gemiddelde verschil
tussen hoog- en laagwater in Het Kanaal
is 4 meter. Lastiger voor de bergers
is de stroomsnelheid: 4 knopen.
Bergingsbedrijf Smit Salvage krijgt nog op dag
van het vergaan van de Tricolor opdracht de
ruim 2.000 ton olie uit de bunkers van het
schip te bergen. Op 22 januari vaart de
Belgische sleep-boot Aifonse Letzer per ongeluk
een tijdelijk afsluiter op van de bunkertanks
kapot, waardoor olie in zee stroomt. Bergers
hebben 1.400 ton olie uit het schip gepompt.
Direct na het vergaan is vermoedelijk al 340
ton olie in zee gestroomd. Uit een gescheurde
tank
larom wordt op het wrak een soort
zwembad gemaakt: een bodemloze bak
van staal met 10 meter hoge wanden.
Hierin kunnen de duikers onafhan
kelijk van stromingen werken.
De 140 meter lange en 36 meter
brede Giants zijn half-afzinkbaar en
hebben een werkdek van 120 bij 36 meter.
Eb van de pontons, de Giant 4, is twee jaar
geleden gebruikt om de Russische onderzeeër
Kursk van de bodem van de Barentsz Zee te hijsen.
Rotterdams Dagblad/Deirdre Fabery de Jonge
Tekst: Alexander Bakker/Bron: SMIT Salvage
De wrakdelen zullen worden afgeleverd
in de haven van Zeebrugge. Daar worden
ook de auto's uit de wrakdelen gehaald.
Daarna worden de delen gesloopt.
Als kort voor middernacht, op 13
december 2002, ter hoogte van
het loodsstation Wandelaar, de Belgi
sche loods van boord gaat, vraagt
kapitein John Knutsen voor de zeker
heid nog of alle schepen in de omge
ving dezelfde kant op gaan. De loods
antwoordt bevestigend. Beide man
nen schudden elkaar de hand en de
loods wordt opgehaald en overge
bracht naar de loodsboot.
Op de brug van het onder Noorse vlag
varende autoschip Tricolor is Knut
sen (58) op zijn hoede. Het Kanaal
geldt als één van de drukste zeestra
ten. De zee is weliswaar kalm, maar
een dikke mist ontneemt elk zicht.
Met een snelheid van zeventien kno
pen vaart de Tricolor met een westelij
ke koers in de richting van Het Ka
naal. Het schip, geladen met onder
meer 2.862 nieuwe, luxe personenau
to's, is vroeg die avond vanuit Zee
brugge vertrokken met bestemming
Southampton.
Ongeveer drie mijl (bijna zes kilome
ter) voor de Tricolor vaart het Franse
containerschip Kariba, dat eerder die
middag is vertrokken uit Antwerpen.
De Tricolor vaart exact één knoop
harder dan de Kariba en dus wordt de
afstand tussen beide schepen steeds
kleiner. In de nadering van de vaar
routes door Het Kanaal volgt de Tri
color een iets noordelijker koers dan
de Kariba. Kapitein Knutsen ziet he
lemaal rechts op het radarscherm het
vrachtschip Clary. Omdat het de Kari
ba en de Tricolor van stuurboordkant
nadert moet het voorrang geven. Als
de afstand tot de Kariba nog maar
drie mijl bedraagt, wacht Knutsen op
de aankomende koerswijziging van
de Clary.
Die koerswijziging blijft uit. Knutsen
schrikt zich een ongeluk als niet de
Clary, maar de Kariba plots het roer
omgooit en vrijwel direct negentig
graden naar stuurboord wegdraait.
Knutsen kan de manoeuvre niet ver
klaren. „Paniek", zo vermoedt hij
achteraf. Enkele seconden later ver
andert, zoals verwacht, ook de Clary
van koers.
De aanvaring is dan al onvermijde
lijk. Met een snelheid van zestien kno
pen boort de Kariba zich met de neus
in de flank van de Tricolor. „Het was
onwerkelijk om te zien dat een hon
derdzeventig meter lang schip recht
op je afkomt", vertelt John Knutsen in
het personeelsblad van rederij Wilh.
Wilhelmsen. „Zoiets beleef je alleen in
je ergste nachtmerrie. De klap was
enorm. De seconden duurden een eeu
wigheid toen het staal van de romp
werd getrokken. Het gat in de romp
van de Tricolor was identiek aan de
boeg van de Kariba."
Door het gat in de wand stroomt het
zeewater de Tricolor binnen. Diep on
derin het autoschip is op het moment
van de aanvaring derde machinist Di-
osdado Remello jr. alleen in de machi
nekamer. Na de klap maakt de Trico
lor vrijwel direct een flinke slagzij
naar bakboord. Remello valt in een
hoek. Als hij overeind kruipt, hoort
hij de alarmbellen rinkelen. Maar ook
ziet hij dat water de machinekamer
binnenstroomt. Op zijn weg vol hin
dernissen naar stuurboordkant van
de controlekamer wordt Remello, sa
men met computers, een printer en al
les wat los zit opnieuw naar bak
boordkant gesmeten.
Remello slaagt er in de deur van de
machinekamer te bereiken. Echter, de
deur blijkt geblokkeerd. Bij toeval be
vindt de lift zich juist op het niveau
van de machinekamer. Remello klimt
door het ontsnappingsluik in het pla
fond van de lift de liftschacht in. Met
veel moeite ziet hij kans op het dek te
komen. Aan stuurboord treft hij twin
tig medebemanningsleden. Zij had
den een menselijke ladder gevormd en
waren er zo in geslaagd tegen het hel
lende dek op te klimmen en de reling te
bereiken. Zij stappen in een reddings
boot. Na twintig minuten worden ze
opgepikt door de te hulp geschoten
Belgische sleepboot Boxer.
Op de brug hebben kapitein Knutsen,
zijn tweede stuurman Cabanda en
matroos Martel nog voldoende tijd
om de motoren van de Tricolor af te
zetten en alle alarmknoppen in te
drukken. Maar, zij zijn te laat om op
dek aan stuurboord bij de reddings
boten te komen. De reddingsboten
aan bakboord zijn door de slagzij
reeds verdwenen. Voor de drie man
nen zijn er nog vier reddingsvesten.
Het eerste dat Knutsen door zijn
stuurman wordt toegeworpen mist hij
omdat hij zich met twee handen moet
vasthouden om niet te vallen. Het
tweede vangt hij wel.
Knutsen weet, op het moment dat hij
met zijn twee bemanningsleden het
water inspringt, dat door de geringe
diepte van dertig meter de Tricolor
niet diep zal zinken. Dat voorkomt
een sterke onderstroom, een geluk bij
een ongeluk. „Het water was ijzig
koud, zó erg dat het ons bijna verlam
de." Het trio wordt na korte tijd gered
door opvarenden van de Kariba die
met een reddingsboot naar hun colle
ga's speurden. Knutsen: „Tien minu
ten nadat ik klappertandend aan
boord van de Kariba was gebracht,
hoorde ik dat alle opvarenden van de
Tricolor waren gered. Dat was een
enorme opluchting."
Alexander Bakker