PZC
Historische buitenplaats Zeeduin
Met zijn allen gezellig aan de snelweg
Q
2
De provincie moet zichzelf blijven
W5
2
N
zaterdag 21 juni 2003
E312
Een buiten is
hard werken
i -pv oor een vriendschap van zijn overgrootvader is
U J.A. Lantsheer nu beheerder en mede-eigenaar van
een historische buitenplaats. Zeeduin ligt onder de dui
nen tussen Vrouwenpolder en Oostkapelle. Met twintig
hectare grond rond de buitenplaats en vijftig hectare
landbouwgrond, een omvangrijk bezit. Voor de eigenaar
een hele verantwoordelijkheid. Lantsheer houdt er dan
ook binnenkort mee op. „Ik wil door mijn bos kunnen lo
pen en ervan genieten.
Het 'grote huis' ligt aan het eind van een
lange oprijlaan. Bezoekers passeren de
orangerie en de woning van de voormalige
tuinman. Achter het huis ligt het koetshuis -
de oude paardestallen en koetsierswoning -
dat verbouwd is tot woning. De gebouwen
worden omgeven door bomen, aangelegd in
Engelse landschapsstijl. In de vijver volgen
jonge eendjes hun moeder, twee buizerds cir
kelen boven het huis. Het is alles wat een bui
tenplaats moet zijn.
Wie echter een romantisch beeld heeft van het
leven op een 'buiten', moet dat idee na een ge
sprek met Lantsheer bijstellen. Een orangerie
die op instorten staat, bomen die gekapt moe
ten worden. Een buitenplaats beheren is ge
woon hard werken. Klaar is het nooit. Nood
gedwongen is de moestuin in de loop der jaren
buiten gebruik geraakt. Ook de negentiende-
eeuwse bloemenkas is volgens Lantsheer 'bey
ond repair'. Na de oorlog is hij gedeeltelijk af
gebroken. „Dat zou ik nu niet meer doen. Er
was gewoon geen geld om hem te repareren.
Nu kijk je daar anders tegenaan.Wat nog rest
is een oude druivenkas en een omrasterde
ruimte om kwetsbare planten tegen de dam
herten te beschermen.
De overgrootvader van Lantsheer, Henri Fre-
derik, erfde de buitenplaats in 1874 van een
oude studievriend uit Leiden, de Middelburg
se rechter C.C.A.J. van der Straten van den
Hill. „Die had zelf geen erfgenamen achterge
laten. Ze hebben samen nog meegedaan aan de
tiendaagse veldtocht in 1830, tegen de Belgen.
Zo is het gekomen. En dan hou je het. Mijn
grootouders hebben hier gewoond en mijn ou
ders. In de oorlog, in 1942, zijn we eruit gezet.
We hebben eerst in Sint-Laurens en later in
Middelburg gewoond. Zelf ben ik in 1953 ge
trouwd, daarna heb ik vijftien jaar in Rotter
dam gewerkt.Lantsheer nam uiteindelijk het
beheer van zijn vader over. Zijn oom en tante
stierven kinderloos. „Nu gaat het splitsen.
Mijn twee zussen hebben kinderen. De volgen
de generatie is met zijn negenen, daarna zijn ze
ook alweer met een heleboel." De familie heeft
besloten om een BV op te richten, waarvan fa
milieleden die dat willen aandeelhouders zijn.
„Een goede oplossing", vindt Lantsheer. Me
ningsverschillen kunnen in een aandeelhou
dersvergadering op een zakelijke manier wor
den opgelost.
Op de buitenplaats zijn pas in de achttiende
eeuw gebouwen neergezet. De hofstede Duno,
die bij Zeeduin hoort, staat er al veel langer.
Die was in de middeleeuwen van de abdij van
Middelburg. „Die had heel veel land. Westho-
ve was de uithof voor het beheer van de gron
den ten westen van Oostkapelle. Duinhove, of
Duno, was voor het beheer van het land aan de
oostkant. Dat heeft geduurd tot de tijd van de
reformatie, toen de abdij werd geconfis
queerd. Het huis is afgebroken, Duno ging
achteruit in statushet werd gewoon een boer
derij De oude poort aan de Noordweg tussen
Oostkapelle en Serooskerke was voor de oor
log de toegang tot zowel de hofstede Duno en
Zeeduin. Binnenkort wordt de oude weg in
ere hersteld. Lantsheer hoopt deze winter te
beginnen met de aanleg van een bos van twaalf
hectare. „Het eigendom blijft bij ons, ook het
beheer. Het wordt gewoon een particulier
bos, de wandelaar zal het verschil niet mer
ken."
De beplanting rond Zeeduin werd aangelegd
volgens de achttiende-eeuwse mode, in strak
ke, geometrische vormen. In de negentiende
eeuw kreeg de buitenplaats haar huidige ka
rakter. De mode veranderde, de Engelse land
schapsstijl versloeg de Franse hang naar sym
metrie. Tot opluchting van Lantsheer. „Het
beheer is nu veel minder intensief dan wan
neer het bos nog in renaissance-stijl was
geweest. We hebben geen rentmeester of bos-
baas. Een naburige boer maakt hier zijn over
tollige uren nuttig." Lantsheer beperkt zich
tot de planning. „Bij het beheer moet je tot in
de details gaan om het mooi te houden. Bij elke
boom moet je denken, moet die tak er niet af?"
Het werk bestaat voornamelijk uit kappen,
snoeien en weghalen. „De bijl is het belang
rijkste instrument. Dat is het penseel van de
buitenplaatsbeheerder." De ruimte rond het
huis is redelijk open, alleen aan de noordkant
staat het huis dichtbij het bos. Dat is een be
wuste keuze. „Mensen maken vaak de fout om
bomen te dicht bij het huis te zetten."
J.A. Lantsheer
foto's Mechteld Jansen
De laatste jaren heeft de overheid haar blik op
de buitenplaatsen laten vallen. „Ze worden te
genwoordig door de maatschappij geaccep
teerd. Men ziet er het nut en de schoonheid van
in. Nu wordt het instandhouden van buiten
plaatsen gezien als algemeen belang. Men be
seft dat een particuliere eigenaar de goed
koopste manier is om ze in stand te houden. De
subsidie voor bosbeheer is zeg maar honderd
euro per hectare, daar kun je niet veel van
doen. Als je net zoals wij ook een monument
bent, krijg je subsidie voor het onderhoud van
het huis. Maar je moet er altijd zelf geld voor
over hebben. Een goed voorbeeld is de orange
rie. Die was in de oorlog slecht geworden.
Het leien da k was gaan lekken zodat de balken
rotten en de muren gingen wijken. In de jaren
vijftig heb ik een noodreparatie uitgevoerd.
Heel simpel, ik heb bijvoorbeeld het metsel
werk boven de ramen vervangen door schroo
tjes. Pas drie jaar geleden heb ik de orangerie
helemaal in de oorspronkelijke staat kunnen
terugbrengen. We kregen zeventig procent
subsidie, dan kun je het doen."
„De investering is het probleem niet, je krijgt
het. Je zou er geld van kunnen maken, maar
dat zal hier ook wel meevallen. In Holland is
dat anders, daar worden oude buitenplaatsen
gekocht door nieuw geld. Het onderhoud
kost veel aandacht; hoe meer aandacht, hoe
minder geld het kost. Het is wel handig om een
buffer te hebben. Dat je bij grote uitgaven niet
hoeft te denken hoe je dat gaat doen. Het vergt
inzet, als je dat er niet voor over hebt, wordt
het wel een dure zaak. Dan moet je van alles
door anderen laten doen. Andere mensen
kopen dure auto's of maken verre buitenland
se reizen. Als je hier woont, hoeft dat niet zo
erg."
Zijn dagen op Zeeduin zijn geteld. Hij verhuist
in het najaar. „Ik wil van het beheer van de
buitenplaats af. Het is niet zozeer arbeidsin
tensief, maar je bent er altijd mee bezig. Ik wil
er niet meer mee bezig zijn. Ik wil door mijn
bos kunnen lopen en ervan genieten." Eén van
zijn twee zoons neemt het beheer van hem
over. Die verhuist naar Zeeduin als hij in de
buurt een baan heeft gevonden. Lantsheer se
nior neemt zijn intrek in een flat in Domburg.
Het complex draagt de naam pare, maar de be
woners hebben boven en onderburen. „Weetje
wat het ergst is?De plafondhoogte is daar twee
meter veertig."
Nadia Berkelder
Ruimtelijk beleid en de menselijke natuur
zijn altijd met elkaar in tegenspraak. De
Rijksweg A58 is daar een mooi voorbeeld van.
Ontworpen als een open route, een band die
zich soepel door het weidse landschap van
Zuid- Beveland tot in Walcheren slingert,
verwordt de nieuwste rijksweg langzaam tot
een gewone weg, zoals al die andere oude en
nieuwe rijkswegen, postwegen en provinciale
wegen: een spoor waar de economie aan
vastklontert.
Beleid op het gebied van ruimtelijke
ontwikkeling is iets relatief nieuws. De drang
van overheden om het gebruik van de ruimte
te reguleren ontstond nog maar in de vorige
eeuw en dan vooral in Nederland, waar
inpolderende ambachtsheren de slag van de
landinrichting al eeuwen te pakken hadden.
Maar ook in Nederland ging het voor 1900
zoals overal: op hoger gelegen stukken
ontstonden wegen, op kruisingen en
doorwaadbare plaatsen in rivieren groeiden
vanzelf steden en dorpen en langs de
belangrijkste wegen vestigde zich de
bedrijvigheid. In een bijna organisch proces
kiest de mens voor de makkelijkste weg, zoals
water het laagste punt zoekt. Je bent per slot
van rekening wel knettergek om in de rimboe
te gaan zitten als er plaats is aan de snelweg.
Vooral als je Zeeland in komt rijden vanaf de
Brabantse Wal, krijg je nog de sensatie die de
ontwerpers van de weg hebben bedoeld.
Adembenemend bij helder weer. Hier rijd je
zomaar een zee van ruimte binnen, die je
nergens anders meer vindt. Bewust hebben de
architecten van de weg over de hele route door
Terneuzen(TOL)
Middelburg 21
Vlissingen 24
Rijksweg A58 bij Goes.
Zeeland veel weggelaten. De middenbermen
zijn leeg, de zijbermen ook. De weg ligt eerder
hoger dan lager en opgaand geboomte in de
overhoeken is er zo weinig mogelijk. Alleen bij
Vlake verandert het karakter eventjes, maar
dan duik je ook de tunnel in.
De openheid heeft vrij lang stand gehouden.
Voor bedrijvigheid bleef de oude rijksweg nog
even favoriet, maar omdat die op veel plaatsen
zo dicht bij de A58 ligt, moest de grote baan
van Rijkswaterstaat wel gaan lonken. Bij
Kruiningen groeit het aantal blinde loodsen
tussen de spoorlijn en de A58 langzaam maar
zeker en ook bij Rilland moet een
bedrijventerrein de Reimerswaalse economie
gaan versterken. Goes laat het breed uit de
broek hangen met een rij onmiskenbare
autoshowrooms en vanuit Borsele klinkt de
roep om een afslag bij Heinkenszand.
Anticiperend op een aansluiting wordt daar
het gebied benoorden Heinkenszand
volgebouwd. Verderop geeft de frietfabriek
van McCain al jaren het voorbeeld en ook
Middelburg groeit alsmaar verder naar de
snelweg toe.
De uitbreiding van het woningenareaal rijdt
intussen de ideeën van de ontwerpers ook
danig in de wielen. Op verschillende plaatsen
zijn dijkjes en geluidsschermen verrezen om
de bewoners te vrijwaren van het eeuwige
gebrom en de voorbijflitsende koplampen.
Van de open A58 blijft weinig meer over en als
de Zeeuwen adverteren met ruimte, moet dat
echt op papier en in slogans. Aan de rijksweg
kan het niet meer, zoals vroeger.
De ruimtelijke ontwikkeling blijkt nog even
organisch in zijn werk te gaan als vroeger,'
ondanks nobele voorneihens en gedachten die
in beleidsnotities, streekplannen en zoveelste
nota's ruimtelijke ordening zijn neergelegd.
Zoals het o-zo-gewaardeerde Groene Hart
van Holland volgroeit met nieuwe wijkjes,
zoals ook in deze Delta de economische
ontwikkeling steeds verder naar zee
opschuift, zo wordt ook de rijksweg A58 meer
dan alleen een weg. Veel meer dan honderd
rapporten en nota's, dicteert de verkeersader
de structuur van Midden-Zeeland. En willen
beleidsmakers wat natuur, agrarische sferen
en weidsheid overhouden langs de snelweg?
Dan geldt voor gemeenten het principe dat
voorburgers geldt als het om een weg gaat: not
in my back yard, afgekort: nimby. Want ja, we
willen wel ruimte, en zeker, Zeeland moet het
hebben van rust en licht en mooie luchten,
maar als zich een klant aandient voor een lapje
bedrijfsterrein, moet die lekker aan de weg
zitten en zijn collega in een aanverwante
bedrijfstak staat dan snel op de stoep van het
gemeentehuis.
Hoogmoedig blijven we ons verbeelden dat we
de weg beheren, maar in werkelijkheid is het
andersom.
Mieke van der Jagt
LU
LU
OC
LU
0
LU
LU
h
In de discussie rond de positie van Zee
land in de nationale en internationale
economische ontwikkelingen, in cultuur,
milieu of landschap is één ding heel evi
dent: Zeeland moet vooral zichzelf blij
ven, maar wel rekening houden met de
realiteit van alledag.
Kenmerkend voor het Zeeland van nu is
de combinatie van ruimte en rust met
sterke economische activiteiten
(Sloe/Kanaalzone) en recreatie. De
grootste zorg op dit moment is dat dat de
landbouw, als belangrijke economische
drager en beheerder van het buitenge
bied. sterk onder druk staat.
Dat betekent naar de toekomst toe dat
Zeeland moet zoeken naar een evenwicht
tussen economische activiteiten, werk
voor Zeeuwen van alle leeftijden, en be
houd van een aantrekkelijke woon- en
leefomgeving.
In die zoektocht naar evenwicht past pri
ma dat er gebruik gemaakt wordt van de
unieke ligging van de provincie aan bij
voorbeeld grootscheepsvaarwater; van
de bekendheid van de mooie stranden en
het watersportgebied.
In zo'n situatie waarin de juiste balans
gezocht moet worden, past ook de inscha
keling van de belangrijkste gebruikers
van buitengebied, boeren en tuinders. Zij
kunnen bij de vormgeving van een aan
trekkelijk landschap een belangrijke rol
spelen. Dat zou bijvoorbeeld gerealiseerd
kunnen worden door een veel steviger fi
nanciële basis te leggen onder particulier,
agrarisch natuurbeheer.
De economische activiteiten die bij de
juiste balans horen en daardoor bij Zee
land passen zijn zeker de haven-gerela
teerde activiteiten, energie-opwekking
en agri-business.
We moeten geen provincie voor senioren
worden. Daarmee zou het evenwicht zoek
zijn. Juist om een evenwichtige bevol
kingssamenstelling te krijgen, moet er
voldoende draagvlak zijn voor oplei
dingsinstellingen, culturele activiteiten,
verzorging, sport.
Kortom een levende provincie; mooi maar
wel met plattelandskarakter. Alleen van
rust, ruimte en natuur kan een gemeen
schap niet leven.
Ir. David Luteijn, algemeen directeur
DELTA N V.