Raadsel roemruchte moord
nog steeds niet opgelost
zaterdag 21 juni 2003
Goud
Bekende politici
Raadsel
c
Een laatste blik op Blonde Dolly
Nog steeds is het een vraag die
hangt. Wie vermoordde
Blonde Dolly, de welgestelde
prostituee die klanten had in alle
Haagse kringen? Politiek Den
Haag sidderde na haar dood voor
het Blauwe Boekje waarin alle
adressen zouden staan. Na al die
jaren een blik in haar dossier. En
in de compromitterende agenda.
Blonde Dolly, haar naam echoot
nog steeds door de straten van
Den Haag als het geklik van naald
hakken op het asfalt. Zoals je met één
vingerbeweging het licht uitdoet, zo
eenvoudig verdween in de vroege och
tend van 31 oktober 1959 de adem uit
haar borst. Wie was de Haagse Jack
the Ripper die een fortuin aan gouden
tientjes versmaadde en een hand van
het lijk zo plooide dat de wijsvinger
priemend naar de vagina wees? Een
jaloerse collega, een industrieel, een
minister of een hoerenloper? Niemand
wist het, want Blonde Dolly (33) was
thuis in twee werelden.
's Middags at ze een petitfourtje in een
tearoom aan het Voorhout en enkele
uren later zat ze in haar peeskamertje
aan de Nieuwe Haven waar ze tegen
uitverkoopprijzen dertig mannen per
avond afwerkte. Blonde Dolly was in
de jaren vijftig dé personificatie van
het gespleten Den Haag. In het week
einde declameerde ze in bejaardente
huizen gedichten van Guido Gezelle
of bezocht ze een concert, terwijl ze de
volgende avond weer achter het raam
zat in een afbraakbuurt. Buiten
wachtten de klanten als kwijlende
honden op hun beurt.
„Ze stonden in de rij", vertelt oud
commissaris Hans van Driel. Het was
zijn eerste werkdag bij de Centrale
Recherche toen Blonde Dolly in 1959
zijn pad kruiste. Althans haar lijk. Na
al die jaren wekt de zaak nog steeds
zijn verbazing. „Het was een druk be
zochte prostituee en tegelijkertijd had
ze een groot sociaal gevoel. Dat kwam
ook tot uitdrukking in haar werk",
vertelt hij. „Natuurlijk zijn we in die
bejaardenhuizen navraag gaan doen.
Gewoon omdat we wilden weten of
het waar was. Het was onbegrijpelijk
een hoertje dat zoiets deed. Of ik sym
pathie voor haar had? Dat is te veel ge
zegd. Toen ze een film over haar gin
gen maken, is de scriptschrijver hier
geweest en heb ik hem een foto gege
ven waarop ze een prachtige jurk
draagt. In de film heeft de hoofdrol
speelster die aan, ik zag haar tot leven
komenDat deed me toch wel wat. Het
was een vrouw die van luxe en mooie
dingen hield. Ik herinner me nog een
schitterende tas van krokodillenleer.
Dat klopte niet met die vrienden van
haar." Hij zucht even. „Dan kwam er
weer zo'n grauwe figuur in een versle
ten regefijas binnen, die je moest ver
horen. ">V'
Mannen had Sebilla Niemans (alias
Blonde Dolly, Suze of Inge Hoogen-
dijk) bij de vleet. Niet alleen klanten,
ook vrienden losten elkaar frequent
af. Aan de ongeschreven codes van het
vak had ze lak. Klanten werden min
naars en omgekeerd. Roelof S., die
keukenknecht bij lunchroom Heek
was, mocht zich even in de gunst van
Dolly verheugen. Hij wist hoe ze in el
kaar zat: „Sebilla was een figuur die
iemand het hoofd op hol kon brengen,
maar er ook geen been in zag om zo ie
mand aan de kant te zetten.
Het is mogelijk dat dit spel van aan
trekken en afstoten haar fataal is ge
worden, want nog steeds houdt de po
litie het erop dat een bekende haar
strottenhoofd heeft dichtgeknepen.
Een jaloerse minnaar, of een collega
die haar het succes misgunde, zijn nog
steeds de belangrijkste onbekende
verdachten. Her en der lagen in het
kleine huisje 550 gouden tientjes ver
borgen, terwijl ook de dagopbrengst
in een blikje voor het grijpen lag, maar
onaangeroerd bleef.
De romantiek van het dubbelleven
waarin bontjassen naast een uitpui
lende emmer met condooms hingen,
sprak zeer tot de verbeelding van het
grote publiek. Toen de dader niet snel
werd gevonden, had Nederland een
affaire die in de Engelse tabloids niet
zou misstaan. Die toon had de be
richtgeving ook. Natuurlijk zou de
moordenaar niet worden gevonden.
Het gezag beschermt immers de hoge
heren. Luns was toch ook klant van
Dolly, schreven de kranten? Net als
die Russische diplomaten, die na de
moord opeens terug naar Moskou
moesten.
Toen ook nog eens bleek dat een tien
tjes-hoer bijna drie ton had nagela
ten, begon het schandaal langzaam te
koken. De naam van Dolly lag op ie
ders lippen. Helemaal stil is het nooit
geworden. Een hele generatie journa
listen droomde van de scoop die altijd
bleef liggen: de ontmaskering van de
man die Blonde Dolly had vermoord.
In 1987 werd er nog een speelfilm aan
haar leven gewijd. De feiten kloppen
niet, de sfeer is goed getroffen. Dolly
wordt gepresenteerd als de nimf van
het verborgen Den Haag, waar call-
girls en politici elkaar heimelijk ont
moeten in afgebladderde hotels ach
ter de boulevard. Als je je ogen sluit,
ruik je de muffe geur van Perzische ta
pijtjes en hoor je op de achtergrond
een zigeunerorkest een tango spelen.
Er was een sleutel tot de geheimen van
die wereld. Dolly had een blauw boek
je waarin alle namen en alle afspraken
stonden. Het sprak vanzelf dat geen
journalist dat ooit te zien kreeg. Als
doekje voor het bloeden werd de pers
één blaadje voorgehouden waarop
een afspraak met een schoorsteenve
ger stond vermeld. 'Schoorsteenve
ger' zou dat geen codewoord kunnen
zijn? „Nee", zegt oud-politiecommis
saris Hans van Driel, „we hebben het
allemaal gecontroleerd. De schoor
steen zou echt worden geveegd."
Het klinkt ontnuchterend, zoals de
hele affaire uit de tijd en te fantastisch
lijkt te zijn. Maar toch: geen dader,
dus wel een mysterie. Officieel is het
dossier Blonde Dolly nooit gesloten,
het is gewoon verjaard, vergeten en
afgevoerd. Nu ligt het in het Gemeen
tearchief op tafel. Voor het eerst mag
het worden bekeken, zij het met speci
ale toestemming. Alle foto's, alle
procesverbalen, ansichtkaarten van
Dolly's klanten, haar brieven en hon
derden tips van meedenkende bur
gers. Sommigen hebben waarzeggers
geraadpleegd, of geven de buurman
aan.
Na de moord werden gretig bekende
politici genoemd als mogelijke be
trokkenen. Met name minister van
Buitenlandse Zaken Joseph Luns.
Niemand heeft ooit begrepen waar
om. Het archief van Blonde Dolly om
vat drie dozen met dossiers. Het zijn
lichtblauwe mappen met een ouder
wets strikje er omheen. Bovenop lig
gen twee langwerpige envelopjes met
foto's van mannen die zijn verhoord.
Als een spel kaarten liggen ze op tafel.
Het zijn fascinerende opnamen van
morsige lieden, die van top tot teen te
gen een witte achtergrond zijn vastge
legd. Alsof het verlopen boksers op
een kermisaffiche zijn.
Een enkele fletse huisvader naast een
waaier van figuren die als los werk
man, koopman, huisschilder of 'zon
der beroep' worden aangeduid. Bij
sommigen knalt de waanzin uit hun
ogen, anderen staan voor de camera
gekleed in afgedragen, bevlekte kle
ding. Inderdaad, Luns is er niet bij
In geen enkel proces-verbaal komen
we ze tegen, de heren die een reputatie
hebben op te houden, gezeten burgers
zijn of het land besturen. „Natuurlijk
hebben we in die kringen gezocht",
zegt Van Driel, „maar het waren ordi
naire hoerenlopers. Allemaal. Een en
keling was wat meer, maar een beken
de gerespecteerde Nederlander zijn
het volgens hem had gedaan. Je moet
niet vergeten dat de hoofdcommissa
ris toen een bijzondere rol had. Hij
moest soms dingen onderzoeken waar
het korps geen weet van had en daar
over direct rapporteren aan minister
Beel van binnenlandse zaken. Daar
had hij een vertrouwelijke band mee.
Bij sommige kwesties kom je in een
grijs gebied waarin het staatsbelang
een rol speelt. Misschien heeft hij din
gen achterhouden om iemand te dek
ken, wie zal het zeggen. Den Haag was
toen een heel andere stad. Een over
zichtelijke samenleving met coterie-
tjes, die elkaar op cocktailparty's ont
moetten. U begrijpt dat ik geen naam
kan noemen. Het was inderdaad ie
mand die bij de haute-volée van Den
Haag hoorde. Zulke mensen hebben
altij d een goede alibiMi j n vader heeft
hem zelfs uitgenodigd voor zijn af
scheid in het Kurhaus. Er was immers
geen bewijs, zei hij lachend."
Oud-commissaris Van Driel veroor
deelt het verhaal als aandachttrekke-
rij„De hoofdcommissaris liet zich op
de hoogte houden van het onderzoek,
maar wist niet meer dan de anderen",
zegt hij met klem. „Als zo'n hoogge
plaatste verdachte er was geweest,
had ik dat moeten weten."
Is daarmee het leven van Dolly een
raadsel gebleven? Voor een deel. De
dader blijft onvindbaar, maar aan de
hand van haar correspondentie, de
honderden foto's en de processen-ver
baal kan een beeld worden opgeroe
pen van de vrouw die zoveel mensen
fascineerde. Sebilla Niemans was een
tragische, ongelukkige vrouw, die na
een verblijf in een jeugdtehuis ge
tracht heeft op eigen benen te staan.
In de oorlog naaide ze jurken op een
kamertje in Amsterdam. Haar wereld
stortte in toen een leverancier van
textiel er met al haar geld vandoor
ging. Alleen, zonder middel van be
staan, zakte ze langzaam weg in de
prostitutie, soms wist ze het milieu
even te ontglippen, maar steeds bleef
het geld lokken. Haar onroerend goed,
de bankrekeningen en de gouden tien
tjes moesten haar bieden wat ze altijd
had gemist, zekerheid. Dankzij de
prostitutie kon ze bovendien haar zie
ke moeder ondersteunen.
Maar de manier waarop zij leefde, was
gevaarlijk. Vrienden, minnaars en
tientallen klanten die elkaar dagelijks
in een onduidelijke en steeds wisse
lende volgorde afwisselden. Dat
moest verkeerd aflopen. Het verlan
gen om aan die maalstroom te ont
snappen. leverde dat intrigerende
dubbelleven op. De ene helft van de
dag was ze wie ze in werkelijkheid
wilde zijn, maar de stap terug in het
duister was noodzakelijk om dat an
dere bestaan te kunnen betalen.
Sebilla flirtte met de gedachte dat ze
een gewoon leven zou gaan leiden. Het
lukte slechts voor korte tijd. Haar
man Botto bracht haar het gevoel voor
talen en muziek bijmaar kreeg haar
niet uit het vak. Na de moord gaf hij
een even rake als schrijnende typering
van zijn verloren liefde: „Ze was niet
mooi, ze was niet lelijk. Ze had een
soort vermoeide bekoorlijkheid. Ik
vond haar zielig en eenzaam. Ze ver
telde me alles. Hoe diep ze in de put
zat. Ik wilde haar uit de ellende ha
len." Het was een onmogelijke opga
ve.
Om haar toekomst veilig te stellen,
had ze een villa in Bilthoven gekocht
waar ze een schoonheidssalon zou be
ginnen. Uit het dossier blijkt dat het
weer een schijnbeweging was. Ze had
de verbouwing al door een architect
laten uittekenen, maar op het aller
laatste moment krabbelde ze terug.
Ze blies het plan af en wilde vervol
gens de architect niet betalen.
Een nieuwe kans zou niet meer ko
men. Een krachtige hand hielp haar in
de nacht van 30 op 31 oktober 1959
definitief uit het leven.
Misschien was het wel symbolisch dat
Sebilla Niemans de ogen sloot op het
moment dat de j aren zestig nog slechts
twee maanden waren verwijderd. Een
groot deel van de stad zou met haar in
het graf verdwijnen. Het Spuikwar-
tier, waar de Nieuwe Haven lag, werd
verpletterd door ministeries. De ver
nieuwing onttakelde ook de bars en de
tearooms waar Dolly haar lovers op
pikte als ze een contactadvertentie
had gezet.
Casper Postmaa
we niet tegengekomen." Van alle ver
dachten is er een die tien dagen heeft
vastgezeten. Dat was de toen 31-jari-
ge Gerard V. uit de Falckstraat in Den
Haag. Hij was acht weken voor de
moord door Blonde Dolly voor vijf
gulden per avond in dienst genomen
als bewaker. Hij zat in de keuken en
Sebilla kon hem door een elektrisch
belletje waarschuwen. Uit zijn dos
sier blijkt dat hij lange tijd in de Rek-
kense Inrichtingen (een soort tbs-kli
niek) had gezeten en vergeefs heeft
getracht een relatie aan te gaan met
Blonde Dolly. „Als er ooit iets met me
gebeurt dan moet je in de Falckstraat
zijn", zei ze eens tegen Cor de B., een
andere vriend van haar. Ook tegen
over kennissen verklaarde ze bang te
zijn voor de boomlange Gerard.
Deze bewaker had zelf een heel ander
beeld van hun relatie, blijkt uit diver
se getuigenverklaringen. Zijn zus ver
telde hij dat de genegenheid weder
zijds was en hij zich binnenkort met
Sebilla ging verloven. „Je zou haar
kunnen vermoorden zonder dat ie
mand er erg in heeft", was een ander
saillante opmerking die hij in datzelf
de gesprek maakte. Tijdens zijn ver
hoor legde hij diverse malen tegen
strijdige verklaringen af. Soms waren
zijn gedragingen op zijn minst dubi
eus. Aan zijn huisgenoten had hij bij
voorbeeld verteld dat hij morfine in
Sebilla's koffie had gedaan. Poeders
die zijn aan kanker overleden vader
gebruikte om de pijn te bestrijden.
Toch konden de rechercheurs geen vat
op hem krijgen.
Oud-commissaris Hans van Driel kan
een glimlach niet onderdrukken als
hij aan die episode terugdenkt. „Ik
weet niet of ik dat na al die jaren nog
moet vertellen", zegt hij, „maar op een
bepaalde avond werd Gerard door
twee speciale mensen verhoord. Die
zouden hem wel even doorzagen.Het
bleek niet om speciaal opgeleide re
chercheurs te gaan, deze twee waren
nog specialer. Hoofdcommissaris
J.H. A.K. Gualthérie van Weezei en of
ficier van justitie, mr. J.H. Kemper
zouden hoogst persoonlijk het var
kentje wel even wassen. Van Driel:
„Het heeft van half acht tot tien uur
geduurd. Zonder resultaat, er is zelfs
geen verbaal opgemaakt." Gerard V.
ontsprong de dans.
Ook de verhalen over de andere kant
van Dolly's klantenkring blijven kna
gen. Zou er dan niets waar zijn van al
die Hagenaars uit betere kringen? In
het 'dossier Niemans' komen twee na
men voor van 'gegoede burgers' die
even verdacht zijn. Een mysterieus fi
guur is een Haagse advocaat, die de
echtscheiding regelde tussen Sebilla
en Botto van den Bergh, die violist bij
het Residentie Orkest was (Dolly be
taalde hem alimentatie. 'Om mijn
man in leven te houden' schreef ze op
het girostrookje). De advocaat ge
droeg zich verdacht de dagen na de
moord. Het vermoeden bestond dat
hij werd gechanteerd omdat hij na de
moord grote bedragen opnam. Maar
ook bij deze verdachte liep het spoor
dood.
Dan was er een ingenieur uit Voor
burg. Hij nam Dolly mee naar Londen
en nodigde haar zelfs uit als gast op
het huwelijksfeest van zijn dochter in
het Kurhaus. Ook hij had een alibi.
Het is niet uitgesloten dat de dader
wel op een gedenkwaardig moment in
het Kurhaus is geweest, namelijk op
de afscheidsreceptie van hoofdcom
missaris Gualthérie van Weezel. Zijn
zoon Hans, oud-Tweede-Kamerlid en
tegenwoordig ambassadeur in
Luxemburg, claimt te weten wie de
moordenaar was. „Toen mijn vader
was overleden, vonden mijn moeder
en ik een envelop met daarop 'De
Zaak Niemans. Vernietigen'. Dat heb
ben wij gedaan. Zonder de inhoud te
lezen. Mijn vader heeft mij gezegd wie
foto's Evert-Jan Daniels/GPD
Blonde Dolly, de in de nacht van 20 op 21 november 1959 vermoorde prostituee