PZC Kaap Helder Gré Brouwenstijn klinkt live het best Weer een avond met Sinatra en zijn jongens 25 The Rat Pack donderdag 19 juni 2003 Recitals Oude marinewerf inspireert Den Helder is meer dan een waaigat. Meer dan een plaats waar de karavaan doorheen trekt die het veer naar het grootste Waddenei land neemt. Alleen heeft Den Helder er tot nu toe moeite mee gehad een 'imago van al lure' te verkopen. Maar daar komt deze zomer met Kaap Helder verandering in: he dendaagse kunst op een his torische marinewerf. Een geraffineerde combinatie. Dwalen over een immens ter rein waar ooit 3000 man hun brood verdienden. Kijken in enorme loodsen en hallen waarin kunst de ruimte moet bevechten. Hetzijnkunstenaars van het eerste garnituur die acte de présence geven op de groot scheepse kunstmanifestatie Kaap Helder op de in 1993 ge sloten Oude Rijkswerf in Den Helder, voormalige basis van de Koninklijke Marine. Atelier van Lieshout, Melanie Bonajo, Joost Conijn, Jos Kruit, Patchwork, Ben Raayman, An ne Verhoijsen, Emo Verkerk, Rudi van de Wint, Mirjam de Zeeuw, Yael Bartana, Nicolas Descottes, Omer Fast, Yu Xiao Feng, Julian Germain, Geert Goires, Fabrice Gygi, Antal Lakner, Clare Langan, Los Car- pinteros, Lucy Orta, Gabor OS- sz, Manfred Pernice, Hermann Pitz, Via Lewandowsky en Jun Nguyen-Hatsushiba. In het rij tje Sao Paolo, Venetië en Kassei lijkt Den Helder een onderdeur tje. Maar deze kunstenaars zijn allerminst blasé. „Hun enthousiasme komt door de locatie. Die is ongelooflijk mooi", zegt projectleider Peter de Rooden, van Kunst en Cul tuur Noord-Holland. „De kun stenaars zijn hier allemaal op het terrein en in de gebouwen van de Oude Rijkswerf geweest. De meeste waren zichtbaar ver bouwereerd. Onder de indruk door de afmetingen en de strak ke, kale schoonheid. De locatie als uitgangspunt blijkt zeer in spirerend. Door zijn ligging en niet het minst door de afmetin gen van de hallen." Kunstwerk'Gedicht van Den Helder' van Anne Verhoijsen, te zien op de tentoonstel ling op de oude marinewerf. Het enorme negentiende eeuwse hallencomplex vraagt om werk met volume. Dat is wel toever trouwd aan Rudi van de Wint, die vorig jaar nog 250.0000 be zoekers in het Kröller Müller verbaasde met zijn objecten, die bijna uit de museumzalen puil den. In Hal 63, de voormalige ketelmakerij - ook wel Grote Kathedraal genoemd - staat zijn stalen 'Knowing by heart' van 18 meterlang, 12,5 meter hoog en 2,80 meter breed. De Rooden: „Het heeft iets weg van een schip in aanbouw." Een pu bliekstrekker van formaat. Het idee had Rudi van de Wint bijna twintig jaar geleden al. Destijds was er niet voldoende geld, maar speciaal voor Kaap Helder is het alsnog gemaakt. Met een team van mensen is zo'n drie maanden lang aan het gevaarte gewerkt. Het negen meter diepe Nieuwe Dok 2 heeft een beetje de vorm van een renbaan. Voor een op knapbeurt in het dok komen de schepen op vierkante blokken te liggen, als op de ruggengraat van een voorwereldlijk beest. Met de bateau-poort, de scheepsdeur, wordt het in- en uitstromen van het water gere geld. Naast de bateau-poort is een drijvende observatie-unit geplaatst van de Hongaar Antal Lakner. Hij ontwerpt, naar ei gen zeggen, uitrustingsstukken voor het IJslandse leger. Een grap want IJsland heeft geen leger. In het verlengde van de hybride objecten van deze ar tiest, die met bestaand design speelt, liggen bijdragen van Lucy Orta en Atelier van Lies hout. Lucy Orta, een Britse die in Pa rijs woont, bouwt afgedankte hout ontwierp 'De Disciplina- tor', een 18 meter lange stalen kooi van 6 meter breed en 3 me ter hoog, met daarin een slaap unit bestaande uit boven elkaar gestapelde kleine britsjes. On geveer zoals ze in een onderzee- er zijn geplaatst. „Hoelang we hiermee bezig zijn geweest? Ik schat zo'n 3200 manuren", zegt Joep van Lieshout, oprichter van het gelijknamige atelier. Kaap Helder heeft werk van in- militaire voertuigen om voor humanitaire doeleinden. Ze is hoofd van de afdeling humani- tary-design van de afdeling in dustriële vormgeving van de academie in Eindhoven en ont wikkelt low budget- en low tech-hulpmiddelen ten bate van ontwikkelingslanden. Haar ob jecten op Kaap Helder houden het midden tussen kleding en een overlevingsunit. Van Lies ternationaal bekende kunste naars in huis, maar is zeker niet alleen bedoeld voor kunstlief hebbers. Alle onderdelen zijn op de een of andere manier altijd gerelateerd aan Den Helder. Zo heeft Anne Verhoijsen aan in woners van Den Helder ge vraagd wat hen trok in de mari- nestad. De kernbegrippen die ze optekende heeft zij op borst hoogte van tachtig T-shirts ge borduurd die 'overal' vandaan komen. Verhoijsen: „Van het Visserskoor, van jeugdoperette- vereniging Lentebloemen, buurthuizen, oud-'wervianen', noem maar op." De woorden zijn met de hand geborduurd, als contrast met de zo herkenba re marine T-shirts die even ver derop in rechte lijnen achter el kaar hangen en zijn voorzien van machinaal geborduurde woorden. Als een 'vrij leven' te genover een 'keurslijf'. Foto's zijn er te kust en te keur. Kunsthistoricus Frido Troost stelde 'fotokronieken' samen van Nieuwediepers, zoals de in woners van Den Helder worden genoemd. Hij zocht naar het wel en wee van het thuisfront: af scheid op de kade, kerst zon der vader of echtgenoot. Het fotomateriaal, waaronder reis- albums van mariniers, werd deels beschikbaar gesteld door het Instituut voor Maritieme Historie en gaat terug tot 1880. Nieuwediepers kwamen met foto's Ed Oudenaarden/ANP hun familiealbums, soms met schoenendozen vol niet-inge- plakte foto's. Fotografe Mirjam de Zeeuw kreeg voor Kaap Helder de op dracht 'iets te doen met de Tra ditiekamer'. Vervelend alleen dat de bewuste Traditiekamer, de afdeling onderhoud en tech niek van het Marinemuseum, werd verbouwd en dus was ge sloten. „Maar mensen die ergens veertig jaar hebben gewerkt, hebben natuurlijk ook spullen van hun werk thuis", aldus De Zeeuw. Ze ging op bezoek bij onder andere oud-wervianen. En vond daar kleine voorwer pen als wapenschildjes, ge knoopte touwen en geglazuurde borden ter ere van een werkju- bileum. Deze spullen, die voor oud-werknemers min of meer symbool staan voor het werk wat ze hebben verricht, heeft De Zeeuw op de foto gezet. „Het was dan wel bij de mensen thuis maar toch sprak er iets ambach telijks uit. Alsof de sfeer van het werk zich thuis voortzette." Een betonnen toren van Man fred Kanwiz brengt op Kaap Helder een fictieve verbinding tot stand tussen dat zes meter hoge bouwwerk en de Lange Jan, de mooie rode gietijzeren vuurtoren die 125 jaar bestaat. Het is een van de fraaie monu menten die Den Helder aan zijn ligging te danken heeft. Havens, forten, werven, zelfs een vlieg veld heeft die excentrische plek opgeleverd. In de Mastenloods de presentatie 'Helderder', die een beeld geeft van het heden, verleden en de toekomst van de stad aan het Marsdiep. De com binatie van oude historie en nieuwe kunst op Kaap Helder, bedoeld als tweejaarlijks zo- merkunstfeest, is gelegenheid bij uitstek om te wijzen op de ontwikkeling van Den Helder. Een dwaaltocht over het im mense terrein van de Oude Rijkswerf helpt het erfgoed van de winderige Kaap te doorgron den. Rob Bouber en Mariska de Jager Kaap Helder: internationale kunst manifestatie zomer 2003, tot en met 3 augustus op de Oude Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. Haar afscheid verbaasde veel muziekliefhebbers. Gré Brouwenstijn was nog maar 55 toen zij voor het laatst in een van haar favoriete opera's, Beetho- vens 'Fidelio', optrad. Haar stem straalde als vanouds. Maar Brouwenstijn, de nuchtere, in Den Helder geboren Neder landse sopraan, wilde geen neergang van haar carrière meemaken. Liever niets dan half werk. Zij trok zich terug met haar man Hans van Swol, ooit tenniskam pioen en televisiedokter ('Ziek zijn, beter worden'). Wel toog zij in 1995 naar het Amsterdamse Concertgebouw om zich op de eerste rij van het frontbalkon vanwege haar tachtigste ver jaardag te laten toezingen door het puikje onder de Nederland se zangers. Zij was weer even het middelpunt en zat te stralen van plezier. In 1999 overleed zij, nagestaard door ontelbare mu ziekliefhebbers, die zich ervan bewust waren dat met Brou wenstijn de grootste Neder landse operazangeres van na de Tweede Wereldoorlog was heengegaan. Wat rest is een aantal opnamen. Veel te weinig eigenlijk voor ie mand van haar niveau en repu tatie. Commerciële opera-op- namen zijn er alleen van 'Die Walküre' van Wagner en 'Lief land' van Eugen d'Albert. Voor de rest moeten we het met een paar meestal primitief klinken de live-registraties doen. Ge lukkig maakte zij in de jaren vijftig wel opnamen van diverse opera-aria's van onder anderen Weber, Wagner en Verdi, die in middels op een dubbel-cd in de Philips-serie 'Dutch Masters' zijn verschenen. Maar de ware Brouwenstijn le ren we toch vooral kennen door haar in een complete opera te beluisteren. Want als iemand zich inleefde in het drama, dan was het deze 'zingende Ingrid Bergman', zoals zij wel ge noemd werd. Het Nederlandse label Osteria - weinig meer dan een privé-onderneming - heeft de liefhebbers nu een verrassing bereid door live-opnamen uit te brengen van drie opera's met glansrollen van Brouwenstijn. Van Beethoven is dat 'Fidelio' en van Verdi zowel 'II trovatore' als 'La forza del destino'. Deze 'Fidelio' is een curiositeit. Want dit is een opname van de RAI, de Italiaanse radio, gezon gen in het Italiaans. Daar komt bij, dat voor de partijen van Marzelline en Rocco vocalisten zijn gekozen, die wel heel ver van Beethoven afstaan, name lijk Graziella Sciutti en Sesto Bruscantini. Maar het went, de ze Italiaanse benadering van 'Fidelio', mede dankzij de for midabele dirigent Vittorio pui. En Brouwenstijn gooit anno 1952 weer alles in de strijd, i De twee Verdi's zijn allebei af komstig van de toenmalige Ne derlandse Opera, die in 1965 werd geliquideerd. Er liggen bijna tien jaar tussen deze regi straties van 'II trovatore' (1953) en 'La forza del destino' (1962), maar de oudste van de twee is de meest heldere. Vooral de Leono ra in 'La forza del destino' lag Brouwenstijn na aan het hart. En dat is te horen. Jaap den Daas, voormalig directeur van de Nederlandse Opera, zei het lang geleden al: 'Een stem met veel binnenkant'. Bijzonder soepel was die stem niet. Bij sommige overgangen, van hoog naar laag of andersom, is een zekere oneffenheid hoor baar. Maar zij had wel een eigen klank en karakter, stralend door een heel bijzonder vibrato en expressief door rijk vloeiend legato. 'Zij had niet een bijzon der machtige stem, wel een mooie, en zij bezat een aristo cratisch gevoel voor stijl', schreef John Steane in zijn boek 'The Grand Tradition'. Dat Brouwenstijn op het toneel, meegesleept door de emoties die zij een personage moest geven, beter tot haar recht kwam dan in de studio wordt wel duidelijk wanneer we deze complete op namen vergelijken met enkele aria's uit deze opera's, die op de recital-cd's van Philips staan. Daar komt bij, dat de Neder landse Opera anno 1962 in Al berto Erede een veel betere diri gent had dan Philips anno 1956 in Rudolf Moralt, die vooral op valt door saaiheid. En dat in een opera als 'La forza del destino'. De in het Haagse Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen ge maakte live-opname van deze opera brengt ons ook in contact met Jan Peerce, ooit de lieve lingstenor van Toscanini. Voor zover bekend was dit zijn enige optreden in Nederland. In 'II trovatore' is Brouwenstijns partner Johan van der Zalm, in die tijd de drukst bezette tenor bij de Nederlandse Opera. An dere namen die oudere opera liefhebbers nog als muziek in de oren klinken zijn Annie Delorie (Azucena) en Siemen Jongsma (Ferrando). Kortom, deze Verdi- opnamen houden niet alleen de herinnering aan Brouwenstijn levend, ze documenteren ook een stukje nationale operage schiedenis. Er komt een vervolg. Momen teel wordt onderhandeld over de rechten voor enkele andere opera-registraties. Daaronder bevindt zich een 'Lohengrin' met in de titelrol de tenor Jan van Mantgem, Brouwenstijns echtgenoot alvorens de ge bruinde tenniskampioen en te levisiedokter in haar leven kwam. Eén van haar favoriete aria's komt uit Puccini's 'Tosca' en begint met de woorden 'Ik leefde voor de kunst, ik leefde voor de liefde'. Aad van derVen Gré Brouwenstijn: Beethoven - Fi delio. Solisten, Orchestra Sinfonica e Coro di Roma della RAI o.l.v. Vitto rio Gui - Osteria (2 cd's). Verdi: La forza del destino - Solis ten, Koor en Orkest van de Neder landse Opera o.l.v. Alberto Erede - Osteria (2 cd's). Verdi: 'II trovatore'. Solisten, Koor en Orkest van de Nederlandse Ope ra o.l.v. Mario Cordone - Osteria (2 cd's). Gré Brouwenstijn in 1971. Mijn carrière is puur toeval, erkent Step hen Triffit. „Ik was dertien toen ik mijn Wste Sinatra-album kocht. Daarna heb ik «tijd op het podium willen staan, maar het «anders te lopen. Ik heb bij de RAF geze ten en ben daarna verkoper geweest op Te- Mrife. Daar begon ik in een karaoke-bar Mor de aardigheid stukken van Sinatra te ®gen. De mensen vonden dat leuk en toen twee jaar later in Engeland als Frank Si— Wra tweede werd in de 'Soundmix show', ''•erd ik zelfs gevraagd naar Amerika te ko- ®en. En nu speel ik Sinatra in 'The Rat Pack'." Waf 24 juni staat Stephen Triffit in het Wsterdamse Koninklijk Theater Carré in eRat Pack, live from Las Vegas, een En- fse show die is gebaseerd op de roemruch- e optredens van Sinatra en zijn kompanen s ean Martin en Sammy Davis Jr. Puur amu- ment, zonder ook maar ergens de bedoe- hehheen ver^aa^ vertellen. „Bovendien en er we ook nog drie dames bij die zin- 'men dansen, om de show wat extra gia our te geven. Geen biografie dus, maar ur entertainment, precies datgene waar ze woelige wereld steeds meer behoefte aanll3kt te hebben." „Een vent ook die nachtenlang Jack Daniels kon drinken, die een stoet van vrouwen om zich heen had en die niet eerder dan een uur op twaalf opstond. Zelfs toen in Las Vegas, rond 1960, de opnamen werden gemaakt voor de film Ocean's Eleven met Martin en Sammy Davis Jr. ging die manier van leven gewoon door. Overdag had hij de opnamen, 's avonds trad hij op met die jongens en daarna zakten ze nog behoorlijk door." „Maar als de volgende ochtend iedereen vroeg op de filmset was, liet hij ze daar alle maal rustig wachten. En als hij dan einde lijk arriveerde speelde hij in één keer zijn scène en verdween dan meteen weer. Hij leidde het leven van een vampier. Maar op de filmset werden ze daar behoorlijk gek van. Door al dat wachten op hem, werd het budget van de film dan ook behoorlij k over schreden. Tegenwoordig zou dat niet meer gebeuren. En toch, hij was een groot ar tiest." Triffits vrouw hoeft intussen niet bang te zijn, dat haar man ook in zijn eigen manier van leven op zijn voorbeeld zal gaan lijken. „Ik draag vooralsnog ook geen op maat ge sneden ondergoed. Ik lust dan nog wel best een Jack Daniels, maar niet een nacht lang. Mijn vrouw vind het dan ook nog steeds prachtig dat ik dit allemaal heb bereikt, ze is dolblij met mij zoals ik nu ben." Hans Visser The Rat Pack, live from Las Vegas, Sinatra/Mart in/Davis jr.-show met big band. Te zien: Amster dam, Koninklijk Theater Carré, 24 t/m 29 juni. In fo: www.theatercarre.nl Tel.: 0900 2525255. De show, die inmiddels een paar honderd voorstellingen in Engeland beleefde en een klapper was in het Londense Palladium, het Carré van Londen, is geïnspireerd op de op tredens die Davis, Martin en Sinatra in de jaren vijftig en zestig overal in Amerika ga ven. „We brengen een soort reconstructie van hoe zo'n avond van die jongens eruit kan hebben gezien. En dat alles wordt on dersteund door een vijftien man tellende big band, die de ai'rangementen speelt zoals die destijds werden geschreven door Billy May, Neil Hefti en Nelson Riddle, de man die vol gens mij in de jaren vijftig Sinatra's carrière als zanger heeft gered. Stukken waarmee hij vooral ook bij de band van Count Basie zo geweldig kon swingen." Sinatra en zijn vrienden stonden nooit in Carré, maar die omissie uit het verleden wordt nu toch een beetje goedgemaakt. „De eerste helft hebben we als Dean Martin, Sammy Davis jr. en Sinatra elk een set van ongeveer een kwartier en daarna treden we samen op. Je krijgt dan gewoon de stan daardsongs. Wat Sinatra betreft kun je re kenen op 'I've got you under my skin', 'Fly me to the moon', 'The lady is a tramp' en 'New York, New York'." „Dat laatste nummer is natuurlijk van veel later datum, dat is dus nooit bij The Rat Pack te horen geweest. Maar het is nu een maal zo'n stuk waar het publiek op rekent dus moet het er toch wel bij. En van Dean Martin hoor je natuurlijk 'Volare', 'That's amore', en van Davis 'That old black magie', en 'Mr. Bojangles'." „Na de pauze krijg je wat ik zou willen om schrijven als een 'georganiseerde chaos': Stephen Triffit (links). zingen, dollen en drinken. Precies zoals die drie dat destijds hebben gedaan. Dat wil zeggen: met die grappen moeten we een beetje voorzichtig zijn, want echt subtiel waren die jongens daar niet mee. Grappen over vrouwen en seks. Maar vooral negers en joden namen ze te grazen. Al moet ik zeggen dat vooral Sammy Davis, een zwar te jood, daarin behoorlijk ver kon gaan." Onvoorstelbaar eigenlijk, dat Stephen Trif fit als zanger zo op Sinatra kan lijken. Want als hij praat klinkt zijn stem op en top Brits. „Ik geloof niet dat ik Sinatra imiteer, maar ik probeer wel heel dicht bij zijn manier van zingen en bewegen te komen. En afgaande op de reacties uit mijn omgeving zit ik daar nu heel dicht tegenaan. Maar het blijft na tuurlijk wel mijn eigen stem. Het gekke is natuurlijk wel, dat ik bij het begin van de show het gevoel heb alsof ik een cassette met zijn stem in mijn hoofd schuif. En dan gaat het gewoon vanzelf. „Ik heb natuurlijk veel naar hem geluisterd. En sinds ik in Amerika kon gaan werken, heb ik ook veel musici en technici ontmoet, die hem van nabij hebben meegemaakt. No- ta bene in Las Vegas, het domein van Sina tra. En als voorbereiding op de show hebben we ook diverse filmopnamen van The Rat Pack bekeken. Nee, we hebben Sinatra en zijn vrienden nooit zien optreden. Maar wel hebben we de beelden daarvan goed beke ken." „Afgaande op wat ik over hem heb gelezen en wat allerlei mensen me over hem hebben verteld, denk ik dat Sinatra een wat arro gante vent is geweest. Zelfverzekerd naar buiten toe. Iemand die goed wist wat hij wil de. Maar toch ook iemand die zijn twijfels had en die zich als zanger, zoals zo veel van zijn collega's, de nodige zorgen kon maken over zijn stem, zijn kapitaal. Want elke dag, bij het wakker worden, rijst toch weer de vraag of die stem er nog wel zit. Een man ook met wie je goed kon omgaan als hij je mocht. Maar o wee, als dat niet zo was." Knowing by Heart' van Rudi van de Wint.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25