Kunst in een
Zeeuws stadje
donderdag 19 juni 2003
22 Dagboek Van der Heijden
2D Künst in Den Helder
2 Internationale kamermuiziek
J
idvertentie-exploitatie:
Voord-en Midden-Zeeland: 0118-484369;
wws-Vlaanderen: 0114-372770.
Redactie: 0118-484413
tWW.pZC-"'
mail: redactie@pzc.nl
:0stbus 18,4380 AA Vlissingen.
PZ
Lucie van Dam van Isselt (1871-1949): Schotse Huizen, de achterkamer.
Ongeneeslijke
liefde voor Veere
Claire Bonebakker (1904-1979): Uitzicht uit mijn atelier op De Papaver.
kunstenaars, gevoelig voor
schoonheid en sfeer, voelden de
verandering onmiddellijk. De
betovering was verbroken."
Dat is nog niet het einde van het
boek. Leeman laat de belang
rijkste kunstenaars die in Veere
hebben gewoond nog eens de re
vue passeren: Lucie van Dam
van Isselt, de schildersfamilie
Vaarzon Morel, Jan Heyse, Hen
drik Willem van Loon, Dirk
Koets, de familie Ten Klooster,
Dirk van Gelder, Jemmy Hobo
ken en Bas van der Veer, Alfons
van Dijck, Karei van Veen, de
familie Góth en Mies Callenfels-
Carsten. Terecht stelt Leeman
dat zijn boek geen kunsthisto
risch werk is. Over veel van deze
kunstenaars bestaan veel uitge
breider publicaties. In Heel de
wereld trekt naar Veere wordt
hun werk ook niet geanaly
seerd. Leeman houdt het min of
meer bij de vaststelling dat op
enkele uitzonderingen na de
Veerse schilders geen vernieu
wers waren maar traditionalis
ten.
Het slothoofdstuk geeft aan
waar het de auteur in de eerste
plaats om te doen is: een nostal
gische wandeling door Veere.
Na eerst een rondgang te heb
ben gemaakt door de culturele
geschiedenis eindigt hij met een
daadwerkelijke wandeling
langs plekken die het decor wa
ren van zijn eerder vertelde ver
haal. Als het aan Leeman ligt,
komen zijn lezers naar Veere om
te kijken of ze nog iets van de
kunstzinnige sfeer van vroeger
kunnen opsnuiven. Doen ze dat
de komende maanden, dan zal
dat zeker lukken. In samenwer
king met galerie De Vier Geme
ten heeft Museum De Schotse
Huizen namelijk een tentoon
stelling georganiseerd bij het
boek. Tot 1 november is werk te
zien van 'Veeristen', 'Veerse Jof
fers' en 'passanten', gemaakt in
Veere, of naar aanleiding van
een bezoek aan het pittoreske
stadje.
ErnstJan Rozendaal
Expositie: Heel de wereld trekt naar
Veerevan 21 juni t/m 1 november in
De Schotse Huizen in Veereopen
ma t/m za van 12-17 uur en zo van
13-17 uur.
Publicatie: Kees Leeman, Heel de
wereld trekt naar Veere. Kunst en
cultuur in een klein Zeeuws stadje
(1870-1970), beeldredactie Joost J.
Bakker, tekstredactie Jan Dirk van
Scheyen, uitgeverij De Koperen
Tuin in Goes, isbn 90-76815-15-1,
€26,50.
aterdag begint in De Schotse Huizen in Veere de
expositie Heel de wereld trekt naar Veere. Onder
dezelfde titel verschijnt een boek waarin Kees
Leeman beschrijft welke kunstenaars van 1870 tot 1970
woonden of werkten in Veere. Het Walcherse visserstadje
oefende een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op
meer dan vierhonderd kunstenaars uit binnen- en
buitenland.
Ewoud de Kat (1904-1974): Impressie van Veere.
Het boek Heel de wereld trekt
naar Veere begint met een
herinnering. Als vijfjarig jochie
woonde auteur Kees Leeman in
een huis met een kleine tuin,
vlakbij de Grote Kerk van Vee
re. Hij ziet nog steeds voor zich
hoe in die tuin de 'Veerse Vla
ming' Alfons van Dijck achter
zijn schildersezel zat te werken.
Zijn onderwerp was de bloeien
de perenboom. Van zijn moe
der, die vaak in klederdracht
voor kunstschilders poseerde,
mocht de kleine Kees wel even
bij de kunstschilder gaan kij
ken, als hij hem maar niet aan
sprak.
Voor de jongen kreeg de kunste
naar zodoende een mysterieus
en fascinerend aureool. En met
hem de vele andere kunstenaars
die het kleine stadje bevolkten.
De schilders, tekenaars en gra
fici die de Grote Kerk op doek,
paneel of papier vastlegden. Die
de karakteristieke Campveerse
Toren en stadhuistoren een pro
minente plek toebedeelden in
hun panorama's. Die de vissers
schepen in het haventje, of uit
varend naar en terugkomend
H.J. Wolter (1873-1952): Kade te Veere met stadhuis, 1916.
in
Veere, 1985.
toonstellingen plaats die de
aandacht trokken van de lande
lijke pers. Dat kwam vooral
doordat kunstcriticus Albert
Plasschaert - enige tijd gehuwd
met Lucy van Dam van Isselt -
zich daarmee bemoeide. Overi
gens niet tot ieders plezier. Om
onbegrijpelijke redenen had de
vlijmscherpe recensent weinig
op met het werk van Jan Heyse,
ongetwijfeld een van de talent
volste Veerse kunstenaars van
de vorige eeuw. Niet alleen wei
gerde Heyse daarom net als Wil
helm Vaarzon Morel en Johan
ten Klooster mee te doen met de
exposities, hij maakte boven
dien rake karikaturen van Plas
schaert en Van Dam van Isselt.
Leeman heeft deze informatie
van kunsthistorica Francisca
van Vloten. Het is terecht dat hij
een dergelijke amusante episo
de opneemt, vooral omdat de
betreffende karikaturen ook
zijn afgebeeld. Helaas gebeurt
dat niet elke keer wanneer ex
pliciet naar een kunstwerk
wordt verwezen. De lezer zoekt
tevergeefs naar een afbeelding
van het stilleven 'Zwarte kreeft
met wijnfles', waarschijnlijk
het laatste werk van Charley
Toorop, gemaakt in Veere. Ook
de tekening 'Rock around the
clock', die Dirk Koets in 1924
maakte van een feest in De
Schotse Huizen, ontbreekt. En
juist de beschrijving van Lee
man ('Als deze tekening een na
tuurgetrouwe weergave is van
het feest, dan is het er behoorlijk
wild aan toegegaan') wekt de
nieuwsgierigheid. Het is wel een
beetje muggenziften, want Heel
de wereld trekt naar Veere is
ruim en mooi geïllustreerd.
Toen vanaf 1959 werd gewerkt
aan de afsluiting van het Veerse
Gat begon Veere zijn aantrek
kingskracht op kunstenaars te
verliezen. „Vrijdag 7 april 1961,
de dag waarop de vissersvloot
van Veere voorgoed vertrok, be
tekende het einde van Veere als
vissersplaats", schrijft Leeman.
„De sluiting van de Veersegat-
dam, drie weken later, markeer
de het begin van het einde van
Veere als kunstenaarsstad. De
van het Veerse Gat, in een snelle,
impressionistische toets of juist
met uiterste precisie vereeuwig
den. Of die net als Van Dijck de
smalle straatjes introkken en
zich daar lieten inspireren door
tuinen, gevels en uiteraard de
Veerenaren zelf.
In zijn voorwoord vertelt Lee
man hoe hij als kind reeds onbe
wust de bijzondere sfeer aan
voelde die in het vooroorlogse
Veere aanwezig was en die de
vele kunstenaars die er toen
woonden en werkten inspireer
de. Meer dan zestig jaar later
heeft ook hij daar dus inspiratie
uit geput voor het schrijven van
een boek over de kunstbeoefe
naars die korte of langere tijd in
Veere verbleven. Van 1870 tot
1970 waren dat er meer dan
vierhonderd.
Joost Bakker, die in zijn Mid
delburgse galerie De Vier Ge
meten vrijwel uitsluitend werk
toont van Zeeuwse kunstenaars
uit die periode, heeft zorg ge
dragen voor de samenstelling
van een Klein Veers Lexicon als
bijlage van het boek. In alfabe
tische volgorde staan ze daarin
allemaal opgesomd, de 'Veeris
ten' ('diegenen die leden aan een
ongeneeslijke verliefdheid op
Veere') als Maurice Góth en
Dirk Koets, 'Veerse Joffers'
(idem) als Claire Bonebakker en
Lucy van Dam van Isselt, maar
ook onbekende passanten als
Frans van Leemputten of Harry
Tussenbroek.
Het lexicon is een aanvulling op
het verhaal van Leeman, die na
tuurlijk niet bij alle vierhon
derd kunstenaars stilstaat. Toch
is ook zijn relaas vooral een in-
ventaristatie. Hij gaat kort in op
de geschiedenis van Veere en de
opkomst van een kunstenaars
kolonie tussen 1850 en 1900. Hij
memoreert hoeveel kunstenaars
gevolg gaven aan 'een goed
advies voor nu en later: bena
der Veere van het water', lang
voordat burgemeester jonkheer
I.F. den Beer Poortugael deze
spreuk in de jaren vijftig op
Veerse poststukken liet stempe
len. Aankomend met de boot
overrompelde de aanblik van
het Walcherse stadje menig
kunstenaar, met als gevolg dat
die een tij dj e bleef of regelmatig
terugkeerde om die eerste in
druk in verf te vangen.
Leeman staat stil bij de belang
stelling van Engelse en Ameri
kaanse kunstenaars (tot en met
de beroemde James Abott
McNeill Whistler aan toe), mede
veroorzaakt door de aanwezig
heid van De Schotse Huizen -
tot het eind van de negentiende
eeuw symbool van de levendige
handel met Schotland, daarna
meer en meer culturele instel
ling en museum. Hij wijst op de
men kan beluisteren van zijn
verborgen gemoedsleven. Al
wat kunstzinnig is vindt gast
vrij onthaal in het Schotse huis
aan de haven, het huis der schil
ders van Veere, die er hun doe
ken hebben tentoongesteld en
die er hun tafelronde houden."
Inderdaad vonden in Veere, net
als aan het begin van de vorige
eeuw in Domburg, kunstten-
J.F.E. ten Klooster (1873-1940): De orkaan, houtgravure.
Karei van Veen (1898-1988): Kermis
'invasie' van Antwerpse schil
ders in Veere, de intocht van
kunstenaars tijdens de Eerste
Wereldoorlog en de levendige
activiteiten tijdens de 'gay
twenties'.
De titel van Leemans boek is
ontleend aan een passage uit
Zeeuwse mijmeringen (1921)
van P.H. Ritter: „Ja, heel de we
reld trekt naar Veere. Ge ont
moet er een Frans romancier
van wie ge afscheid genomen
hebt in een Parijs' salon, die u
zal verzekeren dat er maar twee
oorden ter wereld zijn waar de
moderne kunstenaar tieren kan
- Parijs, stad van de mondaine
vergetelheid, en Veere, de stad
waar de moderne mens in de ge
luidloze buitenspheer de stor-