PZC
We zijn hier niet zo streng op netjes
Oostkapelse molen
kreeg na '44 een
Westkapels tintje
Tegen het kwaad moet goed gespoten worden
dinsdag 10 juni 2003 1$!
NATUURLIJK
ZEELAND
Keerzijde
Rampen
Wild laat zich
niet temmen
De PZC sponsort Het
Zeeuwse Landschap. In
'Natuurlijk Zeeland' doen
medewerkers van deze
stichting verslag van wat
er speelt in de Zeeuwse
natuurgebieden: onver
wachte vondsten en bij
zondere gedragingen,
kortom, het wel en wee
van dieren, planten en
paddestoelen passeren
wekelijks de revue. En na
tuurlijk ook de successen
en mislukkingen in het be
heer.
Het zal rond 1975 geweest
zijn dat er op het droog
gevallen zandplaatje Mar-
kenje, in de Grevelingen, een
torenvalknestkast werd ge
plaatst. Zo'n vierkante kast
op een lange paal valt na
tuurlijk van heinde en ver
op en het duurde niet lang
voordat er een paartje toren
valken zijn intrek nam. Ie
dereen blij natuurlijk... ten
minste, in het begin.
De torenvalk en andere roof
vogels waren hard bezig om
op te klimmen uit het diepe dal
waarin de populaties in de jaren
zestig beland waren door over
vloedig gebruik van bepaalde
pesticiden. Dus de vestiging van
een paartje roofvogels werd
standaard met gejuich begroet.
Maar... Markenje herbergde niet
alleen een paartje torenvalken;
er huisde ook een enorm aantal
kluten. En het duurde niet lang
Slechtvalk: de jager
of bij de torenvalken stond een
hapje klutenkuiken dagelijks
op het menu. Er werden zelfs zo
veel kluten gevangen dat ze niet
eens meer werden opgegeten en
onder de nestkast lag het be
zaaid met dode pullen. Het
kwam zo ver dat de nestkast
werd weggehaald en de les die
eruit getrokken werd luidde dat
het niet verstandig is om de kat
op het spek te binden.
Het kon wel eens zijn dat we in
middels weer met een vergelijk
baar geval te maken hebben. Dit
keer in de Westérschelde. Aan
de energiecentrale in Borssele
foto Ruben Oreel
hangt een nestkast die bewoond
wordt door een stel slechtval
ken. Dat zat er al een poosje aan
te komen. Slechtvalken toon
den al langer belangstelling
voor de kast, maar een ontsnap
te valkeniersvogel van lanner-
valk x sakervalk stak daar lange
tijd een stokje voor. Maar in
middels zit het stel er met jon
gen. En dat is te merken ook.
Naar men zegt vallen er drie
hongerige monden te vullen en
pa en ma slechtvalk hebben de
handen vol om voldoende prooi
en aan te slepen. Ze hebben
inmiddels een goudmijntje ont-
Visdief: de prooi
dekt op de Bol op de Hooge Pla
ten. Daar vliegen volop visdie-
ven en andere sterns en dat zijn
delicatessen die de slechtvalken
zeer weten te waarderen. Vol
gens beheerder René Beyersber-
gen worden ontbijt, lunch en di
ner inmiddels allemaal op de
Bol bemachtigd. En of je nog on
verdeeld blij kunt zijn met de
aanwezigheid van de slechtval
ken is nauwelijks een vraag.
Het aanbieden van kunstmatige
nestgelegenheid blijkt in veel
gevallen zijn keerzijde te heb
ben. Vooral in grootschalige
open landschappen als de Del
ta wateren, maar ook in bijvoor
beeld weidevogelgebieden als
de Yerseke Moer en het Prunje-
gebied kan het plaatsen van
nestkasten ongewenste en on
bedoelde bij-effecten hebben.
Punt daarbij is ook dat roofvo
gels, zeker als ze jongen hebben,
niet al te kieskeurig zijn. De
makkelijkst te vangen prooi die
het meest voorhanden is wordt
al snel de klos. Dat kunnen dus
heel makkelijk weidevogelkui
kens of broedende sterns zijn.
Maar niet alleen de plaatsing
van nestkasten vergt een kriti
sche benadering. Het is bijna
een automatisme geworden om
voor de landschappelijke aan
kleding bomen en struiken aan
te planten. De schoonheid van
ongerepte open landschappen
wordt veelal zwaar onderge
waardeerd en landschapsarchi
tecten en aanverwante plan
nenmakers plannen vooral
graag om allerlei dingen te
Komende maanden worden
weer veel tuinen opengesteld
voor publiek. In Buitengebied
komt een aantal daarvan aan
bod in een korte serie. Vandaag
de landschapstuin 'Hof Moer-
weie' van Leijntje en Ko Goos-
sen in Grijpskerke.
Het is eigenlijk meer een
landschap dan een tuin,
vertelt Leijntje Goossen, die
zich al meer dan 25 jaar inzet
voor haar paradijsje. „We heb
ben geprobeerd een landschapje
te creëren met zoveel mogelijk
plekjes waar planten en dieren
dat kunnen vinden wat ze nodig
hebben. Er wordt vooral veel
aandacht besteed aan vele soor
ten vogels in onze omgeving."
Ze wijst daarbij op een gaatje in
eenoudeabeel, waarditjaareen
groene specht zijn intrek heeft
genomen. „Een oud nestje van
een bonte specht. Dat kan hier
gewoon allemaal."
'De Moerweie' is twee hectare
groot en is aangelegd rond een
oude boerderij. De landschaps
tuin stamt uit 1976 en ontleent
zijn naam aan het vroegere
moerneren (turfsteken) in dit
gebied. Het is geen strak inge
richte tuin met keurig gemaaide
De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens,
aan de mensen erachter en aan de positie van de windgemalen in het
landschap. Vandaag: molen D'Arke in Oostkapelle.
doen. Het nalaten van bijvoor
beeld aanplant gaat ons in het
algemeen een stuk moeilijker af.
En ook het aanplanten van bo
men en struiken in een gebied
waar ze van nature niet staan
kan tot fikse problemen leiden.
Een enkele kraai of ekster kan in
een weidegebied een ware rava
ge aanrichten.
Moeten we dat soort zaken niet
helemaal overlaten aan het na
tuurlijk evenwicht? Biologen
weten dat zich tussen predator
en prooi een bepaald evenwicht
instelt en het zal niet zo snel ge
beuren dat een predator zijn
prooi uitroeit. Het is een respec
tabel standpunt om iedere stu
ring in het natuurlijk evenwicht
af te wijzen. Maar daarbij moet
niet vergeten worden dat we in
een cultuurlandschap leven,
waar iedere kilometer diep
gaand door de mens beinvloed
is. Een estuariumgebied als de
Delta is van nature bijna boom
loos, omdat zonder menselijk
ingrijpen de zee vrijwel overal
wel eens komt. En bomen en
struiken kunnen absoluut geen
zeewater verdragen. Als we de
specifieke natuurwaarden van
de Delta, ondanks al het mense
lijk ingrijpen, in stand willen
houden, zullen we ook moeten
zorgen dat er ruim bemeten
open gebieden zijn waar de ves
tigingsmogelijkheden voor pre-
datoren beperkt zijn.
Chiel Jacobusse
Chiel Jacobusse is Hoofd Exter
ne betrekkingen bij Het Zeeuw
se Landschap
Een molenaar die graag be
zoek over de vloer ziet ko
men is natuurlijk het beste af in
de bij toeristen geliefde streken.
Dat blijkt zonneklaar aan de
Noordweg in Oostkapelle, waar
ze in stellingmolen D'Arke op
drukke dagen soms tweehon
derd mensen mogen verwelko
men.
Het gezegde dat wat je van ver
haalt lekker is, doet hier ook op
geld. Wie kent de verhalen niet
van globetrotters die in zeer
exotische streken attracties be
zoeken en nog nooit een voet
over de drempel hebben gezet
bij het monument naast de deur?
Het gastenboek van D'Arke
biedt wat dat betreft veel infor
matie. Zo meldt een Oostkapels
echtpaar voor het eerst in de
molen te zijn geweest: met de
kleinkinderen.
Het zal geen verwondering wek
ken dat de Duitsers eerste staan
op de ranglijst van nationalitei
ten Wir finden es immer toll in
Oostkapelle zu sein. Die wind-
mühle zu besichtigen ist eine er-
lebnis", zo melden gasten uit
Gelsenkirchen. Voor anderen
vormt DArke ook de eerste ken
nismaking met de wondere mo
lenwereld. „Superbe moulin. Le
premier que je visite", schrijft
een Fransman. Kennelijk is het
goed bevallen want hij eindigt
met 'un grand merci'.
De molen in Oostkapelle is bijna
altijd op zaterdagen open en ook
vaak doordeweeks. De bezoeker
treft er dan vrijwillige molenaar
Michel Dellebeke en/of diens
maat Lennart van der Torren, of
natuurlijk W. Minderhoud, de
laatste beroepsmolenaar die op
D'Arke heeft gewerkt.
De naam van de Oostkapelse
wiekendrager is van Westkapel-
se afkomst. Dat komt door de
rampen waarmee Walcheren in
1944 is getroffen bij de bevrij
ding. Toen sneuvelde de op de
Westkapelse zeedijk staande
molen Prins Hendrik. Eigenaar
A. Minderhoud verkaste naar
Oostkapelle en noemde de mo
len aldaar naar het deerlijke ge
troffen Westkapelse buurtschap
D'Arke, waar de Prins Hendrik
vlakbij heeft gestaan.
D 'Arke had er daarvoor sinds de
bouw in 1858 naamloos bijge
staan. Voor deze werd gebouwd
had Oostkapelle achtereenvol
gende standerdmolens. Die
stonden elders in het dorp. De
Molenweg aldaar herinnert nog
aan deze tijd. De oprukkende
bebouwing belemmerde de
windvang van de laatste stan
derdmolen. Daarom verrees
D'Arke buiten het dorp aan de
Noordweg. Van veraf lijkt dat
een prima plek, maar dichterbij
gekomen blijkt het opschietend
geboomte op de belendende be
graafplaats de windvang flink
te hinderen, vooral uit westelij
ke en zuidelijke richtingen.
Lennart van der Torren, zeven
tien jaarjong, kreeg hetalinzijn
kleuterjaren te pakken van mo
lens. Hij woonde indertijd in
Zoutelande vlakbij de grond-
zeiler van de intussen overleden
molenaar Adriaanse, die er toen
nog dagelijks mee maalde. Len
nart kwam er vaak over de vloer
en ging later steeds meer molens
bezoeken in de omtrek.
Op De Onderneming in Wissen-
kerke en Den Haas in Zierikzee
deed Lennart van der Torren
praktijkervaring op. Inmiddels
is hij druk doende met de offici
ële opleiding tot vrijwillig mo
lenaar. Behalve in Oostkapelle
is hij ook actief op De Hoop en
Ons Genoegen, beide in Middel
burg.
Lennart vertelt dat D'Arke
'broodnodig' aan een herstel
beurt toe is. Zo zijn de stelling
planken hier en daar slecht. Ook
aan vervanging toe zijn de lange
spruit en het staartwerk, beide
onderdeel van het balkenwerk
dat buiten de molen vanaf de
kap reikt. Er zijn voor 2004 aan
gekondigde herstelplannen,
maar het is niet zeker of de eige
naar, de gemeente Veere er dan
geld voor heeft.
De j onge molenaar vindt het bij -
zonder dat D'Arke nog in zo'n
originele staat verkeert. Rader
werk en vloerbalken dateren
grotendeels uit het stichtings
jaar. Voor het allerkostbaarste
stuk moet de bezoeker helemaal
naar boven. Op de kapzolder be
vindt zich achter de as het enor
me spoorwiel. De maker heeft
daarin diepe kerven aange
bracht: 1671-7-3. Het wiel is
nog afkomstig van de in de 19de
eeuw afgebroken standerd aan
de Molenweg. Een pronkstuk
dat de bezoeker na de lange klim
slechts ontzag kan inboezemen.
Willem Staat
gazons. Op veel plekken heeft de
natuur vrij spel en zijn er voor
zieningen aangebracht om de
natuur zelfs een handje te hel
pen. Zo is er een groot bosge
bied, een moeras, een grote
vijver en een uitgestrekt weide
gebied. Verder is er een kleine
maar, breed gesorteerde krui
dentuin en staan er vele bijzon
dere planten en bomen rond het
huis. Goossens: „Alles loopt ei
genlijk een beetje in elkaar over.
Af en toe haal je wel eens wat
onkruid weg, maar eigenlijk
ben ik niet zo streng met dat
soort dingen."
Toch lijken de dieren uit haar
paradijs op de eerste plaats te
komen. Gepassioneerd vertelt
ze over het leven van haar toren
valken aan de rand van de wei
de, de kerkuil en de boerenzwa
luwen, die dit jaar zeven nesten
hebben in haar schuur. „Mis
schien kunnen de mensen vol
gende week de jonge zwaluwen
zien. Dan komen ze net met hun
kopjes over de rand. Dat doet je
echt wel wat!"
Gerard Montsma
Op zaterdag 14 juni houden ver
schillende leden van de Ecologi
sche Tuinkring De Mantelinge
een open dag tussen 10.00 en
17.00 uur. De tuinen zijn te vin
den in Grijpskerke: F. Barbaros-
saweg 2; Koudekerke: Breeweg
8 en 11; Middelburg (Kruiden
tuin): Breeweg 100; Biggekerke:
Dorpsstraat 33; Kleverskerke:
Fam Boom, Van Cittersweg; en
de kruidentuinen aan de Ber
kenlaan (wijktuin Griffioen) in
Middelburg en de Koudekerk -
seweg in Vlissingen, tegenover
het ziekenhuis Walcheren. In
formatie: MICMEC Walcheren,
Tel. 0118 417039/633419.
Lennart van der Torren bij D'Arke.
foto Dirk-Jan Gjeltema
':7
Adrie Albregtse, Albert
Ebbens en Laurens Kamp
werken op proefboerderij
De Rusthoeve in Colijns-
plaat. Op 85 hectare pol-
dergrond doen zij, in op
dracht van onder meer
Zeeuwse boeren, proeven
met akkerbouw- en soms
tuinbouwgewassen. 'De
Rusthoeve' volgt weke
lijks de belevenissen van
de mannen van de proef
boerderij.
Aan de koffietafel ontspint
zich een discussie: wel of
niet wieden in percelen aardap
pels of uien die al tegen onkruid
bespoten zijn? Albert vindt van
niet en Adrie vindt van wel. „Als
je gaat wieden verstoor je het
filmpje, dat op de grond en op de
planten ligt. Je maakt als het
ware een nieuw kiembed voor
het onkruidzaad dat in de grond
zit", meent Albert. „Maar door
te wieden, maak je een isolerend
laagje op de grond. Er komt een
paar centimeter met meer lucht
op te liggen, zodat je onder
grond niet uitdroogt", brengt
Adrie ertegenin.
Een proef om te kijken wie er ge
lijk heeft, zit er niet in. „Als we
voor alle verschillen in inzicht
die we hier hebben, een proef
zouden moeten doen, zouden we
aan het productiewerk niet
meer toekomen." Daar zijn ze
het roerend over eens en ook
over de conclusie dat alles altijd
van omstandigheden afhanke
lijk is. „Boeren is net zoiets als
fietsen. Je kunt wel zeggen: zo
moet je fietsen, maar al trap
pend beslis je ieder moment wat
je moet doen en hoe je moet stu
ren. Na flinke slagregens, als de
grond is dicht geslempt, moet je
zeker wieden. Daar heeft Adrie
weer groot gelijk in."
Onkruidbestrijding is het ge
sprek van de dag, want daar zijn
ze mee bezig op De Rusthoeve.
Het is wat je noemt 'groeizaam
weer' en dat lijkt altijd het
meest te gelden voor gewassen
die je niet wilt hebben op je ak
kertje. Vooral in de biologische
percelen, waar je niet mdg spui
ten, is het mechanisch wieden
geblazen. Met een hakje en een
schrepeltje, ouderwetse werk
tuigen, gaan ze op De Rusthoeve
de plantjes te lijf. Behalve van
de bedrijfsverzorgingsdienst,
krijgen de mannen van De Rust
hoeve hulp van Arjaan en Rinus,
die zijn opgegroeid in het land
bouwbedrijf. Ze hebben allebei
pensioen, wat betekent dat ze
weer mogen werken. Toen ze
nog met de VUT waren, mocht
dat niet. Albert is dolblij dat de
twee de 65 zijn gepasseerd. „Die
mannen kunnen nog met die ou
derwetse gereedschappen om
gaan. Als je ze bezig ziet, sta je
versteld. Net twee jonge kerels.
Ze hebben een enorm tempo en
ze slaan niets over." Zelf noe
men ze zich lachend de vakan
tiewerkers. Ze komen in princi
pe als het hèn uitkomt, maar de
goede, collegiale verstandhou
ding leidt er weieens toe dat ze
hun vrijheid voor de Rusthoeve
opofferen. Met echte vakantie
werkers hebben ze op de proef
boerderij ook ervaring. „We
hadden eens een stel jonge gas
ten die bij iedere meid, die op de
fiets langsreed, van die grote
brullen gaven. Dan schoten ze
de sloot over, achter de meiden
aan. Dat doen deze twee niet",
vertelt Adrie.
Hoognodig is ook weer het be
strijden van de schimmels in de
aardappelen en de uien. Er is al
alarm geslagen over phytopht-
hora, de aardappelziekte die in
gewone-mensen-taal 't kwaad
wordt genoemd. De Noord-Be-
velandse boeren hebben het ad
vies gekregen goed tegen 't
kwaad te spuiten, want er is al
een boer op het eiland die een
aangetaste plant heeft ontdekt.
„Niet dat er zoiets kan gebeuren
als bijna twee eeuwen terug in
Ierland", zegt Adrie. Toen gin
gen vier miljoen Ieren van de
honger dood omdat phytopht-
hora zijn intrede deed. Die men
sen hadden alleen maar aardap
pels en vervolgens helemaal
niks meer te eten. Wij verbou
wen wel meer gewassen waar je
op kunt leven, zelfs pastinaak in
de akkerranden, de knollen die
de Nederlanders aten voordat
de aardappel uit Zuid-Amerika
werd ingevoerd. Maar een boer
kan van 't kwaad in de aardap
pels wel failliet gaan, dat is in
het verleden al gebeurd."
Om een schimmelziekte als phy-
tophthora te bestrijden, moet je
hem goed kennen. De tempera
tuur en de vochtigheidsgraad
hebben sterke invloed op de ma
te waarin 't kwaad de aardap
pelplanten aantast. Bij De Rust
hoeve staat een paal, die precies
registreert en weergeeft hoe de
omstandigheden zijn. Laurens:
„Die palen staan door heel Ne
derland, speciaal voor de aard
appelteelt. De boeren kunnen
hun beleid er heel precies op af
stemmen: wanneer gaan we
spuiten?" Op De Rusthoeve
houden ze hun paal goed in de
gaten.
Mieke van der Jagt
foto Lex de Meester
Leijntje Goossen in haar landschapstuin Hof Moerweie.