PZC Als ik in de tuin zit, is dat op m'n knieën Windlust doet in niets onder voor zijn grote broers Vrijwilligers laten publiek ruiken en voelen dinsdag 3 juni 2003 NATUURLIJK ZEELAND mêm£0S: Zeehond slaapt onder water Gewone zeehonden leven aan de kusten van de noordelijke zeeën; in Neder land in de Waddenzee en in de Delta. Op het eind van de negentiende eeuw kwamen er in de Wester schelde bijna duizend gewone zeehonden voor. Tot vlak voor de Eerste Wereldoorlog nam dit aantal af tot enkele honderden. Dit kwam vooral doordat het beest bejaagd werd. Het was een geduchte concurrent voor de vissers. Er stond een premie op een gedode zee hond. In het Verdronken Land van Saeftinghe is een van de drie hoofdgeulen het Hondegat ge noemd. Er konden daar vaak vele tientallen dieren waarge nomen worden. De laatst gedo de zeehond werd gedood in deze geul. Dat gebeurde met een el- ger, een verboden vistuig. Dit was een soort hark met har- poentanden waarmee ook plat vis gestoken werd. De betreffen de visser dacht nog een premie op te strijken door de rechter- voorvin in te leveren bij de poli tie. Bij het politiebureau aange komen bleek dat het jaar daarvoor de jacht was verbo den. In plaats van een premie op te strijken, kreeg de man een proces-verbaal aan zijn broek. De gewone zeehond behoort tot de echte zeehonden, dat wil zeg gen dat zijn achtervinnen in het verlengde van zijn lichaam lig gen en niet naar voren bewogen kunnen worden, zoals bij de zeeleeuw. Dit betekent dat de zeehond op het land slechts kan kruipen. Hoewel ze op hun buik over vaste grond schuiven met behulp van de voorvinnen, kun nen ze verrassend snel zijn als het nodig is, vooral als ze zich bewegen over een gladde, aflo pende zandbank. Zeehondmannetjes zijn 150- 180 centimeter lang, wijfjes 120-150 centimeter; ze hebben een korte staart van 7-10 centi meter. De vacht bestaat uit kor te haren, variërend in kleur van zilver en grijs tot bruin en bijna zwart. Lichte vachten zijn ge spikkeld en bezaaid met donke re vlekken; donkere vachten hebben lichte vlekken. Het dieptepunt voor de zeehon denpopulatie was begin jaren tachtiger toen er nagenoeg geen zeehonden meer in de Wester- schelde voorkwamen. Het ver vuilde water uit België en Frankrijk was de grootste oor zaak. Door deze vervuiling kwam er bijna geen vis meer voor in de rivier. De waterkwa liteit verbeterde en de stand herstelde zich. Momenteel ver blijven er naar schatting een tachtigtal gewone zeehonden in de Westerschelde. De meeste vissoorten die zij eten leven bij de bodem, zoals plat vis, grondels en dergelijke. Maar ze eten ook krabben en kokkels. Zeehonden kunnen hun neusgaten bij het duiken sluiten, waardoor ze geen water in hun longen krijgen. Het aan tal duiken kan wel oplopen tot vierhonderd per dag. De meeste De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zee land' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse natuurge bieden: onverwachte vondsten en bijzondere gedragingen, kortom, het wel en wee van dieren, plan ten en paddestoelen passeren we kelijks de revue. En natuurlijk ook de successen en mislukkin gen in het beheer. van deze duiken duren korter dan een minuut. Als de zeehond een half uur of langer onder water blijft, dan ligt hij daar meestal te slapen en is-ie niet aan het foerageren. Jonge zeehonden leven na de zoogperiode voornamelijk van garnalen. Na de eerste winter komen daar ook vissen bij. De jongen worden in mei en juni ge boren na een draagtijd van elf maanden. De eerste dagen van hun leven komen de jongen zel den op het droge. Ze brengen him tijd drijvend in het water door, terwijl hun moeders in de buurt blijven. Binnen twee da gen kunnen zij in het ondiepe water zwemmen en duiken, soms geholpen door hun moe ders, die hen met de voorvinnen begeleiden. Vorig jaar is in de buurt van Saeftinghe een drie- Komende maanden worden weer veel Zeeuwse tuinen open gesteld voor publiek. In Buiten gebied komt een aantal daarvan aan bod in een korte serie. Van daag de tuin van Sarina Meijer- de Feijter in Axel. Sarina Meijer- de Feijter heeft het voormalige boe renerf en het weiland van haar ouderlijk huis aan de Sportlaan in Axel een ware metamorfose doen ondergaan. Waar eens de schapen liepen, ligt nu de grote vijver, bloeien niet minder dan 150 rozensoorten, liggen diverse borders op kleur en is ook de ter- rastuin en de kruidentuin ver scholen. Een paradijs van 7500 vierkante meter. Meijer omschrijft haar tuin als een landschapstuin. Hoewel het er zeer georganiseerd uitziet, met strak in vorm gesnoeide buxussen en taxussen, perfect gemaaid gazon, aangeharkte la nen en borders met zorgvuldig gekozen kleurstellingen, heerst er een romantische sfeer. „Bij mij zul je geen rozen in het gelid aantreffen", zegt Meijer. „Rozen komen veel beter tot hun recht als ze temidden van andere planten staan. De kleuren ver sterken elkaar dan." De tuin is alti j d in beweging, mede door de kikkers en libellen bij de vijver. Meijer is geboren en getogen in de voormalige boerderij aan de Sarina Meijer- de Feijter in haar landschapstuin. Sportlaan. Ze is er teruggekeerd en woont er nu met haar echtge noot. De tuin was netjes, maar niet meer dan dat en groene vin gers had ze niet. Dat veranderde in 1980 toen ze door een vrien din werd meegenomen naar De- demsvaart, meer in het bijzon der naar de model tuinen van Mien Ruys, Neerlands meest vermaarde tuinarchitecte. Meijer was verkocht, bezocht diverse tuinen, ook in Engeland, en vatte het plan op haar eigen tuin aan te pakken. Nu komen onder andere de Britten haar foto Camile Schelstraete tuin bekijken. Meijer zocht con tact met tuinarchitect Arend Jan van der Horst en stelde sa men met hem een basisplan op. Van der Horst schiep de grote lijnen van de tuin, Meijer vulde de tuin zelf verder in en kon daarbij gebruik maken van De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens, aan de mensen erachter en aan de positie van de windgemalen in het landschap. Vandaag: molen Windlustin Brouwershaven. foto Lex de Meester tal jongen geboren. Er verblijft een populatie van ongeveer 32 stuks op de Platen van Valkenis- se en bij de Zimmermangeul. Bij vloed steken zij het gevaarlijke, drukke vaarwater over om in Saeftinghe te foerageren. Met name in de zoogperiode zijn ze kwetsbaar. Bij benadering tot op enkele honderden meters vluchten ze het water in. Het is niet nodig om ze te verstoren. Met een goede verrekijker zijn ze vanaf de zeedijk bij de Zim mermangeul, tussen Waarde en Bath, mooi te zien. Ook op de Hooge Platen bij Breskens ko men zeehonden voor. Verder zijn er verspreide exemplaren door de hele Westerschelde. Jos Neve Jos Neve is toezichtcoördinator bij Het Zeeuwse Landschap. Hij is al vanaf 1976 actief in en rond het Verdronken Land van Saef tinghe. unieke elementen die al aanwe zig waren. Zo is de laan van bij na zestig jaar oude lindebomen de inkom van de tuin. Meijer deed er in totaal zo'n vijf jaar over om de tuin aan te leg gen. Ze werkt enkel met vaste planten. „Eenjarige planten zouden in mijn tuin ondoenlijk zijn om te onderhouden. Ik werk per dag al acht uur in de tuin, soms zelfs meer, ik heb er echt een dagtaak aan. Ik zit bijna nooit in mijn tuin, ja ik zit wel, op mijn knieënWie Meijer voorhoudt dat tuinieren in Zeeuws-Vlaanderen een mak kie is vanwege de kleigrond, wordt terechtgewezen. „Ik tui nier hier op zandgrond, mens en zeggen ook wel De Plaat. In de zomer is het dan ook ver woed sproeien, anders valt alles om." Sheila van Doorsselaer De landschapstuin van Sarina Meijer-de Feijter, Sportlaan 3, Axel is geopend in mei en juni (op afspraak via 0115-564051). Toegang: 5,-. Op 24 juni is er van 13.00 tot 17.00 uur een open tuindag (afspraak niet nodig). Foto's van de tuin van Meijer zijn van 12 juni tot en met eind juli te zien in het Jan van der Togt museum in Amstelveen, als onderdeel van de tentoonstel ling De Tuin als Kunst. Windlust is de lilliputter on der de Zeeuwse molens. De voet is twee meter hoog en het wiekenkruis meet er zeven eneenhalf. Daarmee blijft Windlust onder de voor erken ning als officiële molen vereiste hoogtegrens van tien meter. Ver der doet dit curieuze monument in niets onder voor zijn grotere soortgenoten. Windlust is in 1935 door de plaatselijke molenmaker J. van den Hamer gebouwd als demon stratiemodel. Hij bevatte alle essentiële onderdelen, inclusief een steenkoppel voor het malen van tarwe en een buil voor de bloem (die zit er nu niet meer in) Van den Hamer had een wieken- systeem met zelfzwichting ont wikkeld, zo vertelt vrijwillig molenaar Elvin Haak (32). „Op de wieken hingen geen zeilen, ze waren bedekt met houten klep jes. Men spreekt ook wel van ja- louziewieken. Zelfzwichting wil zeggen dat de wieken auto matisch vaart minderen, zwich ten dus, als de wind aanwak kert. Zo krijg je een constante maalsnelheid, hetgeen het meel ten goede komt." Windlust stond vroeger boven op het kippenkot van Van den Hamer. In 1955 schonk hij het molentje aan de toenmalige ge meente Brouwershaven. Het is toen verplaatst naar de huidige plek bij het Slingerbos aan de haven. Van den Hamer was volgens Haak inventief. Zo had de bou wer in de molen een generator aangebracht. „Hij wekte er stroom mee op, zodat in de oor log naar Radio Oranje kon wor den geluisterd. Er liep ook een draadje naar de woning van de buren, waardoor zij in die don kere jaren ook nog wat werden verlicht. Het kwam Van den Ha mer bijna nog duur te staan. De bezetters gelastten op een kwaad moment de sloop van Windlust. Men dacht dat met de wieken seinen werden gegeven aan geallieerde vliegtuigen. Uiteindelijk moest Van den Ha mer alleen de generator afstaan. Toen die buiten lag om te wor den verscheept, wilde hij hem terugstelen, maar daar kon zijn vrouw hem nog juist van weer houden." Het molenaarsvak is Elvin Haak met de paplepel ingego ten. Vader Dirk is al tientallen jaren een bekend voorvechter van de Zeeuwse molens. „Als kind ging ik met hem mee naar Nieuwerkerk waar hij als vrij willig molenaar actief is. Ik was al snel aangestoken door het molenvirus en wilde iedere za terdag mee, weer of geen weer." Aan de hand van pa leerde Elvin het vak. Vanaf zijn veertiende mocht hij de vang bedienen van de molen in Nieuwerkerk. „In 1986 kwam ik op Windlust te recht. Het molentje was er toen slecht aan toe, omdat het jaren clandestien als jeugdhonk was gebruikt. De molen kon niet draaien en de wieken stonden vast in de rouwstand. We kregen hem weer aan de praat. Omdat we nog niet over zeilen beschik ten, bekleedden we de wieken in het begin met landbouwplastic, later ook met stukken hard board. Kortom, het was impro viseren. Met mijn vader heb ik hem toen stap voor stap weer opgeknapt. Eind 1989 was Windlust weer bijna maalvaar- dig." Dan volgt op 25 januari 1990 de beruchte zware storm. „Ik zat thuis al in onrust. Iets over vij ven belde een buurman dat hij een grote klap had gehoord. Een ooggetuige vertelde later dat de storm de molen even omhoog had getild, alvorens deze werd neergekwakt. Dat was huilen, want Windlust is mijn troetel kind." De kap werd door de klap ver nield, evenals de helft van het wiekenkruis. De staart was naar de vaantjes en ook de stelling en de vloeren. De opsomming is niet eens volledig. Het tekent de energie van de Haaken dat Windlust er binnen enkele maanden weer bijstond als van ouds. Geluk bij een ongeluk was dat de gemeente Brouwersha ven de molen goed had verze kerd. Elvin kan nog veel meer vertel len over dit klein, maar dappere monument. Hij doet dat regel matig op zaterdagen, mits hij dan niet actief is op de molen van Eikerzee of op die van Zon- nemaire. De laatste bedient hij samen met senior. Vader en zoon zijn onmisbaar voor het welzijn van de Schouwse molens. Willem Staat Elvin op de stelling van zijn troetelkind, foto Dirk-Jan Gjeltema Adrie Albregtse, Albert Ebbens en Laurens Kamp werken op proefboerderij De Rusthoeve in Colijns- plaat. Op 85 hectare pol- dergrond doen zij, in op dracht van onder meer Zeeuwse boeren, proeven met akkerbouw- en soms tuinbouw gewas sen. 'De Rusthoeve' volgt weke lijks de belevenissen van de mannen van de proef boerderij. In de zomer zijn de vrijwilli gers van De Rusthoeve vooral bezig met 'het publiek': de voor lichting over alle natuuraspec- ten van De Rusthoeve. Ben Zon- nenberg, Kees de Smit en Rob Leenhouts hebben vorige week, tijdens de Week van de Boerde rij, een groot aantal belangstel lenden ontvangen in de schuur waar normaal gesproken aard appelen en uien zijn opgeslagen. Ze hadden zitjes gemaakt, fris dranken klaargezet en, het voornaamste, een tentoonstel ling ingericht over al het werk dat op De Rusthoeve aan ont wikkeling en bescherming van de natuur gebeurt. De drie hebben veel gemeen. Al le drie zijn ze met pensioen of in de VUT. Ben en Rob zijn militair geweest en Kees werkte tot nog geen jaar geleden bij de gemeen te Noord-Beveland. Alle drie zijn ze ook via Aly Wisse als vrij williger bij De Rusthoeve te recht gekomen. Ben en Rob had den via Akkerleven, de club die op Noord-Beveland streeft naar integratie van het agrarische- en recreatieve bedrijf met na tuur en landschap, interesse ge toond in het streekeigene van Noord-Beveland. Aly Wisse, de motor achter heel veel dingen op Noord-Beveland, was er als de kippen bij om hen voor De Rust hoeve te strikken. Kees kreeg, tegen zijn pensioen, gewoon van Aly te horen dat het wel iets voor hem was, dat werk op De Rust hoeve. „En ze had volkomen ge lijk, al moet ik nog veel leren. Gelukkig doen we dat hier ook. We bezoeken allerlei bijeen komsten en cursussen over za ken die met het natuuraspect op De Rusthoeve te maken hebben. Ik ben bijvoorbeeld naar een cursus geweest over monitoren. Zo ben ik beter uitgerust om bij te houden wat er hier in de sloot kanten gebeurt." Rob en Ben hebben zich verdiept in het fe nomeen poelen, waardoor niets in de drinkput van De Rusthoe ve hen nog kan ontgaan. Natuurlijk hebben ze ook alle drie zo hun specialiteiten. Ben is steengoed met de camera, Rob is heel behoorlijk van de tongriem gesneden en Kees heeft als oud beleidsambtenaar veel planolo gische kennis in huis. Rob: „We leren ook steeds beter hoe je din gen aan het publiek moet duide lijk maken. De informatie moet duidelijk zijn, aantrekkelijk ge presenteerd worden en moet als het even kan ook verrassend zijn. Dat laatste lukt wel, want het is een boeiende materie. Maar het moet ook niet te diep graven, anders raken de mensen verveeld. Hier op De Rusthoeve kunnen we mensen dingen op papier en in beeld uitleggen, maar we stappen daarna naar buiten om het in het echt te laten zien. We kunnen ze de dingen la ten voelen en ruiken." Die veelzijdigheid maakt ook voor de drie mannen het vrijwil ligerswerk leuk. Want het is niet alleen zonnig zomerwerk, wat ze doen. Het planten van bo men, knotten van wilgen, het toezicht houden op drinkput ten, akkerranden, slootkanten en de vleermuizenkelder: het gaat 's winters allemaal door. „We hebben met een ploegje bo men geplant op de Boomdijk bij Kats: gezellig was dat. En na tuurlijk was het weer Aly die telkens met wat lekkers langs kwam." Volgens Rob maakt ook de goede relatie met de werkne mers van De Rusthoeve het werk interessant. Tijdens de open dag vorige week hoefden de vrijwilligers geen moeite te doen om het publiek binnen te krijgen: gewoon een bordje met 'welkom' bij het hek. In de warme zon was het limo nadezitje in de schuur een wel kome verkoeling. De hele zomer door komen er groepen op afspraak bij De Rusthoeve langs en telkens ko men de vrijwilligers dan in het geweer. Maar het meest verheu gen de drie zich op volgende maand, als de Noord-Bevelanse schoolkinderen een kijkje ko men nemen. „Die hebben we speciaal uitgenodigd. Ze zullen, net als hun ouders, versteld staan van wat er zo vlak in de buurt, allemaal op de proef boerderij gebeurt." Mieke van der Jagt 'Wê

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 24