Roerdomp roept vanuit het riet
Z'n buuk dee
zó een zêêr van de
ploengzen melk
■Mr
Dat moet slager C. Slager zijn
Nieuwe Raadkaart
23
- .JHKc s
ONDERWEG
dinsdag 3 juni 2003
Kwaliteit
Minnares
Gaslantaarn
- "i
De roerdomp is zeer wintergevoelig: strenge kou overleeft-ie vaak niet.
È&zr*k\>
%lék M
foto Het Zeeuwse Landschap
Wandelend in het vrije
veld onder een heldere
hemel klinkt ineens het on
miskenbare geluid van een
misthoorn. Het 'hoemp, hoe-
mp' draagt kilometers ver.
Een vreemde ervaring. Je
vraagt jezelf af: gaat het wel
goed met me? Wie dat afgelo
pen april en mei overkwam,
heeft zonder twijfel een roer
dompmannetje gehoord.
De karakteristieke, ver dra
gende roep van de roer
domp is in de broedtij d voor al in
de schemering en het donker te
beluisteren. Dat wil zeggen, op
een beperkt aantal plaatsen in
Zeeland. Want de roerdomp, fa
milie van de blauwe reiger, is
een erg zeldzame (broed)vogel.
Het aantal broedparen wordt in
het hele land geschat op 250 tot
300, waarvan nog geen tien in
Zeeland.
Alleen al door het geringe aan
tal is de roerdomp een niet vaak
geziene vogel. Bovendien valt
het dier door de bruine schut
kleur en verticale donkere en
lichte strepen nauwelijks op in
de favoriete leefomgeving: zoet-
watergebieden met veel riet.
Komt er per ongeluk toch een
mens te dicht in de buurt, dan
neemt de roerdomp meteen een
paalhouding aan en versmelt
naadloos met het rietdecor. Het
past allemaal in de teruggetrok
ken leefwijze van de roerdomp.
Het mannetje 'verraadt' zich in
de broedperiode alleen door de
getrouwe nabootsing van de
misthoorn. Het 'hoemp, hoemp'
is zeer herkenbaar. „Een heel
maf geluid. Als je het hoort
klinkt het als een zware, diepe
hoemp", zegt Gerwin Geertse,
Zeeuws districtscoördinator
broedvogels van Sovon Vogel-
onderzoek Nederland. De
landelijke organisatie voor vo
geltellingen heeft 2003 uitge
roepen tot 'Jaar van de Roer
domp'. De indruk bestaat dat
door het geheimzinnige gedrag
het precieze aantal roerdompen
in Nederland nooit echt goed is
vastgelegd. Door nu in de
broedtijd de roepende manne
tjes nauwkeurig te registreren,
wil Sovon dit jaar klaarheid.
Ook in Zeeland zijn vrijwilli
gers in negen natuurgebieden
gaan luisteren.
Net als bij misthoorns van sche
pen klinkt het gehoemp van elke
roerdomp anders. Gelukkig
maar, want daardoor kan aan
het licht komen dat het niet
steeds dezelfde roerdomp is die
roept, maar dat er verschillende
zijn. De roerdomp is zo'n dertig
centimeter kleiner dan de blau
we reiger, heeft een kortere nek
en kortere poten. Het dier voedt
zich vooral met vis en amfibie-
en. Anders dan zijn familielid, is
de vogel veel kieskeuriger bij de
keus van leefgebieden en ook
veel mensenschuwer.
Geertse vertelt dat de roerdomp
een duidelijke voorkeur heeft
voor uitgestrekte natte gebie
den met overjarig riet en zoet tot
licht brak water. Het verklaart
meteen het beperkte aantal in
de Zeeuwse Delta. „Van zoute
milieus houden ze niet. En gro
tere, zoete rietmoerassen heb
ben we in Zeeland nauwelijks",
aldus Geertse. Er zijn twee ge
bieden in de provincie waar ge
regeld twee tot drie broedparen
waargenomen zijn: de niet-toe-
gankelijke Maire bij Oosterland
en het Rammegors tussen Tho-
len en Sint-Philipsland. „Heel
incidenteel zit er wel eens eent j e
ergens anders. Het is echt een
bijzonder beest voor Zeeland.",
weet Gerwin Geertse. „Ik denk
dat we zeker niet boven de tien
broedparen komen." Naast de
twee bekende bolwerkjes Maire
en Rammegors (als de plannen
om dit gebied te verzilten door
gaan, betekent dit trouwens het
verdwijnen van de roerdomp) is
er door de vrijwilligers ook el
ders geluisterd, onder meer in
een inlaag op Noord-Beveland,
het Schengegebied bij Goes en
enkele kreken in Zeeuws-
Vlaanderen. Allemaal gebieden
met zoet water en rietrijke moe
rasvegetaties.
Coördinator Geertse verwacht
van de luisteractie geen opmer
kelijke resultaten. „Ik denk niet
dat er ineens veel meer roer
dompen geregistreerd worden.
Voor de tellers is dat wel jam
mer. Afgelopen winter zijn er
her en der in Zeeland heel wat
gezien en dan is het niet leuk als
het broedseizoen een beetje te
genvalt. Ik ga ervan uit dat de
meeste van de wintervogels
weer vertrokken zijn." Hij gaat
in de loop van juni de balans op
maken.
De aanwezigheid van de roer
domp is niet alleen maar leuk
voor de statistieken en broedvo-
gelatlas, stelt Geertse. „Als je
een broedende roerdomp in een
gebied hebt, dan zegt dat veel
over de kwaliteit ervan." Hij is
wat afwachtend over nieuwe
vestigingsmogelijkheden in
Zeeland, ook al breidt de opper
vlakte aan natuurgebieden uit
en neemt de lengte aan natuur
vriendelijke oevers (met riet
kragen) toe. „Of dat goed is voor
de roerdomp valt nog te bezien.
Hij houdt toch écht van zoete
rietmoerassen." Geertse tekent
aan dat toch vaak sprake is van
met de Deltawateren verbonden
natuur, zoals het plan Tureluur
langs de boorden van de Ooster-
schelde.
Pluspunt is wel dat de roer
domp, net als bijvoorbeeld de
ijsvogel, voordeel heeft bij
zachte winters. De vogel is zeer
wintergevoelig en strenge win
ters zorgen voor een aderlating,
waarbij de stand sterk afneemt.
In de jaren zeventig van de vori
ge eeuw waren er in Nederland
circa 700 broedparen. Door
strenge winters zakte dat tot on
der de 300. Ondanks een aantal
recente zachte winters verloopt
herstel traag.
Rinus Antonisse
Op Neeltje Jans wordt zater
dag 7 juni de natuurexcur-
sie Wandelen rondom de vloed
lijn gehouden, een initiatief van
de Vereniging Natuurmonu
menten, stichting Het Zeeuwse
Landschap en de Nederlandse
Onderwatersportbond (NOB).
De excursie bestaat uit een
tocht onder leiding van een gids
door de duinen en de bezichti
ging van aquaria waarin
duikers hun vondsten uit de
Oosterschelde laten zien. Aan
vang: 14.00 uur, bij het bord
Startpunt natuurexcursies op
de parkeerplaats bij Waterland
Neeltje Jans. Informatie en aan
melden (voor groepen gewenst)
via 0113-569110 (stichting Het
Zeeuwse Landschap) en 0118-
642532 (NOB).
Vereniging Natuurmonumen
ten begeleidt komende zaterdag
een wandeling over de bloem-
dijken in de Zak van Zuid-Be
veland. De excursie begint om
13.30 uur bij het informatiecen
trum van de Schaapskudde aan
de Nieuwkamerseweg 3 tussen
Heinkenszand en Nisse. De
wandeling duurt ongeveer twee
uur. Aanmelden bij het infor
matiecentrum van de Schaaps
kudde: 0113-655268.
Pinkstermaandag (9 juni) wan
delt de boswachter van Natuur
monumenten 's ochtends vroeg
met belangstellenden door het
heggengebied van Zuid-Beve
land. Onderweg vertelt hij over
de vele verschillende soorten
vogels. De wandeling begint om
6.00 uur en duurt ongeveer twee
uur. Startpunt is het informatie
centrum van de Schaapskudde
bij Heinkenszand. Aanmelden
kan daar ook (0113-655268).
rO.\
In februari 2002 werd op Zuid-
Beveland een workshop ge
houden voor mensen die be
langstelling hebben voor het
vertellen van (streek)verhalen.
Jan Swagerman, de Nederland
se goeroe als het om het vertel
len van verhalen gaat, kwam
naar de Schaapskooi in Nisse
om vijfentwintig mensen en
thousiast te maken en uit te leg
gen hoe je aan verhalen komt en
die vervolgens zo vertelt dat het
publiek aan je lippen hangt. Een
groep van tien mensen besloot
om het niet bij die ene dag te la
ten en verder te gaan met het
zoeken naar of schrijven en ver
tellen van verhalen.
Vorige week verscheen een gids-
je met daarin de namen van acht
vertellers die opereren onder de
naam Vertelkring Midden-Zee
land en onderdak vinden bij de
Stichting 't Kerkje van Elles-
diek, één van de oorspronkelijke
initiatiefnemers. In het gidsje
worden de vertellers gepresen
teerd met naam en adres en
wordt informatie gegeven over
de verhalen die zij vertellen en
de voorwaarden waaronder de
vertellers uitgenodigd kunnen
worden.
Het merendeel van de verhalen
is in dialect geschreven en wordt
uiteraard ook in dialect verteld.
Optreden voor publiek leert dat
ook niet-dialectsprekenden het
op prijs stellen verhalen in dia
lect te horen en dat ze de verha
len goed kunnen volgen. Het is
echter geen wet van Meden en
Perzen dat er dialect gesproken
wordt. Dat zou uitsluiting bete
kenen van bijvoorbeeld Joke
van den Bosch-Lamme uit
's-Heerenhoek, die geen dialect
spreekt. Zij vertelt onder meer
het verhaal van 'De geheimzin
nige fles', een zelfgeschreven
klassieker, waarin een jonkheer
een aantal statusgevoelige met
gezellen de les leest. Corrie
Arends uit Middelburg vertelt
zowel in het algemeen Neder
lands als in het Walchers. Zij
heeft een voorkeur voor verha
len waarin spoken, heksen en
toverij een rol spelen. Haar in
spiratie put ze uit bestaande
verhalen. Zo vertelt ze 'De hekse
van de maene' naar een oud ver
haal dat ze vond in het blad Ons
Zeeland uit 1920. Het verhaal
verklaart de dracht van gouden
stukken als onderdeel van de
Bevelandse klederdracht.
Dichterbie 'ekomme 'ieuw
de sterre opeêns in en zetten z'n
eigen op 't 'ööd van 't misje as
een reusachtige trofee en 'ie
straèlden een blauwachtig licht
uut. Mè opeêns was 't licht ver-
dwene! Stemmen klonke uut de
nacht en ze 'öörden oe a een en
gelenkoor een plechtig lied be-
gonne te ziengen:
De lokken luu-e, luu-e van ver
re,/ in Bethlehem riest 'r een
gloeiende sterre./ En in een
schuure di wier geboore,/ 't
Kind dat was uutverkoore./Mè
't aorige ventje dat lustten gin
brie,/ toen kwaème de keunin-
gen aolle drie./Ze brachten 'm
zukke kost'lijken goed,/ daèvan
wier 't ventje rek wee 'eêl zoet'./
De klokken die luu-e 'and en in
'and/ en ielkeên is blie-e in 't
Zeeuwse land.
Het ziengen verstomde en de ge
liefden keeke verwonderd in de
rondte. De maène was verdwene
en ze waère alleêne in de doen-
keren nacht. En toen a de joen-
gen zijn lief vastpakten zag 'n,
dat er twï plaètjes op'eur veur'
ööd blonke as van goud. Die
waère zeker van die sterre van
Bethlehem of 'espronge. Zoa bin
noe de Zuud-Bevelandse boer
innetjes an d'r gouwe stikken
'ekomme.
Rachel van de Vreede en Jo Koe
man komen uit Yerseke en
schrijven hun verhalen zelf.
Soms gebaseerd op zelf beleefde
gebeurtenissen, soms op fanta
sie. Beiden hebben inmiddels
naam verworven vanwege hun
humoristische schetsen. Koe
man weet daarbij ook nog vaak
prachtige Zeeuwse woorden en
uitdrukkingen te gebruiken. Uit
het verhaal 'Jaap van de zon-
dagschoole': „Dienk 't er om dat
je noe wee nie drienkt toet a je
polköögt. Want vorig jaer ao t'er
één van de misj es zê motten
spiên as ze thuuskwam en een
ander kon 's aevond ök nie slae-
pen omdat z'n buuk zó een zêêr
dee van de gróte ploengzen vette
melk en de bolussen en di over-
êêne nog twi repen kwatta.
Cees Traas uit Ellewoutsdijk
bedient zich van bestaande ver
halen uit het Zuid-Bevelands
repertoire en maakt gebruik van
boekjes als 'Eet nooit woste',
'Guus zonder kop' en verhaal
tjes van Bei Cok. Johan de Dreu
en Nel Minnee schrijven hun
verhalen zelf en treden vanwege
hun nauwe betrokkenheid bij
Mooi Zeeland op in de kleder
dracht. Frans van der Heyde uit
Zoutelande kreeg de smaak ook
te pakken, schreef al verschil
lende verhalen in dialect en trad
ook al verschillende keren op
voor publiek. Zijn inspiratie
bron is het dagelijks leven. In
het gidsje worden als voorbeel
den genoemd 'De blomkööe' en
'de Mande'.
„Di was nog hin één pit van 't
hasstel angestoke, mae Tanne
was a an 't koken. Aoles stoeng
herééd, de taefel ao ze hedekt,
mè a ze hin hroent'ao, kon ze nie
verder. Wi bleef die vent toch
Ze wachtte nog vuuf minuten en
toen pakte ze d'r fiets. Ie zou
toch nie...? Ze ree 't durp in, in de
richting van de supermart van
Aolewiense. Mè z'ao heluk. Wan
ze was nog nie bie de wienkel
angekomme, of di zag ze de fiets
van Jaones stae. Tehen 't ekje
van 't uus van Eine Lievense.
Driftig en böös stapte'zafIe
was natuurlijk wi bluuve plak-
ke. Mè, nae wat aorzelen, ont
dekte ze de blomkööle in z'n
fietstasse.
Engel Reinhoudt
De Vertelkring vertelt tijdens
het Open Monumentenweekend
op 13 en 14 september in 't Kerk
je van Ellesdiek. Het gidsje is
daar nu al verkrijgbaar.
W
Het stadje Tholen ligt voor
een groot deel in de Vijf-
tienhonderdgemetenpolder, die
al voor 1220 moet zijn bedijkt.
Het was de eerste afdamming
van de rivier de Striene, eertijds
de grens tussen Brabant, Hol
land en Zeeland. Vanwege de in
poldering moest de tol worden
verplaatst naar de Eendracht.
Zo ontstond de eerste bebou
wing van Tholen. Het oudste
deel, waarin de Hoogstraat ligt,
werd Oude-of Binnenstad ge
noemd. De Buitenstad was het
buitendijkse gebied ten oosten
daarvan, waar de tol gevestigd
was.
Aan de noordzijde van de Bin
nenstad werd in 1364 door Jan
van Chatellon, heer van Tholen,
de Dalempolder (63 hectare) be
dijkt. Daarin vond de uitbrei
ding van Tholen plaats en dit
deel werd de Nieuwe Stad ge
noemd. De straat op de in Bui
tengebied van vorige week afge
beelde ansichtkaart, maakt deel
uit van de Nieuwe Stad. Het
gaat om de Dalemsestraat. De
kaart werd in 1912 door G.J.
Meewse verzonden aan mejuf
frouw Suzanna Griep in Yerse
ke.
C.P. Fase uit Sint Annaland
noemt als indijker van de polder
Jan van Blois. Hij gaf de nieuwe
bezitting de naam van zijn min
nares Sophie van Dalem.
„Links de ingang naar de Be-
bouwdendam. Op de hoek van
de straat staat de winkel van
Arie Janse. Omstreeks 1915
werden er schoolbehoeften ver
kocht. De leerlingen konden
er leitjes, spons- en griffeldozen
en nog veel meer halen. In 1922
was de vleeshouwerij van H. van
Eijk hier gevestigd, later de
winkel van Van der Stel en nog
later de melkwinkel van Piet
Potter."
Dat er schoolspullen werden
verkocht was niet zo verwon
derlijk. „Het gebouw met het
siersmeedwerk op het dak, aan
de rechterkant van de straat, is
de openbare lagere school, die
van 1882 stamt", schrijft T. van
Vossen uit Tholen. „In de Da
lemsestraat waren aan het eind
van de jaren vijftig ongeveer
twintig bedrijfjes en winkeltjes
gevestigd; nu zijn het er nog
vier." Deze inzender geeft aan
dat van de toenmalige bebou
wing weinig meer over is. „De
modernisering in de laatste
veertig jaar van de vorige eeuw
heeft veel van dit moois geruï
neerd."
Volgens J.P. Deurloo- van de
Velde uit Tholen moet de man in
de witte jas slager C. Slager zijn
(met zijn winkel in het pand met
het trapgeveltje rechts op de fo
to). Ernaast de bakkerij Deur-
loo-van Sliedregt en aan de an
dere kant van slagerij Slager de
grutterswinkel van de grootva
der van Marieke de Klerck, ge
volgd door de lagere school, de
zaak van Gerrit Vis, de pastorie
van de Nederlands hervormde
kerk, bakker Deurloo, groente
zaak Nelisse-Mennis en Con
tant. Inzender Deurloo vestigt
speciaal de aandacht op de krui
denierszaak van de opa van Ma
rieke de Klerck. „Zij is de vrouw
van oud-president De Klerck
van Zuid-Afrika. Haar eigen
naam was Willemse."
P. Laban uit Tholen attendeert
op de prominent aanwezige
gaslantaarn. „Die werd elke
avond ontstoken door Kurre-
vink." Inzender Fase weet dat
de eerste steen voor de lagere
school in augustus 1882 gelegd
werd door Susanna Cornelia, de
24-jarige dochter van burge
meester C. J. de Vulder van
Noorden. In 1883 begonnen de
eerste lessen en de school bleef
tot 1965 in functie.
Er werden enkele onjuiste
plaatsen genoemd: IJzendijke,
Zierikzee en Middelburg. De
winnaars van de waardebonnen
zijn: W. Deurloo, Tholen, E. van
Dijke, Zierikzee en G. Vis, Tho
len.
Rinus Antonisse
Het vakantieseizoen staat weer voor de deur.
Op de nieuwe raadkaart worden de toeristen
in klederdracht verwelkomd. De vraag is: in welk
dorp is de foto genomen? Nadere informatie is, als
altijd, van harte welkom. Oplossingen kunnen tot
uiterlijk zaterdag 7 juni worden gezonden aan;
Redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA
Vlissingen, per fax naar 0118-470102 en per mail
naar redactie@pzc.nl. Voor inzenders van goede
oplossingen zijn drie waardebonnen beschikbaar.
Daleir.sche s&aal Tholen.