God stopt mensen niet in de hel
- or -ate—
Kardinaal Simonis,
de baas van
katholiek Nederland
Kardinaal Simonis: „Ik voel me niet alleen een roepende in de woestijn, ik bén het.
foto Phil Nijhuis/GPD
Als ik al die mensen in de mos-
j j kee hun ruggen zie krommen,
zie ik ook de karwatsen van Allah
er overheen gaan." Kardinaal
Simonis (71) vindt het christelijk
geloof minder onderdrukkend
dan de islam, omdat in het chris
tendom de liefde centraal staat.
Hij wil die doorgeven, maar ver
wacht daarbij wel gehoorzaam
heid van de gelovigen. Hoe een
klein denkertje de baas van ka
tholiek Nederland werd.
Simonis; „Als ik al die flats zie, die
kleine behuizingen waar ouders
met twee of drie kinderen altijd op el-
kaars lip zitten en elkaar verdragen,
dan zie ik geen sprookje. Ik heb er gro
te bewondering voor, maar ik heb niet
het idee dat ik iets heb gemist. Na
tuurlijk, er is een periode van liefde en
romantiek, die is heel mooi en dat
moet ook, maar die gaat voorbij. Ik
heb nooit spijt gehad dat ik niet voor
zo'n leven heb gekozen en ik heb ook
niet het gevoel dat ik een eenzamer le
ven leid dan anderen. Het menselijk
bestaan op zich kent de nodige een
zaamheid Ook als je getrouwd bent,
want ieder mens is een hele eigen we
reld op zich. Eenzaamheid is een di
mensie van het menselijk bestaan.
Ik heb altijd geweten; dit is mijn le
vensweg. Wat niet wil zeggen dat het
allemaal vanzelf is gegaan De roe
ping tot een religieus leven is geen ge
baand pad. Op de weg ernaar toe heb
ik gezien dat er een heleboel lieve juf
frouwen rondlopen. Dan krijg je
strijd, een innerlijke strijd. Ik heb me
afgevraagd: 'Kan ik dit aan? Is dit
mijn weg?' Door te bidden en te praten
met verstandige mensen is mijn keuze
nooit beschaamd geworden.
Stel dat je voor de huwelijkskeuze
staat, denk je dan eens in wat er alle
maal kan gebeuren. Gehuwd zijn, dat
is een offerleven. Zeker in deze tijd
waarin veel mensen zich niet door het
verstand maar door het gevoel laten
leiden, is dat geen geringe opgave.
Mensen denken: 'Ik voel niets meer,
dus het is over.' Maar de liefde bewijst
zich pas als het gevoel wegvalt. Men
sen die in liefde met elkaar verkeren,
in liefde met hun kinderen, mensen
die niet opgeven, daar trek ik me op
een geweldige manier aan op. Ik zie
mijn leven in dienst van huwelijk en
gezin. Mijn celibaat is voor hen een
soort 'counterpart'.
Ik voel het zeker ook niet als een gemis
dat ik geen kinderen heb. Ik heb veel
geestelijke kinderen, mensen die zeg
gen dat ze veel hebben gehad aan hun
contact met mijEn vergis u niet: kin
deren geven niet alleen maar vreugde.
Alleen al de angst voor wat er alle
maal met ze kan gebeuren, kan een
grote last zijn voor ouders. En ik ken
genoeg ouders die lijden onder hun
kinderen. Kinderen kunnen een zegen
zijn, maar ook een beproeving.
Voor iemand uit een gezin van elf kin
deren is mijn keuze misschien wat op-
merkelij kmaar u moet weten dat ik al
op mijn zesde priester wilde worden.
Geloof en kerk waren in die tijd, de ja
ren dertig, een vanzelfsprekend on
derdeel van het leven. Je kwam slechts
sporadisch mensen tegen die niet ge
lovig waren. De pastoor en de priester
in ons dorp Lisse hoorden bij de ge
meenschap. Mensen tegen wie ik op
keek. Zoals andere jochies piloot en
brandweerman wilden worden, wilde
ik pastoor worden. Ik weet nog heel
goed dat de pastoor overleed toen ik
zes was. Ik zag dat lijk opgebaard en
dat zette me ongelooflijk aan het den
ken over leven en dood. Het is mis
schien een groot woord, maar ik was
een klein denkertje. Zo jong als ik was,
dacht ik al na over het mysterie van
het leven. Mijn ouders vonden het ook
helemaal niet vreemd dat ik naar het
seminarie wilde. Ze zeiden: 'Als dat je
keus is, moet je er maar goed voor bid
den dat het werkelijk je weg mag zijn'
Ik kom uit een gelovig gezin, maar
kinderen leefden toen sowieso veel
verdiepten Het waren andere tijden.
Ik ben sober opgevoed en niet alleen
omdat het crisistijd was. Mijn vader
was tandarts en hoorde tot de notabe
len van het dorp Hij had een behoor
lijk inkomen, wij leden beslist geen
armoe, maar wij aten altijd dubbele
boterhammen die je niet te dik mocht
besmeren. Alleen op zondag kregen
we kadetjes met roomboter. Als er een
circus kwam, wist je niet watje zag.
Tegenwoordig zijn kinderen zo ver
wend. Via de televisie krijgen ze alles
zo tot in de perfectie te ziendat het al-
lemaal gewoon voor hen is geworden.
Wij wisten nog wat verwondering
was. wat blijdschap was. Met een hal
ve cent was je de koning te rijk.
Ik ben opgevoed met de vraag: 'Wat
maak je van het leven?' Ik heb als kind
al heel sterk het bewustzijn gehad dat
je het leven hebt gekregen, dat het een
opdracht is en dat je het in dienst moet
stellen van anderen. Niet dat je vóór
alles aan jezelf moet werken. Tegen
woordig zijn ouders moe; ze hangen
voor de tv en de kinderen moeten het
zelf maar uitzoeken. Nee, ik overdrijf
niet. Ik ben bang dat dit een breed om
zich heen grijpend fenomeen is, al is er
wel een verschil tussen stad en platte
land. In steden leven mensen meer
langs elkaar heen, meer voor zichzelf.
Op het platteland zie ik nog wat meer
samenhang, wat meer gemeenschaps
gevoel. Maar over het algemeen zie ik
een getraumatiseerde samenleving:
Zie maar dat je aan je trekken komt.
Pakken wat je pakken kunt. Iedereen
heeft het gelijk aan zijn zijde.
De essentie van mijn leven, van mijn
geloof, is dat God mens geworden is
via zijn zoon, Jezus Christus. Dat is
liefde. Ik ben op deze wereld om die
liefde door te geven aan anderen. Ik
zal een keer ter verantwoording wor
den geroepen, ik zal een keer ant
woord moeten geven op de vraag: 'Wat
heb jij met je leven gedaan? Heb je
voor jezelf geleefd of heb je voor ande
ren geleefd?'
Niet omdat ik bang ben om naar de hel
te gaan. O nee, God stopt mensen niet
in de hel, dat doen mensen zelf. Men
sen kunnen het leven voor zichzelf en
voor elkaar tot een hel maken. Ik rea
liseer me heel goed dat ik faal. Daar
om belijd ik schuld, doe ik boete,
biecht ik. Ik blijf het proberen, ik on
derzoek mezelf, ik wil mijn geweten
op peil houden. Ben ik niet te lui, te
lauw? In de Apocalyps, het laatste bij
belboek, staat: 'Omdat u heet noch
koud bent. maar lauw, spuug ik u uit'.
Ach, Nederlanders zijn zo lauw. Wij
relativeren, vinden alles één pot nat.
Maar vooral: alles moet leuk zijn. We
willen een leuk leven Je hoort vaak:
'Nee, ik ga niet naar de kerk, want
daar heb i k geen zin indat vind ik niet
leuk'. Dat vind ik toch zó'n onder
maatse levenshouding! Een heleboel
dingen zijn niet leuk, maar wel ont
zettend belangrijk. Mensen vragen
me vaak of het leuk is om bisschop te
zijn, om kardinaal te zijn. Dan stel ik
altijd een wedervraag: 'Vindt u het
leuk om vader en moeder te zijn?' Dat
is ook lang niet altijd leuk. Maar wel
belangrijk Waar die houding van
daan komt? De mens is geneigd tot
egoïsme. Ik heb niets tegen zelfbe
wustzijn, integendeel zelfs, maar ik
heb heel veel tegen zelfverwerkelij
king. Je bent een schepsel, maar geen
schepper.
Ik wil niet zeggen dat je alleen een
goed mens kunt zijn als je gelovig
bent. Frits Bolkestein heeft eens ge
zegd dat christenen niet het alleen
vertoningsrecht hebben op medemen
selijkheid. Daar heeft hij volkomen
gelijk in. Je kunt bijvoorbeeld als hu
manist ook zeer medemenselijk zijn
Maar voor mij is de combinatie met
geloof vanzelfsprekend. Ik zie God
niet als iets, maar als iemand, als een
persoon. Heel duidelijk. Omdat hij,
via zijn zoon, mens is geworden De
Bijbel is veel meer dan een verhaal.
Het is geen verzameling fictie die je
kunt interpreteren zoals je goed
dunkt. Het is de geschiedenis van een
gebeuren, van een werkelijkheid. De
ontsnapping van het joodse volk uit
Egypte is waarlijk gebeurd. Jezus is
waarlijk verrezen. Als u zegt dat je het
ook zou kunnen zien als een idee - dat
we de dood niet lichamelijk overwin
nen, maar bijvoorbeeld door voort te
leven in de geest van anderen - dan zeg
ik: 'Heel mooi, maar fk neem de din
gen ontzettend graag letterlijk'. Ik
leef vanuit het gebeuren. Het manna
uit de hemel is voor mij een echt won
der, want wonderen zijn nodig en mo
gelijk. Mensen zeggen: 'God kan geen
wonderen doen'. Dan ben ik niet
kwaad, maar bedroefd. Ik zeg: 'Lees
de bijbel, het kan wél, het gebeurt!'
Ik ben tegen die hele cultuur van 'Het
verhaal gaat', de door dominee Ter
Linden gepopulariseerde versie van
de bijbel. Het woord is vlees gewor
den, God is mens geworden. Dat is
werkelijk gebeurd. Als je daar een
verhaaltje van maakt, verraad je het
christendom.
Ik zou daar met dominee Ter Linden
pittige discussies over kunnen heb
ben. Hij zal zeker zeggen dat ik de din
gen niet goed zie. Ik vind het zeker een
positief aspect dat hij mensen met zijn
preken en boeken voor het geloof inte
resseert, maar tegelijkertijd zeg ik:
'Dit kan niet.Als ik bepaalde vooron
derstellingen loslaatgaat het hele ge
bouw eraan. Ik weet het, men vindt
mij een fundamentalist. Ik geloof in de
maagdelijke ontvangenis van Chris
tus in de maagd Maria. Daar geloof ik
fundamenteel in Maar daarmee ben
ik geen fundamentalist. Ik zal geen
zelfmoordgordel omdoen om anderen
van mijn geloof te overtuigen. U ziet:
de begrippen fundamenteel en
fundamentalist luisteren heel nauw.
De islam is geen fundamentalistisch
geloof, maar zij heeft wel vele funda
mentele volgelingen. Ik kijk met veel
respect hoe al die mensen in de moskee
hun ruggen krommen, maar ik zie te
gelijk ook de karwatsen van Allah er
overheen gaan. Dan is het christelijk
geloof toch veel minder onderdruk
kend en veel rijker, omdat God mens is
geworden. De islam daarentegen is
een star monogeloof: Allah zit daar in
zijn verheerlijkte eentje, als een verre
god, hoog op een berg. volledig geïso
leerd van de mensen. Waarom de islam
dan groeit en de christelijke kerken
zijn leeggelopen? Omdat de islam een
hele eenvoudige godsdienst is. En
door het bidden natuurlijk. Bidden
verandert een mens. Ik sprak onlangs
een moslim en vroeg hem of hij zijn ge
loof beleed. Hij vertelde dat hij elke
dag vijf keer bidt. Voor zonsopgang
had hij al voor de eerste keer gebeden.
Als je vijf keer per dag bidt, ga je op
den duur veranderen. Moet je bij ons
komen. 'Bidden7 Hoe bedoelt u7 Bid
den? O nee bisschop, daar ben ik over
heen.' Mensen willen het allemaal zelf
uitmaken.
In het boek Genesis staat dat je overal
mag aanzitten, dat je overal van mag
genieten, maar niet van die ene boom,
de boom van goed en kwaad. Wat goed
en kwaad is. maakt God uit, niet wij.
Ik zie dat veel mensen daar niet naar
luisteren, maar ik zeg: 'Die lijn moetje
volgen'. Gehoorzaamheid is het pa
rool. De apostel Paulus spreekt niet
voor niets bij voorkeur over 'de ge
hoorzaamheid van het geloof'. Toen
het joodse volk door de woestijn trok,
zeiden de mensen massaal tegen Mo-
zes dat ze niet wilden. Maar Mozes zei
'We gaan door.' Ik zeg: 'Beste mensen,
het spijt me, maar we gaan zo door'.
Ik vóel me niet alleen een roepende in
de woestijn, ik bén het. Ach, in de 32
jaar dat ik het ambt van bisschop ver
vul heb ik leren leven met de kritiek.
In bijbels perspectief: Christus zei'Ze
zullen mij vervolgen en ze zullen jou
vervolgen' Ja, it's a pity.
Ik heb een leidinggevende positie en
daarin moet ik dikwijls beslissingen
nemen die zeer onwelkom zijn. Maar
als ik met een geweldig probleem zit,
kan ik daar meestal met anderen over
praten. Soms niet, dan moet ik het he
lemaal alleen doen, en dat geeft dan
wel een eenzaam gevoel. Dat heeft een
minister ook, een chirurg ook. Er zijn
veel mensen in zo'n positie. Maar als je
gelooft, ben je niet eenzaam. De Heer
is met mij en dus ben ik nooit alleen.
Dat is een troost, maar in de eerste
plaats een steun. Die heb ik nodig,
want het leven is zo absurd. Als je al
leen al kijkt naar de ongelijkheid, de
massale armoede in Afrika, in India,
daar kan ik ziek van worden. Het
kwaad van abortus, het gelegaliseer
de kwaad, oorlogen die we voeren, die
absolute waanzin alleen om de we
reldkaart een beetje te veranderen. Ik
vind nog steeds dat de oorlog tegen
Irak niet gevoerd had mogen worden.
Een preventieve oorlog is nooit ge
rechtvaardigd. Wat zijn dan de crite
ria? Moet er olie in de grond zitten?
Voor mij, voor de kerk, is een oorlog
enkel en alleen gerechtvaardigd als
het pure zelfverdediging is.
Gelukkig heb ik, net als ieder mens,
mechanismen om de absurditeit van
het leven van me af te zetten. Nee, niet
door naar voetbal te kijken. Ik heb
vroeger wel gevoetbald, maar ik was
nog te slecht voor het vijfde. Ik heb
niet naar Ajax in de Champions Lea
gue gekeken, want ik weet dat ik daar
veel te nerveus van word. Ik leef me
dan zó in! En al die mensen die elkaar
maar lopen te schoppen, daar kan ik
niet tegen. Nee, dan lees ik liever mijn
drie kranten en kijk ik 's avonds naar
Nova. Maar troost, werkelijke troost,
vind ik toch vooral in muziek. Als ik
de muziek van Bach hoor, dat is pure
schoonheid, ontroering. Over Bach
kan ik eindeloos lyrisch praten, al is
het niet zo goed als Maarten 't Hart het
verwoordt. Hij heeft een merkwaar
dig geloof, maar hoe hij over Bach
praat... Als er één bewijs voor het be
staan van God is, dan is het Bach. Als
ik Bach hoor, dan krijg ik hoop, besef
ik dat God de bron is van alle schoon
heid, besef ik dat sinds Christus uit de
dood is opgestaan het hopeloze is ver
anderd in het hoopvolle.
Of ik tegen de stroom in roei? Wat
dénkt u?! Voor velen is het abracada
bra wat ik zeg. Als ik mijn geloof niet
had, hield ik het niet vol, zou ik als
mens mislukken. Ik ben niet sterk, ik
ben taai. Ik heb pas kou gevat, waar
door mijn chronische bronchitis weer
opspeelt, maar ik moet door. Dat lukt
met een antibioticakuur. Het is een fa
miliale kwestie, die bronchitis. Dat
taaie trouwens ook, dat heb ik van
mijn moeder.
Ik heb niets te klagen, maar naar om
standigheden gaat het redelijk slecht
met me. Kijk eens naar de paus. Als ik
hem zie, denk ik ook wel eens. 'Hoe
houdt hij het vol?' Theoretisch kan hij
aftreden, maar praktisch met. Hij
móet het afmaken. Dat hij het vol
houdt, en met die beperkingen, is bo
venmenselijk. O nee, ha, neenee, het is
nooit een droom van me geweest om
paus te worden. Alstublieft zeg!
Ik ben me ontzettend bewust van de
kleinheid van ons mensen. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog viel er op een
dag per ongeluk een bom op Lisse,
waardoor acht mensen omkwamen.
Plotseling, zomaar. Op mijn zeven
tiende heb ik gezien hoe tijdens het
voetballen een kameraad van mij zo
maar dood neerviel. Daarna ben ik ja
renlang bezig geweest met de vraag:
'Wat is een mens waard?' We denken
dat we heel wat zijn, maar er hoeft
maar dit te gebeuren en het is over. Ik
ben me er zó van bewust dat we niets
te vertellen hebben. Het is een sterke
boodschap. Het Nieuwe Testament is
niet zomaar wat. Als je daarin gelooft,
kun je alles hebben, zie je alles in de
goede verhouding Maria zei tegen
Bernadette, het meisje aan wie zij in
Lourdes in de negentiende eeuw enke
le malen verscheen: 'Ik zal je niet hier
op aarde gelukkig maken, maar in de
hemel' Dit leven is voorbereiding. Dit
aardse bestaan is uiteindelijk een tra
nendal.
Dat wil overigens niet zeggen dat ik
me verheug op de dood. De dood is een
moeilijke gang. Het is een heel smal
poortje waar ik door moet. In die zin
juich ik de dood niet toe, al weet ik dat
daarna het echte leven komt en dat ik
op een of andere manier mijn ouders
zal terugzien. Mensen die zielsveel
van je hebben gehouden en van wie jij
zielsveel hebt gehouden, die zul je
weer terugzien Ik geloof dat niet op
een kinderlijke manier, niet in de zin
van gezellig een kopje thee met elkaar
drinken, maar wel van persoon tot
persoon. Ik kan me niet goed voorstel
len hoe het zal zijn, daarvoor is het té
groot Pas nog een jongen tegen me: 'U
hebt het steeds over God en geloven,
maar ik zie niets'. Ik pakte een transis
torradiootje, drukte op een knopje en
plotseling had ik zestien stations. Ik
zei: Ik zie er geen barst van, maar toch
is het oer-reëel."
Dick Hofland