Betrokken op een afstand
Concoursspecialist
schrijft gids voor
pianoliefhebbers
De entertainer heeft nog lang niet genoeg sterren
Piet den Blanken
27
Guus Alink
Bob Hope
100 jaar
donderdag 22 mei 2003
foto Evert-Jan Daniels/GPD
Patrouille op de grens tussen Slovenië en Italië. foto Piet den Blanken/GPD
ussen de allereerste foto die hij als 22-jarige maakte
voor het Brabants Dagblad - een ietwat
romantische foto van een schaapsherder - en die
van een gevluchte Serviër die hij recentelijk maakte in
Slovenië, zit een wereld van verschil. Maar eigenlijk ook
weer niet, want Piet den Blanken fotografeert nog altijd met
evenveel passie en betrokkenheid. Maar steeds de
onderwerpen die hem na aan het hart liggen: sociale en
economische onderwerpen. En daarvoor reist hij zo ongeveer
de hele wereld af.
Hij is fotograaf, maar ver
enigt eigenlijk twee disci
plines in zich: die van journalist
en geschiedschrijver. „Mijn am
bitie is ooit nog eens een foto
van mezelf terug te zien in een
geschiedenisboek - dat zou ik
fantastisch vinden."
In 1951 geboren in Wijbosch,
heeft hij veel respect voor zijn
ouders die agrariër zijn, maar
hij kiest voor de mulo en vervol
gens studeert hij scheikunde op
de HTS in Eindhoven. Nadien
zou hij verplicht onder de wape
nen moeten, maar daar voelt
Den Blanken helemaal niets
voor; een alternatieve dienst
plicht volgt. En daarna blijkt er
bij het Brabants Dagblad een
vacature voor laborant te be
staan.
Den Blanken: ..Ik had nog hele
maal niets met fotografie, maar
een donkere kamer heeft na
tuurlijk wel iets van een labora
torium, dus ik had de goede ach
tergrond." Er ging een wereld
voor hem open: „Dat was echt
een onthulling. Niet eens zozeer
de fotografie, maar het gegeven
dat iedereen daar op die krant
bezig was met de maatschappij.
Dat vond ik prachtig. Ik had ook
onmiddellijk het gevoel: hier
wil ik iets mee en ben daarna ge
lijk de fotovakschool gaan vol
gen."
En dus toert Den Blanken op het
brommertje van zijn vader van
het ene naar het andere onder
werp, te beginnen met die
schaapsherder. „Maar op zon
dagmiddag vooral veel voetbal,
Erp-6 tegen Sint Oederode-5;
dat soort foto's. En dat moest al
lemaal binnen een kwartier,
want de volgende wedstrijd
wachtte dan alweer. Ja, toen heb
ik veel geleerd, zowel in tech
nisch opzicht als qua vormge
ving."
Na een jaar te hebben gewerkt
als practicum-assistent op een
school in Breda, kwam hij te
recht bij de Kritische Filmers in
diezelfde stad en daar voelde hij
zich meer thuis: „Toen werd zo
gezegd de revolutie gepredikt en
daar wilde ik mijn bijdrage aan
leveren. Dia's heb ik toen ge
maakt, veel dia's, over wonen,
arbeidsverhoudingen en verge
lijkbare. politiek getinte onder
werpen."
Reportages voor dagbladen vol
gen, maar ook opdrachten voor
de vervoersbond FNV „Demas-
sasluitingen in Rotterdamse ha
ven bijvoorbeeld en de stakin
gen daar, dat waren mijn onder
werpen." En van het een kwam
het ander, want Den Blanken
wilde in die jaren zelf wel eens
zien wat dat Oostblok nu pre
cies inhield en trok erop uit: ver
bleef lange tijd in de DDR en
kwam weer met een indringen
de reportage thuis. Een reeks fo
to 's over de landarbeiders in An-
dalusië volgde.
„Natuurlijk ben ik nieuwsgie
rig, dat is de journalist in mij.
Maar ik heb dan een voorkeur
voor onderwerpen die politiek
interessant zijn en waarbij ik me
weg kan'. En ik heb nog altijd de
ambitie om visuele geschiedenis
te maken en daar past dat vlug
ge helemaal niet bij. Je hebt af
stand en tijd nodig om goede
keuzes te maken.
Hij noemt als voorbeeld een al
wat oudere foto van Cas
Oorthuys die hem zeer aan
spreekt: kleding die te drogen
ligt op een veldje ..Was die foto
toen genomen met een digitale
camera, dan was die beslist ge
wist - zo alledaags, zo simpel.
Maar nu onderkennen we de
waarde van die foto en voegt het
iets toe aan ons beeld van die
tijd."
Dat alles neemt niet weg dat hij
wel degelijk thuis is op de com
puter. Alle foto's drukt hij zelf af
en worden door hem gescand.
„Ik kan nu niet meer met een
stapeltje foto's bij een krant
aankomen - stel je voor... Dan
vragen ze toch aan mij: wat zijn
dat...?!"
Naast de voorbereidingen voor
de tentoonstellingen is hij ook
druk doende met het maken van
een opmerkelijk boek. Alle kin
deren die bij hem op de kleuter
school zaten, gaat hij nu langs.
Hij volgt ze een dag en maakt fo
to's. „Een dag uit het leven van
een persoon die een binding met
mij heeft, op een speciale ma
nier." Die foto's komen in een
boek dat in het najaar wordt ge
publiceerd. En verder? „Ik zou
graag weer eens terugwillen
naar El Salvador; de ontwikke
lingen van nu volgen Kijken
hoe het de mensen nu vergaat,
kijken hoe het er nu is.. Lacht:
„Ja, weer de journalist en ge
schiedschrijver ineen.Ik kan
er ook niets aan doen."
Rob Schoonen
Fototentoonstelling 'Grensgeval
len' van Piet den Blanken. Grote
Kerk, Breda. Ma t/mza van 10.00 tot
17.00 uur en zo van 13.00 tot 17.00
uur. T/m 15 juni. Op3 juni, 20.00uur
debat 'Fotografie - wapen of kunst?'
Fototentoonstelling 'Hoeren, inter
nationaal gezien', De Engelbewaar
der, Kloveniersburgwal 59, Amster
dam. Tot 3 juli. Foto's van Piet den
Blanken zijn ook te zien op de foto
manifestatie in Naarden van 29 mei
tot 22 juni
betrokken voel. Waar dat van
daan komt? Geen idee. Mijn va
der stemde braaf KVP, maar
van hoogwaardigheidsbekle
ders moest hij niets hebben. En
mijn broers en zus stemmen ook
allemaal links, die hebben dat
ook enigszins. Misschien komt
het daar wel vandaan."
Voorbeelden heeft Den Blanken
niet echt. Hij noemt Roman
Vishniac, een Poolse fotograaf
die jarenlang de getto's fotogra
fisch vastlegde. En het werk van
Amerikaanse fotografen als
Dorothea Lange en Walker
Evans spreken hem zeer aan. In
Nederland noemt hij Rob Hui-
bers en ook Daniel de Koning;
die laatste vooral vanwege zijn
vormgeving, niet wat de onder
werpen betreft. „Wie ik echt be
wonder is Kees Slager, onder
meer werkend voor de VPRO.
Dat is in mijn ogen een waar
achtige onderzoeksjournalist.
Voor het boek over de waters
noodramp heeft hij tientallen
gesprekken gevoerd met de
mensen die het hebben meege
maakt. Idem voor zij n boek over
landarbeiders in Zuidwest-
Brabant. Geen hoogdravend ge
doe, maar praten met die men
sen die op hun knieën door dat
veld baggeren. Prachtige jour
nalistiek vind ik dat, die later
veel betekenis kan hebben
Van het Brabantse gehucht Wij
bosch naar El Salvador, of Ni
caragua, of Brazilië en Cuba
lijkt een hele stap, maar Den
Blanken benadert dat met een
hem kenmerkende houding: be
trokken en toch altijd als waar
nemer: „Waar ik ook werk, op
locaties die mij iets doen en er
volgens mij ook toe doen, ben ik
bezig als fotograaf, maar ook als
journalist. Dat wil zeggen datje
niet te veel betrokken mag ra
ken. Sommige journalisten
doen dat wel en dan zie je het
vaak mislopen. Ik heb altijd
partij gekozen, maar ben tege
lijkertijd ook journalist, waar
nemer, gebleven. Dat is volgens
mij de enige manier waarop je
dit werk goed kunt doen."
Het maatschappelijke trekt
hem het meest aan in zijn werk,
maar ook het ambachtelijke
doet hem iets: „Ik had ook goed
boekbinder of timmerman kun
nen worden, denk ik wel eens."
Een digitale camera is aan hem
dus niet besteed; hij houdt het
bij zijn Leica en vergelijkbare
'ouderwetse' toestellen. „Om
dat ik een beetje bang ben dat
met de digitale fotografie er te
snel beslist wordt dat 'iets wel
reld voor een stel kenners achter
een tafel te presenteren. Waar
maak ik met mijn repertoire de
meeste kans? Hoe hoog is het
prijzengeld? Krijg ik de kans
met orkest te spelen? Word ik
eventueel met contracten be
loond? Alink zit klaar om zulke
vragen te beantwoorden. Als
zijn boek dat al niet doet.
Hij bezoekt tegen de twintig
pianoconcoursen per jaar en
houdt op andere manieren con
tact met de rest. Hij kent ieder
een in die wereld, adviseert,
houdt lezingen. En tijdens me
nig concours zit hij achter een
tafeltje bij de ingang om zijn
boeken te verkopen. Van zijn
nieuwe uitgave heeft hij in
Duitsland drieduizend exem
plaren laten drukken.
Ooit dacht hij, bezeten systema
ticus als hij toen al was, alle mu
ziekconcoursen in één boek te
kunnen samenbrengen. Maar
dat bleek onhaalbaar. Hij be
sloot zich, hoewel hij zelf ijverig
viool heeft gespeeld, voortaan
op de piano te concentreren.
„Dat is een echt concoursin
strument waarmee je kunt tri
omferen. Het is volkomen zelf
standig, heeft geen begeleiding
nodig. Er zijn ook veel meer pia-
noconcoursen dan concoursen
voor andere instrumenten. Of je
er nu voor of tegen bent, dit is de
manier waarop jonge, talent
volle musici proberen een loop
baan als solist op te bouwen. Er
zijn er die er bijvoorbeeld een
jaar voor uittrekken om aan een
aantal concoursen mee te doen.
Sommige pianisten zie ik vaak
terug Of al die spanningen en
inspanningen de moeite lonen?
„Vaak niet", zegt Alink. „Van
veel prijswinnaars hoor je nooit
meer iets."
Het gaat er in die wereld steeds
harder aan toe, meent hij. „De
rivaliteit is sterk. Onder con
coursen, maar vooral onder de
pianisten Vroeger was het vaak
iets gemoedelijker. Alleen bij de
Russen was het altijd menens.
Die kwamen met een hele dele
gatie. De psychische druk op de
deelnemers was daarbij enorm.
Zijn concoursgids is strak, sys
tematisch opgezet. Tevergeefs
zoeken we de kleurrijke verha
len die hij privé wel wil vertel
len. Over af en toe een amoureu
ze verbinding tussen een
deelnemer en iemand uit de jury
bijvoorbeeld. Of over vriendjes
politiek bij sommige Italiaanse
concoursen. Hij heeft herhaal
delijk juryleden met verhitte
koppen naar buiten zien komen
Corruptie? Guus Alink lacht
slim. Hij moet als regelmatige
gast van al die concoursen voor
zichtig zijn. „Zo'n vaart loopt
het nu ook weer niet."
Aad van der Ven
Gustav A. Alink 'Piano Competi
tions Worldwide'
ISBN 90-72579-06-2.
foto Johan van Gurp/GPD
In Brussel wordt tot 7 juni een
strijd op de piano gevoerd op
het Koningin Elisabeth Con
cours. Wat er ook gebeurt, niets
zal Guus Alink ontgaan Aan
zijn reeks boeken over piano
concoursen voegde hij onlangs
weer een deel toe.
Bij het Internationaal Franz
Liszt Concours in Utrecht mo
gen ze hun handen dichtknij
pen. Vijf sterren heeft dit drie
jaarlijkse evenement gekregen
in het boek 'Piano Competi
tions' van de Hagenaar Guus
Alink. Dat is de hoogste note
ring in de 'Michelin-gids' voor
pianoconcoursen
Vijf sterren ook voor het Konin
gin Elisabeth Concours, waar
voor ruim honderd jonge
pianisten naar Brussel zijn ge
komen. Die beoordeling berust
op zaken als betrouwbaarheid,
organisatie, hoogte van prijzen,
aandacht voor de deelnemers,
niveau van de jury en nog veel
meer.
De wiskundige en concoursver-
slaafde Guus Alink publiceerde
vijftien jaar geleden al in eigen
beheer een handboek, dat een
inventarisatie bood van die
vreemde wereld waarin muzi
kale en sportieve prestaties bij
elkaar komen. Sindsdien is het
aantal pianoconcoursen onge
veer verdrievoudigd. Het werd
hoog tijd voor een herziene uit
gave.
Alink vond het verstandig zich
deze keer te beperken tot de in
ternationale competities. Dat
zijn er zo langzamerhand tussen
de vier- en de vijfhonderd. En
hij besloot naast een kwantita
tief ook een kwalitatief onder
zoek in te stellen. Want de keus
is niet gemakkelijk voor die on
telbare jonge pianisten die aan
dit soort krachtmetingen willen
meedoen, vaak in een wanhopi
ge poging een plekje in het inter
nationale concertbedrijf te ver
overen. Dus ging Alink over op
een Michelin-achtig sterrensys
teem, van één tot vijf.
Niet achter alle concoursen
staan overigens sterren. Van
sommige minder prominente
evenementen - in Italië heeft
langzamerhand elk dorp een in
ternationaal pianoconcours -
weet hij te weinig. Of het zijn
competities, waaraan ook be
spelers van andere instrumen
ten meedoen. Die behoren niet
tot de 'echte' pianoconcoursen,
die Alink graag bezoekt. Met als
toppers de 'heel strikte maar
toch vriendelijke' Brusselse Ko
ningin Elisabeth Wedstrijd ('te
recht hoog aangeschreven'), het
Chopin-concours in Warschau,
het Tsjaikovski-concours in
Moskou, het concours van
Leeds en de Van Cliburn Com
petition in het Amerikaanse
Fort Worth. Hij is, nadat hij een
punt had gezet achter zijn werk
als wetenschappelijk onderzoe
ker aan de Technische Universi
teit Delft, full-time-concours-
specialist.
Samen met de pianiste Marta
Argerich richtte hij de Alink-
Argerich Foundation op. Achter
die naam schuilt een servicebu
reau voor jonge pianisten, die
het in hun hoofd hebben ge
haald om zich ergens op de we
Omdshij zich uit de openbaarheid terug-
Gtrok, is hij al diverse malen ten onrechte
•wdverklaard Maar de Amerikaanse f ilm-
'Cteur Bob Hope wordt eind deze maand
■;ithonderd jaar. Hope kan zijn vermei
ls in het Guinness Book of Records als
jjjcstonderscheiden entertainer (ruim
-töOprijzen) dan aanscherpen, want op-
Juwzal hij veelvuldig gelauwerd worden.
MbHope, de verpersoonlijking van het cli
ff een dag niet gelachen is een dag niet ge
leefd,
Jk was voorbestemd om acteur te worden.
e(hgdatikwerd geboren, stond ik op en
faakteeen buiging. Toen de dokter me
i!0eg, dacht ik dat ik applaus kreeg." Het is
van de vele olijke terzijdes van Bob Ho-
^fpgetekend in het boek 'My Life In Jo-
dat dochter Linda onlangs met het oog
^ders honderdste verjaardag publiceer-
Een leeftijd waarover hij zelf uiteraard
r*een dijenkletser had bedacht. „Ik heb
troijngeboortecertificaat gevonden.
Maar ik had drie kameraden nodig om hem
op te tillen. Die stenen tabletten zijn name
lijk erg zwaar,"
Het eeuwfeest zal in het land waarnaar Ho
pe op zijn vierde emigreerde, niet onopge
merkt passeren. Maar de hoogbejaarde ko
miek, bij welzijn een golfmaatje van onder
anderen George Bush en Bill Clinton, zal
nergens acte de présence geven. De broze
Hope, die kampt met een zwakke gezond
heid, moet van zijn artsen thuisblijven, op
zijn landgoed in Toluca Lake, vlakbij Uni
versal Studios in Hollywood.
Hope moest vorige maand ook al verstek la
ten gaan toen er ter ere van hem opnieuw
een ster, zijn vijfde, werd onthuld op de Hol
lywood Walk of Fame. Volgens actrice Con
nie Stevens heeft Hope nog lang niet genoeg
sterren. „Hij zou er vijftig moeten krijgen,
een postzegel met zijn hoofd erop en een dag
die naar hem is vernoemd." Zijn dochter
Linda kondigde aan dat hij met zijn vrouw
Dolores Reade via de televisie de viering van
zijn verjaardag zal meebeleven. Het hele
land zal hem eren. Er is inmiddels een luxe
Bob Hope-tribute set op dvd uitgekomen.
En er zal een fors aantal straten en gebou
wen naar de entertainer worden vernoemd,
waaronder de kruising van Hollywood Bou
levard met Vine Street, die voortaan Bob
Hope Square zal heten. En de honkbalclub
Cleveland Indians, waar hij in de jaren vijf
tig eigenaar van wasgooit er een Bob Hope-
toernooi tegenaan. Hope, die elf opeenvol
gende presidenten mocht entertainenis een
van de populairste tv- en filmberoemdhe-
den van de afgelopen eeuw. Hij werd gebo
ren als Leslie Townes Hope op 29 mei 1903
in Eltham, Engeland, als vijfde van zeven
zonen van steenhouwer William Henry Ho
pe en concertzangeres Avis Townes Hope
Het was een behoorlijk grote familie vond
Hope, die zijn voornaam veranderde in Bob,
omdat hij vreesde dat klasgenoten Hope,
Leslie zouden verbasteren tot 'hopeless'
„Ons gezin was zo groot, dat ik op mijn acht
ste voor de eerste keer de badkamer in
mocht."
In 1907 emigreerde het gezin naar Cleve
land, Ohio. Na de middelbare school nam
Bob danslessen bij entertainer King Rastus
Brown en tapdanser Johnny Root. Hij bleek
een natuurtalent en nam zelfs lessen voor
zijn leraren waar Een korte tijd beoefende
hij als amateur de bokssport onder de bij
naam Packy East. Hij hield het voor gezien
toen hij ontdekte dat hij 'niet alleen buiten
de ring, maar ook in de ring werd gedragen'
Op zijn achttiende gaf hij dansshows met
zijn toenmalige vriendin Mildred Rosequist
in Cleveland en omgeving Het doek viel
voor het duo toen Mildreds moeder een
show had gezien. Korte tijd later danste hij
zich een weg naar theaters in Ne w York City
In 1933 brak Hope door op Broadway als de
grappende Huckleberry Haines in de musi
cal Roberta. Tijdens deze show leerde hij de
zangeres Dolores Reade kennen, met wie hij
in 1934 trouwde.
The Big Broadcast of 1938 was zijn eerste
grote filmsucces. Er zouden er nog vele vol
gen. Zijn samenwerking met Bing Crosby en
Dorothy Lamour in de diverse Road to -
films (1940-'52) maakte van Hope een ware
kaskraker. Hope speelde hoofdrollen in
meer dan vijftig films, verscheen met bijrol
len in vijftien andere (de laatste was in Spies
Like Us in 1985) en won vijf Oscars. De Aca
demy Award voor beste acteur zat daar ech
ter nooit bij
Bob Hope zal niet alleen als groot filmko
miek („Ik dacht dat de film Deep Throat
over een giraf ging"), radioman en tv-ster de
geschiedenis ingaan, maar ook als 'G I.
Bob'. Zes decennia lang trok hij de wereld
over om Amerikaanse militairen te verma
ken met shows. Het begon in mei 1941 met
een radioshow in Californië. Daarna volg
den jaarlijks kerstshows, zoals in Berlijn
(1948), Vietnam (1972), Beiroet (1983). Zijn
laatste show was in december 1990 voor
troepen in de Golfregio aan de vooravond
van Operatie Desert Storm. Voor zijn ver
diensten werd hij in 1998 geridderd in zijn
geboorteland en werd er een marineschip
naar hem vernoemd.
In 1998 publiceerde het persbureau Associ
ated Press abusievelijk een necrologie van
Bob Hope, waarop Congresleden prompt
uitbarstten in een massaal eerbetoon aan de
komiek. „Hij kon er hartelijk om lachen",
vertelde zijn dochter Linda destijds Pas als
het lachen hem is vergaan, is het werkelijk
met hem gedaan.
Peter Kuijt