Roep van de meeuw verdwijnt
Het is altijd
oorlog op de
Oranjemolen
Opslagschuren moeten weer gevuld worden
V
Programma benadrukt onstuimige relatie met water
VVEEK
dinsdag 13 mei 2003 [23
4*
Tu-wiet, tu-wiet... Vanuit
een plasje aan de voet
van de gasdam in het Ver
dronken Land van Saef-
tinghe vliegt een zwarte rui
ter luid roepend weg. Een
overzomeraar misschien?
Het hoogtepunt van de voor
jaarstrek langs de Wester-
schelde is nog maar net voor
bij, maar vogels als deze
zwarte ruiter worden per
dag kanslozer om nog naar
het noorden te trekken en
daar met succes jongen groot
te brengen. De poolzomer is
kort. Jonge exemplaren of
dieren met een slechte condi
tie blijven vaak de zomer
door hangen en deze overzo-
meraars slaan gewoon een
broedseizoen over.
In Saeftinghe is de broedtijd
volop bezig. De kieviten heb
ben al jongen en ook de kok
meeuwen lopen met kuikens. De
zilvermeeuwen zijn wat later,
tenminstevoor zover er nog zil
vermeeuwen zijn. De geschiede
nis van de broedende meeuwen
in Saeftinghe is er een van op
gaan, blinken en verzinken.
Eerst gold dat de kokmeeuw.
Aan het begin van de jaren tach
tig broedden jaarlijks zo'n
25.000 paar in Saeftinghe. De
kolonies lagen het dichtst in het
moerassige gedeelte tegen de
gasdam, in het zuidoostelijk
deel van Saeftinghe. De gas
dam, een leidingenstraat in een
zandlichaam die dwars door het
Verdronken Land loopt, is aan
gelegd rond 1965. Daarbij werd
een aantal kreken afgesneden
en het vloedwater, dat via de
kreken binnenkwam, kon geen
kant op. Het schor ter plekke
werd daardoor steeds moerassi
ger en dat bleek een ideaal
broedgebied voor de kokmeeu
wen. Maar halverwege de jaren
tachtig kwam de klad in de kok
meeuwenstand. Het aantal liep
hard terug tot er tenslotte een
bestand van niet meer dan dui
zend paren overbleef.
Er is veel gespeculeerd over de
oorzaak van de dramatische af
name van de kokmeeuwen in
Saeftinghe. Waarschijnlijk is
het een complex van verschil
lende factoren. Om te beginnen
Zilvermeeuw
is het een trend die zich op veel
plaatsen voordoet. Aangeno
men wordt dat de veranderde
landbouw, met diepere ontwa
tering, intensiever gebruik van
de grond en de aanwending van
bestrijdingsmiddelen, de voed
selsituatie drastisch verslech
terd heeft. Daarnaast zal in
Saeftinghe zeker ook de verzan
ding van het gebied ermee te
maken hebben. Vooral in de gro
te geulen, het Speelmansgat, de
Ijskelder en het Hondengat is de
laatste decennia veel zand afge
zet en daardoor zijn de bodem-
dieren die als voedsel dienst
doen sterk in aantal afgenomen.
Negatief is ook de afname van
droogvallende slikken langs de
randen van Saeftinghe. De slik
ken worden in feite van twee
kanten opgerold. Vanaf het land
breidt het schor zich verder uit
richting waterlijn. Dat is nu
eenmaal de natuurlijke gang
van zaken voor een schor. An
derzijds vindt er op korte af
stand van Saeftinghe voortdu
rend baggerwerk plaats om de
NATUURLIJK
ZEELAND
De PZC sponsort Het Zeeuwse Land
schap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen
medewerkers van deze stichting ver
slag van wat er speelt in de Zeeuwse
natuurgebieden: onverwachte vond
sten en bijzondere gedragingen, kort
om, het wel en wee van dieren, plan
ten en paddestoelen passeren weke
lijks de revue. En natuurlijk ook de
successen en mislukkingen in het be
heer.
vaargeul op diepte te houden, en
in de loop der jaren is die boven
dien steeds verder uitgediept.
Hele stukken intergetijdege-
bied zijn daardoor in de vaar
geul gestort. Het betekent alle
maal dat de voedselsituatie voor
de kokmeeuw is verslechterd.
Anderzijds was er tegelijkertijd
de opkomst van de zilvermeeuw
als broedvogel. Die verliep even
spectaculair als de teloorgang
van de kokmeeuw en er is zelfs
wel verondersteld dat de kok
meeuwen door de zilvermeeu
wen verdrongen zijn. De zilver
meeuw wist zich in korte tijd op
te werken tot vele duizenden
broedparen en jarenlang waren
de grote witte 'goggen' de onbe
twiste heersers van het schor En
nu zit daar ook ineens de klad in.
De zilvermeeuw is een alleseter
die zich vestigt daar waar iets te
halen valt. Door de nabijheid
van Antwerpen waren de voed
selbronnen vrijwel onuitputte
lijk. De restanten van de con-
foto Chiel Jacobusse
sumptiemaatschappij belanden
op de enorme vuilnisbelt bij
Stabroek (nabij de Liefkens-
hoektunnel) en dat was voor de
zilvermeeuwen een bijzonder
aantrekkelijk foerageergebied.
Vorig jaar is de vuilnisbelt afge
dekt en direct werd duidelijk
hoe doorslaggevend het belang
was voor de zilvermeeuwen in
Saeftinghe. Het aantal broe
dende zilvermeeuwen is afgeno
men van zo'n 10.000 naar
slechts vijftienhonderd en dit
jaar lijken het er nog minder te
zijn.
Vogelaars zijn daar niet al te
rouwig om Zilvermeeuwen zijn
geduchte rovers die een forse tol
eisen van de broedsels en jongen
van andere bewoners van het
schor. Voor de broedende weide
vogels en eenden is Saeftinghe
een stuk rustiger geworden,
maar het op tal van plaatsen
ontbreken van de karakteristie-
k&roep van de zilvermeeuw is
tox$j.jyel heel erg wennen.
Chiel Jacobusse
Het Belgische West-Vlaan-
deren had in 1997 de pri
meur van de Week van de Zee.
Via een speciale activiteiten-
week kwamen de zee en de kust
in de schijnwerpers te staan
Men wilde duidelijk maken hoe
belangrijk ze zijn en dat er zorg
zaam mee omgesprongen moet
worden. Het consulentschap
natuur- en milieueducatie Zee
land nam het idee in 2000 over.
Het programma was vooral ge
richt op het basisonderwijs. In
2002 volgde opschaling tot een
nationale Week van de Zee. Het
moet net zo'n begrip worden als
monumentendag, landelijke
fietsdag, Week van het Platte
land en Week van het Land
schap.
Directeur Rita de Ligt van het
Zeeuwse consulentschap voor
natuur- en milieueducatie is blij
over de grote vlucht die de Week
van de Zee neemt. „In België is
het een beetje de nationale trots.
Ik hoopte dat het in Nederland
ook omarmd zou worden en dat
lijkt nu toch wel te gebeuren."
Het consulentschap heeft de or
ganisatie inmiddels losgelaten.
,,Wij stimuleren dingen en trek
ken niet alles naar onszelf toe",
aldus De Ligt.,Er is nu een lan
delijk projectbureau en er zijn
regiocoördinatoren. Zo'n lan
delijke week hadden we nooit
zelf kunnen doen, daar zijn we
als consulentschap te klein
voor."
Met het thema Windkracht 10
staan de activiteiten tijdens de
Week van de Zee vooral in het
teken van de vaak onstuimige
relatie die Nederland heeft met
het water. Daarbij gaat het on
der meer om de actuele discussie
over klimaatverandering en
daarmee extra stijging van de
zeespiegel - dus om kustveilig-
heid - alsmede om de toekomsti
ge inrichting van de kuststrook.
Maar er is ook plaats voor
strandjutters, vuurtorenwach
ters en kustonderzoekers. Ging
het vorig jaar om zo'n 250 pro
grammaonderdelen, nu zijn dat
er bijna 300. Van Zeeuws-
Vlaanderen tot en met de Wad
deneilanden.
De landelijke opening van de
Week van de Zee in Zeeland is
donderdag 15 mei om 12.00 uur,
op het Arsenaalplein in Vlissin-
gen. Het Silotheater en het For
gotten Fish Memory Orchestra
zorgen voor enig spektakel. Na
de opening volgt er een discussie
over het onderwerp 'zwakke
schakels, sterke toekomst'
(13.00 uur), met als deelnemers
T. Maenhout (manager toerisme
gemeente Sluis), M. Janssen (di
recteur stichting Duinbehoud)
en R. Hoeksema (Rijksinstituut
Kust en Zee). Een greep uit de
Zeeuwse activiteiten tijdens de
Week van de Zee:
Het Schelde Informatie Cen
trum in Middelburg organiseert
speciale boottochten over de
Westerschelde, de enig nog vol
ledig open zeearm in Zeeland.
Ze zijn in de eerste plaats be
stemd voor basisscholieren,
maar het SIC heeft in de week
einden ook tripjes opgezet voor
anderen. Het programma ver-
'^1U pE
meldt vaartochten vanuit Vlis-
singen op 17 mei (vanaf 10.00
uur) en 25 mei (16.00 uur). Op 16
mei (10.00 uur) en 18 mei vanuit
Hans weert (11.00 uur) en op 21
mei (14.00 uur) en 24 mei vanuit
Terneuzen (10.00 uur). De toch
ten duren twee uur. Op de boot
kunnen 75 passagiers mee. In
formatie 0118-672293.
Langs de kust rijdt een Zoutbus.
Een opvallend beschilderde En
gelse dubbeldekker. In en rond
de bus zijn er tentoonstellingen,
discussies, films (over de Febru-
ariramp 1953) kinderprogram
ma's (zoals zeebeesten zoeken),
excursies en culturele uitingen.
De bus doet zeven kustplaatsen
aan, waaronder Vlissingen op
15 en 16 mei, bij het Arsenaal
van 12.00-23.00 uur. Bij de bus
wordt om 21.30 uur de film The
Perfect Storm vertoond. De
Zoutbus staat 16 mei op de veer
boot, waar de jubilerende Zee
vaartschool 800 kinderen ont
vangt.
Het natuuractiviteitencentrum
Ecoscope in Renesse organi
seert 18 mei kajakvaren op zee
en 21 mei zeekunst maken met
zee- en strandmaterialen. In ga
lerie Haamstede is de expositie
Zeewind te zien. Vanuit het na-
tuurinformatiepunt Westen-
schouwen start 16 en 17 mei een
55 kilometer lange Oosterschel-
de-fietstocht en 25 mei is er een
Vikingentocht. Voor duikers
wordt 23 tot en met 25 mei in
Noordwelle een biologieweek-
einde gehouden.
Camping De Veerhoeve in Wol-
phaartsdijk organiseert 15 tot
en met 25 mei kamperen met
zand tussen je tenenop het Oos-
terscheldestrandje. Vanuit het
Oosterscheldemuseum in Yerse-
ke is er 17 mei een wandeling
langs de vloedlijn en kunnen
kinderen op het strand meedoen
aan het spel Windekind. Van 15
tot en met 18 mei geeft Oceanus
Onderwatercentrum introduc-
tieduiken bij het Goese Sas. Het
Zeeuws Biologisch Museum bij
Oostkapelle presenteert 25 mei
de theatervoorstelling Plons en
op 24 mei staat een strand-
schoonmaakdag op het pro
gramma.
Het Arsenaal in Vlissingen
houdt 16,17. 18 en 21 mei
strandexcursies. Op 17,18 en 21
mei biedt een rondleiding een
onderwaterkijkje in Zeeland
Op de Kaloot bij Borssele vindt
24 mei een wedstrijd zandkaste
len bouwen plaats (vanaf 10.00
uur) en is er een excursie over
fossielen (12.30 uur) In Terneu
zen en Axel zijn er 16 en 17 mei
natuur- en milieumarkten.
Meer informatie over de activi
teiten is te vinden op
www.weekvandezee.nl of in de
speciale Zeekrant, die in een op
lage van 200.000 exemplaren
verspreid wordt. Er zijn in Zee
land enkele regiocoördinatoren.
Voor Walcheren en de Bevelan-
den: Maaike de Wilde, Zeeuws
Biologisch Museum, 0118-
582620); Zeeuws-Vlaanderen:
Gwenda Smit, VW, 0115-
621022; Schouwen-Duiveland:
Ada Lilipaly en Jos Catsman,
werkgroep Schoolbiologie,
0111-416093.
Rinus Antonisse
De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens,
aan de mensen erachter en aan de positie van de windgemalen in het
landschap. Vandaag: de Oranjemolen in Vlissingen.
Meermalen stond de Oranje
molen in de vuurlinie. Als
door een wonder overleefde hij
alle aanslagen en siert hij al
ruim driehonderd jaar Vlissin
gen als laatste zeemolen van Ne
derland.
Vrijwillig molenaar Rob Frank
(53) wijst op getuigen van oor
logshandelingen De romp be
vat een kogel, afkomstig van de
Engelsen, toen die in 1809 Vlis
singen bombardeerden in de
Franse tijd. In het spoorwiel, di
rect achter de as in de kap, zit
volgens hem 'nog veel oud ijzer'
door de strijd in 1944. Toen
landden er opnieuw Engelsen,
nu om de Duitsers te verdrijven.
„Alles wat hier aan toeristen
langs loopt, hebben we bevoch
ten", grapt Frank.
Het naderen van de molen in
1944 werd beschreven door
BBC-correspondent Chester
Wilmot: „Eerst werd Vlissingen
aangevallen. Branden de
den ons weldra de contouren
van de grote molen, de Oranje
molen, onderscheiden en met
dit teken voor ogen stortte de
aanvalsgolf zich voor de dage
raad in de Oosterhaven."
De Oranjemolen liep zware
schade op, maar overleefde. Tij
dens de chaos rond de bevrij
ding is een meelschop uit de mo
len ontvreemd. Erg jammer,
want daarop stonden de namen
van alle molenaars sinds 1820
gegrift. Frank vermoedt dat een
militair zich erover heeft ont
fermd maar sluit niet uit dat een
willekeurige passant zich
schuldig maakte aan de diefstal.
Alhoewel hij denkt meer kans te
hebben in de Britse pers, roept
hij toch de dief of diens erfgena
men bij dezen op de meelschep
terug te bezorgen. Hij garan
deert dat er dan verder geen
werk van wordt gemaakt.
Rob Frank zag ongeveer twintig
jaar geleden een filmpje over
prins Claus die de vijfhonderd
ste gediplomeerde vrijwillige
molenaar feliciteerde. Hij raak
te geïnteresseerd en kwam in
Vlissingen terecht bij molenaar
Jaap Bebelaar. Die wilde eerst
wel eens kijken of Frank 'in het
pulletje viel'. Dat bleek het ge
val te zijn, waarna Bebelaar
Frank de kneepjes van het vak
leerde. Bebelaar overleed in
april 1998 op 81-jarige leeftijd.
Kort voor hij tachtig werd,
droeg hij de scepter over aan
Frank.
De Vlissingse wiekendrager is
de laatste zeemolen van Neder
land. Die aan de dijk in Harlin-
gen is namelijk in de Tweede
Wereldoorlog afgebroken op
last van de bezetter. Molen De
Roos op de zeedijk in Westka-
pelle werd in 1944 gebombar
deerd, waarbij 44 burgers om
kwamen die er een schuilplaats
hadden gezocht.
Door de herdenkingen van de
landing bij de molen is de oorlog
een constant terugkerend ele
ment volgens Frank. „Komen er
na de herdenking Britse oud
strijders aan, terwijl je juist uit
leg geeft aan een Duitse toerist
Het zijn niet de enige opmerke
lijke ontmoetingen. „Komt er
een jongetje van een jaar of vijf
met een halve euro en vraagt
'meneer waar zit de gleuf voor
het geld om de molen aan te zet
ten?' Helemaal zo gek niet hoor,
zo'n vraag. Bij veel molens in
Nederland meldden zich bezoe
kers die vragen waar de motor
toch zit."
Rob Frank, in zijn vroegere be
staan onder meer meubelma
ker, is verder in de molenwereld
gekomen dan hij ooit had kun
nen vermoeden. Hij is niet al
leen vrijwillig mulder, maar
vindt ook zijn beroep in de sec
tor. Frank werkt tegenwoordig
namelijk bij het bedrijf van de
Middelburger Johan Hoefkens.
De laatste is de enige molenma
ker uit de provincie. Samen res
taureren ze in Zeeland dat het
een lieve lust is Onlangs legden
ze toevallig ook de laatste hand
aan de Oranjemolen die weer als
een juweel aan de zeedijk staat
te pronken De laatste jaren
worden vele molens opgeknapt
en daar varen de molenmakers-
bedrijven wel bij. Hoefkens en
Frank behoeven zich dan ook
geen moment te vervelen.
De Vlissingse vrijwilliger is er
mee in zijn nopjes dat de molen
na alle geruzie tussen Rijkswa
terstaat en de gemeente over de
schuldvraag voor het verzakken
van het monument nu is recht
gezet en stevig verankerd. 'Deze
molen zakt nooit meer weg' is de
stellige overtuiging van Rob
Frank.
Over de windvang op die bijzon
dere plek aan het water is Frank
zeer te spreken. „Alsdeze molen
niet kan draaien, dan staan ze in
de hele omtrek allemaal stil."
Willem Staat
Rob Frank: „Alles wat hier aan toeristen rondloopt hebben we be
vochten." foto Ruben Oreel
Adrie Albregtse, Albert
Ebbens en Laurens Kamp
werken op proefboerderij
De Rusthoeve in Colijns-
plaat. Op 85 hectare pol-
dergrond doen zij, in op
dracht van onder meer
Zeeuwse boeren, proeven
met akkerbouiv- en soms
tuinbouwgewassen. 'De
Rusthoeve' volgt weke
lijks de belevenissen van
de mannen van de proef
boerderij.
De zee is ook op De Rusthoe
ve nooit ver weg. DeNoord-
zee golft een half eiland verder
op en de Oosterschelde en het
Veerse Meer kun je makkelijk te
voet bereiken. Bovendien is het
op de eeuwigheid gemeten nog
maar kort geleden dat het land
waarop De Rusthoeve boert, ge
woon nog zee was. Drie bodem
profielen aan de muur van het
schaftlokaal, verraden de ge
schiedenis.
Adrie, behept met historische
belangstelling, laat zien dat
twee van de profielen uit de
Oud-Noord-Bevelandpolder
komen. De onderste twintig
centimeter is zavelige kalkrijke
grond met veel schelpstukjes er
in. Dan komt er een kleilaag
waarin nog haarworteltjes te
zien zijn. „Dat is de teeltlaag
van voor 1532. Toen is het ei
landje Noord-Beveland ten
prooi gevallen aan een storm
vloed. In 1598 hebben ze het op
nieuw ingepolderd en toen lag
er een nieuwe, vruchtbare teelt-
laag bovenop. De wortels op de
ze grond kunnen makkelijk tot
tachtig centimeter diep groei
en."
Het profiel van een stuk grond
in de Nieuw-Noord-Beveland-
polder vertoont een heel ander
beeld. Daar ligt dertig centime
ter klei op een dikke laag zand,
die erg is ingeklonken. Een wor
tel kan daar heel moeilijk door
heen dringen. „Eigenlijk is dit
grond die heel goed geschikt is
voor tuinbouwgewassen, maar
dan moet je weer zoet water
hebben om te beregenen", zegt
Adrie. „Wij telen er graszaad,
aardappelen en meer gewassen
op die niet zo diep wortelen De
bovenlaag is lekker lucht. Voor
suikerbieten is de grond in de
Oud-Noord-Bevelandpolder
weer uitermate geschikt.
Noord-Beveland heet niet voor
niets Peeland in de volksmond.
Zelfs in de droogste zomers ha
len de peeën hier hun vocht met
gemak uit de diepte."
Intussen is het druk geworden
rond de koffieautomaat van De
Rusthoeve. Vrachtrijders, vrij
willigers die een handje komen
helpen en natuurlijk het eigen
personeel: iedereen komt om
een bakje. De uien zijn inmid
dels uit de bewaarplaats op weg
gestuurd naar de consument en
er moeten nog 150 vlasbollen
weg. Albert legt uit dat De Rust
hoeve samenwerkt met andere
Zeeuwse boeren in een vlas-
groep. „Wij produceren alle
maal vlas en vlaszaad voor Van
der Bilt, zaad en vlas in Sluiskil
Van het vlas oogsten we eerst het
zaad, voor de handel en dan het
vlas, de stelen zeg maar, om er
linnen van te maken. We leggen
het vlas, waar het zaad al van
gewonnen is, op het land zodat
wind en regen ervoor kunnen
zorgen dat het buitenste bastje
van de steel bros wordt. 'Dauw-
roten' heet dat. Een machine
kan het dan op van die grote rol
len doen, die wij dan weer op
slaan om ze op termijn aan de
fabriek te leveren. Wij hadden
zes hectare vlas, waarvan we,
behalve het zaad, ook 150 van
die rollen hebben gehaald. An
dere boeren doen dat niet, maar
wij hebben natuurlijk ook nog
proeven op dat vlas uitgevoerd.
Dit jaar hebben rassenproeven
met vlas voor de biologische
teelt. We gaan kijken welke
soort het beste zaad en de beste
kwaliteit linnen levert in welke
omstandigheden. De lengte, de
structuur en de sterkte van de
vezel kan bij vlas veel verschil
len en is belangrijk voor de lin
nenkwaliteit."
Terwijl het vlas geladen wordt,
zijn weer anderen bezig aard
appelen in vrachtwagens te
doen. Het zijn agria's. een soort
die grote knollen geeft en een
perfect celmembraantje heeft
om in het frietvet een mooi geel
en stevig resultaat te geven. De
agria's gaan dan ook direct naar
de frietfabriek, die ze van De
Rusthoeve heeft gekocht Ook
op een deel van de agria's zijn
natuurlijk teelt- en bewaar-
proeven uitgevoerd.
De schuren raken aardig leeg in
deze weken. Dat is volgens Al-
bert maar goed ook, want alles
staat weer hard te groeien op het
land. De proefcellen en de ge
wone opslagplaatsen zijn gauw
genoeg weer vol.
Mieke van der Jagt