Wind laat zich niet vangen Klein Duinvliet hoorde bij prominente buitenplaats Slecht werk, da lamsöören sniejen VVEEK Orkaanmachine op Neeltje Jans O Nieuwe Raadkaart 2 dinsdag 13 mei 2003 Buiten waait een koele bries, binnen staat er windkracht 12. De waan van een orkaan bij tropische temperaturen. De hitte in de futuristisch aandoende co con van Waterland Neeltje Jans is misschien nog wel het meest intens. „Dat hoort", legt een oudere Duitse toe- riste haar vriendin uit, ter wijl ze het verwaaide kapsel fatsoeneert. „Orkanen ko men alleen in warme landen voor." j£A/DE De komende Week van de Zee heeft als thema Windkracht 10. Een beetje Zeeuw is niet on der de indruk van wat wind. Da gelijkse kost, met zo nu en dan per seizoen wat spectaculaire uitschieters. Even uitwaaien op de dijk of aan het strand is één van de geneugten van het wonen in deze provincie. Voor wie zich daar absoluut geen voorstelling van kan maken, heeft Water land Neeltje Jans dit nieuwe sei zoen een orkaanmachine in gebruik genomen. Een flinke ventilator blaast warme lucht met honderdtwintig kilometer per uur langs je oren. Kleine kinderen doen er verstandig aan zich vast te houden aan één van de stangen in de buik van het beestDe uitgereikte plastic vei- ligheidsbril is verplicht, om de ogen te beschermen tegen even tueel rondvliegende voorwer pen. Het lijkt onwezenlijk, maar mensen zijn echt bereid in de rij te gaan staan voor een beetje wind. Fotocamera's worden af gedaan, zonnebrillen gaan inde tas en de tas zelf wordt achter gelaten bij de jongeman achter het bedieningspaneel. Hij heeft vandaag de macht over de storm. Met één druk op de knop start hij het automatische pro gramma. De turbine begint te draaien en veroorzaakt al snel een hels kabaal. De kop van het monster beweegt van links naar rechts en richt al zijn kracht op de mensen die zich in zijn hol wagen. Haren wapperen woest omhoog onder invloed van de hete föhn, blouses bollen op. De kunstmatig opgewekte storm doet tropisch aan, doordat de zon vrij spel heeft op de cocon in de duinrand en de machine bo vendien z'n warmte loost. Het vergezicht over de Noordzee door de glazen zijwand van de cocon roept tegenstrijdige ge voelens op. Het water is kalmer dan je even zou doen vermoeden en glinstert uitnodigend voor een verfrissende duik. Na krap drie minuten gaat de wind uit en maakt hij zich op voor de vol gende groep. De elfjarige Duncan lijkt amper onder de indruk. „Het was hard, maar was het wel windkracht 12?" De jongeman achter de knoppen beweert stellig van De orkaanmachine met op de achtergrond het Topshuis. wel. Duncan heeft wel eens har der meegemaakt, is zijn even 7p stellige indruk. Dat is niet ver wonderlijk, laat de Zeeuwse weerman Jos Broeke weten. Is de wind in de machine van Wa terland constant, in het echt zijn het de vlagen die 't hem doen Dus voor een echte wind, moet je toch naar buiten. De zware storm die 27 oktober vorig jaar in het hele land voor- flink wat schade zorgde, was ge middeld niet harder dan kracht 10 op de schaal van Beaufort. Dat neemt niet weg dat er ook windstoten zijn gemeten van 148 kilometer per uur, die over een zouden komen met (een met op die schaal vermelde) wind kracht 13 tot 14. Wie toen op de dijk of aan zee heeft gestaan, moest moeite doen overeind te blijven. Orkaankracht (12) wordt in Ne derland zelden bereikt en als dat gebeurt, heeft de wind meestal maar korte tijd die kracht. De laatste keer was dat het geval op 16 december 1979. De enige storm waarbij de windmeter geruime tijd op twaalf stond, was op 7 december 1944 in Vlissingen. De registra tie vertoonde een uurgemiddel de (het uitgangspunt van het KNMI) van 122 kilometer. Al valt ook daar wat op aan te mer ken, zegt Broeke. De windmeter op de boulevard van Vlissingen staat op 24 meter hoogte, in ver band met de flats rondom. Na 1953 zijn er op tal van plaatsen door Rijkswaterstaat meetpa- len op tien meter hoogte neerge zet. Die geven volgens de weer man een meer reëel beeld. De meest gangbare windrichting in Nederland is west-zuidwest. Een storm laat zich tegenwoor dig goed voorspellen. Ze komen voort uit grote depressies op de oceaan en doen er doorgaans twee tot drie dagen over voordat ze onze kust bereiken. Het meest berucht, vertelt Broeke, zijn de voorjaarsdepressies die boven Het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk heel snel in activiteit toenemen. „Voor je het weet zit je er middenin en dat in een sei zoen waarin je eigenlijk geen zware storm meer verwacht! Kanaalratten noemen we die stormen in de meteorologie, om dat ze zo geniepig ons land bin nenkomen." De storm van 12 mei 1983, die in Cadzand piekte tot kracht 11wordt tot die fa milie gerekend. De meest recen te uit die hoek (kracht 10) deed Zeeland bijna drie jaar geleden aan op 28 mei. Dein 1987 opgetreden'klimaat- sprong' zorgt in Nederland voor hogere temperaturen en meer regen. Meer stormen zijn tot dusver uitgebleven, maar voor de toekomst wordt daar volgens Jos Broeke wel rekening mee ge houden. Dat geldt ook voor de zwaardere jongens. Nu maar hopen dat de orkaanmachine van Waterland Neeltje Jans goed is verankerd. Dan kun je er mooi in schuilen, als het zo uit komt. Marcel Modde Een mesje, een emmer en een baaltje. Meer had je niet no dig als je het schorre in ging om lamsoren te snijden. Tegen woordig zie je het niet veel meer, maar vroeger was het een gewo ne bezigheid in de maanden april en mei. Het is trouwens ook verboden om zomaar ergens je baaltje te vullen Jao, zegt Charel terwijl hij zich op de glooiing van de dijk zet. Vroeger goeng da toch rapper dan noe. En hij wijst op het jute zakje met lamsoren, dat hij naast zich heeft staan. Zeker twee uur heeft hij gesneden. Voorovergebogen. Kiek, zegt hij terwijl hij een handjevol lamso ren uit het zakje haalt en op de stenen legt. Noe moen 'k ze nog even uutzoeken, mao da's géén moeite. En handig laat hij de blaadje tussen zijn vingers val len en haalt de stokjes, de sten gels en alle ongerechtigheden uit de groente. Zijn neef Petrus zit een eindje verder. Petrus is wat ouder en was ook eerder gestopt met wer ken. M'n rikjoeng Chaorel, had hij gezegd en was rechtop gaan staan. Al na een kwartiertje. Pe trus leek wel een grote kerel, maar hij had een slechte rug overgehouden aan het werken op het land. Als klein ventje was hij al meegegaan met zijn vader. Lang had hij het niet uitgehou den. Gelukkig was hij in dienst opgeleid voor vrachtwagen chauffeur en de rest van zijn le ven had hij achter het stuur doorgebracht. Kort na de wa tersnood was hij verhuisd naar Goes en daar was hij rest van zijn leven gebleven. Ook Charel was verhuisd van 't Durp, zoals ze Hoofdplaat noemden, en was ook op Beve land terechtgekomen. Dikwijls hadden ze op Borsele bij de kerncentrale naar d'overkant gekeken. Néé, hadden ze altijd gezegd, me gaon wudder nóóit nie méé trug ee. Ook niet toen de tunnel er lag. Maar met de komst van de tunnel was je wel op 'n uure van Goes op de koffie in d'Oöfplaote. Ze hadden Mane opgebeld. Me kommen 't af'óór, had Charel vorige week gezegd. En met z'n vieren waren ze vertrokken. Pe trus achter 't stuur. En Charel had om de tien minuten op z'n horloge gekeken en na 53 minu ten waren ze over de eerste bob bel 'tdurp ingereden. Toen ze bij Marie waren, had buurman Thuur verteld over de lamsoren en toen was 't gedacht opgeko men om binst de iveeke mee laog waoter trug te kommen- Net voor zeven uur waren ze vanmorgen vertrokken. 'tWas weer binnen een uur, dat ze op de plaats van verlangen ston den. Bij Nummer Zeven, 't Was gaand water, dan was het goed snijden. Je wist dan immers tot hoever het water gekomen was. Malse lamsoren staan één keer per dag onder water. Anders worden de bladeren taai en snij je je mesje bot. En die taaie bla deren, die zouden ze niet meene men. Zeker Charel niet, dat was zo'n pietje-precies. Die was eerst eens heen en weer over het schorre gelopen om te kijken waar de plasjes waren achterge bleven. En hij zocht naar de lichtgroene blaadjes. Maar Pe trus was vlug-vlug aan de slag gegaan en had alles gesneden wat hij tegenkwam. Later, op de kant zou hij de zaak nog eens goed uitzoeken en de stokjes van de blaadjes snijden. Hij zou thuis wel eens laten zien, hoe de lamsoren van d'overkant eruit zag. Niks géén bucht, zou hij zeggen, als er commentaar kwam. En of de daarvoor nou speciaal naar Hoofdplaat moesten rij den? Langs de Oosterschelde groeide dat toch ook? Zeker, dan had hij in januari een toegangs bewijs op het gemeentehuis moeten aanvragen Of via via had hij misschien nog iets kun nen regelen om toch op de schor ren van de Oosterschelde te ko men. Maar veel beter was het geweest om naar Nummer Ze ven te gaan. bij de uitwaterings sluis. Wie had er nu vroeger een prima kwaliteit lamsoren en zouterik gegeten? Dat waren toch wel de mensen van d'Oöf plaote gewist ee? En nu zat hij hier samen met Pe trus zijn lamsöören te kuusen. Alleen de blaadjes zouden de mannen meenemen. Gisteren had hij zijn mesje nog eens extra angezet op de wetsteen. Daar had hij wel plezier van gehad, tot hij halverwege in zijn linker wijsvinger had gesneden. Tegen Petrus had hij er niets van ge zegd, maar het was toch echt hinderlijk geweest. Als ze tegen de middag terugrij den, beloven de neven mekaar dat ze volgend jaar weer vroeg in het voorjaar om lamsoren zullen gaan. En over een maand om zouterik. Natuurlijk waren ze vanmorgen weer b j Marie om de koffie geweest. En Marie had ook een maaltje gekregen, 'n Slecht werk, zei Marie altijd, da lamsöören sniejen. Vroeger had haar moeder het moeten doen voor het geld. Voor dag en dauw was ze opgestaan, soms al om vier uur als de kinderen nog op bed lagen. Onder schooltijd had ze de groente uitgeleurd in het dorp. En de mensen in het dorp hadden d'r met compassie aan gekeken als ze aan de deur kwamZe zag zó bruun as 'n bei er van da sniejen op 't schorre. Ze had zich d'r voor geschaamd. En nu is het mode om bruin ge brand te zijn door de zon. En nu is de lamsoor bijna niet te beta len. Toen d'r moeder later van Drees kreeg, had ze gezegd: 'k Verdien noe méér mee in m'n bed liggen dan vroeger mee wérken. Marie had het nog eens allemaal verteld vanmorgen, tijdens het koffiedrinken. En de mannen hadden geknikt, toen ze het ver haal voor de zoveelste keer hoorden Rinus Willemsen Een schitterend plekje, waar we zuinig op moeten zijn, schrijft F. van den Driest uit Se- rooskerke (Walcheren) over de afgebeelde boerderij op de raadkaart van vorige week in Buitengebied „Deze fraaie boerderij heet Klein Duinvliet, staat aan de Domburgseweg in Domburg en maakte deel uit van de buitenplaats Duinvliet." Volgens deze inzender moet de schuur omstreeks 1850 ge bouwd zijn. ..Voor Walcherse begrippen is het een grote schuur met drie mendeuren. De voorzijde is ge- potdekseld, terwijl de andere wanden van steen zijn", aldus Van den Driest. „Jammer dat een deel van de schuur geen rie ten dak meerheeft. In de derti ger jaren van de vorige eeuw is een deel van het dak van pannen voorzien. Ook het woonhuis is fraai en goed onderhouden. Het geheel gaat schuil achter windsingels." J.L. van Dullemen uit Domburg merkt op dat hof Klein Duin vliet te bereiken is via een lange oprijlaan. „Eigenaar is A. Corré. Deze is al de derde ge neratie, ook zijn vader en groot vader hebben dit gemengd be drijf beheerd. Het woonhuis staat los van de schuur, aan de overkant van het erf. Vroeger is het één geheel geweest met de buitenplaats villa Duinvliet, die aangrenzend er pal naast ligt, met grote vijver vlak aan de weg naar Domburg." Op zich is de combinatie hofste de en buitenplaats niet zo ver wonderlijk. Het eiland Walche ren vertoonde in de zeventiende en achttiende eeuw waarschijn lijk het rijkste buitenplaatsen landschap van Nederland. Dat er zoveel buitenplaatsen wer den gebouwd, heeft te maken met de bloei van Middelburg als handelsstad en de positie van Middelburg als Kamer van de Verenigde Oost-Indische Com pagnie (VOC). Rijke burgers stopten geld in land en buiten huizen. De huidige buitenplaats Duin vliet tussen Domburg en Oost- kapelle werd in 1839 gebouwd in opdracht van A.J. van den Broecke en kwam in de plaats van het buiten Duijnvliet uit de achttiende eeuw. dat in 1815 werd afgebroken. Dit oude bui ten lag aan de andere kant van de Domburgseweg. Tot 1933 vormde de buitenplaats één ge heel met de boerderij Klein Duinvliet. Tussen 1846 en 1887 behoorde het aan de overzijde van de weg gelegen terrein, nu bekend als Hoogduin, als zoge naamd overbos tot het bezit van Duinvliet. Het ontwerp van het omringen de park wordt toegeschreven aan de (tuin-)architect K.G. Zo- cher. Rond 1900 is het huis ver groot Na ernstige verwaarlo zing is het buiten zo'n twintig jaar geleden van de ondergang gered. Vanaf 1985 werden huis en park hersteld, waarbij het huis als hotel in gebruik werd genomen. Ook de tuin werd op geknapt. Door de tijdige schei ding van buitenplaats en boer derij bleef de laatste voor de neergang gespaard. C P. Fase uit Sint Annaland geeft aan dat op de plaats van Klein Duinvliet zeker langer dan drie eeuwen achtereen een hofstede was gelegenal was dat lange tijd een bedrijf van zeer bescheiden omvang. Op een kaart uit 1665 is de boerderij al ingetekend. Fase noemt de schuur 'formidabel' van om vang. „Een gedeelte van de schuur is ingericht voor de vee houderij." Als eigenaren staan bekend de families Van de Perre, Eewouts, Roose, Codde en Cor- re. „Sinds 1932 de familie Van Hoek en thans staat de hoeve op naam van mevrouw Bolken baas-van Hoek te Burgh", meldt Fase. Hij voegt er nog aan toe dat het royale woonhuis (15 bij 10 meter) in 1845 is gebouwd. De winnaars van de waarde bonnen zijn. L. Verschiere uit Goes, W. Houmes uit Middel burgen C.M. van Wallenburguit Domburg. Rinus Antonisse De Week van de Zee komt er aan. De kuststrook is een dankbaar onderwerp om af te beelden op prentbriefkaarten. Uit de collectie van Hans Lindenbergh deze week een voorbeeld. De vraag: bij welke plaats ligt het haventje? Nadere bijzon derheden over de situatie toen (de kaart is in 1941 verzonden) en nu zijn welkom. Reacties kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 17 mei worden gezonden aan: Redactie PZC Buiten gebied, postbus 18.4380 AA Vlissingen; het fax nummer is 0118-470102; per e-mail naarredac- tie@pzc.nl. Er zijn voor goede inzendingen drie waardebon nen beschikbaar. Bij Waterland Neeltje Jans kun je je haar laten föhnen bij windkracht 12. foto's Dirk-Jan Gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 21