Noodboerderijen op Walcheren
21
21
22
22
Kauw maakt er
een zootje van
vveerv vco ra
Zitr nog
a wa vis
in de Lieje?
Hofstede
geveld door
slopershamer
Opknapbeurt
vogelpark
bij Knokke
Vogels tellen
ip de wei
dinsdag 29 april 2003
Geeft april geen
groei aan 't gras,
in de meie komen
bloemen ras
HET TUINTJE
VAN
Advertentie-exploitatie:
Noord-en Midden-Zeeland: 0118-484369;
Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770.
Redactie: 0118-484413
www.pzc.nl
E-mail: redactie@pzc.nl
Postbus 18,4380 AA Vlissingen.
"leine monumenten van
^bescheidenheid. Ook
wel monumentjes van vrij
heid. Het gaat om de nood-
boerderijen die in 1946
verspreid over het door in
undatie getroffen eiland
Walcheren werden ge
bouwd. Architect Frans Rot
huizen en oud-agrariër Wim
Sanderse deden er enkele ja
ren onderzoek naar. Hun be
vindingen zijn tot en met 1
november te zien op een ten
toonstelling in museum De
Schotse Huizen te Veere. Met
hun onderzoek wil het twee
tal ook aangeven dat de nog
resterende noodboerderijen
best gerekend mogen wor
den tot het Zeeuwse cultu
reel erfgoed. Ze zijn over
blijfsel van een bijzondere,
tragische periode uit de ge
schiedenis.
Het staat Wim Sanderse nog
scherp voor de geest. Okto
ber 1944 bombardeerden gealli
eerde vliegtuigen op vier plaat
sen de zeeweringen van Walche
ren. Het eiland kwam langere
tijd onder water te staan. Het
platteland bood een onherken
baar, triest beeld. Ook nadat de
dijken hersteld waren en het
land weer droog lag. „Je kende
Walcheren niet meer terug. Eén
kale vlakte. De toplaag van de
grond was kalkloos geworden,
spijkerhard met enorme scheu
ren", vertelt Sanderse. „In ons
huis lag een dikke laag slib op de
vloer en op de wanden groeiden
mosselschelpen."
En dan had de familie Sanderse
het nog getroffen. Hun boerderij
bleef gespaard, mede dankzij de
aanwezige beplanting waar
door veel schade veroorzakend
drijfhout werd tegen gehouden.
Bovendien was de familie in de
buurt, op Oranjehof bij Vrou
wenpolder, geëvacueerd. Vader
Schuur bij de Kluithoeksewegbij Meliskerke, gebouwd in 1946 als tijdelijke vervanging van een door de inundatie verwoeste boerderij. foto's Mechteld Jansen
Monumentjes van vrijheid
Sanderse kon regelmatig naar
huis en noodreparaties verrich
ten om erger te voorkomen. Veel
andere Walcherse boeren ver
keerden niet in die situatie. Hun
bedoening stond ongehinderd
bloot aan de elementen. Heel
wat huizen en schuren raakten
onherstelbaar beschadigd.
„Of het huis was verdwenen, of
de schuur of alles. Er spoelden
niet alleen gebouwen weg, maar
ook werd een klein aantal afge
broken op last van de Duitsers,
die een vrij schootsveld nodig
hadden", zegt Frans Rothuizen.
„De schade werd nog groter
door een combinatie van
springvloed met storm op 19 ja
nuari 1945. Toen zijn met name
in het gebied rond Ritthem veel
met of zonder varkenskot, met
een of vier paardenboksen. Wie
er voor het ontwerp tekende,
heeft Rothuizen (nog) niet kun
nen achterhalen; het was wel al
lemaal heel uitgekiend. „Elke
vierkante centimeter ruimte
werd benut."
De noodboerderijen bestonden
uit een huis met een plat lesse
naardak, waarop asfaltpapier.
Voor het dak van de schuren
werd meestal riet gebruikt.
Rothuizen noemt de verschij
ningsvorm heel karakteristiek.
werk dat indertijd door de aan
nemers, zowel plaatselijk als
van buiten de provincie, is ver
zet. „Alles wat nodig was zat er
in, maar meer ook niet. Een wc
met een ton, een houten aan
recht zonder wasbak, een ce
menten vloer met zeil en witge
kalkte muren. Er was ook nog
geen elektriciteit. Ze zijn ge
bouwd met primitieve midde
len, bedoeld voor maar tien jaar.
Maar een aantal staat er vijftig
jaar later nog."
Het Bureau Wederopbouw van
Bram Pieterse toont een foto van de noodboerderij van zijn voorou
ders aan de Veerseweg bij Middelburg. Alleen de schuur (op de ach
tergrond) staat er nu nog.
boerderijen verwoest." Na de
droogmaking wilden de boeren
zo snel mogelijk terug naar hun
land; pas begin 1946 was dat
langzaamaan mogelijk. Ze kon
den er echter noch wonen, noch
dieren houden.
Volgens Rothuizen kende de
Rijksoverheid aan herstel van
de voedselproductie hoge voor
rang toe. „Het Rijk kwam over
de brug. In korte tijd werden zo
genaamde noodboerderijen be
schikbaar gesteld.Het formaat
was afhankelijk van de gezins
grootte en de samenstelling van
de veestapel - precies afgestemd
op de behoefte. Dus een schuur
Er werden allerlei soorten ste
nen gebruikt (wel met dezelfde
maat), onder meer afkomstig
van afgebroken woningen uit
Den Haag. De muren werden
aan de buitenzijden versterkt
door steunberen. In de gevels
waren kleine witte kozijnen met
deuren en ramen aangebracht.
De deuren van de schuren, zon
der kozijnen, waren zwart ge
teerd of in kleur gebeitst.
Sanderse wijst erop dat er dui
delijk tekort was aan cement.
Bij de nog bestaande noodboer
derijen wreekt zich dat door
aantasting van het voegwerk.
Hij heeft veel respect voor het
de Dienst Landbouwherstel
was verantwoordelijk voor de
bouw van de noodboerderijen.
Rothuizen geeft aan dat er on
geveer driehonderd noodwo
ningen en -boerderij en tot stand
zijn gekomen. Samen met San
derse heeft hij er nog ongeveer
veertig terug weten te vinden.
„Je krijgt een beetje een geoe
fend oog. Laatst hebben we er
nog een aantal gevonden. Ze
zijn niet meer als boerderij in
gebruik. Soms als garage, als
opslagruimte of als vakantie
huis. Binnen tien jaar werd
meestal een nieuwe boerderij
gebouwd, in veel gevallen op de-
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC, postbus 18,
4380 AA, Vlissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
zelfde plaats. Het toerisme
moest nog beginnen, en zo ver
dween eerst de woning en later
ook de schuur."
De uitvoering van de noodboer
derijen was specifiek voor Wal
cheren. „Elders in de provincie
zijn ook wel noodboerderijen
gebouwd, maar die waren dui
delijk anders", zegt Rothuizen.
Het overstroomde eiland nam
bij de wederopbouw een aparte
plaats in, weet Sanderse. „Ter
wijl de dijken nog maar nauwe-
lij ks gedicht waren, was er al het
plan voor de noodboerderijen
en in augustus 1946 kreeg de
Snelcommissie Walcheren op
dracht een plan te ontwikkelen
voor een herverkaveling." De
twee onderzoekers hopen dat de
noodboerderijen niet voorgoed
verloren gaan. „Het zou mooi
zijn tenminste één nog redelijk
intacte noodboerderij als mo
nument te bestemmen. Kan dat
niet op Walcheren zelf, dan
eventueel in het openluchtmu
seum Arnhem."
Rinus Antonisse
Noodboerderijen op Walcheren.
Kleine monumenten van be
scheidenheid. Tentoonstelling
in De Schotse Huizen, Veere.
Geopend maandag tot en met
zaterdag 12.00-17.00 uur, zon
dag 13.00-17.00 uur. Tot en met
1 november.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
Het hield ons echt bezig. Hoe
belandde al dat haar over
de muur bij ons in de achtertuin?
Steeds opnieuw lagen er grote
plukken roodbruin haar vlak
achter het huis. We zochten in
gedachten naar iemand uit onze
buurt die een kapsel in deze
kleur had. De enige bewoonster
van de buurt met een dergelijke
kleur haar was al enkele jaren
geleden verhuisd naar de andere
kant van het dorp.
Voor de zoveelste maal stonden
we voor een raadsel. Tot we een
kauw bovenop de schoorsteen
triomfantelijk met een grote
pluk haar op de schoorsteen za-
Adri Karman heeft achter
zijn huis een kleine tuin,
waar toch van alles ge
beurt. In 'Het tuintje van'
schrijft en tekent hij elke
week over de belevenissen
in de natuur rondom het
huis.
gen zitten. Om even later met
het materiaal in de schoorsteen
pijp te verdwijnen. Al enkele ja
ren achter elkaar heeft een
paartje kauwen hierin een vaste
nestelplaats. „Je hebt beestjes",
was de reactie van de buurman.
De toon waarop hij het zei was
duidelijk een hint om daar iets
aan te doen. De schoorsteen die
de kauwen hebben uitgezocht is
echter al twintig jaar niet meer
in gebruik, wat ons betreft dan,
en we hebben er dus niet echt
last van.
De kauwen zien we er regelma
tig en ze voelen zich er blijkbaar
thuis. Rest nog steeds de vraag
waar ze het roodbruine haar
vandaan halen om de laatste be
kleding van het ongetwijfeld
slordige nest aan te brengen.
Slordig is wel op z'n plaats wat
kauwen betreft. Vergeleken met
bijvoorbeeld de merel, die een
keurig afgewerkt nestkommetje
maakt van twijgen, takjes en
modder, aan de binnenzijde
glad en netjes afgewerkt, maken
de kauwen er maar een zootje
van. Het nest van vorig jaar
wordt gewoon wat opgekalefa
terd en daarbij zijn ze allesbe
halve kieskeurig.
Ze zijn blijkbaar ook slordig
met het bouwmateriaal dat ze
gebruiken. Vandaar de haar-
plukken die ze gewoon vermor
sen. Daarnaast vinden we trou-
,jëP§?
<Vg&"
wens ook stukjes oude krant en
toiletpapier, touw en dode gras
halmen. Al met al zijn we er nog
niet uit waar ze de veelvuldig
gebruikte haarplukken van
daan halen. We kennen maar
één oplossing! In het weilandje
achter onze tuin loopt regelma
tig een roodbruin paard. We
hebben het vermoeden dat de
brutale kraaiachtigen de pluk
ken haar of direct van de edele
viervoeter bekomen of van het
prikkeldraad waaraan het dier
zijn wintervacht verliest.
Bekend is dat kauwen de bruta
liteit bezitten om hun nestmate
riaal direct bij dieren te zoeken.
Ze gaan eenvoudigweg op de
rug van schapen, koeien of
paarden zitten en plukken het in
hun ogen geschikte materiaal
weg. De bewuste dieren schij
nen er geen last van te hebben.
Integendeel, de wintervacht
wordt verwisseld voor de dun
nere zomervacht. In feite helpen
de kauwen dus de vachtdragen-
de dieren. Over recycling ge
sproken!
Overigens zijn kauwen de
grootste dieven onder de kraai
achtigen. Ze vinden het blijk
baar ook leuk om allerlei voor
werpen op te pikken en te
verstoppen. Blinkende voor
werpen hebben hun voorkeur.
Hun voedsel is hoofdzakelijk
dierlijk van aaijd: wormen en
slakken maar ook allerlei insec
ten. Ook op kiemende planten
zijn ze verzotVandaar dat we ze
soms in grote troepen op graan
akkers kunnen waarnemen. Die
grote groepen laten zien dat
kauwen ook zeer sociale vogels
zijn, vergeleken met hun soort
genoten dan. Zoals alle kraai
achtigen vormen ze daarnaast
ook nog eens een paar voor het
leven. Soms hebben ze zelfs
menselijke trekjes: als ze liefko
zend het verenkleed van hun
partner verzorgen, levert dat
een idyllisch beeld op.
Als je zo'n tafereeltje bekijkt,
zou je denken dat ze in het ge
heel niet agressief zijn. Maar het
tegendeel blijkt wanneer zich in
de buurt een roofvogel ophoudt.
Met andere kraaiachtigen is de
kauw er als de kippen bij om het
beest te pesten in de hoop dat hij
van het toneel verdwijnt.
Er is veel kritiek op de bescher
ming van kraaiachtigen. Mis
schien terecht. Ze ontzien het
immers niet om de eieren of jon
gen uit een zangvogelnest te ro
ven. Brutaal als ze zijn hebben
ze een negatieve invloed op de
vogelstand.
Niettemin laten we onze kau
wen vooralsnog hun gang gaan.
Het is te leuk deze vogels in de
buurt te hebben.
Adri Karman
illustrate Adri Karman