r Jo-An Griede, secretaresse Een lintje is meer dan alleen een schouderklopje 23 mm zaterdag 26 april 2003 ilÊh Dezelfde kopjes Finesses Mensenmens Je moet genieten van de mooie dingen Jo-An Griede-Bruinshoofd: „Soms is het leven zo geweldig mooi dat je wel zou denken dat er een sturing is." foto Lex de Meester Als ze een beetje plechtige voorstelling van zaken zou willen geven, zou ze zich kunnen presenteren als management-as- sistente. Maar dat klinkt haar ei genlijk iets te zwaar. „Laten we het erop houden dat ik secretares se ben." Jo-An Griede-Bruinshoofd houdt zich bezig met gewichtige aangele genheden. Ze speelde een rol bij de or ganisatie van de kennismakingstoer die Willem-Alexander en Maxima in 2001 door Zeeland maakten. Ze was betrokken bij de voorbereidingen voor de bijeenkomst ter gelegenheid van de uitreiking van de Four Free dom Awards in 2002. Ze hielp de Na tionale Herdenking van de Waters nood, begin dit jaar, in banen leiden. Manifestaties die ze stuk voor stuk zeer ernstig neemt. Maar de rol van so phisticated lady is ze nooit full-time gaan spelen. Zo kan ze uitbundig schaterend vertellen hoe ze enkele tientallen jaren geleden voor een zaak werkte, die haar verplichtte rond te rijden in een automobiel met een tube lijm op het dak. Jo-An is zich bewust van haar verantwoordelijkheden, maar haar bezigheden hebben geen eroderende uitwerking gehad op haar relativeringsvermogen. „Je moet vooral genieten van de mooie en plezierige dingen die op je pad ko men. Je geen zorgen maken over wat er zou kunnen mislopen. Dat is zonde van je tijd." Zo staat Jo-An Griede (Hansweert, 1962) in het leven. Als ze werkt aan de opzet van grote evene menten is ze zich er scherp van bewust dat ieder detail aandacht moet krij gen, maar er spelen nooit doemscena rio's door haar hoofd en in haar slaap wordt ze niet bezocht door nachtmer ries. Een ontmoeting met Mandela, een woord van waardering van konin gin Beatrix, dat zijn belevenissen die ze in haar herinnering koestert. Even zeer vindt ze echter vreugde in het op kalefateren van de boot, samen met haar man Siep en haar zoon Andries. Een zestien meter lang vaartuig heb ben ze, uit de Dickens-klasse. Gesierd met de naam van een van de persona ges van Dickens: Uriah Heep. Dat niet iedereen in gelijke mate waardering kan opbrengen voor het gedateerde schip deert Jo-An geenszins. Ze maakt zich daar eerder vrolijk over. Zoals ze vermaak kan vinden in meer misverstanden die voortkomen uit het feit dat louter op basis van uiterlijk heden wordt geoordeeld. Toen ze zich eens met haar man bij een Walcherse garage meldde om te kijken naar een kostbaar automobiel dat daar te koop stond, liepen de besprekingen zomaar vast. Ze waren met een oud karretje en droegen een beetje slordige kleren. „Zegt die verkoper dat wij de auto waar we belangstelling voor hadden niet zouden kunnen betalen. Kort daarna hebben we precies zo'n model in Brabant gekocht. We zijn er een keertje mee wezen tanken bij die ga rage waar we waren afgewezen. Datis toch leuk!!!" Haar gebrek aan overmatig ontzag zal in haar jeugd zetelen, denkt ze. Haar vader was regio-inspecteur van het bergingsbedrijf Willem Muller, met als vestigingsplaats Hansweert. „De Westerschelde was onze voortuin. Daar lag het werk van mijn vader. Ver der hadden we een kruidenierswinkel en we verkochten visMij n moeder be heerde de winkel. Bij ons thuis kwam iedereen over de vloer. Van een top functionaris van de verzekerings maatschappij tot de matroos van een binnenvaartschip. Ze dronken dezelf de koffie uit dezelfde kopjes. Ik denk dat daar vandaan komt dat het me niets uitmaakt wie ik tegenover me heb. Daar heb ik later wel gemak van gehad bij het organiseren van evene menten. Je hebt dan ook met allerlei soorten mensen te maken." Toen Jo-An dertien was, verhuisde ze met haar ouders en haar twee jaar ou dere zusje naar Rilland. Het huis in Hansweert moest wijken voor de Del tawerken. De nieuwe woonplaats be viel haar wel. In Hansweert beconcur reerden Muller en de berger Leen Polderman elkaar zwaar en Jo-An kreeg als kind wel iets mee van het feit dat er twee kampen waren. „Dat viel weg toen we in Rilland gingen wonen. Lekker rustig. Mijn vader had zijn werk meer op afstand. Ik ging naar het Christelijk Lyceum in Goes, havo; niets bijzonders. Laatst zijn Siep en ik hier in Middelburg weer eens op zo'n middelbare school geweest. Andries zit nu in groep acht op de basisschool en hij moet dus kiezen. We vonden het merkwaardig. Het onderwijs is zo enorm veranderd en toch is zo'n school precies zo gebleven als waar je zelf op zat: dezelfde uitgesleten trap pen, dezelfde lucht. Ja, ik vind het ge weldig om een zoon te hebben en hem door allerlei stadia te zien gaan. Zor gen? Je probeert een kind stevig met twee benen in het leven te zetten. Het heeft geen zin je een voorstelling te maken van alles wat een kind kan overkomen. Dat leidt tot niets. Je pro beert waarden door te geven zonder je al te druk te maken. Ik doe dat niet vanuit een kerkelijke gebondenheid. Ik ben meer filosoferend over de vraag wat het doel is van hier te zijn en of er na deze aarde nog iets zal zijn. Soms is het leven zo geweldig mooi dat je wel zou denken dat er een sturing is. Voor mij gaat het wat dat betreft meer over vragen dan over antwoorden. Je moet proberen goede dingen te doen en te genieten." Na de middelbare school deed Jo-An Schoevers, een instituut vol keurig heid en vlijt. „In mijn stagejaar kwam ik bij Muller in Terneuzen terecht. Oeps. Bij de afdeling zeesleepvaart. Ik ben daar vijf jaar blijven hangen. Het was een geweldige leerschool. Inter nationaal, niet op vaste tijden want je hebt te maken met tijdsverschillen over de hele wereld. Ik deed er van al les: een beetje public relations, wat personeelszaken, het organiseren van vaartochtjes, notuleren, lunches re serveren, administratief werk. Het was een typische mannenwereld. Ruig, maar zeker niet op een vervelen de manier. De mensen maakten er van hun hart geen moordkuil. Ze stopte bij Muller en kwam naar Walcheren om samen met Siep te zijn. En ze besloot op free lancebasis verder te werken. Als uitzendkracht. „Ik heb van alles gedaan. Bij een lijmfabriek, op een advocatenkantoor, op een boekhoudbureau, bij Rijkswaterstaat als secretaresse van de hoofdingeni eur-directeur, Hein Engel. Toen An dries er pas was, heb ik nog een tijdje in vast dienstverband gewerkt, maar ik was gewend aan vlugge wisselingen en een zekere mate van vrijheid. Zo gauw dat kon, ben ik dus weer op uit- zendbasis gaan werken." De laatste jaren liet Jo-An zich steeds tijdelijk inlijven in werkgroepen die bijzondere evenementen in Zeeland organiseerden. „Zo heb ik heel veel bijgeleerd. Onder meer van Illy Ver- maire en Arend de Ru op het kabinet van de Commissaris van de Koningin. Toen ik binnenkwam hadden die alle bei een enorme ervaring opgebouwd in het opzetten van manifestaties als de uitreiking van de Four Freedom Awards en koninklijke bezoeken. Het gaat om dingen die heel nauw luiste ren; alles is van minuut tot minuut ge pland. Bij het kennismakingsbezoek van Willem-Alexander en Maxima aan Zeeland werd eerst een thema be paald dat wat afwijkt van de pro gramma's in andere provincies. 'Een ontdekkingsreis rondom een Euro pees estuarium' is het hier geworden. Er wordt dan een werkgroep gefor meerd die op gemeentelijk niveau sa menwerkt met de burgemeester en met een uitvoerende. Mijn rol is het draaiboek bijhouden en controleren of op bepaalde momenten bepaalde onderdelen goed geregeld zijn. En ik onderhoud het contact de andere kant op, richting Den Haag. Met de adju danten van het Koninklijk Huis en de Rijksvoorlichtingsdienst. In de maan den die aan het evenement vooraf gaan wordt alles tot in de finesses vastgelegd: de catering, het parkeren, de route, de bloemen, de uitnodigin gen, de samenstelling van de lijsten met personen of gezelschapjes die worden voorgesteld, de vraag of er gens rechtsom of linksom gegaan wordt. Aan het eind komen alle spe lers samen om in de praktijk na te gaan of alles tot in details klopt. Het gaat erom een bezoek risicoloos vorm te geven en daar is veel inzet voor no dig. Ik vind het wel wat hebben. De manier waarop de leden van het Ko ninklijk Huis invulling geven aan hun taken verdient alle respect. Heel pro fessioneel. Daar hoort een strakke planning bij, vooral ook in de tijd. Het lijkt onbetekenend wie een jas aan pakt en waar die moet hangen maar als er vijf minuten naar een mantel ge zocht moet worden, verspeel je tijd, wat ten koste kan gaan van mensen die die ene keer heel kort de koningin ontmoeten. Ik zie het niet als gedoe of poespas. Je ziet dat het publiek een bezoek geweldig waardeert. Het ko ningshuis is diep in de samenleving geworteld. De ontmoetingen moeten dus perfect worden voorbereid." Ze bewaart heel goede herinneringen aan de uitreiking van de Four Free dom Awards in2002.„Ikheb even met Mandela mogen praten en ik vond hem heel inspirerend. Hij is een men senmens. Maar ook iemand als Abu Zayd; wat hij doet maakt op mij veel indruk. De democratische vrijheden doorgeven, dat is toch de moeite waard. Bij het belang daarvan mag je best zo nu en dan eens goed stilstaan." Emotioneel gezien deed de Nationale Herdenking van de Watersnoodramp Jo-An Griede persoonlijk heel veel. „In mijn familie zijn geen dodelijke slachtoffers gevallen bij de ramp, maar familieleden zijn er wel bij be trokken geweest, dus je kent de verha len. Dat brengt het dichtbij. We heb ben gemerkt dat de herdenking voor veel mensen een heel diepe betekenis had. De stuurgroep die de organisatie in handen had, heeft zich vooral ge richt op de slachtoffers en nabestaan den en dat is gewaardeerd. De recht streekse uitzending via de landelijke televisie gaf nog iets extra's. Je af breukrisico vergroot door het strakke tijdschema. Dat alles precies op tijd moet, geldt dan helemaal. Wat bij mij vooral is blijven hangen: in het dorps huis in Oude Tonge werd erover ge sproken dat we naar de begraafplaats zouden gaan en dat het wel heel koud was. Toen 3ei een van de gasten: 'wij hoeven maar twintig minuten buiten te zijn; dat is niets; denk je eens in hoe het vijftig jaar geleden was'. Dat maakt indruk." Weet je, die evenementen hebben iets van een grote ballon die langzaam wordt opgepompt en aan het eind van de dag van de gebeurtenis wordt die doorgeprikt en loopt leeg. De mensen die voor die dag voorwaardenschep pend werk hebben gedaan, zien el kaar nog even en als alles goed gelo pen is, zijn ze samen blij. Irritaties en strubbelingen zijn vergeten. Wat het met mij doet? Als ik na afloop mensen zie die mij het meest nastaan, mijn man en mijn zoon, dan moet ik even huilen. Een ontlading. Daarna houd je je mooie herinneringen over." A.J. Snel Pjinsdag, aan de vooravond van Konin- Cginnedag, gaat het in Nederland lintjes ïgenen. Met ruim 3100 onderscheidingen barder dan ooit. 'Het heeft de koningin be- baagd...', zullen de burgemeesters plecht statig zeggen. Maar achter die toekenning schuilt het werk van het Kapittel voor de Ci- ™e Orden, die iedere voordracht bekijkt ca beoordeelt. Een kijkje in de Hollandse Jatjeskeuken. !ee' burgers die verrast worden met een on- «scheiding, hebben de indruk hun lintje !an de vorstin persoonlijk te krijgen. Maar cwerkelijkheid is dat een groepje van vijf urgers, zetelend in een statig pand aan de aagse Nassaulaan, over het al dan niet wennen van een lintje een 'zwaarwegend wes uitbrengt. Dat gezelschap heet 'het spittel voor de Civiele Orden' en het pand aannmen gehuisvest is 'de Kanselarij van «Nederlandse Orden'. ut Kapittel wordt momenteel voorgezeten "wmevrouw mr. Irene Michiels van Kes- fiuch-Hoogendam. In het dagelijks leven al coördinerend vice-president van het ^rechtshof in Den Haag. Op grond van maatschappelijke ervaring (onder 1 eerbwaalf jaar lid van de Eerste Kamer b»oe d^D 'n ^6Ze ^ukke bijbaan bk de overige leden zijn mensen met een jeJ ^maatschappelijke ervaring, waarbij ;ee Wordt op een zeker evenwicht tussen grote politieke stromingen in ons land. LeyerSaderen eenmaal per week in de Ka- deb6 °Ver V00I"drachten die ons via Ur§enieesters en de commissarissen der ^bereiken. Behalve in februari en aan komen we veel vaker bij elkaar ,uorde piek van Koninginnedag," Mevrouw Michiels benadrukt dat iedere voordracht voor een koninklijke onder scheiding zeer zorgvuldig bekeken en gewikt en gewogen wordt. „Er zijnheel dui delijke criteria. En die leggen, sinds de wij ziging en democratisering van het stelsel acht jaar geleden, volledig de nadruk op iemands maatschappelijke inzet en betrok kenheid naast zijn of haar dagelijkse werk kring. Maatschappelijke status of langdu rig arbeidsverband doen er volstrekt niet meer toe, het gaat ons uitsluitend om ie mands verdiensten naast het gewone, naast het dagelijkse. En in dat kader wikken en wegen we en moeten we soms ook simpel weg tot de conclusie komen dat een voor dracht te dun is, dat iemand niet decorabel is op grond van de ingediende gegevens, en dat zeggen we dan ook." Na het advies van het Kapittel moet de be trokken minister nog de formele beslissing nemen en vervolgens gaan alle voordrach ten naar de koningin die de finale handteke ning onder het besluit tot decoratie zet. „Laat men zich niet vergissen in de betrok kenheid van de koningin", stelt de voorzit ter van het Kapittel. „De koningin leest alle voordrachten persoonlijk en laat zich goed op de hoogte houden over het functioneren van het stelsel." Kunnen de minister of de koningin nog in vloed uitoefenen op de hoogte of het al dan niet verlenen van een lintje? „Het komt sporadisch voordat een minister voor een bepaalde persoon graag een hoger lintje wil dan wij hebben geadviseerd. Maar dan moet die minister bij mij wel van goe den huize komen en sterke argumenten heb- Dit jaar regent het meer dan 3100 onder scheidingen foto Marc van der Kort/GPD ben om dat gedaan te krijgen. Ik hou me namelijk strikt aan het criterium 'maat schappelijke inzet naast het dagelijkse werk', waarbij dus stand en status niet mee tellen. Als de minister mij er op grond van de criteria van kan overtuigen dat het hoger moet, dan gebeurt dat en anders niet. En als de koningin bezwaar maakt? De voorzitter van het Kapittel glimlacht. „Dan treedt het bekende stelsel van de mi nisteriële verantwoordelijkheid in werking, met andere woordenmocht die situatie zich voordoen dan wordt dat bekeken via de mi nister onder wie het betrokken lintje valt. En dan gaat het wat mij betreft ook weer om de geldende criteria, die heel duidelijk zijn." Michiels beklemtoont dat het krijgen van een lintje voor iedereen openstaat en dat ie dereen iemand voor een lintje kan voordra gen. „De mensen moeten daarvoor in eerste instantie bij hun burgemeester zijn. Die heeft de aanvraagformulieren en die be kijkt de zaak als eerste. Gelukkig zijn er steeds meer gemeenten die de burgers daar op via brochures en advertenties attende ren. En ook onze eigen website over dit on derwerp is een groot succes. Verder gaan we als leden van het Kapittel regelmatig het land in om voorlichtingsbijeenkomsten aan burgemeesters te geven. We horen dan van hen wat hun ervaringen zijn en wat ze graag willen, wij kunnen onze regels en onze ma nier van afwegen daar tegenover zetten. Zo is ons gebleken dat veel burgemeesters wel in willen gaan op de wens van clubs en verenigingen een lintje bij een jubileum of een specifieke gelegenheid toe te kennen. Maar wij als leden van het Kapittel zijn daar geen voorstander van, want dan kan de in druk gewekt worden dat zo'n lintje alleen voor die gebeurtenis wordt gegeven. Terwijl het wat ons betreft om een scala van zaken moet gaan, waarvan het jubileum van die vereniging maar een onderdeeltje is. Daar om wil het Kapittel graag toe naar zoveel mogelijk lintjes op Koninginnedag en zo weinig mogelijk over het jaar verspreid. En die kant gaan we op: ruim 3100 lintjes op de komende Koninginnedag en nog maar zo'n 1500 ertussendoor." Lukt het met de gewenste democratisering? De indruk bestaat dat de laagste onder scheiding, het Lidmaatschap in de Orde van Oranje Nassau, wel erg vaak wordt uitge deeld en de onderscheiding voor 'Jan met de pet' geworden is, zoals vroeger de ereme dailles in brons, zilver en goud. Michiels van Kessenich veert op.,Dat beeld klopt absoluut niet. Het Lidmaatschap is een volledige ridderlijke graad en zeker niet enkel bestemd voor Jan met de pet. Er zijn ook burgemeesters die Lid worden en ande re mensen in de hogere segmenten van de samenleving. En de cijfers leren dat het aan deel van de hogere onderscheidingen, Rid der en Officier, in het totaal aantal lintjes ieder jaar groeit, ook voor wat je gewone mensen noemt. En dat is nu net de bedoeling van de democratisering geweest." Een eerste horde die bij de toekenning van een lintje genomen moet worden is de rap portage over een eventueel oorlogsverleden of een justitiële veroordeling. Doet het Ka pittel ook aan reclassering, het geven van een tweede kans? „Als iemand de leeftijd heeft dat een oor logsverleden een rol kan spelen, worden de dossiers geraadpleegd en dan blokkeert een daadwerkelijk oorlogsverleden altijd een lintje. Wat een justitiële veroordeling be treft kan er sprake zijn van een tweede kans. Er moet dan geen zeden- of geweldsdelict in het spel zijn. Bij verkeersovertredingen zijn dronkenschap of het veroorzaken van een ongeluk met dodelijke afloop natuurlijk zeer zwaarwegend. Maar bij lichtere over tredingen of veroordelingen kan een her kansing aan de orde komen. Behalve als ie mand voor een tweede maal veroordeeld is voor wat dan ook, dan is een lintje uitgeslo ten." Komt het vaak voor dat iemand een lintje weigert? „Niet vaak. We proberen ook heel duidelijk een publieke weigering te voorkomen door van tevoren discreet bij de familie of de om geving te informeren of een lintje welkom is. Het gebeurt ook een enkele keer dat de fa milie zegt: 'Laat maar zitten, we vinden het lintje dat ons familielid krijgt te laag'. En dan zijn er ook mensen die een lintje op principiële gronden weigeren. Dat respec teren we natuurlijk. Maar een lintje is en blijft niet alleen een schouderklopje, maar een publieke erkenning van iemands ver diensten voor de samenleving. Niets meer en niets minder. En omdat onze staatsvorm nu eenmaal de constitutionele monarchie is, wordt die publieke erkenning voor iemand gegoten in de vorm van een koninklijke on derscheiding. En gelukkig, dat zullen we ook komende dinsdag weer zienvatten ver reweg de meeste ontvangers van een lintje dat ook zo op. Ze zijn verrast en ontroerd, ze zijn er erg blij mee. En ze hoeven ons er niet voor te bedanken, ze hebben het gewoon zelf verdiend. Wij hebben als Kapittel al leen maar ons werk gedaan." Bert van Nieuwenhuizen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23