PZC
Yann Martel
Zoeken naar zweempje lichaamswarmte
25
Helen
Dunmore
Beste George,
je bent een
marionet
donderdag 24 april 2003
rt aald
ve.
thriller
Uitgemergeld
[ucvWoolley: Vertrouw op mij.
nedrie volwassen kinderen van
j ck en Clattie Palmer krijgen
de begrafenis van hun vader
1 schokkende mededeling:
iack had een buitenechtelijke
,oon verwekt in het eerste jaar
van zijn huwelijk. Deze Titus is
eigenaar van een groot pand in
een trendy buurt in Londen.
Aanvankelijk wil niemand iets
van hem weten, maar Hugh, de
jongste, hoopt heimelijk dat Ti
tus hem kan helpen zijn grootste
droom, een eigen restaurant,
„aartemaken. De hele familie
raakt bij het proces betrokken,
en niet altijd op even positieve
SjZe. Vertaling Eny van Gelder.
Uitgeverij M., 287 pag., €14,50.
Robert Dessaix: Korfoe. Om de
recente gebeurtenissen uit zijn
jeven te overpeinzen, betrekt
een Australisch acteur voor en
kele maanden een huis op
Korfoe. Terwijl hij het eiland
verkent, raakt hij meer en meer
inde ban van de bijzondere le
venswandel van degene van wie
bij het huis huurt. Zijn eigen er
varingen lijken steeds meer het
leven van de afwezige huisbaas
Ie weerspiegelen. Vertaling
Sjaak Commandeur. Uitgeverij
Meulenhoff, 327 pag., €22,95.
Martha McPhee: Verrukkelijke
leugens. Als therapeut Anton
Furey op zijn sterfbed wordt
omringd dooi zijn kinderen,
blijkt de utopische levensstijl
van het gezin uit de jaren zeven-
,.o achteraf bezien een grote
farce. Pijn en beschuldigingen
komen naar boven over een ont
wricht gezin. Maar het is ook
een ontroerende en vermakelij-
ke afrekening met de idealen
van weleer. De kinderen probe
ren in het reine te komen met el
kaar en hun vader. Newsweek
schreef over McPhee's eerste-
g, Engelentijd: 'Ze schrijft
zulke schitterende zinnen dat je
wilt uitknippen.' Vertaling
Marijke Voet. Uitgeverij Meu-
f lenhoff, 332 pag., €22,50.
SukiKim: De Tolk. De Koreaan
se Suki Kim emigreerde als der
tienjarige naar de Verenigde
Staten. Ze werkte onder andere
als rechtbanktolk in New York,
een ervaring die ze verwerkt in
haar debuutroman over de, ja
wel, New Yorkse rechtbanktolk
Suzy Park. Suzy heeft alle con
tact met haar bekrompen Kore
aanse familie verbroken. Wan
neer ze er achter komt dat de
moord op haar ouders, vijf jaar
eerder, wellicht meer was dan
toeval gaat ze op zoek naar haar
spoorloos verdwenen zus Grace
De speurtocht voert haar naar
het hart van de Aziatische im
migrantenwij ken waar ze ont
dekkingen doet over de afper
singspraktijken, waaraan haar
ouders deel hadden. Vertaling
Thera Idema. Uitgeverij Con
tact, 254 pag., €19,90.
Michael Crichton: Prooi. Nano-
technologie, daar draait het om
in deze nieuwe onthutsende toe
komstroman van Crichton. Na-
notechnologie is de poging van
de mens om machines met mini
male afmetingen te bouwen in
de orde van grootte van 100 na
nometer oftewel een honderd-
miljardste van een meter. Maar
waar eindigt die technologie en
kan hij zijn eigen evolutie stop
pen? Vertaling Marjolein van
Velzen. Uitgeverij Luitingh-
Sijthoff, 351 pag., €17,95.
Michael Connelly: De jacht.
Oud-president Bill Clinton ried
Connelly na zijn eerste thrillers
aan: 'Ga vooral door met schrij
ven.' De jacht is daar nu het
nieuwste gevolg van, een ver
haal over Henry Pierce, eige
naarvan een revolutionair com
puterbedrijf, die in een nieuw
appartement zijn intrek neemt,
zonder zijn ex-vriendin Nicole,
ban gaat de telefoon: iemand is
op zoek naar ene Lilly en hij
olijkt niet de enige. Vertaling
Henée Milders Dowden. Uitge
verij De Boekerij286 pag.,
Yann Martel: „Literatuur is niet een spiegel, maar een schilderij."
foto Harmen de Jong/GPD
Pi zit tussen hemel en aarde
e Canadese schrijver Yann Martel was vorig jaar
met Het leven van Pi de verrassende winnaar van
de Booker Prize, de belangrijkste literaire prijs in
het Engelstalig gebied. Van het prijzengeld kocht hij
schoenen en een jasje, zijn 'schrijverskleren'. ,,Ik beschouw
mezelf eigenlijk nog steeds als een debutant."
Yann Martel is niet het type
schrijver dat rustig thuis zit
te werken. De afgelopen maan
den was hij gastdocent aan de
universiteit in Berlijn.
De komende weken is hij nog op
tournee. „En vanaf september
woon ik in een plaatsje op het
platteland van Canada, als wri
ter in residence. Voor negen
maanden .Pas daarna keer ik te
rug naar mijn woonplaats,
Montreal."
Het gereis kreeg hij met de pap
lepel ingegoten. Drie dagen na
zijn geboorte, in 1963 in Spanje,
vertrokken zijn ouders naar
Portugal. Lang bleven ze daar
niet. Na drie maanden kreeg
zijn vader werk aan de universi
teit van Alaska. En daarna gin
gen ze naar British Columbia.
Nadat zijn vader voor buiten
landse zaken ging werken,
groeide de lijst met verblijf
plaatsen in een snel tempo: Ot
tawa, Costa Rica, Frankrijk,
Mexico. „Als kind heb ik dus
heel wat gezien. Ook als jonge
man. Ik heb een jaar geleefd in
India, twee maanden in Iran. En
ik ben verschillende keren in
Turkije en Zuid-Amerika ge
weest. Als rugzaktoerist. We le
ven in een prachtige wereld,
moet je weten. Ik reis nu alleen
nog maar als ik een duidelijk
doel heb. Meestal heeft dat te
maken met het doen van re
search voor een roman."
De voorbereidingen voor het
schrijven van Het leven van Pi
namen in totaal twee jaar in be
slag. „Ik heb eerst dierentuinen
bezocht, kerken en moskeeën.
En vervolgens ben ik gedurende
anderhalf jaar in de boeken ge
doken. Lezen over religie en
biologie. En daarna volgde pas
het schrijven." De roman laat
zich gemakkelijk in een paar
zinnen navertellen. De ouders
van de zestienjarige Indiase
jongen Pi hebben besloten naar
Canada te emigreren. De vader
is eigenaar van een dierentuin.
Hij besluit alle dieren mee te ne
men om aan de andere kant van
de oceaan te kunnen verkopen.
Maar het schip vergaat. De eni
ge overlevenden zijn Pi en een
tijger van 200 kilo. Samen met
dit dier moet de jongen in een
bootje zien te overleven, 227 da
gen lang.
Het resultaat is een adembene
mende roman over een overle
vingstocht, waarin Martel
allerlei aspecten de revue laat
passeren. Het boek heeft een
universele kracht; het is niet
toevallig dat Het leven van Pi in
36 taalgebieden verschijnt. Hoe
Martel op zijn idee voor de ro
man is gekomen? Hij geeft aan
dat hij aan het begin van de ja
ren negentig een recensie las
over een boek van Moacyr Scli-
ar, een Braziliaanse schrijver
van wie hij nog nooit had ge
hoord. „Over een man die in een
boot belandt, samen met een ja
guar. Het gegeven is blijkbaar
ergens in mijn hoofd blijven ste
ken. Het kwam zeven jaar later
weer naar boven toen ik op zoek
was naar een verhaal voor een
nieuwe roman. Ik kreeg een
soort visioen, dat ongeveer tien
minuten duurde. Daarna wist ik
precies welke roman ik wilde
schrijven en ben ik aan het werk
gegaan."
Zijn inspiratiebron stond overi
gens aan de basis van een kleine
rel. Nadat Martel de Booker Pri
ze had gekregen, beschuldigde
een Braziliaanse journalist hem
van plagiaat. Terecht? Nonsens,
reageert Martel onmiddellijk.
„Ik heb dat boek immers niet
eens gelezen. Het enige is dat ik
me heb laten beïnvloeden door
een verhaal dat ik in een recen
sie tegen ben gekomen. Als je
dat plagiaat noemt, kunnen we
nog uren doorgaan. Ik had me
ook kunnen laten beïnvloeden
door de bijbel, of een film van
Fellini. Shakespeare had zijn
Romeo and Juliet volgens die
journalist ook niet kunnen
schrijven, want dat verhaal is
afkomstig uit Decamerone van
Boccaccio. Iedereen laat zich
beïnvloeden. Maar dat hoeft
nog niet te betekenen dat er
sprake is van plagiaat. De kwes
tie is nu gesust. Er zijn maar
liefst vier aanbiedingen geweest
van Braziliaanse uitgeverijen
die zijn voor mij al snel te saai.
Bij mij ontstaan de filosofieën
door de gebeurtenissen en de ac
tie. En ik geloof in de fantasie.
Literatuur is niet een spiegel,
maar een schilderij."
Was het ook een uitdaging om
een verhaal van een paar zinnen
uit te werken tot een roman?
„Zeker", zegt Martel, „het was
voor mij aantrekkelijk om te
werken met beperkingen van
tijd, plaats en karakters. Daar
naast vond ik het prettig om te
schrijven over religie, terwijl er
in de roman bijna nergens naar
wordt verwezen. De jongen ver
liest nooit het geloof dat de ge
beurtenissen uitmonden in een
slecht einde." Martel beschouwt
zichzelf dan ook als religieus.
„Een agnostische houding is
voor mij niet bevredigend. Dan
zou ik tegen het einde van de dag
niet kunnen zeggen dat ik heb
om mijn boek op de markt te
brengen."
Het leven van Pi begint met een
voorwoord, waarin gesugge
reerd wordt dat de hoofdfiguur
het verhaal aan de schrijver
heeft verteld. En dat de gebeur
tenissen dus daadwerkelijk
plaats hebben gevonden. En
leuke literaire truc? „Aan jou de
keuze. Alle fictie is volgens mij
waar. Maar ik ga nu niet het ant
woord geven op je vraag, want
ik ben alleen maar de schrijver
van mijn roman geweest. Het is
aan de lezers om uit te maken
wat de betekenis is. Iedere
schrijver heeft natuurlijk eigen
ideeën over de perfecte roman.
Voor mij is het erg belangrijk om
een goed verhaal te hebben,
voordat je aan het schrijven be
gint. Er moet in een roman iets
gebeuren. Ik hou niet van boe
ken waarin alleen maar wordt
nagedacht. Ook heb ik een hekel
aan autobiografische verhalen,
geleefd. Ik ben een religieus per
soon, maar geen dogmaticus.
Alhoewel ik katholiek ben op
gevoed, hou ik er van om een
hindoeïstische tempel of een
moskee te bezoeken."
Het leven van Pi leest op sommi
ge momenten tussen de regels
bijna als een statement: dat er
meer is tussen hemel en aarde en
de mens slechts een nietig wezen
is. „Zeker, om tegen de ratio te
ageren. Ik denk dat de ratio in
het Westen te veel de overhand
heeft gekregen. En ergens vind
ik dat niet goed. De mensen van
mijn leeftijd in Montreal leven
er maar wat op los. Ze laten zich
voornamelijk vermaken en
doen eigenlijk weinig dingen
die het leven een waarde geven.
Volgens mij een resultaat van
een te intellectueel en rationeel
klimaat."
Vandaar ook de naam van de
hoofdfiguur? Een naam als het
getal dat niet verklaarbaar is?
„Ja, in de mathematicia is pi een
irrationeel getal. Het was voor
mij een uitdaging om een irra
tioneel gegeven te gebruiken.
Voor mijn gevoel heeft dat alles
te maken met religie. Het irra
tionele geeft op de een of andere
manier betekenis aan de wereld
Daarnaast is de volledige naam
van de j ongen Piscine, het Fran
se woord voor zwembad. Een
stuk water dat door mensen
handen is aangelegd. En juist
die jongen komt terecht in een
oceaan waar mensen niets meer
betekenen."
Na de Booker Prize probeert
Martel zo bescheiden mogelijk
te blijven. „Ik beschouw mezelf
eigenlijk nog steeds als een de
butant. En ik vrees dat ik dat ge
voel mijn hele leven zal blijven
houden. Je moet nooit vergeten
dat de wereld niet zit te wachten
op een zoveelste nieuwe roman.
Ais je als schrijver geen succes
hebt, zet je een groot deel van je
leven op het spel. Wanneer Het
leven van Pi niet goed was ont
vangen, zou ik straks een veer
tigjarige schrijver zijn met een
belachelijke staat van dienst. Ik
zou waarschijnlijk alleen nog
maar aan de slag kunnen gaan
als afwasser of als veiligheids
man. Met het schrijven als
hobby. Ik zou totaal geen per
spectieven hebben. Ik ben dus
ongelooflijk blij met de Booker
Prize. Niet alleen vanwege de
eer, maar ook vanwege het geld.
Ik hoef me niet meer zo druk te
maken over de vraag over ik
morgen nog wel te eten heb."
Hij leeft vanaf zijn 28ste van de
pen. „Dat is mogelijk geweest
omdat ik weinig nodig heb. Ik
geef niet veel om materiële za
ken. Met het geld van de Booker
Prize heb ik nieuwe schoenen en
een jasje gekocht. Die doe ik al
tijd aan als ik ergens moet signe
ren of een interview geef." Mar
tel staat even op: „Kijk, dit zijn
mijn schrijverskleren."
Jacob Moerman
Yann Martel: Het leven van Pi - Uit-
qeverij Bert Bakker, 318 blz.,
€2 7,95.
Aan het woord is Oscarwin
naar Michael Moore: 'Je
bent, om kort te gaan, een dron
kelap, een dief, misschien een
misdadiger, een niet veroor
deelde deserteur, en een huile
balk.' Het slachtoffer luistert
naar de naam George W. Bush,
een van de vele 'slachtoffers'
met wie Moore genadeloos afre
kent. Het boek Stupid white
men verscheen deze maand in
een Nederlandse vertaling.
De populariteit van Michael
Moore kent momenteel geen
grenzen. Niet alleen was hij
wereldnieuws tijdens de Oscar
uitreiking (Moore kreeg de
onderscheiding voor zijn docu
mentaire 'Bowling for Colombi-
ne' en kon zijn afkeer van de
oorlog - 'Shame on you, mister
Bush!- niet voor zich houden),
maar ook werd zijn boek in de
Verenigde Staten vorig jaar een
enorme hit. Stupid white men
was daar het meest gelezen boek
in de categorie non-fictie.
De bizarre voorgeschiedenis
heeft natuurlijk ook een succes
volle rol gespeeld. Het boek
werd geschreven na de verkie
zingsoverwinning van Bush en
rolde vlak voor 11 september
2001 van de persenEn toen ont
stonden de problemen pas echt.
Uitgeverij Harper Collins wilde
de 50.000 gedrukte exemplaren
vernietigen, stelde voor dat
Moore twee hoofdstukken ging
herschrijven en vroeg voor het
herdrukken ook nog eens
100.000 dollar van de royalty's
terug. Maanden sleepte de zaak
zich voort, totdat Moore vanuit
onverwachte hoek (een biblio
thecaresse dreigde op internet
een rel te veroorzaken) steun
kreeg en het boek februari vorig
jaar alsnog verscheen. In de
eveneens zeer succesvolle En
gelse editie (bekroond met de
British Book Awards) beschrijft
Moore in een toegevoegd voor
woord, dat ook in de Nederland
se vertaling is opgenomen, op
hilarische wijze deze ontstaans
geschiedenis van zijn eigen
boek.
Een van de twee omstreden
hoofdstukken heeft als titel
'Beste George' en is geschreven
als een 'open brief' aan de Ame
rikaanse president. Bush wordt
hierin aangesproken als een zie
lig persoon, die eigenlijk alleen
maar als marionet wordt ge
bruikt door zijn vader en diens
vrienden. 'Nujedaarzit, wordje
omringd door dezelfde troep
ouwe lullen die de wereld in hun
greep hadden met Paps. Al die
mannen die door het Witte Huis
dwalen - Dick, Rummy, Colin -
en er zit er niet eentje bij die een
vriendje van je zelf is
Stupid white men is nu voor een
deel achterhaald. Maar opval
lender is dat Moore er ook in is
geslaagd de actualiteit te ont
stijgen. Net zoals in zijn docu-
mentaire 'Bowling for Colombi-
ne' heeft hij geprobeerd de
zwakke plekken van de Ameri
kaanse samenleving bloot te
leggen. Met maar al te vaak bril
jante hoofdstukken als resul
taat.
Hilarisch zijn de passages waar
in hij het opneemt voor de aard
van de vrouw en hij de man te
kijk zet als een treurig wezen
dat alleen maar bezig is zijn ei
gen ondergang tegemoet te ren
nen. Verfrissend is het hoofd
stuk waarin wordt afgerekend
met het politiek correcte denken
van de jaren negentig.
Het enige probleem is dat Moore
zo nu en dan te drammerig is.
Hij probeert te vaak zieltjes te
winnen voor de 'goede zaak'.
Het verbaast dan ook niet als te
gen het einde blijkt dat Moore
zélf actief is geweest voor de
verkiezingen, uit naam van de
Groenen.
Jacob Moerman
Michael Moore: Stupid white men -
Vertaling Willy Hemelrijk en Susan
Ridder. Uitgeverij De Arbeiders
pers, 285 blz., €16,95.
[Jet plan is de stad te omsingelen en door
Jmiddel van artillerievuur van alle kali-
»ers en onafgebroken luchtbombardemen-
en met de grond gelijk te maken. 'Nee, dit is
Wet Bagdad 2003 maar Leningrad in 1941,
Duitse opmaat tot het beruchte beleg van
^Russische miljoenenstad. Helen Dunmo-
re schreefer een boeiende roman over.
komt geen Duitser voor in de roman De
^gering. Een grote vijandige massa heeft
i ^gegraven rondom de stad. Kinder-
ransporten de stad uit worden gebombar-
,eerc' °f teruggestuurd, voedseltransporten
e stad in zijn even onmogelijk. 'Zoals een
i' aam tegen beter weten in blijft geloven
'neen fantoombeen, zo blijft de stad gelo-
en in haar aanvoerlijnen lang nadat deze
njn afgesneden.'
e schrijfster focust op slechts één, nogal
ngewoon Russisch gezinnetje in een klein
PPartement. Anna Michailova is 23, heeft
hen zo°ntie van 5, Kolja, dat in werkelijk-
id haar kleine broertje is - haar moeder
'era st'erf in het kraambed. Vader Michail
Helen Dunmore
liet de opvoeding aan zijn dochter over. Het
drietal krijgt in de onverwarmde, van water
afgesloten tweekamerflat twee extra men
sen te logeren: de oudere actrice Marina en
de arts Andrei met zijn Siberische uitstra
ling van ruimte en puurheid. Echte Lenin-
graders 'kunnen niet leven zonder een kou
in hun hoofd en een laars op hun nek', maar
in Siberië zijn naar men zegt God en de
Tsaar verder weg. Anna en Andrei vallen
hevig voor elkaar, maar door honger en uit
putting vindt hun liefde voorlopig slechts
een uitweg in het trage zoeken naar een
zweempje lichaamswarmte en het masseren
van eikaars ijskoude, gevoelloze ledematen.
Marina is een oude vriendin van vader Mi
chail uit de vrijgevochten tijd toen hij nog
toneelspeelde en gedichten schreef. En
vreemd ging: in een van de eindeloze ijskou
de nachten waarin Anna en Marina met tus
sen zich in de kleine Kolja onder een pak
dekens en kleren proberen de honger te ver
geten, vertelt Marina aan Anna dat ze zelfs
zwanger van Michail is geweest. Dat komt
voor Anna niet echt als een verrassing, en
het verhaal lost ook nog wat raadsels uit
haar jeugd op.
Gedurende de verschrikkelijke hongerwin
ter van 1941, als zelfs boeken worden opge
stookt om temperaturen van -30 graden
Celcius en erger te kunnen doorstaan, ligt de
dichter Michail weg te kwijnen met een
schouderwond die in deze omstandigheden
niet kan genezen. Hij speelt een rol op de
achtergrond - 'Dus kom ik uit bed en ga twee
uurtjes op de divan liggen. Een geweldige
daad van verzet, nietwaar? Wat zouden de
Duitsers 'm knijpen als ze wisten dat Micha
il Iljits Levin nog langniet dood is en in zich
zelf poëzie reciteert'. Dit is het enige grapje
in deze roman. Dunmore heeft zich goed in
geleefd in de absurditeiten van de Sovjet
planeconomie, maar de fragmenten daar
over zijn eerder schrijnend dan vermake
lijk.
Alles draait in dit boek om honger en kou,
voor liefde - oude of nieuwe - is geen plaats.
Er worden leren schooltassen uitgekookt
om bouillon van te maken, de uitgekookte
repen leer kunnen daarna gebruikt worden
om op te kauwen. Behangerslijm blijkt voe
dingswaarde te bezitten. Geen rat of huis
dier is er in de stad meer te vinden en
geruchten doen de ronde dat er zelfs men
senvlees gegeten wordt. Heel beklemmend
zijn Dunmores beschrijvingen van de zoek
tochten naar iets eet- of brandbaars die de
verzwakte Anna iedere dag uitvoert. Ze
wordt daarbij geconfronteerd met menson
waardige toestanden en leert ook, in deze
barre omstandigheden, haar eigen mogelij
ke misdadigheid kennen; dat ze zou kunnen
doden om zelf te blijven leven.
Het jongetje Kolja met zijn speelgoedsol-
daatjesfort van papier-maché - dat uitein
delijk ook opgegeten zal worden - is de
contrasterende vertederende noot in De be
legering. Ieder getroost zich offers om hem
in leven te houden.
Deze roman over het beleg van Leningrad
telt vele, zeer vele schrijnende beelden. De
jonge buurvrouw, die haar gestorven baby
nog wekenlang in de vrieskou bij zich
houdt. Het knappe jonge meisje dat om
komt bij het zware graafwerk aan de verde
digingslinies, waaraan alle burgers moes
ten meewerken. De uitgemergelden, de
ontelbare doden die in de bevroren grond
niet meer begraven kunnen worden en dus
overal liggen opgestapeld. 'Anna gaat niet
graag meer langs het park. Daar zitten men
sen op banken, helemaal ondergesneeuwd,
en wachten als geplante bloembollen op de
lente. Ze blijven daar zitten, dag na dag.
Niemand komt ze weghalen. In sommige
kamers liggen hele gezinnen op de lente te
wachten.'
Een belangrijk hulpmiddel voor de schrijf
ster bij het aanduiden van situaties en ge
voelens zijn geuren: slaapgeuren, mondgeu-
ren, en 'het ruikt naar wol, worst en oksels'
bij de chaotische kindertransporten. Als de
vorst eenmaal goed heeft toegeslagen kan
Dunmore geuren niet langer gebruiken,
maar dat heeft haar er niet van weerhouden
een zeer overtuigende, navoelbare Lenin-
graadse hongerwinter neer te zetten.
Margot Engelen
Helen Dunmore: De belegering - Vertaling: Edith
van Dijk. Uitgeverij De Geus, 350 pag., €22,50.