15
15
16
16
Grote aardhommel zoekt geschikte nestplaats
weerwoord
Natuurgebied
vlak achter
Thoolse dijk
Gin binding
mi mie
het Engels
Stormen
langs de
Schelde
Handwerk is
nog gewoon
op Rusthoeve
dinsdag 22 april 2003
De heren en
de aprillen,
bedriegen
die zij willen
Pionieren
HET TUINTJE
VAN
Advertentie-exploitatie:
Noord- en Midden-Zeeland: 0118-484369;
Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770.
Redactie: 0118-484413
E-mail: redactie@pzc.nl
Postbus 18,4380 AA Vlissingen.
IJs van geitenmelk is ook lekker
Nieuwe weerwoorden zijn
welkom bij de redactie PZC,
postbus 18, 4380 AA, Vlissin
gen, fax 0118-470102e-mail
redactie@pzc.nl
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
Groter en diervriendelij
ker moet-ie worden, de
melkgeitenhouderij van P.
van der Wekken uit Sirjans
land. Hij wil zijn huidige
veestapel van 160 melkgei-
ten in enkele jaren laten
groeien naar 500, plus nog
eens 200 lammeren in opfok.
Tegelijkertijd wil Van der
Wekken zijn bedrijf - het eni
ge in zijn soort op Schou-
wen-Duiveland - omvormen
van een klassieke melkvee
houderij naar een biolo-
gisch-ecologische boerderij
mét ijsmakerij.
Twee jaar geleden schakelde
Van der Wekken over van
koeien naar geiten. Melkkoe
houders, redeneerde hij, zijn er
al meer dan genoeg. En ze zijn
ook nog eens met handen en
voeten gebonden aan allerlei re
gels en quota. De markt voor
geitenmelk is een totaal andere.
Van der Wekken: „Je bent veel
vrijer. En een melkgeitenhoude
rij is vrij makkelijk op te star
ten. Op een gezinsbedrijf is het
heel goed te doen."
Geiten worden over de hele we
reld gehouden, voornamelijk
voor melk en vlees. In Neder
land staat het maken van melk
voorop. De laatste jaren is de
vraag naar geitenmelk gegroeid
en hebben vooral melkkoeien-
houders met een wat kleiner be
drijf de overstap naar geiten ge
maakt. Van der Wekken is één
van hen. Hij begon twee jaar ge
leden voorzichtig en klein. In
middels is zijn veestapel ge
groeid naar 160 melkgeiten en
200 lammeren in opfok.
Geitenmelk is uitermate ge
schikt voor de menselijke con
sumptie. Het is minder vet en
daarmee lichter verteerbaar
dan koeienmelk. In de Verenig
de Staten wordt in veel zieken
huizen geitenmelk in plaats van
koeienmelk gebruikt en in
Zuid-Afrika wordt het als mid
del tegen eczeem toegepast.
Geitenmelk zou ook een heilza
me werking tegen allergieën
hebben. Het merendeel van de
melk die Van der Wekken op zij n
bedrijf aan de Bredeweg in Sir
jansland produceert, gaat naar
een kaasmakerij in Etten-Leur.
Geitenkaas groeit in populari
teit bij de consument.
De Sirjanslandse ondernemer
heeft zijn bedrijf uitgebreid met
een ijsmakerij. Het ijs verkoopt
hij in de zomermaanden in een
eigen winkel bij de boerderijIJs
gemaakt van geitenmelk wordt
ondergewaardeerd, vindt Van
der Wekken. „Veel mensen vin
den het wat vreemd om ijs van
geitenmelk te eten, terwijl ze
wel gek zijn van geitenkaas.
Geitenmelk is heel goed bruik
baar voor ijsfabricage. Je proeft
echt geen verschil met ijs ge
maakt van koeienmelk."
Hij heeft nog geen seconde spijt
gehad van zijn keuze voor melk
geiten. „Het is wel heel anders
werken dan met koeien. Een koe
is vrij passief, staat soms maar
een beet j e voor zich uit te staren
Als de geiten mij aan zien ko
men beginnen ze meteen om
aandacht te vragen. Dan trek
ken ze zelfs aan je kleren als ze
erbij kunnen."
Een geit geeft - nadat het dier
voor de eerste keer gelammerd
heeft - gemiddeld 800 a 1100 li
ter melk per jaar. Een stuk min
der dan een koe. Van der Wek
ken: „Je kunt ruwweg zeggen
dat je om aan de melkproductie
van één koe te komen ongeveer
acht geiten nodig hebt." Een
melkgeitenhouder moet heel
schoon werken en hoogwaardi
ge materialen gebruiken.
„Koeien kun je nog wel met een
houten schot van elkaar schei
den, maar geiten vreten het
gewoon kapot. En je moet abso
luut geen dingen laten slinge
ren want geiten vreten allesAls
je niet uitkijkt, eten ze zelfs per
spex." Van der Wekken is niet
alleen van plan fors uit te brei
den. Hij is tevens op het punt ge
komen dat hij de stap van klas
siek naar biologisch-ecologisch
bedrijf wil maken. Daar moet je
heel wat voor over hebben. „Er
worden zware eisen gesteld aan
de ruimte die je de dieren moet
geven. Alleen al in de potstal
voor de geiten moet ik zo'n drie
ton investeren. Elke geit moet
minstens anderhalve vierkante
meter ruimte hebben."
De dieren moeten verder zeker
180 dagen per jaar in de wei
kunnen lopen, en aan het voer
worden eveneens hoge eisen ge
steld. Van der Wekken - die het
voer voor de geiten deels zelf
teelt en deels inkoopt - heeft het
er graag voor over. „Het is een
heel interessante markt. De
melkprijs in de biologisch-eco-
logische sector is hoger dan in de
reguliere." Hij hoopt de uitbrei
ding van zijn veestapel via eigen
kweek te kunnen bereiken.
„Maar daar heb ik nog minstens
twee jaar voor nodig."
Van der Wekken is zover hij weet
enige biologische geitenhouder
op Schouwen-Duiveland. In de
rest van Nederland zijn, biolo
gische geitenhouders ook niet
bepaald dik gezaaid. „Het op
commerciële basis geiten hou
den is nog jong. Wat dat betreft
is het feitelijk nog steeds een
beetje pionieren."
De Sirjanslandse ondernemer
heeft bij de gemeente Schou
wen-Duiveland inmiddels een
vergunning aangevraagd voor
de uitbreiding. Burgemeester en
wethouders zien wel brood in de
plannen. Zij zijn in principe be
reid er medewerking aan te ver
lenen. Van der Wekken hoopt
binnen enkele maanden aan de
bouw van de geitenstal te kun
nen beginnen.
Piet Kleemans
Adri Karman heeft achter
zijn huis een kleine tuin,
waar toch van alles ge
beurt. In 'Het tuintje van'
schrijft en tekent hij elke
week over de belevenissen
in de natuur rondom het
huis.
In de bijkeuken klinkt een diep
zoemend geluid dat we niet
kunnen lokaliseren. Even blijft
het een raadsel, tot de bron van
het geluid zich plotseling laat
zien en van onder een stapel ou
de kranten uit een kistje komt
gekropen. Een verbazend grote
aardhommel zat onder het pa
pier verborgen. Het oude si
naasappelkistje in onze bijkeu
ken fungeert als voorlopige
opslagplaats van oud papier zo
dat we niet voor elke snipper
naar de schuur hoeven te lopen.
De hommel is, gezien de grootte
en de tijd van het jaar, vermoe
delijk een koningin. Hoogst
waarschijnlijk is zij op zoek
naar een geschikte nestplaats
om een nieuwe kolonie te gaan
stichten. Dat bevalt ons niet,
want om nu in de loop van de tijd
met een hommelvolk dat uit kan
groeien tot wel vijfhonderd in
dividuen de bijkeuken te delen
is toch geen prettig vooruit
zicht. Hoewel hommels niet
gauw agressief worden zijn ze
wel degelijk in staat tot steken.
Ze behoren tot het bijengeslacht
en zijn als alle bijen voorzien
van een angel. Bij herhaaldelij
ke verstoring van de nestplaats
is het niet onmogelijk dat ze tot
een aanval overgaan. D'r uit dus
met dat beest! We zetten raam
en deur open en proberen de
hommel naar buiten te werken.
Dat lukt en we zijn in de veron
derstelling dat ook het dier op
gelucht is weer in de vrije ruimte
te zijn.
Enkele uren later. Opnieuw een
brommend geluid vanuit het
kistje. De hommel lijkt weder
om de weg naar de potentiële
nestplaats te hebben gevonden.
We herhalen onze verjagings-
tactiek maar, zo blijkt korte tijd
daarna, de hommel is vastbeslo
ten. Het beest vliegt na verja
ging regelrecht terug naar de
uitgekozen plaats.
Drie dagen houdt ze het vol om
te trachten haar kolonie te
stichten in het kistje. Hardnek
kig en vastberaden, zo lijkt het.
Het is ons een raadsel wat er zo
aantrekkelijk is aan deze loka-
tie. Is het het papier, de geurspo-
ren van sinaasappels misschien,
of de geur van het hout? In de
boeken die we er op naslaan
staat dat de Grote aardhommel
het nest meestal ondergronds
tot soms wel een halve meter
diep maakt. Bij voorkeur in ou
de muizengangen of andere be
staande holtes. Aan de andere
kant schijnen de Grote aard-
hommels zich gemakkelijk aan
te passen. Ze blijken ook op on
derzoek uit te gaan in allerlei
andere holtes. Zo belde een on
geruste dorpsbewoonster ons
toen ze zag dat een grote hom
mel regelmatig het nestkastje in
haar tuin - bestemd voor mezen
- binnen zag gaan, terwijl een
paartje koolmezen daar al do
micilie had gekozen. Ongerust
dat de laatste hun nestplaats
zouden verlaten, vroeg ze zich af
wat hiermee te doen.
De natuur haar eigen keuze la
ten maken is misschien in zo'n
situatie het beste. Een hommel
kolonie is mogelijk even interes
sant als een koolmeesgezin. Je
zou denken dat de mezen de wo
ningkraakster gezien hun
grootte, en dan ook nog insec
teneters zijnde, makkelijk zou
den kunnen verjagen. Het ge
luid echter dat een woedende
hommelkoningin voortbrengt
wanneer ze in haar nest wordt
verstoord, is beslist bedreigend,
luid en agressief. Zelfs als mens
bedenk je je wel even voor je
zo'n nest openbreekt.
Dat uitkiezen van een nest
plaats in de menselijke omge
ving levert trouwens leuke maar
ook minder aangename situa
ties op. Wat te denken van de
merels die hun nest maakten bo
venop een boekenkast in een
schoollokaal, het kool-of pim-
pelmezenpaar dat de brieven
bus uitkiest, de kauwen of ho
ningbijen in een schoorsteen
waar ze niet een keer maar re
gelmatig terug komen? Mis
schien 'Ter lering ende ver
maak'? In ieder geval altijd
boeiend.
Adri Karman
P. van der Wekken uit Sirjansland melkt zijn 160 geiten. „Het is wel heel anders werken dan met koei
en." foto's Marijke Folkertsma