Terug naar de machtspolitiek van de negentiende eeuw Muur 29 Geneeskunde in de zeventiende eeuw Tel Aviv zaterdag 19 april 2003 Animositeit Het werk van een chirurgijn in de zeventiende eeuw was be paald geen sinecure. Puisten en ab cessen uitknijpen, rotte kiezen trekken, zwerende vingers open snijden en tussendoor haren knippen of iemand scheren. De academisch geschoolde doctores medicinae haalden er hun neus voor op. Maar in het anatomisch theater kwamen de twee elkaar toch tegen. Daar verbaasden zij zich samen over het wonder van de schepping. Een toonbeeld van orde en hygiëne was de chirurgijns winkel in de ze ventiende eeuw bepaald niet. Terwijl aan de ene kant van de winkel een ader lating werd gedaan waarbij het bloed door de lucht spoot, werd aan de andere kant geknipt en geschoren. Dat werk moest de chirurgijn er wel bij doen om te overleven. Met medische ingrepen alleen was geen droog brood te verdie nen. Om de kappersklanten het zicht op pijn, bloed en pus te besparen, werd in het midden van de zaak een houten schot geplaatst. Maar het gekerm en gegil van de patiënten bleef door merg en been gaan. Een slok brandewijn was de enige ver doving die de chirurgijn te bieden had. Endoorhet ontbreken van enige hygië ne gingen veel van zijn patiënten - ook na een geslaagde ingreep - alsnog dood aan een hevige infectie. Een goede indruk van de werkplek van de chirurgijn krijgt de bezoeker van de tentoonstelling Theater van Leven en Dood die in het Museum Boerhaave in Leiden is te zien. De vormgevers van de tentoonstelling hebben zich duidelijk uitgeleefd op het natuurgetrouw na bouwen van een chirurgijnswinkel uit de zeventiende eeuw. Overal schalen met bloed waarop vliegen zitten, vieze verbanden en haar op de vloer. „Eigenlijk een wonder dat er ook nog patiënten waren die het overleefden.", zegt Kees Grooss, arts en samensteller van de tentoonstelling. Aanvankelijk had Grooss een wat neerbuigende houding ten opzichte van de betekenis van de chirurgijns voor de geschiedenis van de genees kunde. Maar daar komt hij nu op terug. „Ik ben eigenlijk wel een beetje onder de indruk geraakt van de kennis en kunde die deze mannen - vrouwen wer den niet tot het gilde toegelaten - in huis hadden. Het waren echte vaklie den, die niet bang waren om vieze han den te maken." Ook begonnen de chirurgijns met het documenteren van hun behandelwij zen in de vorm van een soort getekende 'strips', zodat vakbroeders de succes volle ingrepen precies na konden doen. „Eigenlijk de voorloper van de proto collen die ziekenhuizen nu voor elke behandelinghebben", aldus Grooss. Zo was een borstamputatie in die tijd al een bekende ingreep. Daarbij werd de hele borst weggehaald. De diagnose werd namelijk pas gesteld als er al uitwendige gezwellen te zien waren, vaak waren er dan al uitzaaiingen en overleed de vrouw na de ingreep als nog. Het amputatiebestek dat voor deze operatie werd gebruikt, zal menig be zoeker doen huiveren. De amputatie vork lijkt nog het meest op een hooi vork. Het ging er dan ook niet al te fijnzinnig aan toe. De borst werd glad gemaakt met olie en dan met de vork opgetild. Daarna werd met een mes de borst strak langs de ribben losgesne den. De chirurgijns waren ook goed georga niseerd in gilden. „Het was lang zo'n zootje niet als wij nu denken. De chi rurgijn deed bijvoorbeeld ook aan na- Het Theater van Leven en Dood in het Leidse museum Boerhave. Brandewijn was de enige verdoving controles. Hij hield de patiënt na een zware operatie goed in de gaten. De gezondheidszorg was in het welva rende zeventiende-eeuwse Nederland eigenlijk heel goed geregeld. „Zeker in vergelijking met de ons omringende landen. De Gouden Eeuw bracht zoveel rijkdom, dat zelfs de armen op kosten van de gemeenschap konden worden verzorgd. Daarvan is het gebouw waarin Muse um Boerhaave is gevestigd een goed voorbeeld: het vroegere Caeciliagast- huis. Dat was een stedelijk hospitaal waar sinds 1600 de armste zieken van Leiden werden verzorgd en waar vanaf 1636 Leidse studenten les kregen in de medische praktijk, met diezelfde arme zieken als 'onderwijsmateriaal'. Toen het Caeciliagasthuis zijn poorten opende, was het een modelinstelling, waarmee Leiden aan de wereld toonde dat het een welvarende stad was. Maar de patiënt kreeg in die tijd wel met een heel ander soort gezondheidszorg te maken dan die wij nu kennen. Wacht lijsten bestonden bijvoorbeeld niet. Het belangrij kste verschil is dat er nau- welijks specialisten waren. Wel was de zorg ingedeeld in verschillende lagen waarin telkens weer een andere zorg verlener de volle verantwoordelij kheid droeg en het alleenrecht bezat om over de behandeling van de patiënt te beslis sen. De keuze voor een bepaalde hulp verlener werd in sterke mate bepaald door de aard van de ziekte, aandoening of verwonding waaraan hij leed. Grooss: „Had je een inwendige ziekte, dan kon je terecht bij de doctores medi cinae. Mannen van grote wijsheid, die hun klassieken kenden en Latijn kon den lezen en spreken. Ze waren altijd academisch geschoold. Bij het stellen van de diagnose en de te volgen behan deling ging de doctor meestal uit van een bepaald model waarbij astrologie ook een belangrijke rol speelde". De doctores medicinae waren vrije zelfstandigen. Zij behoorden, samen met onder anderen de predikanten, tot het midden van de sociale bovenlaag. Patiënten kwamen uit vrijwel alle la gen van de bevolking, als ze de behan deling maar konden betalen. Het ziekenfonds bestond niet in de zeven tiende eeuw, dus de doctores moesten zelf achter hun geld aan. De armen en minderbedeelden als oor logsinvaliden en chronisch zieken wer den behandeld door de stadsdokter, in dienst van de stad en verzekerd van een vast inkomen. Maar het ambt was niet erg populair, waarschijnlijk omdat de dokter bij epidemieën verplicht was de slachtoffers van de heersende besmet telijke ziekte te helpen. Een trede lager op de maatschappelijke ladder stond de chirurgijn. Een echte ambachtsman die zich voornamelijk bezighield met de uitwendige zaken en de 'dagelijkse klussen' die veelal ont stonden bij huis- en bedrijf songeluk- ken. Tot het midden van de zeventiende eeuw werd de Tachtigj arige Oorlog uit gevochten en kwamen er ook veel oor logsslachtoffers in zijn winkel met steek- en schotwonden. Tussen de doctor en de chirurgijn heerste een zekere animositeit. „De doctor keek op de chirurgijn neer en vond hem maar een onbehouwen ke rel", vertelt Grooss. Ze konden elkaar ook flink dwarszitten. De chirurgijns voelden zich op de vingers gekeken door de doctores. Als een chirurgijn een uitgebreide of gecompliceerde behan deling uitvoerde, moest dat altijd on der supervisie van een doctor. En als een chirurgijn het waagde om zich op het werkgebied van de doctor te bege ven, waren de gevolgen daarvan niet mals. Hoewel specialisten tegenwoordig na- foto GPD tuurlijk veel beter samenwerken, is volgens Grooss nog altijd iets te mer ken van die oude animositeit. „Het blijft een bepaald slag, die chirurgen. Praktischer ingesteld dan veel andere specialisten. Sommige chirurgijns werd een akke fietje met een doctor fataal. Bekend is het verhaal van de zeer kundige Haagse chirurgijn Cornelis Solingen (1641- 1687), die aan lager wal geraakte door een meningsverschil met de plaatselij ke doctor Johan Stalpert van der Wiel. „Het kwam zelfs tot een handgemeen tussen de twee, waarbij Solingen Stal pert van der Wiel met zijn wandelstok met ijzeren knop tot driemaal toe hard op het hoofd sloeg. Solingen werd na dit incident uit zijn ambt gezet en ver viel tot de bedelstaf. We weten dit alle maal omdat het tot een rechtszaak kwam waarvan de documenten be waard zijn gebleven", vertelt Grooss, die promotieonderzoek doet naar het werk van Cornelis Solingen. „Het is heel jammer dat hij door dit ak kefietje zijn praktijk niet langer heeft kunnen uitoefenen, want Solingen was zijn tijd ver vooruit. Hij maakte bij voorbeeld zelf zijn instrumenten. Ook ontwierp Solingen, die tevens ver loskundige was, een baarstoel, want hij vond dat vrouwen het best zittend kon den bevallen. Een origineel exem- plaaris in het museum te zien. Grooss: „Zeer vernuftig gemaakt en helemaal opklapbaar, want hij moest het ding makkelijk mee kunnen nemen. Zijn werkgebied besloeg namelijk bijna de hele provincie Zuid-Holland." Floor de Booys Theater van Leven en Dood in Museum Boerhaave, Lange Agnietenstraat 10, Leiden. Tot en met 21 september. ÏVcrisis in de relatie tussen de VS ;Denhet '°ude' Europa dreigt het pernationale systeem ingrijpend te Wonderen. We gaan terug naar de ■Khtspolitiek van de negentiende Pw. zegt de Amerikaanse analist ®y Hufbauer. Terug naar de oude ohtieke wijsheid: 'Landen hebben pnvrienden. Landen hebben belan- p. ^wereldeconomie werd de afgelo- feieeuw gedicteerd door vraagstuk- van internationale veiligheid. De gheidsagenda leidde de weg, de _®omie volgde altijd. Daaraan lijkt "eind gekomen, zegt Gary Clyde Mbauer, oud-hoogleraar aan de Ge- OT>wn Universiteit in Washington ::eind jaren zeventig staatssecretaris '"internationalehandel onder pre- ®t Jimmy Carter. In zijn werkka- «aan het Instituut voor Internatio- iiiiL Washington vertelt a auerhoe spannend het is om in tin Van een lanSe carrière een t teling van deze proporties mee L en- Hij spreekt met een menge- pvan opwinding en zorg. ïenA C'e^weec'eWerëldoorlogdeel- erika en zijn Europese bond- itmn 6en Semeenschappelijke ,?l °P het gebied van internatio- s'ch veihgheid. Nu lijkt dat gemeen- JMik belang te versplinteren in J strijdige deelbelangen. Het •lijkt in kleinere blokken uit gevallen." hen, twintig jaar geleden lhifTVerrnoeden dat Frankrijk, Can"yd en Rusland aan het begin iiiij e eeuw een politiek front "den vormen tegen de VS? „Het gesteggel over de oorlog in Irak duidt inderdaad op een vrij dramati sche verandering van het systeem. Ik moet mij wel heel erg vergissen willen we niet teruggaan naar de machtspo litiek van de negentiende eeuw, naar het model van elkaar beconcurreren de grootmachten en bijna-groot- machten. De grootmachten - de VS, de Europese Unie en China - en de bijna- grootmachten - Rusland, India en Ja pan - zullen waar mogelijk steun zoe ken bij elkaar. Maar ze zullen elkaar steeds behoedzaam observeren, zoals oplettende tegenstanders dat plegen te doen. En ze zullen elkaar frequent bestrijden, met botsende belangen, in wisselende coalities." Na de aanslagen van 11 september 2001 in New York en Washington spoelde een golf van sympathie over de aardbol. 'Wij zijn allen Amerika nen', schreven Franse commentato ren. Waarom verdampte de interna tionale solidariteit met de slachtoffers van 11 september zo snel? „De wereld ervaart Al Qaeda primair als een Amerikaans probleem. Dat zie je zelfs in Canada, dat alleen al op grond van zijn geografische ligging een bijzondere verwantschap heeft met de VS. Slechts 12 procent van de Canadezen denkt dat Al Qaeda een bedreiging vormt voor de veiligheid van Canada, terwijl 55 procent Al Qaeda ziet als een bedreiging voor Amerika. De eerste associatie die Russen hebben bij het woord 'terreur' is niet Al Qaeda maar Tsjetsjenië, In diërs denken vermoedelijk aan Kashmir, Britten aan de IRA, Italia nen aan de Rode Brigades, Fransen Gary Hufbauer foto GPD aan fundamentalistische Algerijnen, Spanjaarden aan de ETA, Duitsers aan de Rote Armee Faktion, Japan ners aan religieuze sektes. Het over heersende gevoel is dat Al Qaeda de VS heeft aangewezen als zijn voor naamste doelwit. En laten we niet doen alsof de VS in het verleden war me sympathie koesterden voor hun door terreur getroffen Europese bondgenoten. Amerikanen waren ja renlang de voornaamste sponsor van de IRA." De regering-Bush spreekt consequent over 'de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme'. Afghanistan en Irak kun nen van het lijstje worden geschrapt. Waar eindigt dit „Het optimistische scenario gaat er van uit dat de omverwerping van het Iraakse regime een incident is geweest en dat de zaken zich nu weer zullen normaliseren. Problematisch echter is dat Amerika de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme anders definieert en interpreteert dan zijn meeste bond genoten. Als het gaat om een reactie op door staten gesponsorde terreur, wordt buiten de VS voornamelijk ge dacht aan een combinatie van diplo matie en economische sancties. Ame rika daarentegen denkt nadrukkelijk ook in militaire termen. De militaire operaties in Afghanistan en Irak zou den de voorboden kunnen zijn van een langdurige militaire campagne tegen de sponsors van terroristen en de ma kers en verspreiders van massaver nietigingswapens. Bedenk hoe lang de Koude Oorlog geduurd heeft. Of het conflict tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. Een wereldwij de oorlog tegen het terroris me zou zich evengoed kunnen voort slepen over een periode van vele jaren. Ik geloof niet dat Irak een incident was. Er zullen nieuwe brandende kwesties opduiken, kwesties die de te genstellingen tussen de VS en Europa - al dan niet exclusief Groot-Brittan- nië - verder zullen aanscherpen. Ik twijfel er niet aan of het argument van de gerechtvaardigde oorlog - een oor log uit oogpunt van zelfverdediging en/of uit naam van de democratie - zal vanaf nu vaker klinken. En niet alleen in de VS. Het precedent ligt er: Irak. Amerika zal moeten gedogen dat straks ook andere naties de strategie van de 'pre-emptive strike' (toeslaan voor de ander kan toeslaan, red.) tot de hunne maken." Zal de kritiek in Europa op de rege ring-Bush verstommen als in Irak massavernietigingswapens worden aangetroffen? „Nee, het zal weinig veranderen aan het standpunt van landen als Frank rijk, Duitsland en Rusland. Zij zullen betogen dat de wapeninspecteurs van de VN die massavernietigingswapens uiteindelijk ook wel hadden gevonden als ze daartoe de tijd had den gekregen van de VS. In de Arabi sche wereld zal een dergelijke vondst worden uitgelegd als Amerikaanse propaganda. In het Midden-Oosten gaan velen er nu al van uit dat Was hington uit publicitaire overwegin gen zelf chemische of biologische wa pens in Irak zal 'planten'. Echter, worden in Irak geen massavernieti gingswapens gevonden, dan zal dat aanleiding zijn voor een verdere ver wijdering tussen Amerika en zijn tra ditionele bondgenoten op het Europe se vasteland." Na de val van Japan en Duitsland in 1945 drukten de VS met hun militaire aanwezigheid lang een stempel op Oost-Azië en Europa. Zal Amerika analoog aan die situatie nu langdurig aanwezig blijven in de Golf-regio? „Ik denk het niet. Des te langer de VS met een substantiële troepenmacht aanwezig zijn in het Midden-Oosten, des te groter de kloof tussen Amerika enerzijds en Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en de meeste Arabi sche landen anderzijds. Echter, een vroegtijdig Amerikaans vertrek uit Irak zou de beoogde democratisering in dat land onmogelijk maken. Het zou mij verbazen als Irak binnen twee jaar een democratie is. Een werkelijk representatieve democratische rege ring lijkt mij eerlijk gezegd iets te veel gevraagd. Ik vermoed dat de Ameri kanen zich na een jaar zullen terug trekken, nadat ze een goedaardige Iraakse autocraat in het zadel hebben geholpen. Want de goedaardige auto cratie blijft vooralsnog toch het meest voorkomende bestuursmodel in het Midden-Oosten, met Israël als enige democratische uitzondering." Hoe zal het gevecht om de wederop bouw van Irak aflopen? „Ik hoop niet dat het op de negentien de eeuwse wijze gaat. In dat geval zou de wederopbouw van Irak volledig worden uitgevoerd door Amerikaanse ondernemingen. Amerika kan dan het verwijt verwachten kolonialisme te bedrijven onder een nieuwe noemer. Het wordt interessant om te zien wat er met de bestaande contracten van de Franse oliemaatschappijen gaat ge beuren. De omvang van die concessies is gigantisch. Vanuit Frans oogpunt bezien is dit een veel belangrijker the ma dan de schuld die Irak heeft uit staan bij Frankrijk. Oliemaatschap pijen zijn vertrouwd met wankele regimes. Zeopereren in landen als An gola, Indonesië, Nigeria. Het zou daarom een geweldige schok veroor zaken als de bestaande oliecontracten van de Fransen met het verjaagde Iraakse regime niet langer zouden worden gehonoreerd. Dat zou een pre cedent van jewelste zijn. Het is duide lijk dat er in Irak nu flink met de elle bogen wordt gewerkt. Er is dan ook veel geld gemoeid met de Iraakse Uit mijn jeugd in de jaren vijftig herinner ik me nog goed de twisten over fietsen of zwemmen op zondag. Theologi sche discussies over praktische zaken zijn van alle tijden en godsdiensten, maar in de Ne derlandse calvinistische kerken lijkt het vuur van dat soort de batten nu wel gedoofd. Hier in Israël echter is religieuze regel geving nog altijd een heet hang^ ijzer. Een vrome jood kan met zijn vragen over wat mag en wat niet mag vanouds terecht bij het rabbinaat en tegenwoordig zijn er ook internetrabbijnen. Op een van mijn favoriete websites snijdt een surfer de volgende nijpende kwestie aan: 'Ik ben een 'ba'al tshuva' (een vroom geworden seculiere jood) in Ca- lifornië. Mag ik 'tefellin' (ge bedsriemen) aanleggen om mijn linker bovenarm, waarop een tatoeage is aangebracht van de duivel op een motorfiets?' Het antwoord van de virtuele rab bijn komt erop neer dat tatoea ges en j odendom niet samen gaan. In Nederland zijn we gezegend met een strikte scheiding van staat en godsdienst. Of u op zon dagochtend op de Fongers of in de Opel naar de kerk rijdt, de benenwagen gebruikt of zich nog eens omdraait onder uw dekbed, het zal de overheid een zorg zijn. Den Haag houdt zich liefst buiten de interne tegen stellingen in de calvinistische kerken, het christendom in het algemeen of welke andere ge loofsovertuiging dan ook. In Israël ligt dat anders. Na ruim vijftig jaar is de vraag hoe joods de staat moet zijn nog altijd niet opgelost. De meerderheid van de bevolking is niet godsdien stig, maar wie vroom is, is door gaans orthodox of ultra-ortho dox. Traditioneel kunnen orthodox-religieuze partijen in Israël regeringen maken of bre ken en bijgevolg hebben aan hangers van liberale stromin gen in het jodendom het in dit land in feite moeilijker dan moslims of christenen, die bin nen hun eigen gemeenschappen kunnen doen en laten wat ze willen. Neem de joodse 'Vrouwen van de Muur'. Ze noemen zich niet eens liberaal. Ze willen bidden bij de westelijke muur van wat eens de tempel in Jeruzalem was, beter bekend als de Klaag muur. Er is daar wel een speciale vrouwenafdeling, maar daar komen ze niet aan hun trekken. De Vrouwen van de Muur willen namelijk niet stil bidden maar hardop, zoals mannen, en met de daarbij behorende attribu ten, zoals gebedskleden en tora- rollen. Dat is tegen het zere been van het Israëlische rabbinaat. Niet dat er ergens in de bijbel staat dat vrouwen geen gebedskleed mogen omslaan of een torarol mogen ronddragen, maar de or thodoxen hebben nu eenmaal hun eigen regels bedacht. „Bij de Klaagmuur is geen plaats voor gebeden die in strijd zijn met de joodse traditie en die ver deeldheid zaaien", meent de ul tra-orthodoxe rabbijn Shmuel Rabinovitsch, die door de over heid is belast met het toezicht op de gang van zaken bij de Muur. Het conflict heeft gezorgd voor onverkwikkelijke taferelen. Zo herinnert de Israëlische jurist Paul Korda zich nog goed hoe de ultra-orthodoxen twaalf jaar geleden de bat-mitzva van zijn dochter - de eerste bij de Muur - verpestten. De plechtigheid ontaardde in een rel toen vrome mannen en vrouwen begonnen te schelden en het kind en haar familie en vrienden bespuwden, zodat de laatsten zich onder po litiebescherming moesten te rugtrekken. De Vrouwen van de Muur vin den dat niet zij, maar de ultra's voor de verdeeldheid zorgen. In 1989 dienden ze hun eerste peti tie in bij het Hooggerechtshof, dat sindsdien vele malen heeft geprobeerd zich niet aan de hete aardappel te branden. Uitein delijk rolde er een soort Salo- monsoordeel uit de bus. Met een meerderheid van vijf tegen vier bepaalden de opperrechters dat de vrouwen hun gebedsdiensten kunnen houden, compleet met toeters en bellen, maar niet bij de Klaagmuur. De overheid moet binnen een jaar een plaats vrij te maken bij de Boog van Robinson, een archeologische vindplaats op ongeveer tachtig meter ten zuidwesten van de muur. Niet naar de zin van de vrouwen uiteraard, die hebben aangekondigd hun strijd te zul len voortzetten. Ze voelen zich behandeld als Muurbloemen. Ad Bloemendaal

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 29