Van mij n muziek blij ven ze af ;S Film maken is een ziekte, die moeilijk geneest Een lekspoor in Mesdags zomerlucht Ilse DeLange houdt grote schoonmaak Pim de la Parra 27 mm donderdag 17 april 2003 Compromissen Sponsors -"'euwefilm.» Debuutroman p de foto oogt ze ji als een ware diva, in het sfeerloze kantoor van haar platenmaatschappij zit een wat verlegen meisje. In de afgelopen vijf jaar heeft Ilse DeLange alle hoogte- en dieptepunten van een popartieste meegemaakt en ze is er met littekens, maar ook met een grote portie levenservaring uitgekomen. Promotie? Prima. Verleidelij ke foto's? Ook goed. Maar aan haar muziek moeten ze niet komen. Dat heeft zelfs de groot ste platenbaas in Nashville moeten constateren. En die mag wat haar betreft nu de haren uit zijn hoofd trekken bij het be luisteren van haar net versche nen derde album Clean up. „Soms springt het licht op rood, soms springt het licht op groen. In Almelo is altijd wat te doen", riep cabaretier Herman Finkers ooit ironisch. Maar eind jaren negentig van de vorige eeuw ge beurde er voor de daar geboren zangeres Ilse DeLange (25) heel wat meer. Haar debuut-cd World of hurt ging zo'n 500.000 keer over de toonbank. Vanuit het 'niets' was opeens een ster geboren. En waar veel muzi kanten alleen maar van kunnen dromen, gebeurde bij haar heel snel: ze kreeg een platencon tract voor het uitbrengen van World of hurt in de Verenigde Staten en een optie voor nog zes albums. Ilse DeLange was klaar voor het grote avontuur en stortte er zich vol overgave in. Om met even grote vaart weer te worden te ruggesmeten. „Opeens besloten ze de plaat toch niet uit te bren gen in de VS. Een exacte reden hebben ze nooit genoemd, maar via via begreep ik wel dat ik te weinig country was voor Nash ville en te veel country was voor Los Angeles (met New York het centrum voor eigentijdse pop muziek in Amerika). Aanvan kelijk gingen alle deuren wa genwijd voor me open en werd ik ontvangen met alle toeters en bellen en opeens kwam ik niet verder meer dan de secretaresse van de platenbaas. Ik kreeg de juiste personen simpelweg niet meer aan de telefoon. Ilse De- Lange was voor hen verleden tijd. Dat was een keiharde erva ring", zegt ze. „Als ik indertijd ja en amen op alles had gezegd en braaf was meegegaan in alle veranderin gen die zij voorstelden, was het misschien heel anders gelopen. Maar dat kan ik niet. Ik ben tot veel dingen bereid, maar ik sluit geen compromissen over mijn muziek. Daar blijven ze van af. Ofschoon ze best bereid is een L'YW: .Ai.,,. Ilse DeLange: „Iksluitgeen compromissen." tweede Amerika-avontuur aan te gaan ('Het blijft een droom om wereldwijd door te breken'), zou ze niet sleutelen aan deze voorwaarden. „Als er zoveel aan mijn liedjes wordt veran derd dat het mijn muziek niet meer is, kan ik er mijn gevoel niet meer instoppen. Dan wor den het zielloze liedjes." Maar of het nou ooit nog wat wordt met Amerika of niet, Ilse DeLange hoeft voorlopig geen duimen te draaien. Met haar nieuwe album, dat heel toepas selijk Clean up (grote schoon maak) heet, zal ze alle ogen weer op zich gericht zien. Vooral om dat het mijlenver afstaat van haar eerste plaat World of hurt, die countryfans verraste door de popinvloeden en popfans verbaasd deed staan omdat die opeens zaten mee te zingen met een 'countryplaat'. „Ach, mensen willen altijd zo graag muziek in hokjes stoppen. Je doet óf country, óf pop, óf soul. Nou, ik dus niet. Ik heb al tijd al meerdere stijlen door el kaar gebruikt. Bij mijn debuut lag het zwaartepunt bij de coun try. Blijkbaar zat dat toen het meeste in me. In de tweede plaat Livin' on love zat 'meer venijn en minder suiker', zoals veel mensen toen riepen, wat waar schijnlijk kwam door de toege nomen invloed van andere mu ziekstijlen. En nu weet ik zeker dat de meesten zullen zeggen: 'goh, ze is helemaal de popkant opgegaan. Nou, ze doen maar. Laat iedereen maar roepen wat- ie wil.Clean up is het eerste al bum van de drie waarin Ilse De- Lange geen keuze maakte uit liedjes die al bestonden, maar waarvan elk nummer nog moest worden geschreven. „Ik heb vo rig jaar een tijdje in Nashville Miller. Gaitsch schreef ooit La isla bonita voor Madonna en speelde gitaar op albums van onder meer Elton John, Barbra Streisand en Gladys Knight. Blue Miller speelde onder meer mee met Isaac Hayes en Bob Se- ger en schreef liedjes voor Gla dys Knight. „Met hen klikte het echt. Ze luisterden naar wat ik inbracht, vulden aan of droegen alternatieven aan. Soms had ik gewoond en had alle appara tuur bij me die ik nodig had om liedjes te maken. Opeens ont dekte ik dat ik met alle ervarin gen van de afgelopen jaren in mijn achterhoofd goede liedjes kon schrijven. Dat was een pret tig gevoel." Na aanvankelijk allerlei mede componisten te hebben 'uitge probeerd', bleek ze uiteindelijk het best te kunnen samenwer ken met Bruce Gaitsch en Blue alleen een loopje of een frag ment en moesten we het num mer nog helemaal opbouwen, een andere keer had ik het liedje al voor de helft af en rondden we het samen af. Dit was een heer lijke manier van werken, zoveel fijner dan bij de vorige platen, waarbij ik me nog veel te veel liet overdonderen door de muzi kale ervaringen van anderen en machtige mensen die het niets interesseert of er mooie muziek foto G PD wordt gecomponeerd, als het maar verkoopt." De titel van haar nieuwe album Clean up is al veelzeggend, ge zien haar ervaringen. Maar in de teksten is extra duidelijk dat Il se DeLange een lange neus heeft gemaakt naar alle commercie die regeert in de muziekindu strie. Titels als 'DéjaVu', 'New Beginning' en 'Machine people' geven de richting al aan en met de titelsong veegt ze al helemaal de vloer aan met allerlei spoken uit haar verleden: 'It's not the money, It's not the fame, It's not even how you try to trash my na me, It's time to clear the air with a little class, I'm moving on, If you don't like it you can kiss my ass'. Het is een tekst die niet ge zongen wordt door het jonge, onzekere meisje dat vijf jaar ge leden nog op het podium stond, maar door een door de wol ge verfde vrouw. En wie aan haar muziek komt, mag wel uitkij ken. Hanneke van den Berg Selectie speellijst Ilse DeLange: Dr. Anton Philipszaaal, Den Haagvrij dag 30 mei, aanvang 20.15; Vreden- burg, Utrecht, donderdag 12 juni, aanvang 20.15; 013, Tilburg, vrijdag 13 juni, aanvang 20.00; Nieuwe Luxor, Rotterdam, maandag 16 ju ni, aanvang 20.00; Chassé Theater, Breda, donderdag 19 juni, aanvang 20.30. Help, het Panorama ver zuipt! Mesdags magnum opus in de Haagse Zeestraat kampt met een lekkend dak. De ze zomer worden glas en spon ningen vervangen. „Voordat de herfststormen beginnen, moe ten we klaar zijn." Zo echt mogelijk moest het lij ken, stelde de schilder H. W.' Mesdag zich tot taak. Maar re gendruppels die langs zijn reus achtige panoramadoek als tra nen omlaag biggelen - dat zou zelfs hem te ver zijn gegaan. Toch is dat een paar j aar geleden een keer gebeurd, want het dak lekt. De gewone bezoekers van het 115 meter lange en vijftien me ter hoge doek merken niets van de gebreken. Zij kijken vanuit het paviljoen op de kunstmatige duintop naar de Scheveningse kust anno 1881, met de bom schuiten op het strand, de groei ende badplaats daarboven en - aan de andere kant - het silhouet van Den Haag, dat nog door kerktorens wordt gedomineerd. Maar wie beneden op het 'gehei me' pad direct langs het doek loopt en omhoog kijkt, ziet dat er iets mis is. Op een aantal plekken langs de bovenrand van de schildering hangen geïmpro viseerde plastic huifjes. „Het ziet er niet uit, maar het moet. Anders komt er water op het doek. Kijk, daar is dat ook ge beurd", zegt Panorama-direc teur Mar ij nke de Jongterwij 1 ze wijst op een groezelig lekspoor in Mesdags zomerlucht. De bezoeker ziet alleen het pa norama en de nagebootste duin top waarop hij staat. Wat hij niet ziet, is het eigenlijke ge bouw. Dat bestaat uit een een voudige maar grote gemetselde cilinder die wordt gedekt door een dak van ijzeren spanten, hout en veel glas. Het heldere glas is essentieel want het zorgt voor een natuurlijke lichtval op het schilderij en die is weer es sentieel voor de beleving, want die moet realistisch zijn. De boosdoeners zijn het hout en het glas. Er zitten slechte plan ken tussen (zwamvorming), de bedekking aan de buitenkant vertoont mankementen en het glas kiert hier en daar. Dat alles wordt komende zomer aange pakt. „Voordat de herfststor men beginnen, moeten we klaar zijnTijdens het werk blijven we gewoon open, want we moeten als niet gesubsidieerde instel ling kaartjes blijven verkopen", vertelt De Jong. Het renovatieplan voor het dak is de vrucht van 2,5 jaar onder zoek. Vooral over de keuze van het glas is lang gedaan. De Jong: „Het mag absoluut niet te veel licht tegenhouden, want dat gaat ten koste van het effect. Dubbel glas zou mooi zijn, maar dat is te zwaar voor de construc tie. Wezijnuiteindelijkuitgeko- men op geëtst glas met een uv- coating. Daarmee kunnen dan de oude zonneschermen die we in de loop van april onder het glas spannen, verdwijnen." De renovatie kost negen ton. Het grootste deel daarvan, zo'n zeventig procent, komt van een speciale restauratie-hypotheek met lage rente. De rest komt van de Stichting tot Behoud van Pa norama Mesdag en sponsors, zoals de Bank van Nederlandse Gemeenten. En er worden voor de laatste euro 's nog gulle gevers gezocht. Het komt allemaal zeker rond, weet Marijnke de Jong, want het grote belang van het panorama voor Den Haag en voor de kunstgeschiedenis is onomstre den. Het doek is in zijn soort van uitzonderlijke kwaliteit, omdat het - in tegenstelling tot de meeste andere panorama's in de wereld - tegelijk een attractie en een echt kunstwerk is. Het gi gantische doek dat Mesdag met hulp van zijn vrouw Sientje, de jonge G.H. Breitner en nog een paar assistenten schilderde, is een topwerk van de Haagse School, de vermaarde Haagse variant van het impressionisme. Niet voor niets is het kunstwerk in de jaren 1995-1996 voor een bedrag van tien miljoen gulden volledig gerestaureerd en op nieuw opgehangen. Recent verscheen een nieuwe publicatie over het panorama. Het gaat om de eerste uitgave van het tweetalige museumaga- zine Art Vision. Het 64 pagina's tellende blad bevat onder meer een grote, uitvouwbare foto van het doek, waarop met cijfertjes alle afgebeelde gebouwen en fi guren worden benoemd, van Sientje Mesdag die op het strand zit te schilderen tot de stoomtram die in verte aan komt rijden. Herman Rosenberg Museum Magazine Art Vision: Pa norama Mesdag. Verkrijgbaar bij het Panorama, Zeestraat 65 Den Haag. Informatie: www.artvisionmagazine.com Scheveningse vrouwen in klederdracht voor het Panorama Mesdag, dat dringend aan renovatietoe is. foto Raymond Rutting/ANP Jtt eerste Speelfilmfestival in Parama ribo is succesvol geëindigd. Maar een --and zal Suriname volgens producent "regisseur Pim de la Parra - bekend van «meer Blue Movie (1970) - nooit wor- Ineen landje met minder dan een half ■i0enmensen, kun je niets doen." Mom in mijn bouwval", zegt Pim de la «a.Hij duwt de hoge, houten poort open hopt een soort van binnenplaats op. Mop het erf staan onder het afdak twee ftweerde, houten schommelstoelen met EaaSteen '3er® verrot h°ut en verroeste Irnuf11' "^a' moet een prieeltje wor- L b een tijd geleden enkele timmer- feneE'" £eSeven'maar ia- Su- t!looptnaar de deur van het grootste en s 'n de Costerstraat, centrum ""fibo. In de grote kale ruimte staat ,..°4kolossaal bureau. Hij pakt een fo pt met een vergeelde foto erin. „Kijk, dit M11 vader, van wie dit huis is. Hij is vijf fn,i overleden. En dit zijn ik en te*- en andere foto met daarop twee L^se jongetjes met een opgeblazen }s's„ hun middel. „Ja, toen gingen S(ootH™uen 'n Republiek, bij dat vakan- (e dij laat nog een foto van zijn moe- 'pll™® zet weer alles netjes op zijn ,1a ji I kijkt de ruimte rond en zucht, biWas de winkel van mijn vader." |pY?Uari 1940 werd Pim de la Parra in Hektoren. „Ik ben de zoon van apo- Uootv j aurhs Julius de la Parra. Mijn ook ee i Mijn vader begon destijds WV^audel in medicijnen en railg ®zijn filiaal. Het staat nu al ja- kieze ünunciering rond komt, wil miirnj ruimte gebruiken als kantoor voor hWk aP°theek aan de Zwar- rjcht u1! §straat nummer 140 opge- fc» i- s'aat er nog steedsalleen is het nu Pim de la Parra: „Mijn vader dacht, net als de rest van de familie, dat ik gek was." foto Heijn Beijnen/GPD Hij stapt weer naar buiten en neemt de hou ten trap aan de zijkant van het huis naar bo ven. „Tja, het ziet er allemaal niet zo fantas tisch uit", verontschuldigt hij zich. „Zo'n houten pand kost veel onderhoud. Er is al jaren niets meer aan gedaan." En hij laat de verschillende, sober ingerichte vertrekken zien. In een van deze staat een eenpersoons bed met een klamboe erover. „Hier stierf mijn vader, vijf jaar geleden. Ik heb altijd erg veel strijd met hem gehad, want ik wilde in zijn ogen niet deugen. Ik ben nog steeds de enige die zes jaar over de driejarige Algemene Middelbare School (AMS) heeft gedaan. Ik heb alle klassen ge doubleerd. Daarna ben ik politiek en sociale wetenschappen gaan studeren in Amster dam, omdat mijn vader geen geld had om mij naar Hollywoord te sturen. „Al van jongs af aan wilde ik naar de film school. En na twee jaar politiek en sociale wetenschappen stapte ik over naar de Film academie. Maar deze opleiding heb ik ook nooit afgemaakt. Ik heb zelfs nooit een ten tamen gehaald. Ik heb wel samen met Wim Verstappen het tijdschrift Skoop opgericht, dat 22 jaar heeft bestaan, en op mijn 23ste maakte ik al een film. En ongeveer dertig producties volgden, waarvan hij de helft zelf regisseerde. „In 1970 werd ik samen met Wim Verstappen miljonair met de film Blue Movie. Die trok twee en een half miljoen betalende bezoe kers en daarom sta ik nog steeds op nummer vijf van 's Nederlands beste bezochte films. Belachelijk eigenlijk, hè. In Nederland weet men helemaal niets van Wan Pipel, terwijl ze in Suriname denken dat ik alleen Wan Pi- pel heb gemaakt'.' Het is die film die hem zes of zeven jaar na Blue Movie failliet maakte. Maar hij ver volgde zijn carrière met zijn minimal mo vies, films waarvoor de medewerkers geen honorarium krijgen, maar een percentage van een eventuele opbrengst. Vier daarvan zij n nog steeds niet uitgebracht - waaronder De droom van een schaduw en Dagboek van een zwakke yogi - terwijl ze al praktisch klaarliggen. „Er is relatief weinig nodig om ze af te werken. Alles ligt klaar in het film museum." En met een glimlach zegt hij: „Ik ben trouwens ook recordhouder van de minst bezochte film van Nederland. Dat was in 1990 met de minimal movie Openba ringen van een slapeloze, die maar 52 beta lende bezoekers in de hele eerste en hele laatste week heeft gehad." „Mijn vader dacht, net zoals de rest van mijn familie, dat ik gek was, dat ik niet deugde. Het is natuurlijk ook krankzinnig dat je uit een gat als Paramaribo komt en droomt dat je filmmaker wordt. Er was voordat ik weg ging nog helemaal geen tele visie!" Zes jaar is Pim de la Parra nu terug in Suri name. „Ik wil eigenlijk alweer weg, terug naar Nederland. Ik ben nu 63 en nog maar drie of vier jaar subsidiabel om een film te maken. Film maken is een ziekte, waar je heel moeilijk van geneest. Het is verslavend. Je speelt een soort God, zeker als je het doet zoals ik het doe, want ik ben altijd de auteur geweest van mijn eigen films. Ik heb nog nooit het verhaal van een ander verfilmd." Hij wil al jaren zijn film Saramaccarivier maken, over Saskia van Ravenzwaay. Het gaat over een Nederlandse die met een team van acht mensen een televisieprogramma over Suriname maakt. Ze groeide op als na zaat van boeroes, Hollanders die zich na 1845 in Suriname vestigden. Ze ontdekt dat ze erfgename is van plantages en een van de rijkste mensen. Ze beleeft haar bezoek met déja-vu's en besluit in Suriname te blijven. Hij wil daarmee en brug slaan tussen Suri name en Nederland, „niet als landen of re geringen, maar als volkeren", sprak hij in een interview vorig jaar. „Het is alleen een hele toestand om alles hier naartoe te laten komen. Ik ben ook bang voor conflicten en wil niet dat deze film mijn dood gaat wor den." Daarom denkt hij nu aan een murder mysterie, net als zijn eerste film in 1968 Ob sessions. „Dat heeft een genre en dat kun je beter over de wereld verkopen." Maar eerst wil hij in november in Nederland zijn debuutroman De man die dacht dat hij kon denken gaan uitbrengen, waaraan hij al sinds 1992 werkt. Zijn eerste publicatie Prins Pim, overdenkingen van een levens genieter, rekent hij niet mee. „Dat is meer een schrijfdocument, niet echt een roman. Dit is een literair werk. Het gaat over een ze kere Herman Wilhelmus Bekomst, een 36- jarige uitgever van wetenschappelijke pu blicaties. Het boek volgt voornamelijk zijn dubbelslachtige en dubbelhartige verhou ding met twee vrouwen. Als het boek ver koopt, ga ik er een film van maken." Schrij ven is voor Pim de la Parra niet nieuw. „Ik heb mijn hele leven al geschreven, voor al brieven. Een eenvoudige brief naar een vriendin van mij in Berlijn telt al gauw tachtig pagina's, geschreven met een ball point dan. Ik doe niets liever dan brieven schrijven aan een bestaande persoon, een ex-geliefde, een vriend of een vriendin. Wei nig mensen doen dat helaas nog." Ondertussen is hij een echte broodschrijver geworden. De verkoop van het andere pand van zijn vader heeft hij gebruikt om zijn schulden af te lossen. „Ik leef van de wind en af en toe stuurt mijn dochter Bodil wat geld. Maar ik ben toch bevoorrecht dat ik in zo'n huis mag wonen?" Hij slaat het dagblad De Ware Tijd open en kij kt nieuwsgierig naar het programma van het eerste Speelfilmfestival in Paramaribo. Hij vindt het een goed initiatief om festivals naar Suriname te halen. Maar hij heeft twij fels bij de plannen van organisator Stich ting The Back Lot om daarmee een filmin dustrie in Suriname op te zetten. „De films die nu in Suriname worden ge maakt, zijn videofilms. De echte films wor den op 35 mm opgenomen en dat bestaat in Suriname niet. Er is hier geen laboratorium. Dat kan hier ook niet bestaan, want het is een te kleine markt. Ze hebben gelijk als ze zeggen dat Suriname een mooie locatie is. Het binnenland en de stad zijn prachtig voor filmopnames. Maar voor de film moet de andere infrastructuur ook kloppen, zoals verbindingswegen en hotels. En dat is nog niet het geval. Dus een filmklimaat is er niet en zal er ook in de komende 270 jaar niet ko men. Tenzij we er een hele hoop mensen bij komen. Ik ben geen pessimist hoor, maar zie mijzelf als een realist." Daphne Groenendijk

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27