Minder benauwd
voor een pinda
Geomatica levert
schat aan informatie
Hete Jupiter werpt nieuw
licht op ontstaan planeten
De passie van emeritus hoogleraar zeegeschiedenis Jaap Bruin
postzegels
zaterdag 12 april 2003
Geld
Perspectief
Dwergster
ex
LU
up to 40 grams
mensen vinden de zee mooi
MM Wilfred Simons
LEIDEN - In zijn werkkamer,
thuis in Oegstgeest, staat 'een
kistje' voor hem klaar. Daarin
ritten de gegevens voor een
boek dat de werktitel 'Schip
pers op de Oost' draagt - over de
carrières en persoonlijkheden
van achttiende-eeuwse schip
pers van de VOC. Hoogleraar
Zeegeschiedenis J.R. Rruijn (65)
neemt na 41 dienstjaren af
scheid van de Universiteit Lei-
jen, maar niet van zijn passie.
„Waarom wagen mensen zich
toch op zee? Vooral vroeger
stonden zeelieden er aan grote
gevaren en ontberingen bloot.
Soms hadden ze geen keus",
zegt Jaap Bruijn. De regenten
van de Leidse en Amsterdamse
iveeshuizen stuurden hun pu
pillen naar de VOC-schepen. Er
waren ook streken waar j ongens
lietbeterwisten, vader voer, al
le ooms voeren, grootvader had
gevaren.
„Er zijn altijd mensen ook vrij
willig de zee op gegaan, meestal
jonge mannen, die iets van de
wereld wilden zien, die het
avontuur zochten. Als je zeelie
denlevens reconstrueert, zie je
dat ze op wat latere leef tij d vaak
iets anders gaan doen. Ze wer
den handelaar in Amsterdam of
loods in Vlissingen."
Jaap Bruijn is een begrip in ma-
ritiemNederland. Hij is de enige
hoogleraar zeegeschiedenis van
het land. Marine, walvisvaart,
muiterijen, de VOC, de geschie
denis van de Marva's, de
marinevakbonden, de Admira
liteitscolleges, de boomkorvis-
serij, de zeesleepvaart, vele
aspecten van de maritieme ge
schiedenis kruisten zijn pad.
Het ging hem altijd om mensen
en niet zozeer om technische
ontwikkelingen.
Bruijn probeerde altijd zoveel
mogelijk studenten bij zijn on
derzoek te betrekken. Uit zo'n
onderzoeksproject rolde dan
vaak een boek, dat doorgaans
goed verkocht werd. „De be
langstelling voor het maritieme
is niet tot zeelieden beperkt",
weet hij. „Onder mijn gehoor
had ik vaak de meest uiteenlo
i
t o
Jaap Bruijn, inmiddels emeritus hoogleraar zeegeschiedenis. „De belangstelling voor het maritieme blijft niet beperkt tot zeelieden."
foto Hielco Kuipers
pende mensen, artsen, mensen
uit het bedrijfsleven. De zee,
veel mensen vinden dat toch
mooi!"
De belangstelling voor zeege
schiedenis zat er bij Bruijn al
vroeg in. Als student liep hij
eind jaren '50 college bij de
toenmalige Leidse hoogleraar
'overzeese geschiedenis' Tex
Milo. Toen die op 24 november
1960 zeer onverwachts over
leed, bleef het groepje studenten
dat onder Milo studeerde, ver
weesd achter.
„Gezamenlijk hebben we een
Journaal van Michiel de Ruyter
uit 1673 uitgegeven en daarna
ben ik aan de universiteit blij
ven hangen." Hij werd aangeno
men als doctoraal assistent en
maakte zich al snel onmisbaar.
In 1977 werd hij lector, waarna
in 1980 zijn hoogleraarsbenoe
ming volgde.
Een van de mooie kanten van de
geschiedwetenschap is het op
windende gevoel dat soms ont
staat als het verleden haast tast
baar voor ogen verschijnt. Zo'n
historische sensatie had Bruijn
toen hij zich bezighield met de
vraag hoe marinekapiteins in de
zeventiende en achttiende eeuw
hun geld verdienden. „Ze kre
gen een 'tractement' van de ma
rine, maar dat was niet hoger
dan dat van een stuurman. Toch
waren de kapiteins vaak heel
vermogend. Hoe kon dat? Je had
een systeem van 'kostpennin-
gen'", weet Bruijn.
„De kapitein kreeg geld van de
marine om voedsel in te kopen
voor de reis. Zo'n marineschip
telde driehonderd man en was
wel zes maanden onderweg. Het
ging al gauw om duizenden gul
dens. Ik ontdekte dat de kapi
teins gemiddeld dertig procent
overhielden en het mooie was
dat ik daarmee de vermogens-
groei van Michiel de Ruyter heel
precies kon volgen. Je zou zeg
gen: zo'n systeem is corrupt,
maar in die eeuwen was het ge
oorloofd."
„Omdat iedere kapitein eigen
leveranciers had, bleef er wei
nig aan de strijkstok hangen.
Bemanningsleden die ontevre
den waren over de voeding,
monsterden niet opnieuw bij
een schraperige kapitein aan.
Bruijn verwacht dat veel van
zijn werk alleen voor vakhisto
rici van belang zal blijven. Toch
heeft hij op zijn minst drie pro
jecten ter hand genomen met
een naar hij hoopt 'blijvende
impact'. Trots is hij op de vier
delige 'Maritieme Geschiedenis
der Nederlanden', dus van Ne
derland en België, waarvan hij
hoofdredacteur was.
Verder brengt hij de driedelige
publicatie 'Dutch-Asiatic Ship
ping 1602-1795' in herinnering,
die hij midden jaren '70 samen
met collega's Ivo Schöffer en
Femme Gaastra ondernam. Het
is in feite een gigantische lijst
van alle uit- en thuisvarende
schepen van de VOC, met daarin
gegevens over onder meer de
schepen, de schippers, de opva
renden, de lading, de reisduur
en het aantal doden tijdens de
reis. „Daar was verrassend wei
nig over bekend en dat is echt
veranderd."
Bruijn schreef ook een Engels
talige geschiedenis van de Ne
derlandse marine. Engelsen en
Amerikanen schrijven daar ook
wel over, maar altijd vanuit hun
eigen, nationale perspectief. „Ik
vond dat het tijd werd dat een
Engelstalig publiek het Neder
landse perspectief eens leerde
kennen en daarom schreef ik
'The Dutch Navy of the 17th and
18th century'. Dat werd zo goed
opgepikt, dat ik het naar het Ne
derlands heb terugvertaald en
flink heb uitgebreid, onder de
titel 'Varend Verleden'. Het
geldt als een handboek voor de
tijd van de Republiek."
Onlangs voltooide Bruin zijn
aandeel in de redactie voor het
boek 'Met man en macht, de mi
litaire geschiedenis van Neder
land 1550-2000'. De Universi
teit Leiden heeft besloten om
een opvolger te zoeken voor
Bruijn. De leerstoel zeegeschie
denis blijft dus behouden. Daar
doet de universiteit goed aan,
vindt Bruijn.
„De belangstelling voor het vak
is groot. Ik had toch elkjaarzo'n
tien studenten die bij mij een af
studeerscriptie schreven en ik
heb 45 promovendi gehad - twee
van hen promoveren nog dit
jaar. Elke promovendus levert
de universiteit geld op. Ik had
hier mijn eigen winkeltje en ik
mag wel zeggen, het is altijd
goed beklant geweest."
door Henk Hellema
GRONINGEN - Voor sommige
overgevoelige mensen is het al
tijd oppassen. Niet alleen bij de
borrel, maar bij alles wat ze
eten. Zit er niet iets van pinda's
in? Ze kunnen daar heftig op
reageren. Amerikaanse onder
zoekers hebben een middel ont
wikkeld dat bescherming biedt,
wanneer toch onverhoeds iets
met pinda's wordt gegeten.
Maar een boterham met pinda
kaas zit er voor hen nog steeds
niet in.
Steeds meer mensen zijn tegen
woordig allergisch. Niet alleen
voor pollen, mijten en insecten
gif, maar ook voor diverse voe
dingsstoffen zoals pinda's. Vol
gens ruwe schattingen zou 0.5
procent van de Nederlanders
overgevoelig zijn voor deze
peulvruchten. Een ietsje pinda
eiwit kan voor hen al voldoende
zijn om een overgevoeligheids
reactie uit te lokken.
De symptomen variëren van een
rode, warme huid, jeuk over het
hele lichaam, galbulten, misse
lijkheid en een bonzend hart tot
het heel erg benauwd krijgen of
een levensbedreigend snelle da
ling van de bloeddruk. „Het is
één van de problematische al
lergieën," zegt prof. Jan de
Monchy, hoogleraar allergolo-
gie aan de Rijksuniversiteit
Groningen. „Binnen een paar
minuten kunnen mensen heel
erg ziek zijn."
Wie overgevoelig is voor pin
da's, moet dus goed op zijn tellen
passen met wat hij eet. Geen
pinda's natuurlijk, maar ook
geen voedingswaren waarin be
standdelen van pinda's zijn ver
werkt.Dat kunnen koekjes, cho
colade en roomijs zijn, maar ook
soepen en salades. Pinda's wor
den ook nogal eens in paneer
meel verwerkt.Mocht het echt
een keer fout gaan, dan kan een
injectie met adrenaline uit
komst bieden. Mensen die van
zich zelf weten dat ze heftig op
pinda's reageren, dragen daar
om een EpiPen bij zich. Hiermee
kunnen ze zichzelf in een spier
adrenaline toedienen.
Maar het zou natuurlijk mooi
zijn een allergische reactie te
voorkómen. Bij diverse vormen
van overgevoeligheidsreacties
worden mensen wel gedesensi-
biliseerd. Dat wil zeggen dat in
de loop van enkele jaren bij hen
steeds hogere concentraties van
de stof waarvoor ze allergisch
zijn, worden ingespoten. „Die
behandeling werkt heel goed bij
mensen die overgevoelig zijn
voor wespen- en bijengif en re
delijk goed bij mensen met een
allergie voor pollen en mijten.
Via deze behandeling neemt de
overgevoeligheid (sterk) af.
Maar met pinda-eiwit werkt die
benadering niet. We zijn daar
dan ook mee gestopt. De mensen
kregen tijdens deze behande
ling nog te veel bijwerkingen en
allergische reacties."
Amerikaanse onderzoekers
hebben nu een antistof ontwik
keld die de allergische reactie
onderbreekt. Codenaam: TNX-
901. Het gaat om een antistof te
gen imuunglobinen van het type
IgE. Bij een allergische reactie
zoals tegen pinda-eiwitten,
vindt een overproductie van dit
IgE plaats. Deze moleculen bin
den zich aan bepaalde cellen,
aan 'mest'cellen.
Deze cellen storten vervolgens
een grote hoeveelheid histamine
uit. Dat histamine veroorzaakt
klachten. Het TNX-901 hecht
zich nu aan het IgE, waardoor
deze niet meer in staat is zich
aan een mestcel te binden. De
kettingreactie wordt onderbro
ken. Gevolg: er komt weinig of
in elk geval veel minder hista
mine vrij. Het nieuwe genees
middel is, schrijven de onder
zoekers in het medische
vakblad New England Journal
of Medicine, bij ruim 80 mensen
met een pinda-allergie uitge
test. Het kan overigens nog wel
enige jaren duren, voordat het
nieuwe medicament op de
markt komt. Het onderzoek zal
in elk geval met een veel groter
aantal patiënten moeten wor
den herhaald. Bovendien zullen
de producenten van TNX-901
eerst hun onderlinge juridische
strijd moeten bijleggen.
Een dergelijke immuuntherapie
is ook in ontwikkeling voor
mensen die last hebben van ont
stekingen van het neusslijm-
vlies en astma als gevolg van on
der meer pollen en mijten. Die
ontwikkeling is al verder, maar
ook dat medicament is nog
steeds niet geregistreerd.
door Peter de Jaeger
WAGENINGEN - Satelliet-
beelden van de aarde leveren
een schat aan gegevens, ook
voor de individuele burger.
In combinatie met geografi
sche informatiesystemen
(GIS) zijn nieuwe toepassin
gen mogelijk. Zo kan geo-in-
formatie de politie helpen bij
het opsporen van verdach
ten. En de archeoloog kan ter
plekke onder de grond kijken
zonder zijn spa in de grond te
zetten.
Geomatica, de koppeling van
informatica en geografische
kennis, is in Nederland een
booming business. De omzet
in deze sector groeit sinds
1995 jaarlijks met 22 pro
eent. Het aantal mensen
werkzaam in deze weinig be
kende sector is in die periode
verzesvoudigd en bedraagt
nubijna vijftigduizend. „Dat
18 erg veel, als je weet dat we
nog maar honderdduizend
boeren hebben", zegt Arnold
Bregt (43), pas benoemd
hoogleraar geo-informatie-
kunde aan Wageningen Uni
versiteit.
De grootste commerciële toe
passing van satellietbeelden
ls nog steeds klimaat- en
weervoorspellingen. Inven
tarisatie van landgebruik is
een goede tweede. Maar deze
grootschalige toepassingen
worden binnen tien j aar naar
tie achtergrond gedrukt, ver
wacht Bregt, om plaats te
waken voor gericht gebruik
oor individuele personen.
«Daarbij gaat het om de
combinatie van plaatsbepa-
lng met een informatie
dag. Je staat bijvoorbeeld
roor een historisch gebouw
n Je wilt meteen weten wan
eer het gebouwd is en door
*elke architect. Dat kan
°or een druk op de knop van
_e digital personal assistent,
I n zakeomputer die draad-
?s. toegang biedt tot ver-
"ronde databestanden op
wternet."
Dwgekeerd kan een persoon
m et veld gegevens verza-
eaen die verzenden naar
Z Tabase- Die mobiele
in™l ™atie is volgens de
H Jl "°°gleraar een ware
rein' en kan °P aUe ter"
hii, en^ordengebruikt. „Als
al7beeld een politie-
een verdachte auto ziet
passeren, kan hij het num
merbord intypen en weet
meteen of hij tot actie moet
overgaan. Er zijn legio ande
re voorbeelden te verzinnen
waarbij de gebruiker direct
over de gewenste informatie
beschikt." Een meer weten
schappelijke toepassing van
geomatica is door een arche
oloog in het veld .Deze kan op
basis van computermodellen
kansrijke locaties bepalen
om iets te vinden.
Binnen de landbouw wordt
geëxperimenteerd met
trekkers voorzien van boord
computers. Door exacte
plaatsbepaling kan de boer
nauwkeuriger en dus zuini
ger zaaien en bemesten. Er
zal volgens Bregt meer bui
ten worden gewerkt door
onderzoekers en planners.
Wetenschappers en beleids
makers in het veld kunnen
met een snelle internetver
binding de gewenste data in
computers op afstand oproe
pen. Ze zullen minder tijd
achter hun bureau doorbren
gen. „Vaak worden verkeer
de kaarten meegenomen
naar het veld. Dat kan wor
den vermeden door ter plek
ke rechtstreeks de gewenste
gegevens binnen te krijgen
op je zakcomputer."
De meeste tijd is de leerstoel
groep nog altijd kwijt aan het
interpreteren van de beelden
die op honderden kilometers
hoogte worden gemaakt.
„Dat komt natuurlijk omdat
je alleen bepaalde reflectie
waarden van een straling
meet. Daarom moet je eerst
uitvinden of een groen vlakje
op de kaart nu bos, aardap
pelen of water is. Dat gebeurt
meestal handmatig door
controles op de grond. Er
wordt gewerkt aan automa
tisering. Dat kan wel, maar is
minder nauwkeurig. Voor
uitgestrekte en dun bevolkte
gebieden in de tropen zijn sa
tellietbeelden vaak de enige
bron van informatie. Erosie
en misoogsten in ontwikke
lingslanden kunnen langs die
weg worden voorspeld.
„Voor ruimtelijke planning
in het dicht bevolkte Neder
land, is automatische beeld
herkenning niet nauwgezet
genoeg. Een foute interpre
tatie leidt al snel tot verve
lende misverstanden. Hand
werk blijft dus nodig",
besluit Bregt.
door Ben Apeldoorn
PARIJS - Astronomen hebben
een planeet bij een andere ster
gevonden, waarvan de atmos
feer aan het verdampen is. De
planeet staat namelijk bijzon
der dicht bij de ster. De vondst
van deze bizarre 'hete Jupiter'
kan nieuw licht werpen op de
wijze waarop planeten bij ster
ren ontstaan.
Zonnestelsels zijn er kennelijk
in allerlei soorten en maten. En
hetzelfde geldt voor planeten.
Neem alleen al ons eigen zonne
stelsel met z'n negen planeten.
Ongeveer in het midden zitten
twee gasreuzen (Jupiter en Sa-
turnus), en twee wat kleinere
gasreusjes (Uranus en Neptu-
nus). Aan de 'uiteinden' bevin
den zich vijf kleintjes, die gro
tendeels uit vast materiaal
bestaan: Mercurius, Venus, Aar
de, Mars en, helemaal aan de
buitenkant, Pluto.
Zou je ze allemaal netjes op een
rij zetten, dan krijg je de vorm
van een bolknak. Mercurius
staat het dichtst bij de zon en
heeft dan ook de grootste baan-
snelheid: in 88 (aardse) dagen
voltooit hij een omloop rond de
zon. Hij staat zo dicht bij de zon,
dat lood erop de door de zon be
schenen kant, vloeibaar zou
zijn.
Pluto staat zo ver van de zon dat
zijn ijle atmosfeertje geregeld
als een ijslaag op het oppervlak
neerdaalt. Pluto sukkelt op z'n
dooie gemakje rond de zon: een
Plutojaar duurt 248 aardse ja
ren.
Een aardling maakt daar dus
maar hoogstens een keer Oud en
Nieuw mee. Wèl graag een bij
zonder dikke jas aantrekken bij
het vuurwerk afsteken: de tem
peratuur komt op Pluto nooit
boven de 245 graden Celsius,
onder nul.
De aarde is met recht de oase
tussen de planetaire collega's: ze
staat niet te dicht bij de zon en
ook niet te ver er vandaan. Onze
planeet draait in de zogeheten
biosfeer rond de dwergster die
onze zon is: de omstandigheden
zij n er gunstig voor levenWaar
om die verdeling tussen gasreu
zen en stenige kleintjes zo is in
ons zonnestelsel, is niet echt be
kend. Mogelijk staat het in ver
band met de samenstelling van
Slfe;
Tekening van de ster HD-209458 met op de voorgrond de 'hete Jupi
ter' HD-209458b, gehuld in een langgerekte waterstofwolk.
illustratie ESA/NASA/Institut d'Astrophysique de Paris
en de processen in de uitgestrek
te oernevel, waaruit het zonne
stelsel vijf miljard jaar geleden
ontstond.
Staat ons zonnestelsel model
voor andere zonnestelsels? Mis
schien, maar die zijn tot dusver
re niet gevonden. Wel andere,
soms heel bizarre. Wat te den
ken van een grote gasplaneet
waar het jaar maar drieeneen-
halve aardse dag duurt, en die zo
dicht bij zijn zon staat, dat de
hitte daarvan de atmosfeer van
de planeet als het ware weg-
kookt?
Dat is het geval bij de ster be
kend onder catalogusnummer
HD-209458. Al enkele jaren is
bekend dat rond deze ster een
grote planeet, ter grootte van
'onze' Jupiter, draait op een af
stand van slechts zeven miljoen
kilometer van de ster, die on
geveer zo groot is als onze zon.
„Het meest verbazingwekkende
was, dat we op een gegeven mo
ment ontdekten dat die planeet,
HD-209458b genoemd, gehuld
is in een uitgestrekte waterstof
wolk," aldus Alfred Vidal-Mad-
jar, leider van het team dat deze
ontdekking deed, en werkzaam
op het Astrophysisch Instituut
in Parijs. Het team analyseerde
het licht van de ster met behulp
van het instrument STIS (Space
Telescope Imaging Spectro
graph) van de om de aarde
draaiende Hubble Space Te
lescope (HST).
„We kwamen daar achter omdat
deze planeet, bezien vanaf de
aarde, steeds iets voor de ster
zelf langs trekt. Je kunt daarbij
uit de veranderingen in het licht
van de ster zelf, samenstelling
en afmetingen van de planeetat
mosfeer afleiden. De wolk
strekt zich tot op 200.000 kilo
meter afstand van de planeet
uit. De beste verklaring voor het
bestaan van die wolk is, dat de
planeetatmosfeer dermate door
de ster verhit wordt, dat de at
mosfeer simpelweg van de pla
neet wordt weggekookt. Elke
seconde verliest de planeet mi
nimaal 10.000 ton waterstof."
Hoe lang dat al aan de gang is, is
niet bekend. Maar dat de pla
neet daar, zo dicht bij die ster,
als gasreus geen lang leven be
schoren kan zijn, is duidelijk.
Vermoedelij k is de planeet oor-
spronkelijk veel verder weg van
de ster ontstaan", zegt Vidal-
Madjar „en successievelijk
steeds dichter naar de ster toe
getrokken. Veel dichterbij zal
deze 'hete Jupiter' naar alle
waarschijnlijkheid niet komen.
Het verdampingsproces en de
stralingsdruk van de ster zullen
dat voorkomen. Als hij, net als
Jupiter, voorzien is van een vas
te kern, zal op den duur alleen
die kern als een kale hete sintel
overblijven."
De ster HD-209458 staat hier
150 lichtjaar vandaan en is net
niet met het blote oog zichtbaar.
Hij is een van de ongeveer 70
sterren waarbij men, langs indi
recte weg, inmiddels planeten
heeft gevondenGeen negen .zo
als rond onze zon, maar steeds
een, hoogstens twee bij dezelfde
ster. En dat zijn dan alleen echte
reuzenplaneten, zoals in ons
zonnestelsel Jupiter en Satur-
nus.
Zelfs met de grootste telescopen
van nu zijn zelfs gasreuzen niet
rechtstreeks te zien bij andere
sterren. Daarvoor zijn de af
standen tot de sterren te groot,
en daar komt nog bij dat plane
ten door de sterren zelf, waar ze
bij horen, volkomen worden
overstraald. Je kunt net zo goed
proberen een glimworm te zien
vlak naast een halogeenstraler
van tien kiloWatt op een afstand
van 50 kilometer.
Toch zal het niet lang meer du
ren voordat ook planeten ter
grootte van de aarde recht
streeks zichtbaar zullen worden
gemaakt. Toekomstige genera
ties ruimtetelescopen, veel gro
ter en gevoeliger dan de huidige
HST, zullen daartoe in staat
zijn. En dan weten we zeker wat
we nu al sterk vermoeden: pla
neten zoals onze oase komen
ook elders voor.
Het WK-voetbal 2006 in
Duitsland staat ruim drie
jaar voor de aftrap postaal al
centraal. Op 6 maart verscheen
namelijk de jaarlijkse serie bij
slagzegels Für den Sport (sedert
1978) die volledig in het teken
staat van het FIFA Fussball-
Weltmeisterschaft. Ook de vol
gende jaren zal de serie Für den
Sport blijvend aandacht vragen
voor dit WK.
Op de zegels: een strafschop (45
20), de vreugde na een doel
punt (55 25), jeugdvoetbal (55
25), een kopbal (55 25) en
jong en oud die een balletje
trappen (144 56).
01
Eén van de oudste permanente
reeksen van de wereld (de Noor
se posthoornreeks, sedert 1872,
is de oudste,) is die van Groot-
Brittannië met de beeltenis van
koningin Elizabeth II, bij de
liefhebbers beter bekend als
Machin-zegels, genoemd naar
de ontwerper. De eerste zegels
van de reeks verschenen in 1967
en sedertdien kwam er bijna ie
der jaar wel een aantal bij.
Op 27 maart was dat weer het
geval. De Royal Mail lanceerde
toen twee nieuwe Universal
Machins. De zegels zitten per
vier in zogenoemde retail books.
De twee nieuwe luchtpostzegels
zijn voor brieven tot 40 gram: de
één voor Europese bestemmin
gen, de ander voor de rest van de
wereld. De Europese zegel met
als tekst Europe up to 40 grams
is in ultramarijn, de zegel voor
de rest van de wereld (Worldwi
de up to 40grams) in rood. Op de
rechterrand van de zegel rode en
blauwe luchtpoststrepen.
Uit Groot-Brittannië valt overi
gens nog wel iets meer te mel
den. Sedert het velletje Birds of
Prey met valken en uilen (14/1)
verschenen nog het (jaarlijkse)
velletje bloemengroetzegels in
zgn. Smilers (21/1,20 x 1st), een
2nd en een 1st Machinzegel in
goud Van de rol ('21/1), een velle
tje met zes Ist-zegels met multi
ple choise boodschappen zoals
Angel, Maybe en I did it (4/2),
vijf zegels (2nd,1st, E, 47p en
68p) met als titel Secret of Life,
die op ludieke wijze het DNA en
de genen als onderwerp hebben
(25/2, ook in een prestigeboekje
een boekje met 6 x lst-zegels
Hello 2002 (4/3) en op 25 maart
tien zelfklevende lst-zegels Fun
Fruit Veg. De 'fun' zit in een
strook onder het vel met daarin
stickers met o.a. hoedjes, snor
ren en brillen, waarmee de post
kan worden opgesierd.
Het Kanaaleiland Jersey heeft
voor dit jaar tien emissies op het
programma staan. De eerste
(21/1) is de achtste serie in de
reeks over de luchtvaartge
schiedenis van het eiland. Over
zes zegels vliegen: Sanchez-Be-
sa Hydroplane (23p), Superma
rine S.6B (29p), de Haviland
DH84 Dragon (38p), de Havi
land DH89a Rapide (40p), Vic-
kers701 Viscount (47p) en BAC
One-Eleven (68p). Ook in pres
tigeboekje.
(te*!» iMM fimmm
Verder verscheen een velletje
met een zegel van 2 pond met op
de rand een beeld van de Deen
Jacob Christian Hansen Elle-
hammer (1871-1946), de eerste
Europeaan (1906) die met een
gemotoriseerd vliegtuig een
vlucht maakte. Op de zegel de
JCH Ellehammer's Biplane.
Deel I tot en met VII van deze
reeks verschenen in 1973 (16/5),
1975 (30/10, 50 jaar luchtstrijd
krachten), 1987 (3/3, 50 jaar
luchthaven van Jersey), 1990
(4/9, 50 jaar Slag om Engeland),
1993 (1/4,50 jaar Royal Air For
ce), 1997 (10/3, 60 jaar luchtha
ven van Jersey) en 2000 (15/9,60
jaar Slag om Engeland). Behal
ve de acht geschiedenisseries
kwamen er nog twee lucht
vaartseries uit: in 1979 (24/4), 25
jaar internationale vliegralley
en in 1984 (24/7), 40 jaar Inter
nationale Organisatie voor bur
gerluchtvaart (ICAO).
Hero Wit