Fouzaya Talhaoui, kandidaat-minister Perikelen rond het pashokje I Pashokjes ergernissen top-10 29 zaterdag 12 april 2003 Berlijn Nachtvlinders Razendsnel Islamfobie J Ik heb mij n weg in België gevonden Ze was het eerste allochtone Ka merlid van België en wordt, als de groenen opnieuw in de regering komen, getipt als de eerste minister van Marokkaanse afkomst. Een ge sprek met Fouzaya Talhaoui. Over de kamerverkiezingen van 18 mei, de crisis in Antwerpen en Abou Jahjah. Met grote passen wijst ze de weg naar haar kleine, propvolle werk kamer in het Brusselse parlementFau- zaya Talhaoui (33), afkomstig uit het Marokkaanse Beni Chiker, is klein en praat aan één stuk door, vloeiend Ne derlands. ,,Ik voel me hier in Vlaande ren prima thuis. Nee, ik heb geen last van een identiteitscrisis", lacht ze. „Maar ook de cultuur van mijn ouders en de islam maken een belangrijk deel uit van mijn leven." Aan de muren van haar kantoor han gen posters van de vrouwenbeweging en anti-racisme-slogans: See the per son, not the colour. Het asielbeleid; emancipatie; het integratiedebat, daar liggen haar interesses. Ze heeft geen band met de milieubeweging. Het is één van de redenen waarom sommige groe ne partijgenoten haar niet groen ge noeg vinden en haar bliksemcarrière in de politiek met argusogen volgen. Fouzaya Talhaoui was zeven toen ze in 19 7 7 door haar vader, die al sinds de j a- ren zestig als gastarbeider in de bouw in Brussel werkte, naar België werd ge haald in het kader van de gezinshereni ging. „Het was mijn tweede migratie", zegt ze. Eerder was de familie (haar moeder, vier broers en drie zusjes) van uit haar geboorteplaats in het Rifge bergte, de streek van de Berbers, verhuisd naar Melilla, een Spaanse en clave aan de Noord-Afrikaanse kust. Het gezin ging in Merksem, bij Antwer pen, wonen en Fouzaya Talhaoui ging naar de katholieke school. Binnen drie maanden sprak ze Vlaams. Na de mid delbare school ging ze rechten studeren aan de Universiteit van Antwerpen. Ze werkte vijf jaar lang als assistente van Mare Bossuyt, de topman van het com missariaat-generaal voor de vluchte lingen. Politiek actief werd ze in 1995 toen ze voor de lokale partij 'Antwerpen '94' verkozen werd in de districtsraad van Merksem. In 1999 maakte ze de over stap naar Agalev. „Mijn zus werkte voor Eddy Boutmans (de groene staats secretaris voor ontwikkelingssamen werking). Hij probeerde haar voor de politiek te strikken maar zij gaf voor rang aan haar carrière als advocate. Ze verwees hem door naar mijIk stond aan de linkerzijde van het politiek spectrum, voor solidariteit en betrok kenheid. De keuze voor Agalev lag voor de hand." De ster van Talhaoui rees razendsnel. In mei 1999 werd ze met 16.384 stem men gekozen in het parlement. Als eer ste allochtoon. Ze haalde ruim vijfdui zend stemmen meer dan haar mentor Boutmans, die ze nu definitief voorbij stevent. Bij de verkiezingen op 18 mei is Fouzaya Talhaoui lijsttrekker voor Agalev (dat staat voor Anders Gaan Leven) in de provincie Antwerpen, vóór Boutmans, de nummer drie. Ze moet in debat met andere lijsttrek kers als Patrick Janssen van de SP (de Vlaamse socialisten) en Bart Somers van de VLD (Vlaamse Liberalen en De mocraten). Een moeilijke klus, beseft ze. En dan is daar nog het Vlaams Blok en Resist, de combinatielijst van de ul tralinkse Partij van de Arbeid (niet te vergelijken met de Nederlandse PvdA) en de Arabisch Europese Liga van Dyab Abou Jahjah, met wie ze op voet van oorlog leeft. Jahjah verwijt haar dat ze het contact met de allochtone ge meenschap lang geleden heeft verlo ren. „De groenen hebben haar uit het academisch milieu geplukt als voor beeld van een geslaagde integratie waar zelfs de bange blanke Belg geen aanstoot aan neemt. Talhaoui is alleen in naam een Berber en een islamiet, In werkelijkheid is ze volledig geassimi leerd" liet hij zich in diverse interviews ontvallen. Resist is volgens hem de eni ge echte allochtonenpartijBij Agalev fungeren allochtone politica als Fou zaya Talhaoui in zijn ogen enkel als ex- cuus-Truus, als 'Ali Alibi'. Ze schudt boos het hoofd. „Het valt me op dat hij steeds opnieuw vrouwelijke politici aanvalt. Het is typisch machogedrag. Wat denkt hij wel? Dat hij me iets over integratie kan wijsma ken? Ik woon hier al vijfentwintig jaar. Ik heb mijn weg in België gevonden. Hij komt net kijken. Hij doet alsof ik niets doe voor de migrantengemeenschap. Onzin. Maar wat er de voorbije twintig jaar allemaal is misgelopen, kan ik in mijn eentje niet zomaar rechttrekken." Ook haar eigen broer Mohammed, die bij de verkiezingen op de kandidaten lijst van de VLD staat, haalde in een radio-interview in vergelijkbare be woordingen uit naar Talhaoui. De Ant werpse politica lacht bitter. Ze wil er eigenlijk geen woorden aan vuil ma ken. „Een familieruzie." Ze gelooft niet dat Jahjah veel stem men zal halen. „Hij heeft zichzelf na de aanslagen van 11 september gepara chuteerd. Hij teert op de islamfobie; de angst voor moslims. Jongeren kijken naar hem op; vereren hem als een popi dool en scanderen bij anti-oorlog demonstraties met gezwollen nekade- ren zijn naam. Maar waar hij eigenlijk voor staat, weten ze niet." „De Turkse gemeenschap", zegt ze, „moet niks van hem hebben. De Afri kaanse gemeenschap noemt hem de nieuwe Malcolm X." Toch nam Talha oui het voor Jahjah op, vlak na zijn ar restatie naar aanleiding van de rellen in Borgerhout. In die Antwerpse pro bleemwijk kwam het eind vorig jaar tot hevige ongeregeldheden na de moord op de 27-jarige Mohammed Achrak door een psychisch gestoorde Belg. Jahjah zou de relschoppende jongeren hebben opgehitst. „De moord op Achrak was een kataly sator voor het ongenoegen in Borger hout. Jahjah zag zijn kans zich te profi leren als spreekbuis voor jonge, ontevreden allochtonen. Opeens draai de alles om hem. Hij kreeg de toorn van Verhofstadt over zich heen." De pre mier noemde hem 'een bedreiging voor de samenleving' en ging zijn boekje te buiten door in het parlement, nog voor de arrestatie van Jahjah, juridische stappen aan te kondigen tegen de AEL- leider. Dat ging haar te ver. „Het lever de Jahjah bovendien alleen maar meer sympathie op onder allochtone jonge ren." Over wat de verkiezingen van 18 mei Fouzaya Talhaoui: „Het was vallen en opstaan. fotoGPD haar eigen partij gaan brengen, durft ze geen voorspellingen te doen. De rege ringsdeelname van Agalev was niet al tijd een succes. Zo was er de omstreden wapenleverantie van FN-Herstal aan Nepal, die leidde tot het ontslag van de groene minister Magda Aelvoet. Zij keurde de wapenexport aanvankelijk goed maar kreeg naar eigen zeggen last van haar geweten. Misschien maakt het verzet van de paarsgroene regering te gen de oorlog in Irak "Talhaoui is fel te genstander en liep de voorbije weken mee in diverse anti-oorlogbetogingen" één en ander goed. „Deze verkiezingen zijn voor mij een testcase. Ik verwacht veel van mezelf; ben optimistisch. Ik hoop dat het geen al te zwarte zondag wordt." Als Agalev na de verkiezingen van 18 mei terug keert in de regering, wordt Fouzaya Talhaoui getipt als minister. Ze zou daarmee de eerste bewindsvrouwe van allochtone afkomst zijn. Haar porte feuille? Migratie, zo gaf ze al diverse malen te verstaan. Ze wil ijveren voor migrantenstemrecht. De invoering van gemeentelijk migrantenstemrecht is voor Agalev een voorwaarde voor rege ringsdeelname, zegt Talhaoui. Terugkijkend op de voorbije regeerpe riode, concludeert ze: „Het was vallen en opstaan. Maar ik denk dat we ons nergens voor hoeven te schamen." Be halve dan het debacle in Antwerpen, waar het voltallige college (tien wet houders en de burgemeester) moesten aftreden als gevolg van gesjoemel met gemeentelijke creditcards. Ook twee groene wethouders moesten opstap pen. Talhaoui zucht diep. „Dom", zegt ze. „Een ander woord heb ik er niet voor." Agalev-wethouder Chantal Pauwels bleek een rugzakje bekostigd te hebben met de gemeentelijke visacard. En haar collega Erwin Pairon schafte een smo king aan. „Om de koning op het stad huis te ontvangen", luidde zijn verde diging. Talhaoui: „Heel plausibel, maar de sfeer van gesnabbel en gegraai bleef hangen. Het is moeilijk om die zaak nog binnen de juiste proporties te zien. Het gaat om niets eigenlijk, pea nuts. Ja, ik ben wel bang dat deze poli tieke crisis het begin van het einde in luidt. Dat het Vlaams Blok triomfeert. De logica is zoek in Antwerpen. Het is toch te bizar voor woorden dat voor aanstaande joden de joodse gemeen schap oproepen om voor extreem rechts te stemmen! Ik kan alleen maar hopen dat de Antwerpenaar in het kies- hokje straks het gezond verstand laat prevaleren." Pascale Thewissen ytoeger was het pashokje de sluitpost van de winkel. Maar omdat uiteindelijk daar wr de aankoop beslist wordt, schenken win- e isrs steeds meer aandacht aan deze vier- meter achter het gordijn. i hokjes spreken blijkbaar erg tot de ver- J* Net als vliegtuigtoiletten, liften en Penbare parkjes zijn dit gewilde ruimtes om ^seksuele fantasie op los te laten. Niet gelo- tóti >kdan maar eens op internet op 'pas- l, ,en erotische verhaaltjes vliegen over li 'rm- Toch vreemd want pashokjes in too lr}^Win^e^s staan bij de meesten toch Jtal,bekend om alle ergernissen. Variërend licht6 6n we™8 haakjes tot verkeerd Martin Hulsteij n is commercieel directeur van Vizona bv, een bedrijf uit Diemen dat onder meer de inrichting verzorgde voor de Mexx shop-in-shops, de winkels van de merken Turnover en Esprit, Hünkemöller en de Bijen korf. Hij weet dus alles van pashokjes. „Vroe ger was een paskamer echt het sluitstuk. Het was een stuk van de verkoopvloer dat men lie ver niet miste. Daarom werden de paskamers altijd zo klein mogelijk gehouden, meer het dwangbuisidee. Ergens in een hoekje dat men niet nodig had, werden dan een paar paska mertjes neergezet. Nu heeft men wel ontdekt dat een paskamer eigenlijk een verlengstuk is van de verkoop en wordt er veel meer aan dacht aan geschonken." Waar voldoet nu een ideale paskamer aan? Een kleine enquête onder winkelende publiek levert een hoop pashokjesleed op. Hieronder de top 10: 1 Pashokjes zijn te klein. 2 Er zijn onvoldoende ophanghaakjes. 3 De vloer van pashokjes is stoffig en vies. 4 Het is er veel te heet. 5 Pashokj es ruiken naar zweet 6 Je moet vaak wachten op een leeg hokje. 7 Het licht is er veel te fel. 8 De spiegel hangt altijd verkeerd of ver weg' j 9 De gordijntjes sluiten nooit goed af. 10 Jemagmaar twee kledingstukken mee naar binnen nemen. Hulsteijn: „Een goede paskamer moet ruim zijn en van alle gemakken voorzien. Voldoen de haken, voldoende vakjes voor portemonnee en brillen. Er moet ook een krukje of bankje in zitten waarop je kunt zitten om je schoenen uit te trekken. Ook een spiegel in de paskamer is belangrijk. Vroeger dachten winkeliers dat ze altijd contact met de klant moesten houden, maar tegenwoordig wil de consument privacy en niet het gevoel hebben dat hij bekeken wordt. Als die privacy ontbreekt, denkt hij al gauw: dan pas ik niet. Kortom een paskamer moet behaaglijk zijn. Minimaal een vierkante meter groot, maar tegenwoordig is het ook vaak 1,25 meter in het vierkant." De ergernissen over pashokjes kent Hulsteijn ook. „Het verbaast mij soms nog dat veel win kels voorzien worden van te fel licht, waar de consument redelijk bleek van wordt. Het arti kel dat men aantrekt, oogt dan ook niet be paald fraai. Dat stimuleert de verkoop dus ab soluut niet. Wij adviseren om de paskamers van gekleurd licht te voorzien. Niet dat hele helle witte, want dat ziet er gewoon niet uit." Tja, en dan het gordijntje. „Dat is meestal te smal. Je krijgt kieren en dan heeft men het ge voel begluurd te worden. Ook niet bevorder lijk. Dat het gordijn aan de onderkant open is, dat is normaal. Zo kunnen de verkopers in de gaten houden of er niet gestolen wordt. Dief stal in winkels is een groot probleem. Men be veiligt wel alles met camera's, maar camera's in de pashokjes is nog steeds wettelijk verbo den." „In de betere confectiezaken is het niveau van de paskamer doorgaans gewoon goed. In de boetiekjes met wat jongere mode, daar man keert er nog wel eens wat aan. Maar als je in het In de betere confectiezaken is de paskamer doorgaans goed, in de boetiekjes met wat jongere mode mankeert er nog wel eens wat aan. foto Roland de Bruin/GPD hogere segment gaat kijken, is de service pri ma." Wie echt alle ergernissen wil vermijden, moet dus veel geld in zijn portemonnee hebben. Of in New York wonen. Speciaal voor de Prada Flagshipstore aldaar ontwierp de Nederland se architect Rem Koolhaas interactieve pas hokjes. De ruimtes hebben een glazen lcd- wand die donker kleurt wanneer ze bezet zijn. Op een computerscherm in het hokje kun je al lerlei informatie opvragen over het desbetref fende kledingstuk en kun j e kij ken naar video clips van modeshows. Klapstuk is wel de 'Magic Mirror'. Als de klant voor de spiegel ronddraait, wordt het beeld in de spiegel ver traagd afgespeeld zodat de klant zichzelf van alle kanten kan bekijken. Tot slot is er nog één brandende kwestie over paskamerleed. Is het gerucht waar dat zich in sommige paskamers doorkijkspiegels bevin den waarachter een beveiligingsbeambte de nietsvermoedende klant in de gaten houdt of gaat het hier om een Broodje Aapverhaal? Martin Hulsteijn reageert oprecht verbijsterd: „Nee, dat kan echt niet waar zijn. Als een klant daarachter zou komen, nou dan kun je denk ik de winkel wel voorgoed sluiten." Machteld Leistra Leuk is dat aan Berlijn: be zoek gaat altijd met een goed gevoel weer weg. Niet om dat ze blij zijn die failliete Duit se hoofdstad te verlaten, waar een kwart van de mensen van een uitkering rondkomt. Inte gendeel, de meesten willen juist graag blijven. In Berlijn im mers, daar gebeurt wat. Het klinkt banaal, maar je hebt er bijvoorbeeld een ongelooflijk aantal bioscopen waar van alles te zien is - van de Hollywood blockbusters in de massazalen tot miniem kleine films in slon zige achterafzaaltjes zoals Eis- zeit in de krakerswijk Kreuz- berg. De uitgaansbladen Zitty en Tip zijn de erkende stadsgidsen van Berlijn. Zij laten regelmatig hun licht schijnen over alweer een nieuwe 'kiez', een woonwijk waarmee de inwoners kennelijk zo tevreden zijn dat ze zich er nauwelijks buiten begeven. Woon je in een leuke 'kiez' dan ga je er naar de kroeg, je doet er je inkopen, je treft er je vrienden en smaalt over andereBerlijners die het zoveel minder getroffen hebben met hün kiez. Boris bijvoorbeeld - links-alter natief en fotograaf, kenner van goede wijnen en een groot lief hebber van het Turkse deel van Kreuzberg waar hij woont - komt voor z'n plezier eigenlijk nooit elders in de stad. „Alleen als het echt moet voor m'n werk ga ik Kreuzberg uit", zegt hij. De regio buiten Berlijn, in voor malig Oost-Duitsland, is voor hem al helemaal taboe. De ex- DDR noemt Boris 'de zone': arm, achtergebleven, ongast vrij. „Al die skinheads daar, je wordt er niet goed van", over drijft hij graag. Omdat Berlijn eigenlijk een ver zameling aan elkaar gegroeide dorpen is, ademen al die stads kernen een eigen sfeer. Zo kun je op de Kollwitzplatz in Prenzlauer Berg, de populaire kunstenaarswijk in het oude Oost-Berlijn, op zonnige dagen honderden jonge stellen met hun kinderen zien spelen, pra ten en drinken. Een beetje Von delpark, maar dan ouderwetser, zoals zoveel in Berlijn op een aangename manier herinnerin gen oproept aan 'vroeger', in clusief de karakteristieke brumkoollucht ip de oude oos telijke stadswijken, waar nog flink op kolen wordt gestookt. Soms zien we een Nederlandse gast die voor het eerst hier is, als we door de stad rijden verbaasd opveren en in de verte wijzen. Daar loopt dan een schoor steenveger in zwart corduroy pak, grote zwarte hoed op, em mertje en lang touw bij de hand. „Is het bij jullie carnaval of zo?" klinkt het dan meestal. Oud en nieuw gaan in Berlijn, een stad waar voortdurend wordt gebouwd, hand in hand. Behalve over die schoorsteen vegers, die zo uit een vergeeld Pietje Bell-deeltje lijken te zijn weggelopen, beschikt Berlijn ook over een waar contingent aan hippe, jonge en minder jon ge nachtvlinders. Die hebben de beschikking over de gekste ten ten, zoals dat hoort in een stad die denkt vooruitstrevend en al ternatief te zijn. De befaamde KitKat-club, waar je bij voorkeur uitsluitend gekleed in leren tangaslip naar binnen komt, is al lang niet meer de enige club waar mensen zich laten bekijken terwijl ze de lief de bedrijven. Origineel zijn, daar gaat het om, helemaal nu het crisis is, de mensen minder geld hebben te besteden en nog kieskeuriger worden Eén restauranthouder laat te genwoordig zijn klanten zélf be palen hoeveel ze over hebben voor het door hem geserveerde eten. Vind je het lekker, betaal je meer; vind je het vies, dan betaal je minder. De meest besproken uitgaansgelegenheid is op het ogenblik echter de Unsichtbar- Bar, die eind vorig j aar werd ge opend. Hier eet je in het aarde donker. Alles gaat er op de tast, inclusief het contact met het personeel want dat is blind. De bediening benoemt daarom elke handeling: 'Ik zet nu je bord neer, je dessert staat nu op tafel'. Wat je precies eet of drinkt, hoe het voedsel oogt, wie er precies naast je zit, hoe de obers eruit zien, het blijft allemaal een mysterie. Door urenlang in deze donkere ruimte te verblijven, krijgen de bezoekers een indruk van hoe het is om blind te zijn, is het achterliggende idee. Hoe dan ook, de Unsichtbar-Bar is een groot succes en dat hoeft niemand te verbazen. Hoe vreemder, hoe leuker, denken ze immers in Berlijn. Wierd Duk mm

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 29