PZC
vislucht
Dóórleven is soms moeilijker dan jezelf dood te maken
RUDEN RIEMENS
René Diekstra
overwoog zelfmoord
zaterdag 12 april 2003
Onbetrouwbaar
Onrechtvaardig
r
L
Psycholoog René Diekstra werd in
1996 beschuldigd van plagiaat. Ten
onrechtezo bleek later. D e affaire heeft
diepe sporen achtergelaten in zijn le
ven. Maar Diekstra kwam er sterker
uit. Tegenwoordig is hij wetenschappe
lijk adviseur van de gemeente Rotter
dam en lector jeugd en opvoeding aan
de Haagse Hogeschool. „Als de Leidse
universiteit morgen bij mij op de stoep
zou staan om te vragen of ik terugkom,
dan gaat mijn middelvinger omhoog.
Met die club wil ik geen flikker meer te
maken hebben."
Hij zegt: „Ik had de middelen om mezelf
te doden. Die had ik ooit van een be
vriend anesthesist gekregen voor het geval
dat. Alleen wilde ik trouw blijven aan een
advies dat ik zo vaak aan anderen had gege
ven: vertrek nooit zonder bericht. Dus wilde
ik mijn besluit uitleggen in drie afscheids
brieven: één aan m'n vrouw, één aan m'n
kinderen, één aan m'n familie."
Die donkere avond, op zijn onderduikadres
in de buurt van het Noordzeestrand, gierde
de pijn René Diekstra door het lichaam.
„Opeens scheurde mijn besluit aan flarden.
Opeens was ik mij bewust van de keuze die
ik in feite aan het maken was. Dat was dus
niet de keuze tussen leven en dood. Het was
de keuze tussen goed en kwaad. Ik was op
weg om mijn liefde voor mijn dierbaren en
hun liefde voor mij te verkwanselen aan de
vuiligheid en haat van anderen. Als een ra
zende heb ik toen de enveloppen en de nog
onafgeschreven brieven in de kleinst moge
lijke snippertjes gescheurd en door het toi
let gespoeld."
In zijn nieuwste boek Als leven pijn doet be
schrijft René Diekstra (56) hoe hij zichzelf
niet zo heel veel dingen meer waarvoor ik
bang ben. In ieder geval niet voor wat ande
re mensen over mij denken of over mij
schrijven."
René Diekstra, klinisch psycholoog en pu
blicist van een flinke stapel boeken en hon
derden wetenschappelijke artikelen, nam
eind 1996 ontslag aan de universiteit van
Leiden na te zijn beschuldigd van plagiaat.
Diekstra nu: „Het was geen plagiaat, het
was geen overschrijven. Ik ben ten onrechte
beschuldigd van wetenschappelijke on
zorgvuldigheid."
Diekstra is inmiddels wetenschappelijk ad
viseur van de gemeente Rotterdam en sinds
kort ook lector jeugd en opvoeding aan de
Haagse Hogeschool. „Ik ga proberen om de
hele problematiek van waarden, normen en
vaardigheden in opvoeding en onderwijs
een slag verder te helpen. Het is een prachti
ge uitdaging op het terrein waarop ik mijn
hele leven al dans: het spanningsveld tussen
wetenschap en toepassing."
Rotterdam en Den Haag verschaffen de Lei-
denaar thans zijn intellectuele uitdaging.
Leiden komt niet meer in aanmerking. „Als
de Leidse universiteit morgen bij mij op de
stoep zou staan om te vragen of ik terug
kom, dan gaat mijn middelvinger omhoog.
Met die club wil ik geen flikker meer te ma
ken hebben. Die cultuur daar is me te onbe
trouwbaar."
De verkettering van de Leidse hoogleraar
escaleerde destijds op het schaamteloze af.
„Ik ben van van alles en nog wat beschul
digd. Van de meest absurde dingen, die ove
rigens even snel weer van tafel werden ge
veegd. Van overschrijven, van plagiaat, van
emotioneel wangedrag, van financiële op
lichting van de universiteit. Je kunt het zo
gek niet noemen. Ik heb het eens opgeteld,
het aantal verschillende scheldwoorden dat
in kranten, tijdschrijften, op radio en televi
sie, door journalisten, columnisten, door
hooggeleerde ex-collega's en door cabare
tiers tegen mij is gebezigd. Ik kwam tot ruim
honderd. Daar zaten uitdrukkingen bij als
'ernstig pyschiatrisch gestoord' en 'iemand
die nog nooit een letter zelf heeft geschre
ven'. Als er op je gescholden mag worden,
doet blijkbaar iedereen daar aan mee."
„Van een mens blijft zo heel weinig meer
over. Het was een clusterbominslag in mijn
leven. Als wetenschapper, als mens. Er
komt iets over je heen waarmee je totaal
geen raad weet. Een tijdlang heb ik echt alle
stekkers met de wereld eruit getrokken. De
journalisten belegerden mijn huis, weken
lang. Er stond altijd een reportagewagen bij
me voor de deur. Ik deed natuurlijk nooit
open. Als ik naar buiten ging, ging ik 's
avonds laat via de achtertuin van de buren.
„Voor mijn gezin en familie was het natuur
lijk een hopeloze situatie. Als er gebeld
werd en een van mijn kinderen deed open,
was de vraag: 'Is je vader er? Nee?' Nou, dan
namen ze een foto of een opname van mijn
zoon en dan smeten ze die in de krant of op
SBS6. Weet u: zo zit het leven nu eenmaal
psychologisch in mekaar. Als iemand op het
stenenveld staat en een paar mensen gooien
stenen, dan komen er een heleboel naderbij
die denken: hé, wat zijn die aan het doen,
waarom ik ook niet? Dus vervolgens regent
het stenen."
„Diep in de shit heb ik hulp gezocht, wat
niet zo gemakkelijk is als je zelf therapeut
bent. Maar ik ben gewoon naar een collega
toegestapt en heb een jaar lang met hem ge
sprekken gevoerd, bij hem op de divan gele
gen. Daarnaast heb ik besloten om voor me
zelf de hele zaak uit te schrijven. Waarom
heb ik me een aantal dingen laten aanleu
nen? In het begin denk je: het overkomt mij
alleen en waarom doen ze mij dit aan? En
dan schrijf je dus een boek over de affaire en
dan krijg je vervolgens uit allerlei hoeken en
gaten brieven van mensen die dit soort za
ken zeggen wel heel erg te herkennen. Men
sen wie deze processen ook zijn overkomen
en van wie sommigen er volledig aan onder
door zijn gegaan. Mensen die zich volledig
hebben teruggetrokken, die niet meer in
hun eigen buurt durven te wonen. Mensen
die Nederland ontvlucht zijn. Die niets
meer met Nederland te maken willen heb
ben. Of mensen die een einde aan hun leven
hebben gemaakt."
„In al die beschouwingen kom je onvermij
delijk op een punt terecht dat je je afvraagt:
aan wie ligt dit nou eigenlijk? Is dit de ms-
nier waarop de mensen met elkaar omg®
Ja, dat is dus zo. De wereld zit onrechtfflï
dig in elkaar en dat heb je maar te accepte
ren.
„Eind 1997, negen maanden na deaffaiK
nodigde Paul Witteman mij uit. Hij was
voorzitter van een conferentie in Larenote
macht en onmacht tegenover de pers en
vroeg mij daaraan deel te nemen. Ik wil#
aanvankelijk niets meer met die handel''
maken hebben. Ik heb me toch laten ompte
ten, misschien wel vooral omdat er ooke®
aantal hoofdredacteuren van kranten e#
actualiteitenprogramma's was uitgeno
digd. Een hele zaal vol met zeshonderd®
temetoten. Ik dacht: wat zal ik ze nougat
vertellen? Ik besloot geen verhaal te verte
len maar hen dat lij st j e te laten zien vana
scheldwoorden die door de media in ffl)11
richting waren gebruikt. Echt, in het Bar
goens woordenboek komt geen scheld
woord voor dat niet op mijn lijstje stond
Het werd doodstil in de zaal."
„Ik beschuldig niemand. Ik constateer
slechts iets, namelijk dat de media dik#
niet weten wat ze doen. Ze doen maarwa
Maar ook dat is een fact of life. Zo'naffl®
als deze houdt een schoonmaak onder]e
ciale relaties. Voor sommigen benjebe*
en dus niet meer van belang. Maarzij j».I-
het werkeli j k goed zit komen wel uit de
lissen te voorschijn.j
„Voor mijn gezin heeft het een heel san1
bindend effect gehad. In de absurdity
stonden ze pal achter me. Mijn j°nB®'eZ
was 15de tweede 21de oudste 23. Me
me de jongste is er sterk door gevormd'
Moest-ie op school zijn opstel inlever®1
nota bene de leerkracht: 'Overgeschrej
zeker'Daar werd dat joch razend o®:
heeft hij dat vertaald in het feit dat'11]
beroep wilde kiezen dat te maken nee
recht en onrecht. Hij werkt nu bij de®
chaussee in Rotterdam en studeert ree
Hij is daar heel strak in: hij piktgeen
recht. En dat dateert echt van die tij
Gijsbert Spier®11®
René F.W. Diekstra: 'Als leven pijn doet
Uitgever: Karakter. Prijs: €17,99-
een aantal jaren geleden bij de rand van de
dood heeft weggesleept. „Voor het eerst in
mijn leven ervoer ik, suïcidedeskundige die
toch eigenlijk allang beter moest weten, dat
dóórleven soms veel moeilijker is dan jezelf
dood maken. De pijn waar ik doorheen
moest voordat ik tot dat besluit kwam, heeft
me bevrijd van een heleboel angst. Er zijn
René Diekstra: „Als iemand op het stenenveld staat en een paar mensen gooien stenen, dan
komen er een heleboel naderbij die denken: hé, wat zijn die aan het doen, waarom ik ook
niet?" foto Harry Verkuylen/GPD