mm
mm
mem
mm
Meeste
Zeeuwse
asielzoekerscentra
binnenkort
dicht
23
zaterdag 12 april 2003
1995
1998
Kwaad
Adopteren
Wij zijn zo moe van het wachten
Het asielzoekerscentrum in Sluiskil.
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
In Nederland ingediende asielverzoeken
In Nederland ingewilligde asielverzoeken
Gegevens over 2002 nog niet beschikbaar
bron: CBS
zal uiterlijk volgend jaar april geen
vluchtelingen meer herbergen.
Al die sluitingen zorgen voor onrust,
vooral onder de bewoners. In Sluiskil
bijvoorbeeld is dat goed te merken.
Het COA heeft de Sluiskilse vluchte
lingen beloofd bij de herplaatsing re
kening te houden met individuele
wensen. Jilly van de Ameele van
Vluchtelingenwerk weet echter dat er
in de praktijk vooral gekeken wordt
waar plaats is en dat wensen nauwe
lijks gehonoreerd worden. Ook Svet-
lana Bagirova beseft dat. Ze hoopt dat
ze straks niet in een echt asielzoekers
centrum (azc) terecht komt, omdat
daar de hygiënische omstandigheden
in de regel minder zijn dan in de avo's.
Ook hebben de vluchtelingen daar
minder privacy, weet ze uit ervaring.
De Azerbeidzjaanse leeft al vele jaren
in onzekerheid. Eerst in haar geboor
teland, daarna in de verschillende op
vangcentra in Nederland. Nog steeds
weet ze niet of haar gezin uiteindelijk
mag blijven. „Wij zijn moe van het
wachten", zegt ze bitter. „Moe van de
onzekerheid." In haar angstdromen
wordt ze samen met haar familieleden
uit het centrum zo op straat gezet. Die
nachtmerrie kan werkelijkheid wor
den. Bijna wekelijks moeten uitge
procedeerde vluchtelingen het
Sluiskilse centrum verlaten. De mees
ten wachten de komst van de politie
niet af maar vertrekken een of twee
dagen voor de fatale datum met stille
trom Waarheen? Soms naar kennis
sen, soms naar familieleden. Meestal
hebben ze geen idee wie hen kan en zal
helpen. Ze zijn dan ook vaak gedoemd
om al zwervend rond te komen. Terug
keer naar het geboorteland is immers
voor weinigen een haalbare optie.
Mohamed Ibrahem en Aboeker Os
man wachten voor het kantoortje van
Vluchtelingenwerk op informatie
over hun status. Beide Soedanezen
zijn in het bezit van een negatieve be
schikking, maar hebben beroep aan
getekend. Ze hopen dat de overheid
alsnog gunstig beschikt, zodat ze le
gaal in Nederland kunnen blijven.
Ook de beide mannen vinden het ver
velend binnenkort uit Sluiskil te ver
trekken. Osman vertelt dat hij in de
loop van de tijd een vriendenkring
heeft opgebouwd. Zijn landgenoot
zegt dat de onzekerheid over de nieu
we bestemming hem bedrukt. Praten
over een toekomst gaat hem dan ook
moeilijk af, omdat hij niet weet of hij
ooit de fel begeerde status krijgt en
niet weet waar hij over enkele maan
den woont.
Oumar Thierno uit Guinee is minder
terughoudend dan de twee Soedane
zen. Hij zegt ronduit dat hij kwaad is.
Dat hij niet 'als een koe wenst te
wachten op wat komen gaat'. De Gui-
nees die nimmer een school bezocht
maar wel vloeiend Frans en Engels
spreekt, hoopt dat er ooit een einde
komt aan al die onzekerheden waar
mee hij nu moet leven. Peter Alade zal
de verhuizing waarschijnlijk niet eens
meemaken. De jonge Nigeriaan (18)
kan elk moment uitgezet worden.
Desondanks leeft hij mee met de an
dere vluchtelingen en vertelt dat heel
wat gesprekken gaan over de sluiting
van de voormalige Sluiskilse ver
pleegstersflat als opvangcentrum
voor vluchtelingen.
Op een paar honderd meter afstand
van het centrum zit Fatma Mohamed
(11) gebogen over haar schoolschrift
en probeert in enkele zinnen in fout
loos Nederlands op te schrijven. Sa
men met vijftien andere kinderen
volgt ze les in de noodschool boven de
brandweerkazerne, 's Morgens zitten
de kinderen daar, 's middags gaan ze
naar een van de drie reguliere basis
scholen in het dorp. De jonge Somali
sche heeft vriendjes en vriendinnetjes
in Sluiskil en is bang die te verliezen
als ze binnenkort moet verhuizen.
Ook vindt ze Sluiskil leuk, vertelt ze
verder. De andere kinderen onder
steunen haar verhaal met een heftig
geknik.,Er is hier veel speelruimte",
zegt Magda Calei (Angola) en giechelt
naar haar tweelingzus Chinha.
De mogelijke verhuizing is ook voor
die kinderen een terugkerend ge
spreksonderwerp en geeft veel onze
kerheid. De moeder van Fatma weet
daar alles vanaf. Ze woont al ruim
drie jaar in een van de kamertjes in
Hotel Sluiskil en wacht, wacht en
wacht op wat komen gaat. Toekomst
plannen maken durft ze nauwelijks.
Ze vreest dat ze ooit terug moet naar
haar geboorteland, naar het land
waar ze verschrikkelijke dingen heeft
meegemaakt. Dingen die ze haar
dochter juist wenst te besparen. Ze
wordt emotioneel en het lukt haar niet
haar verhaal in het Engels te vervol
gen. Ze valt terug op haar moedertaal
en vertelt, terwijl haar dochtertje ver
taalt, hoe weerloos vrouwen zijn in
Svetlana Bagirova streelt de
donkere haren van haar doch-
tertje Anush. De 33-jarige Azer
beidzjaanse verblijft sinds drie
jaar met haar man en twee kinde
ren in het asielzoekerscentum in
Sluiskil. Binnen enkele maanden
sluit het en worden de 150 bewo
ners verspreid over het hele land.
„Waar gaat er met ons gebeuren
mama", is de vraag die Anush (5)
regelmatig stelt. Haar moeder
blijft het antwoord schuldig. „Ik
weet het niet." Wel weet ze, dat ze
over enige tijd afscheid moet ne
men van haar vrienden in Sluiskil
en dat haar kinderen straks we
derom moeten wennen aan een
nieuw centrum, aan nieuwe re
gels, aan een nieuwe school. Be
drukt: „Wij zijn slachtoffers van
de omstandigheden."
Waar komen we straks terecht, is
de repeterende vraag bij al die
Sluiskilse vluchtelingen. Het Cen
traal Orgaan opvang Asielzoekers
(COA) sluit immers een groot aantal
locaties in Zeeland. Daarmee ver
dwijnen 1124 vluchtelingen uit de re
gio. Alleen de asielzoekerscentra in
Middelburg en Burgh-Haamstede
met respectievelijk 650 en 290 bewo
ners blijven in gebruik als opvang
plaatsen voor mensen die hun land
ontvlucht zijn.
Het zijn vooral de zogenoemde aan
vullende opvanglocaties (avo) die
dicht gaan of al gesloten zijn, nu de in
stroom van nieuwe vluchtelingen
drastisch is afgenomen. Avo's in Kou-
dekerke, Vlissingen, Serooskerke en
Zoutelande zijn reeds dicht. Die in
Goes, Sluiskil en Zierikzee worden de
komende maanden gesloten. Ook het
nog bestaande centrum in Vlissingen
zal voor augustus de deuren sluiten,
het azc Hedenesse in Cadzand gaat in
december dicht en het avo Zuiddorpe
haar land. Na de heftige woorden
stroom zwijgt ze even en Fatma, zo
jong als ze is, vertelt schijnbaar onbe
wogen, dat meisjes in haar geboorte
land gewoon worden verkracht als ze
geen machtige beschermers hebben.
„Wij kunnen ons niet verdedigen",
vervolgt ze en weet dus wat haar lot is
als ze ooit terug moet naar het land in
de Hoorn van Afrika. Ze hoopt echter
dat ze kan blijven, dat ze ooit tolk kan
worden.
Het Sluiskilse centrum sluit officieel
31 juli, mogelijk zelfs iets eerder, om
dat de instroom van vluchtelingen
fors is gedaald. Toen het drieëneen
half jaar geleden werd geopend zorg
de het voor veel onrust in het dorp.
Honderdnegenennegentig asielzoe
kers op een paar duizend inwoners
werd als veel te veel ervaren, onder
anderen door de toenmalige voorzit
ter Frans Saerens van de dorpsraad.
Terugkijkend, zegt hij dat hij die me
ning nog steeds is toegedaan. Het is
hem de afgelopen jaren opgevallen
dat er maar weinig contacten zijn ont
staan tussen dorpsbewoners en vluch
telingen. Het lijkt wel of er een soort
onzichtbare muur is opgetrokken tus
sen het centrum en de rest van het
dorp.
Dominee Roel Wasterval heeft geen
verklaring voor het bestaan van die
'muur'. Volgens hem weet negentig
procent van zijn kerkgangers nauwe
lijks iets van asielprocedures en wor
den vluchtelingen wel erg makkelijk
over een kam geschoren met Marok
kaanse straatschoffies. „Op de een of
andere manier bestaat de wil noch de
behoefte om contact te zoeken." Sar
castisch vertelt hij dat serviceclubs
zoals de Lions graag goed doen, maar
dan het liefst in een exotisch land. Een
schooltje adopteren in Oeganda of
Roemenië, daar is zo'n club voor te
porren. „Als je echter vraagt iets te
doen voor vluchtelingen in Sluiskil
lachen ze je beleefd in je gezicht uit."
Secretaris Antoine Ivens van de
Dorpsraad stelt eveneens dat er wei
nig hechte contacten zijn ontstaan.
„Vooral omdat veel asielzoekers maar
kort in Sluiskil verbleven." Een van
de buurtbewoners, Annemarie, roemt
de vluchtelingen. „Rustige mensen."
Ze zal ze missen, vervolgt ze. „Want ze
zorgen ook voor gezelligheid." Op
merkelijk genoeg vertelt ze vervol
gens dat ze nimmer in het asielzoe
kerscentrum is geweest. Waarom niet?
Ze blijft het antwoord even schuldig
waarna ze zegt: „Wat moet ik daar?"
Eline Kaijser en Janny Meima bege
leiden een naaiclubje voor vluchtelin
gen. Beiden geven direct toe dat ze het
in eerste instantie moeilijk vonden om
het vluchtelingencentrum binnen te
stappen. „Je hebt toch een soort drem
pelvrees", aldus de beide Sluiskilse
vrouwen. Ze zijn echter zeer blij datze
die drempel hebben genomen en heb
ben nu een goed contact met een aan
tal vrouwelijke vluchtelingen.
De onzekerheid over de toekomst
knaagt, merken de beide vrijwillig
sters maar al te goed. De wekelijkse
bijeenkomsten worden nu vooral ge
bruikt om te praten over de zorgen,
om te praten over de ongewisse toe
komst, over het voortdurend wachten.
Jilly van de Ameede knikt, herkent
wat Kaijser en Meima vertellen. Hij
kent asielzoekers die de langdurige
onzekerheid niet meer aankunnen.
Die liever teruggaan naar een ongewis
leven in het geboorteland dan nog lan
ger wachten op wat de Nederlandse
staat men hen voor heeft. „Die weten
dus dat ze bij terugkeer zo de gevan
genis ingaan. Toch willen ze terug."
Vilen Sarkisian en zijn vrouw zitten
samen ineen klein rokerig kamertj e in
de voormalige verpleegstersflat en
buigen zich over een gedemonteerde
videorecorder. Met wat bij elkaar ge
sprokkeld gereedschap proberen de
beide Armeense asielzoekers het oude
apparaat te repareren. „Het beeld
trilt", zegt hij in enigszins gebrekkig
Nederlands. Geld voor een nieuwe re
corder hebben ze niet. Alles gaat op
aan voeding, kleding en sigaretten.
Als de nakende verhuizing aan de or
de komt lachen ze wat. Ze willen niet
onbeleefd klinken nu ze te gast zijn in
Nederland en wachten op een defini
tieve beslissing. Hun vriend, de Ira
kees Kadir Walli, hoort hen aan en
mengt zich in het gesprek. Hij is in be
zit van de fel begeerde definitieve ver
blijfsvergunning en zegt dat de Ne
derlandse overheid vluchtelingen
valse hoop geeft. Drie tot vier jaar
wachten op een definitieve beslissing
is niet humaan, bitst hij. „Al die tijd
zit je in onzekerheid."
Emile Calon
foto's Mechteld Jansen