Maeve Binchy
Kabbelend in de tijd
Sartres filosofie blijft een onbewoonbaar bouwwerk
Onschuld,
waanzin
kille
jerekening
H;
27
Het zijn
en het niet
donderdag 10 april 2003
m
godsdienst inspireert men-
Jsenhet goede te doen, maar
eVen vaak een bron van mis-
jstand, ruzie en oorlog. We
éten er in deze tijd van mee te
■aten. Behalve de oorzaak van
Eel leed is het gelooi ook wel
as een handig middel om an-
ere zaken te verhullen. Arjan
jser (Werkendam, 1961) be
kijft in zijn debuutroman De
'ftste dagen een geval van
jdsdienstwaanzin in het begin
an de twintigste eeuw. Maar
at er uit ziet als een uit religi-
uze motieven gepleegde
loord, blijkt veel diepere oor
ken te hebben.
isser leidt zijn roman in met
ipport van een fictieve prof. dr.
Rijnierse over een moord in
jtdorp B. Deze Rijnierse is ge-
aagd een onderzoek in te stel-
n, omdat een duiveluitdrij-
op een moord en een
ftdwijning is uitgelopen.
*êns verslag is grotendeels ge-
rd op een rapport in een
aktijdschrift voor psychiaters
§968.
te deze wat moeizame inlei-
ing. schetst de schrijver een hi-
irisch portret van een dokter
oon, dat de lezer elke lust om
uit nog een arts te raadplegen
ïoet doen vergaan. Deaanmor-
ine en drank verslaafde Boon
chrijft lukraak medicijnen
oor en vergrijpt zich regelma-
ïg aan zijn vrouwelijke patiën-
ffl, Het pleit voor het krachtige
restel van die patiënten, dat er
ogmaar zo weinig doodgaan,
laar behalve een platte levens
genieter blijkt de dokter ook een
;evoeligmens met een grote be-
randering voor de Russische
fhrijver Tolstoj. De dokter is
mgelukkig getrouwd met een
lordate echtgenote, die het on-
chte kind van haar man buiten
lem om onderbrengt bij een
onge weduwe.
Indeel twee volgt de kennisma
king met nog een echtpaar. De
oude boer Simon Kapteyn is
meer uit praktische overwegin
gen dan uit liefde met zijn
Louise getrouwd. Desondanks
jkrijgen zij een zoon en een doch-
W Simon begint lichamelijk te
ukkelen en neemt een met Tol-
toj dwepende knecht in dienst,
lie wordt verliefd op zijn doch-
eren dat uit zich in een watdro-
nerig dagboek.
)e zwaar gelovige boer raakt
nder de invloed van een rond-
tizendedominee, die er een wel
igvrijekijk op de bijbel op na-
loudt. Het werk op de boerderij
naakt steeds meer plaats voor
(odsdienstoefeningen. De boe-
in en haar zoon doen dapper
nee, maar hebben zo hun eigen
ilannen.
«ngzamerhand laat Visser
ienhoe de levens van zijn per-
js in elkaar grijpen en hoe
ij onafwendbaar afstevenen op
fflramp. Het wordt een strijd
assen onschuld, waanzin en
«rekening, die in het voordeel
M de laatste wordt beslecht.
Isser verweeft godsdienstige,
isychologische, ethische, lite-
aire en economische motieven
'P knappe wijze. Hij geeft een
«kluisterende kijk op mensen,
fc elk op hun eigen manier hun
tomen, verlangens en wanen
'«jagen. Een mooi gecompo-
ieerd, sfeervol geschreven
«ek, met rake, soms groteske
«schrijvingen.
Mieske van Eek
jtM Visser: De laatste dagen - Uit-
P'nj Augustus, €16,95.
Recht uit een vrouwenhart René Appel op dreef
raag mannen wie
Maeve Binchy is en
velen blijven het
antwoord schuldig.
Miljoenen vrouwen kennen
haar des te beter. Zij lezen
haar romans. In groten
getale, wereldwijd. Haar
nieuwe roman Quentins, die
eigenlijk niet geschreven zou
zijn, is inmiddels uit in een
Nederlandse vertaling.
Ze opent zelf de deur van haar
bescheiden, gezellige wo
ning in het Ierse plaatsje Dal-
key, iets ten oosten van Dublin,
waar palmbomen langs de
zandstrandjes voor een Medi
terrane aanblik zorgen. Maeve
Binchy (1940) gaat, wat moei
zaam, de wenteltrap op die leidt
naar haar werkkamer om me
teen van wal te steken. Aan
woorden - zowel geschreven als
gesproken - heeft de schrijfster
die de harten van miljoenen
heeft gestolen geen gebrek.
Ze wéét dat vooral vrouwen
haar boeken lezen, maar vindt
dat mannen er wat van kunnen
leren. „Ik krijg brieven van jon
ge mannen die de complexiteit
van vrouwen en hun analyse
rende vermogen verwarrend
vinden, maar die toch de weg
naar een vrouwenhart proberen
te vinden." Als ze haar romans
lezen komen ze te weten hoe,
want door de gedetailleerde
manier waarop Binchy haar ka
rakters beschrijft, ontdekt de
lezer hoe ze denken, voelen en
ontstaat zelfs een goed idee van
hoe ze eruit zien. Alsof de figu
ren uit de romans familieleden
of vrienden zijn. Dat is Binchy's
grote kracht. ,,Ik dacht dat al
leen Ierse vrouwen geïnteres
seerd zouden zijn, maar zelfs
vertalingen in het Japans en He
breeuws doen het goed. Met na
me in protestantse culturen als
Nederland, Duitsland en Zwe
den slaan mijn verhalen aan. Ik
denk echter dat in elk land de
zelfde problemen spelen, of je
nu in Dublin of Seoul woont.
Vrijwel zonder een adempauze
te nemen, legt ze uit waarom
Quentins er eigenlijk nooit had
moeten komen. ,,'Het hart op de
tong', over een jong stel dat een
cateringbedrijf opzet, zou twee
jaar geleden mijn laatste roman
zijn. Ik lijd aan artritis, heb
hartklachten en ben zwaarder
geworden. Vooral de promotie-
reizen werden me, jammer ge
noeg, te veel. Iedereen was ge
schokt door mijn besluit. Mijn
uitgever zei dat ik niet op reis
hóefde, maar ik dacht: ik heb al
les wat ik wil, mijn man en ik
kunnen doen wat we willen. Ik
vond daarom niet dat ik het geld
kon pakken om vervolgens weg
te rennen van de verplichtingen
die erbij horen. Dus was het eer
lijk te stoppen met romans."
Maeve Is gestopt, maar heeft
nieuwe wegen gevonden om
door te gaan, zonder zich schul
dig te voelen. „Ik had nog tien
korte verhalen liggen over het
imaginaire restaurant Quentins
in Dublin en een verhaal over
Ella Brady, dat zich ook op die
plek afspeelt. De uitgever sug
gereerde van al die verhalen één
roman te maken. Dat heb ik ge
daan, dus eigenlijk heb ik niet
vals gespeeld en me aan mijn be
sluit gehouden", zegt ze met
twinkelende ogen en een lach.
Gaandeweg het gesprek blijkt
dat haar fans ook in de nabije
toekomst niet hoeven te wanho
pen. „In 2004 komt 'Noras'
('Night of rain and stars') uit,
over vier mensen - uit respectie
velijk Ierland, de Verenigde
Staten, Engeland en Duitsland -
die elkaar ontmoeten op een
Grieks eiland, waar ik zelf ben
geweest, en wat er met hen die
zomer gebeurt.
Maeve Binchy woonthoewel zij
en haar man ook een huis in
Londen hebben, al haar hele le
ven in Dalkey. „Ik heb een heer
lijke jeugd gehad. Mijn vader,
van de vrouwenpagina te wor
den. „Al die vrijheid, ik genoot
ervan. Onderwerpen als koken
en mode liet ik door anderen
doen. Ik zette me in voor de
vrouwenbeweging en wilde
vooral dat vrouwen gelijke kan
sen zouden krijgen. Ze waren
stil in die tijd en gebruikten lang
niet al hun mogelijkheden. Ik
wilde ze een aansporing geven."
Dat doet ze nog steeds, want de
vrouwen in haar boeken zijn
vaak sterk en allesbehalve rol-
op wie ik gek was, was advocaat
en ik dacht dat ik dat ook wilde
worden. Ik was slim, maar lui."
Ze studeert Frans en geschiede
nis aan het University College in
Dublin en staat acht jaar lang
voor de klas. „Onder meer op
een joodse school. Ouders heb
ben me een ticket naar Israël ca
deau gedaan, waar ik in een kib
boets heb gezeten. Daarover
heb ik lange brieven aan mijn
vader geschreven, die erdoor
was gefascineerd, ze uittypte en
aanbood aan de Irish Times. Die
krant was geïnteresseerd omdat
niemand nog over het leven in
de kibboets had geschreven."
In 1968, haar moeder was net
overleden, kreeg ze een aanbod
van de Irish Times om redacteur
modellen. „In een Frans tv- pro
gramma heb ik ooit gezegd dat
ik als ik niet het lef had gehad te
veranderen, ik nu nog steeds le
rares zou zijn. Je moet durven is
mijn filosofie. De heldinnen in
mijn boeken worden nooit ge
red. Dat zou een soort vluchtge
drag zijn, zoals in 'Dynasty'.
Deze vrouwen zijn veel interes
santer.
Ze vertelt rap verder over de
haar ontmoeting met de 'aardi
ge' Engelsman, radiomaker
Gordon Snell, die ze begin jaren
zeventig ontmoet. Ze krijgt de
kans de 'man' van de Irish Times
in Londen te worden, waardoor
zij bij Gordon kan zijn. Beiden
beginnen met schrijven. „Ik
deed dat met wisselend succes",
zegt Maeve. „Mijn eerste echte
roman was 'Light a penny cand
le', over de vriendschap tussen
een Iers en een Engels meisje, in
1982. We hadden net dit, toen
vervallen huis gekocht, maar
konden de hypotheek niet beta
len. We hadden dringend 10.000
Ierse ponden nodig. De pocket
boekrechten van mijn boek zou
den worden geveild. Die lever
den uiteindelij k52.000pondop,
een lot uit de loterijwe konden
het niet geloven! Het geld ging
meteen naar een architect en we
hebben er een stukje grond bij
gekocht. Toen dacht ik nog dat
het bij één boek zou blijven."
De roman wordt een succes. Vele
romans - die in bijna dertig ta
len worden vertaald - volgen. Ze
spelen zich vrijwel allemaal af
in Ierland, want ze schrijft voor
al over wat ze kent. „Mijn eerste
twee boeken zijn gesitueerd in
de j aren vij f tigtoen tienermeis-
jes over niets anders spraken
dan seks. Niemand had seks,
maar filosferen over de eerste
nacht na het huwelijk was het
helemaal. De nonnen zeiden dat
mannen een lustgevoel hadden
gekregen, omdat ze anders niet
aan de voortplanting zouden
willen meewerken. Ik ben nu
ouder, maar mijn boeken wor
den steeds moderner, want ook
in Ierland verandert het leven in
een razend tempo."
In Quentins is Ella net als Maeve
een vrouw die uit een warm ge
zin komt. Ze wordt ook lerares
en verliefd op de verkeerde, lees
getrouwde mannen. „Ik was als
een hittezoekend projectiel",
De Amsterdamse rechters die
zich buigen over de tekst
van het vonnis in de zaak-Vol-
kert van der G., hebben het ge
makkelijk vergeleken bij hun
fictieve collega's die Ronald
Arends moeten berechten. Want
in de sublieme thriller Doorge
schoten die René Appel zojuist
afscheidde, is in tegenstelling
tot de moordzaak-Fortuyn wél
sprake van een complot.
Appel, Neerlands meester van
psychologische thrillers, heeft
er bovendien een complot met
een mol én meer dodelijke
slachtoffers van gemaakt. Een
roman die tegelijkertijd zo
dichtbij de werkelijkheid en de
lezer staat, dat ons slechts diep
respect voor de auteur (die met
'Zinloos geweld' de Gouden
Strop 2001 won) past.
Ronald, zijn vriendin Selma
Verduyn en wat andere loslo
pende krakers en studenten die
zich het Politiek Actie Front
(PAF) noemen, beginnen heel
onschuldig met eieren gooien
naar de openlijk biseksuele Tom
Hordijk (Fortuyn), frontman
van de Echte Nederlandse Partij
(ENP).
Van PAF-lid Jeroen krijgt Ro
nald het pistool waarmee hij
Zijn Grote Angst Hordijk neer
knalt. Waar het in het echt dan
feitelijk ophoudt, afgezien van
wat juridische schermutselin
gen, begint het in Doorgescho
ten pas goed. De kwalijke
hoofdrol is daarbij weggelegd
voor Leo Meeuwisse (Herben),
een ex-militair die de ENP-
touwtjés in handen heeft geno
men. Selma lijkt, mede door
haar zelfverdedigingstechnie
ken, zich letterlijk en figuurlijk
aan de smerige machtsstrijd te
kunnen onttrekken. De ontkno
ping is perfect.
Niet onvermeld mag blijven
Thijs Mondria, in wie we zonder
al te veel moeite Theo van Gogh
menen te herkennen. Appel mag
vaker sleutelromans schrijven
als ze zo' leuk en spannend tege
lijk zijn.
Arno Ruitenbeek
René Appel: Doorgeschoten - Uitge
verij Bert Bakker, €16,95.
bekent Maeve. Brenda, de
vrouw die restaurant Quentins
samen met haar man runt, kan
maar geen kinderen krijgen.
Ook daarin zit een stukje Mae
ve. „We trouwden toen ik 37
was. Er waren nauwelijks
vruchtbaarheidsmedicijnen en,
omdat Gordon te oud was, kon
den we geen kind adopteren. Na
een jaar besloten we niet meer
triest te zijn." Lachend: „Nule
nen we soms kinderen."
Quentins gaat over het restau
rant dat al voorkwam in eerdere
boeken. Ook sommige karak
ters keren terug. Ella Brady is de
heldin, wier affaire met wat la
ter een oplichter blijkt te zijn -
en de afloop daarvan - voor de
meeste actie en 'suspense' zorgt.
Die actie is echter niet het be
langrijkst, het gaat er vooral
over hoe mensen emotioneel in
elkaar zitten, hoe ze anders blij
ken te zijn dan verwacht. Door
haar vondst Ella een documen
taire te laten maken over de ge
schiedenis van het restaurant,
en daarmee van de stad en een
generatie, heeft Maeve het per
fecte raamwerk gecreëerd om
alle hoofdpersonen ook in eigen
verhaallijnen uitgebreid te pro
jecteren. Uiteindelijk komt al
les samen. Hoewel al voor het
einde duidelijk wordt wie Ella's
levenspartner zal worden, is
Quentins een boek geworden
waarin je blijft lezen tot het uit
is.
Jacques Geluk
Maeve Binchy: Quentins - Uitgeve
rij Van Reemst, €16,99.
Tien jaar werkte René Snoek
aan zijn roman Zo vergaat
een meisje. In de avonduren en
op vrije dagen, in ieder geval
naast zijn betaalde arbeid bij -
zo meldt de achterflap - een
softwarebedrijf en een reisorga
nisatie. Een tijdje terug infor
meerde hij bij een uitgeverij of
daar werk voor hem was en toen
liet hij zich ontvallen dat hij een
boek klaar had. En zo debuteer
de Snoek (1961) met een roman
van precies 600 pagina's.
Alleen door de omvang onge
woon en dus opvallend, ware
het niet dat in dezelfde tijd Min-
ke Douwesz debuteerde bij Van
Oorschot met een roman van
liefst 837 pagina's: 'Strikt'. Baas
boven baas.
Alles aan Zo vergaat een meisje
is ouderwets. De roman bevat de
levensgeschiedenis van prille
jeugd tot hoge ouderdom van
Gilles Fontijn, nakomertje in
een Goois gezin. Zijn 'late' ge
boorte is bepalend voor zijn le
venshouding van toekijken en
afwachten. 'Hoe jong hij ook
nog was, toch begon hij te besef
fen dat hij als nakomer zijn kin
dertijd twee maal had beleefd.'
Eerst als toeschouwer bij zijn
oudere broers en zussen, later
nog eens als toeschouwer bij
zijn eigen jeugd.
Snoek is uiterst precies en gede
tailleerd wat de beschrijving
van de Gooise dorpen, natuur en
omgeving betreft, maar ander
zijds blijft veel in dit boek vaag
en terloops. In Gilles' jonge ja
ren is er nog sprake van een
binnenzee en op een gegeven
f|s!
René Snoek
moment wordt die Zuiderzee
IJsselmeer, waar de lezer dan
zelf uit mag afleiden dat Gilles
zo rond 1910 geboren moet zijn.
Jaartallen vinden we nergens.
Door een erfenis hoeft hij niet te
werken en zo kan hij na zijn stu
die rustig terugkeren naar zijn
geboortedorp en het ouderlijk
huis. Hij heeft ooit gedroomd
een 'niet-stoffelijke kwantum
mechanica' te schrijven, maar
Fontijn blijft hangen in goede
voornemens. Die 'theorie' keert
herhaaldelijk in het boek terug.
Zijn rustige leven in het oude
dorp wordt verstoord als op een
dag het leegstaande huis van de
buren nieuwe bewoners krijgt
en de vrouw des huizes Veronica
blijkt te zijn, Gilles' grote liefde
die hij verloren heeft door zijn
eigen inertie. Hij blijkt zowaar
in staat Veronica en haar echt
genoot als vrienden te aanvaar
den zonder dat de oude liefde
voor ongemakken zorgt. En als
Veronica's echtgenoot bij het
schaatsen onder het ijs ver
dwijnt, bijkans en passant, zo
als alles in dit boek, blijven de
oud-minnaars elkaar van nabij
op afstand zien.
Snoek heeft dit chronologische
verhaal met al zijn details van
gemoedelijkheid doorsneden
met cursieve passages over de
oudere 'dokter Fontijn', die
contact heeft met een meisje dat
de tuin van de buurvrouw
sproeit. Hij herkent in haar de
levensvreugde en jeugdige
hoop, maar wezenlijk contact
met het heden krijgt hij niet. In
een van die cursieve intermez
zo's vertelt Veronica hem de
waarheid: dat hij een fase heeft
overgeslagen. 'Misschien had
hij zijn tij d wel verknoeid, jaEn
met wat? Hij had geen flauw
idee.'
De lezer is dan op zestig pagina's
voor het einde en zou zich het
zelfde kunnen afvragen. De tijd
verknoeid aan een sympathie
ke, niet vooruit te branden dro
mer? Het knappe van Snoeks
vertelling is juist dat hij de
spanning er voortdurend in
weet te houden. Hoe zit dat nou
met die liefde, waarom ging dat
mis, wie is dat meisje en waarom
is Gilles zoals hij is? De vragen
stuwen de lezer voort door het
trage leven van Gilles Fontijn.
Theo Hakkert
René Snoek: Zo vergaat een meisje.
Roman - Uitgeverij Querido, 600
blz., €21.50 (pb.).
p filosofische visitekaartje van Jean-
- - aul Sartre (1905-1980) heette Het zijn
nnurff Meer dan viiftig jaar later is het
Maar is het standaardwerk ge-
g om zo'n behandeling te krijgen? Stof
|°°r de maand van de filosofie.
fcs m°eten vertalingen. Als een taalge-
Zelh iZelf ser'eus neemt is het aan zich-
jji erPl'cht de grote standaardwerken uit
aan h !6 e1iii-eratuur beschikbaar te stellen
LL,e PuMiek, zelfs al bestaat dat maar uit
2o'nij,nf>en' Er kan dan in elk geval naar
Jean paSSi'o werk verwezen worden. Hoort
stanri j res L'être et le néant tot die
biih!ta ,rken? Dat is de vraag die rijst
de on Vefsci1ijnen van Het zijn en het niet,
door tv goedige Nederlandse vertaling
pofdwerk ^aan van Sartres filosofische
en t!ïHQC^j6e< et zVn en het niet kort voor
vatte hns de Tweede Wereldoorlog. Het be-
sofieon u"'en Pagina's bewustzijnsfilo-
HusJgeS?reven ln een aan Heidegger en
HarfnrJi nd fenomenologisch jargon,
van don 2011 boek de bijbel worden
niet Va„ ent*alisten. Die status kreeg het
vanwegpWrfgei^e ftl°sc)ftsche merites, maar
beelrliiL asftsche en eigentijdse voor-
le 111 Sartres verhandeling over het
Jean-Paul Sartre
menselijk zijn staan. Velen herkenden zich
daarin. Jean-Paul Sartre is altijd al een
scherpzinnig waarnemer geweest van het
menselijk hart. Tussen het tamelijk bonkige
academische proza van Het zijn en het niet
vielen die passages nog eens extra op.
Zo kort na de oorlog met een Europa in puin
en een vernietigde traditionele cultuur
stond de jonge generatie volledig in de kou.
Ze voelde zich aangetrokken tot het desola
te maar eerlijke beeld dat Sartre gaf van het
menselijke individu. Zijn oproep tot au
thenticiteit, waar het in Het zijn en het niet
om draait, sprak aan. Hoe moeten wij leven
in een verder zinloze wereld? Het is de vraag
die het moderne denken overigens altijd al
heeft beziggehouden. Sartre raakte een ge
voelige snaar.
Louter om cultuurhistorische redenen is het
daarom goed dat er in ons land nu een verta
ling verschenen is van Het zijn en het niet.
Maar voor de geschiedenis van de filosofie is
dat veel minder het geval. Specialisten heb
ben het boek al in het Frans gelezen, of zul
len dat doen. Maar het is zeer de vraag of het
boek buiten die kring nog een levende bron
zal zijn voor nieuwe generaties. Sartres ove
rige werk vond in ons land eigenlijk al snel
zijn weg. Maar dan betrof het zijn toneel
werk, zijn verhalen en romans, en essays als
'Wat is literatuur?' en 'Het existentialisme is
een humanisme'. Het zijn en het niet, laat
staan zijn latere (nooit voltooide) 'Kritiek
van de dialectische reden', hebben het altijd
zonder vertaling moeten doen. Het is veel
zeggend dat academisch werk van Franse
filosofen uit Sartres eigen tijd en daarna
hun weg naar het Nederlands al lang heb
ben gevonden. Van de bepaald niet eenvou
dige werken van Merleau-Ponty en Michel
Foucault en Lyotard zijn Nederlandse ver
talingen beschikbaar. Maar dat werk be
hoort dan ook tot de hedendaagse klassie-
ken. Ook van moeilijk leesbare niet-Franse
auteurs als Heidegger en Wittgenstein zijn
de laatste decennia Nederlandse vertalin
gen verschenen. Ook dan gaat het om in
vloedrijke werken. Van Sartres L'être et le
néant kun je dat niet zeggen. Opmerkelijk
genoeg tref je eigenlijk vaker dat filosofen
verwijzen naar Sartres essays, romans en
toneelstukken dan naar Het zijn en het niet.
Van Sartres tijdgenoten hebben Albert
Camus en Merleau-Ponty veel meer invloed
gehad. Het zijn en het niet was vooral een
modetekst en geen basistekst. Het valt nog
te bezien of deze vertaling daar verandering
in zal brengen.
Bij dit alles blijft onverlet dat Sartres lite
raire talent zijn aantrekkingskracht heeft
behouden. Dat talent voedde zich het liefst
met concrete situaties waarin mensen voor
venijnige dilemma's staan en psychisch ten
onder gaan aan zelfbedrog. Zijn analyses
van zichzelf in 'De woorden' of van Baude
laire en Flaubert in aparte biografieën, als
ook zijn korte verhalen en toneelstukken
laten zien dat hij het menselijk hart kon pei
len. Maar de abstracte ideeënwereld die hij
in Het zijn en het niet onwerpt, is als filoso
fie een onbewoonbaar bouwwerk. Zijn ana
lyses missen de subtiliteit van bij voorbeeld
een Franse tijdgenoot als Maurice Merleau-
Ponty. Ze zijn voor een aanzienlijk deel
Sartres eigen variant van de Duitse filosoof
Heidegger, wiens 'Zijn en tijd' in Frankrijk
toen nog nauwelijks bekend was.
Heel beknopt gezegd komt de inhoud van
'Het zijn en het niet' neer op een scherpe
tweedeling in het zijn. Die breuk met de we
reld is op zich natuurlijk typisch voor het
moderne levensgevoel. Enerzijds is er de
wereld van de dingen, anderzijds is er het
menselijk bewustzijn. Het laatste is altijd
maar op jacht samen te vallen met 'wat het
niet isHet richt zich op dingen die het nooit
zelf is. Het kan evenmin samenvallen met
het ik of met de ander, want ook dat zijn din
gen. Het bewustzijn is een leegte. Het is pure
activiteit. Het jaagt achter zichzelf aan,
eenzaam en nooit voltooid. Maar daarin
schuilt ook zijn vrijheid en verantwoorde
lijkheid. Wij zijn tot vrijheid veroordeeld,
luidt een van Sartres beroemde stellingen.
Op zich is dat allemaal geen loze praat.
Maar Sartre had in Het zijn en het niet wei
nig oog voor belangrijke vragen over de sa
menhang van lichaam en geest, de invloed
van de taal en de diffuse wijze waarop de
mens kennis heeft van zichzelf en anderen.
Hij denkt schematisch, precies zoals hij dat
in politieke kwesties later ook zou doen. Dat
dogmatische is misschien ook de reden
waarom hij nauwelijks opvolgers heeft ge
had. Sartres filosofie van de vrij heid is theo
rie gebleven, te steriel voor de praktijk van
leven en denken.
Jan-Hendrik Bakker
Jean-Paul Sartre: Het zijn en het niet - vertaling
Frans de Haan. Uitgeverij Lemniscaat, tot 1 juni
€49,50, daarna €60,-.
Maeve Binchy
foto Annette Vlug/G PD