Maeve Binchy Kabbelend in de tijd Sartres filosofie blijft een onbewoonbaar bouwwerk Onschuld, waanzin kille jerekening H; 27 Het zijn en het niet donderdag 10 april 2003 m godsdienst inspireert men- Jsenhet goede te doen, maar eVen vaak een bron van mis- jstand, ruzie en oorlog. We éten er in deze tijd van mee te ■aten. Behalve de oorzaak van Eel leed is het gelooi ook wel as een handig middel om an- ere zaken te verhullen. Arjan jser (Werkendam, 1961) be kijft in zijn debuutroman De 'ftste dagen een geval van jdsdienstwaanzin in het begin an de twintigste eeuw. Maar at er uit ziet als een uit religi- uze motieven gepleegde loord, blijkt veel diepere oor ken te hebben. isser leidt zijn roman in met ipport van een fictieve prof. dr. Rijnierse over een moord in jtdorp B. Deze Rijnierse is ge- aagd een onderzoek in te stel- n, omdat een duiveluitdrij- op een moord en een ftdwijning is uitgelopen. *êns verslag is grotendeels ge- rd op een rapport in een aktijdschrift voor psychiaters §968. te deze wat moeizame inlei- ing. schetst de schrijver een hi- irisch portret van een dokter oon, dat de lezer elke lust om uit nog een arts te raadplegen ïoet doen vergaan. Deaanmor- ine en drank verslaafde Boon chrijft lukraak medicijnen oor en vergrijpt zich regelma- ïg aan zijn vrouwelijke patiën- ffl, Het pleit voor het krachtige restel van die patiënten, dat er ogmaar zo weinig doodgaan, laar behalve een platte levens genieter blijkt de dokter ook een ;evoeligmens met een grote be- randering voor de Russische fhrijver Tolstoj. De dokter is mgelukkig getrouwd met een lordate echtgenote, die het on- chte kind van haar man buiten lem om onderbrengt bij een onge weduwe. Indeel twee volgt de kennisma king met nog een echtpaar. De oude boer Simon Kapteyn is meer uit praktische overwegin gen dan uit liefde met zijn Louise getrouwd. Desondanks jkrijgen zij een zoon en een doch- W Simon begint lichamelijk te ukkelen en neemt een met Tol- toj dwepende knecht in dienst, lie wordt verliefd op zijn doch- eren dat uit zich in een watdro- nerig dagboek. )e zwaar gelovige boer raakt nder de invloed van een rond- tizendedominee, die er een wel igvrijekijk op de bijbel op na- loudt. Het werk op de boerderij naakt steeds meer plaats voor (odsdienstoefeningen. De boe- in en haar zoon doen dapper nee, maar hebben zo hun eigen ilannen. «ngzamerhand laat Visser ienhoe de levens van zijn per- js in elkaar grijpen en hoe ij onafwendbaar afstevenen op fflramp. Het wordt een strijd assen onschuld, waanzin en «rekening, die in het voordeel M de laatste wordt beslecht. Isser verweeft godsdienstige, isychologische, ethische, lite- aire en economische motieven 'P knappe wijze. Hij geeft een «kluisterende kijk op mensen, fc elk op hun eigen manier hun tomen, verlangens en wanen '«jagen. Een mooi gecompo- ieerd, sfeervol geschreven «ek, met rake, soms groteske «schrijvingen. Mieske van Eek jtM Visser: De laatste dagen - Uit- P'nj Augustus, €16,95. Recht uit een vrouwenhart René Appel op dreef raag mannen wie Maeve Binchy is en velen blijven het antwoord schuldig. Miljoenen vrouwen kennen haar des te beter. Zij lezen haar romans. In groten getale, wereldwijd. Haar nieuwe roman Quentins, die eigenlijk niet geschreven zou zijn, is inmiddels uit in een Nederlandse vertaling. Ze opent zelf de deur van haar bescheiden, gezellige wo ning in het Ierse plaatsje Dal- key, iets ten oosten van Dublin, waar palmbomen langs de zandstrandjes voor een Medi terrane aanblik zorgen. Maeve Binchy (1940) gaat, wat moei zaam, de wenteltrap op die leidt naar haar werkkamer om me teen van wal te steken. Aan woorden - zowel geschreven als gesproken - heeft de schrijfster die de harten van miljoenen heeft gestolen geen gebrek. Ze wéét dat vooral vrouwen haar boeken lezen, maar vindt dat mannen er wat van kunnen leren. „Ik krijg brieven van jon ge mannen die de complexiteit van vrouwen en hun analyse rende vermogen verwarrend vinden, maar die toch de weg naar een vrouwenhart proberen te vinden." Als ze haar romans lezen komen ze te weten hoe, want door de gedetailleerde manier waarop Binchy haar ka rakters beschrijft, ontdekt de lezer hoe ze denken, voelen en ontstaat zelfs een goed idee van hoe ze eruit zien. Alsof de figu ren uit de romans familieleden of vrienden zijn. Dat is Binchy's grote kracht. ,,Ik dacht dat al leen Ierse vrouwen geïnteres seerd zouden zijn, maar zelfs vertalingen in het Japans en He breeuws doen het goed. Met na me in protestantse culturen als Nederland, Duitsland en Zwe den slaan mijn verhalen aan. Ik denk echter dat in elk land de zelfde problemen spelen, of je nu in Dublin of Seoul woont. Vrijwel zonder een adempauze te nemen, legt ze uit waarom Quentins er eigenlijk nooit had moeten komen. ,,'Het hart op de tong', over een jong stel dat een cateringbedrijf opzet, zou twee jaar geleden mijn laatste roman zijn. Ik lijd aan artritis, heb hartklachten en ben zwaarder geworden. Vooral de promotie- reizen werden me, jammer ge noeg, te veel. Iedereen was ge schokt door mijn besluit. Mijn uitgever zei dat ik niet op reis hóefde, maar ik dacht: ik heb al les wat ik wil, mijn man en ik kunnen doen wat we willen. Ik vond daarom niet dat ik het geld kon pakken om vervolgens weg te rennen van de verplichtingen die erbij horen. Dus was het eer lijk te stoppen met romans." Maeve Is gestopt, maar heeft nieuwe wegen gevonden om door te gaan, zonder zich schul dig te voelen. „Ik had nog tien korte verhalen liggen over het imaginaire restaurant Quentins in Dublin en een verhaal over Ella Brady, dat zich ook op die plek afspeelt. De uitgever sug gereerde van al die verhalen één roman te maken. Dat heb ik ge daan, dus eigenlijk heb ik niet vals gespeeld en me aan mijn be sluit gehouden", zegt ze met twinkelende ogen en een lach. Gaandeweg het gesprek blijkt dat haar fans ook in de nabije toekomst niet hoeven te wanho pen. „In 2004 komt 'Noras' ('Night of rain and stars') uit, over vier mensen - uit respectie velijk Ierland, de Verenigde Staten, Engeland en Duitsland - die elkaar ontmoeten op een Grieks eiland, waar ik zelf ben geweest, en wat er met hen die zomer gebeurt. Maeve Binchy woonthoewel zij en haar man ook een huis in Londen hebben, al haar hele le ven in Dalkey. „Ik heb een heer lijke jeugd gehad. Mijn vader, van de vrouwenpagina te wor den. „Al die vrijheid, ik genoot ervan. Onderwerpen als koken en mode liet ik door anderen doen. Ik zette me in voor de vrouwenbeweging en wilde vooral dat vrouwen gelijke kan sen zouden krijgen. Ze waren stil in die tijd en gebruikten lang niet al hun mogelijkheden. Ik wilde ze een aansporing geven." Dat doet ze nog steeds, want de vrouwen in haar boeken zijn vaak sterk en allesbehalve rol- op wie ik gek was, was advocaat en ik dacht dat ik dat ook wilde worden. Ik was slim, maar lui." Ze studeert Frans en geschiede nis aan het University College in Dublin en staat acht jaar lang voor de klas. „Onder meer op een joodse school. Ouders heb ben me een ticket naar Israël ca deau gedaan, waar ik in een kib boets heb gezeten. Daarover heb ik lange brieven aan mijn vader geschreven, die erdoor was gefascineerd, ze uittypte en aanbood aan de Irish Times. Die krant was geïnteresseerd omdat niemand nog over het leven in de kibboets had geschreven." In 1968, haar moeder was net overleden, kreeg ze een aanbod van de Irish Times om redacteur modellen. „In een Frans tv- pro gramma heb ik ooit gezegd dat ik als ik niet het lef had gehad te veranderen, ik nu nog steeds le rares zou zijn. Je moet durven is mijn filosofie. De heldinnen in mijn boeken worden nooit ge red. Dat zou een soort vluchtge drag zijn, zoals in 'Dynasty'. Deze vrouwen zijn veel interes santer. Ze vertelt rap verder over de haar ontmoeting met de 'aardi ge' Engelsman, radiomaker Gordon Snell, die ze begin jaren zeventig ontmoet. Ze krijgt de kans de 'man' van de Irish Times in Londen te worden, waardoor zij bij Gordon kan zijn. Beiden beginnen met schrijven. „Ik deed dat met wisselend succes", zegt Maeve. „Mijn eerste echte roman was 'Light a penny cand le', over de vriendschap tussen een Iers en een Engels meisje, in 1982. We hadden net dit, toen vervallen huis gekocht, maar konden de hypotheek niet beta len. We hadden dringend 10.000 Ierse ponden nodig. De pocket boekrechten van mijn boek zou den worden geveild. Die lever den uiteindelij k52.000pondop, een lot uit de loterijwe konden het niet geloven! Het geld ging meteen naar een architect en we hebben er een stukje grond bij gekocht. Toen dacht ik nog dat het bij één boek zou blijven." De roman wordt een succes. Vele romans - die in bijna dertig ta len worden vertaald - volgen. Ze spelen zich vrijwel allemaal af in Ierland, want ze schrijft voor al over wat ze kent. „Mijn eerste twee boeken zijn gesitueerd in de j aren vij f tigtoen tienermeis- jes over niets anders spraken dan seks. Niemand had seks, maar filosferen over de eerste nacht na het huwelijk was het helemaal. De nonnen zeiden dat mannen een lustgevoel hadden gekregen, omdat ze anders niet aan de voortplanting zouden willen meewerken. Ik ben nu ouder, maar mijn boeken wor den steeds moderner, want ook in Ierland verandert het leven in een razend tempo." In Quentins is Ella net als Maeve een vrouw die uit een warm ge zin komt. Ze wordt ook lerares en verliefd op de verkeerde, lees getrouwde mannen. „Ik was als een hittezoekend projectiel", De Amsterdamse rechters die zich buigen over de tekst van het vonnis in de zaak-Vol- kert van der G., hebben het ge makkelijk vergeleken bij hun fictieve collega's die Ronald Arends moeten berechten. Want in de sublieme thriller Doorge schoten die René Appel zojuist afscheidde, is in tegenstelling tot de moordzaak-Fortuyn wél sprake van een complot. Appel, Neerlands meester van psychologische thrillers, heeft er bovendien een complot met een mol én meer dodelijke slachtoffers van gemaakt. Een roman die tegelijkertijd zo dichtbij de werkelijkheid en de lezer staat, dat ons slechts diep respect voor de auteur (die met 'Zinloos geweld' de Gouden Strop 2001 won) past. Ronald, zijn vriendin Selma Verduyn en wat andere loslo pende krakers en studenten die zich het Politiek Actie Front (PAF) noemen, beginnen heel onschuldig met eieren gooien naar de openlijk biseksuele Tom Hordijk (Fortuyn), frontman van de Echte Nederlandse Partij (ENP). Van PAF-lid Jeroen krijgt Ro nald het pistool waarmee hij Zijn Grote Angst Hordijk neer knalt. Waar het in het echt dan feitelijk ophoudt, afgezien van wat juridische schermutselin gen, begint het in Doorgescho ten pas goed. De kwalijke hoofdrol is daarbij weggelegd voor Leo Meeuwisse (Herben), een ex-militair die de ENP- touwtjés in handen heeft geno men. Selma lijkt, mede door haar zelfverdedigingstechnie ken, zich letterlijk en figuurlijk aan de smerige machtsstrijd te kunnen onttrekken. De ontkno ping is perfect. Niet onvermeld mag blijven Thijs Mondria, in wie we zonder al te veel moeite Theo van Gogh menen te herkennen. Appel mag vaker sleutelromans schrijven als ze zo' leuk en spannend tege lijk zijn. Arno Ruitenbeek René Appel: Doorgeschoten - Uitge verij Bert Bakker, €16,95. bekent Maeve. Brenda, de vrouw die restaurant Quentins samen met haar man runt, kan maar geen kinderen krijgen. Ook daarin zit een stukje Mae ve. „We trouwden toen ik 37 was. Er waren nauwelijks vruchtbaarheidsmedicijnen en, omdat Gordon te oud was, kon den we geen kind adopteren. Na een jaar besloten we niet meer triest te zijn." Lachend: „Nule nen we soms kinderen." Quentins gaat over het restau rant dat al voorkwam in eerdere boeken. Ook sommige karak ters keren terug. Ella Brady is de heldin, wier affaire met wat la ter een oplichter blijkt te zijn - en de afloop daarvan - voor de meeste actie en 'suspense' zorgt. Die actie is echter niet het be langrijkst, het gaat er vooral over hoe mensen emotioneel in elkaar zitten, hoe ze anders blij ken te zijn dan verwacht. Door haar vondst Ella een documen taire te laten maken over de ge schiedenis van het restaurant, en daarmee van de stad en een generatie, heeft Maeve het per fecte raamwerk gecreëerd om alle hoofdpersonen ook in eigen verhaallijnen uitgebreid te pro jecteren. Uiteindelijk komt al les samen. Hoewel al voor het einde duidelijk wordt wie Ella's levenspartner zal worden, is Quentins een boek geworden waarin je blijft lezen tot het uit is. Jacques Geluk Maeve Binchy: Quentins - Uitgeve rij Van Reemst, €16,99. Tien jaar werkte René Snoek aan zijn roman Zo vergaat een meisje. In de avonduren en op vrije dagen, in ieder geval naast zijn betaalde arbeid bij - zo meldt de achterflap - een softwarebedrijf en een reisorga nisatie. Een tijdje terug infor meerde hij bij een uitgeverij of daar werk voor hem was en toen liet hij zich ontvallen dat hij een boek klaar had. En zo debuteer de Snoek (1961) met een roman van precies 600 pagina's. Alleen door de omvang onge woon en dus opvallend, ware het niet dat in dezelfde tijd Min- ke Douwesz debuteerde bij Van Oorschot met een roman van liefst 837 pagina's: 'Strikt'. Baas boven baas. Alles aan Zo vergaat een meisje is ouderwets. De roman bevat de levensgeschiedenis van prille jeugd tot hoge ouderdom van Gilles Fontijn, nakomertje in een Goois gezin. Zijn 'late' ge boorte is bepalend voor zijn le venshouding van toekijken en afwachten. 'Hoe jong hij ook nog was, toch begon hij te besef fen dat hij als nakomer zijn kin dertijd twee maal had beleefd.' Eerst als toeschouwer bij zijn oudere broers en zussen, later nog eens als toeschouwer bij zijn eigen jeugd. Snoek is uiterst precies en gede tailleerd wat de beschrijving van de Gooise dorpen, natuur en omgeving betreft, maar ander zijds blijft veel in dit boek vaag en terloops. In Gilles' jonge ja ren is er nog sprake van een binnenzee en op een gegeven f|s! René Snoek moment wordt die Zuiderzee IJsselmeer, waar de lezer dan zelf uit mag afleiden dat Gilles zo rond 1910 geboren moet zijn. Jaartallen vinden we nergens. Door een erfenis hoeft hij niet te werken en zo kan hij na zijn stu die rustig terugkeren naar zijn geboortedorp en het ouderlijk huis. Hij heeft ooit gedroomd een 'niet-stoffelijke kwantum mechanica' te schrijven, maar Fontijn blijft hangen in goede voornemens. Die 'theorie' keert herhaaldelijk in het boek terug. Zijn rustige leven in het oude dorp wordt verstoord als op een dag het leegstaande huis van de buren nieuwe bewoners krijgt en de vrouw des huizes Veronica blijkt te zijn, Gilles' grote liefde die hij verloren heeft door zijn eigen inertie. Hij blijkt zowaar in staat Veronica en haar echt genoot als vrienden te aanvaar den zonder dat de oude liefde voor ongemakken zorgt. En als Veronica's echtgenoot bij het schaatsen onder het ijs ver dwijnt, bijkans en passant, zo als alles in dit boek, blijven de oud-minnaars elkaar van nabij op afstand zien. Snoek heeft dit chronologische verhaal met al zijn details van gemoedelijkheid doorsneden met cursieve passages over de oudere 'dokter Fontijn', die contact heeft met een meisje dat de tuin van de buurvrouw sproeit. Hij herkent in haar de levensvreugde en jeugdige hoop, maar wezenlijk contact met het heden krijgt hij niet. In een van die cursieve intermez zo's vertelt Veronica hem de waarheid: dat hij een fase heeft overgeslagen. 'Misschien had hij zijn tij d wel verknoeid, jaEn met wat? Hij had geen flauw idee.' De lezer is dan op zestig pagina's voor het einde en zou zich het zelfde kunnen afvragen. De tijd verknoeid aan een sympathie ke, niet vooruit te branden dro mer? Het knappe van Snoeks vertelling is juist dat hij de spanning er voortdurend in weet te houden. Hoe zit dat nou met die liefde, waarom ging dat mis, wie is dat meisje en waarom is Gilles zoals hij is? De vragen stuwen de lezer voort door het trage leven van Gilles Fontijn. Theo Hakkert René Snoek: Zo vergaat een meisje. Roman - Uitgeverij Querido, 600 blz., €21.50 (pb.). p filosofische visitekaartje van Jean- - - aul Sartre (1905-1980) heette Het zijn nnurff Meer dan viiftig jaar later is het Maar is het standaardwerk ge- g om zo'n behandeling te krijgen? Stof |°°r de maand van de filosofie. fcs m°eten vertalingen. Als een taalge- Zelh iZelf ser'eus neemt is het aan zich- jji erPl'cht de grote standaardwerken uit aan h !6 e1iii-eratuur beschikbaar te stellen LL,e PuMiek, zelfs al bestaat dat maar uit 2o'nij,nf>en' Er kan dan in elk geval naar Jean paSSi'o werk verwezen worden. Hoort stanri j res L'être et le néant tot die biih!ta ,rken? Dat is de vraag die rijst de on Vefsci1ijnen van Het zijn en het niet, door tv goedige Nederlandse vertaling pofdwerk ^aan van Sartres filosofische en t!ïHQC^j6e< et zVn en het niet kort voor vatte hns de Tweede Wereldoorlog. Het be- sofieon u"'en Pagina's bewustzijnsfilo- HusJgeS?reven ln een aan Heidegger en HarfnrJi nd fenomenologisch jargon, van don 2011 boek de bijbel worden niet Va„ ent*alisten. Die status kreeg het vanwegpWrfgei^e ftl°sc)ftsche merites, maar beelrliiL asftsche en eigentijdse voor- le 111 Sartres verhandeling over het Jean-Paul Sartre menselijk zijn staan. Velen herkenden zich daarin. Jean-Paul Sartre is altijd al een scherpzinnig waarnemer geweest van het menselijk hart. Tussen het tamelijk bonkige academische proza van Het zijn en het niet vielen die passages nog eens extra op. Zo kort na de oorlog met een Europa in puin en een vernietigde traditionele cultuur stond de jonge generatie volledig in de kou. Ze voelde zich aangetrokken tot het desola te maar eerlijke beeld dat Sartre gaf van het menselijke individu. Zijn oproep tot au thenticiteit, waar het in Het zijn en het niet om draait, sprak aan. Hoe moeten wij leven in een verder zinloze wereld? Het is de vraag die het moderne denken overigens altijd al heeft beziggehouden. Sartre raakte een ge voelige snaar. Louter om cultuurhistorische redenen is het daarom goed dat er in ons land nu een verta ling verschenen is van Het zijn en het niet. Maar voor de geschiedenis van de filosofie is dat veel minder het geval. Specialisten heb ben het boek al in het Frans gelezen, of zul len dat doen. Maar het is zeer de vraag of het boek buiten die kring nog een levende bron zal zijn voor nieuwe generaties. Sartres ove rige werk vond in ons land eigenlijk al snel zijn weg. Maar dan betrof het zijn toneel werk, zijn verhalen en romans, en essays als 'Wat is literatuur?' en 'Het existentialisme is een humanisme'. Het zijn en het niet, laat staan zijn latere (nooit voltooide) 'Kritiek van de dialectische reden', hebben het altijd zonder vertaling moeten doen. Het is veel zeggend dat academisch werk van Franse filosofen uit Sartres eigen tijd en daarna hun weg naar het Nederlands al lang heb ben gevonden. Van de bepaald niet eenvou dige werken van Merleau-Ponty en Michel Foucault en Lyotard zijn Nederlandse ver talingen beschikbaar. Maar dat werk be hoort dan ook tot de hedendaagse klassie- ken. Ook van moeilijk leesbare niet-Franse auteurs als Heidegger en Wittgenstein zijn de laatste decennia Nederlandse vertalin gen verschenen. Ook dan gaat het om in vloedrijke werken. Van Sartres L'être et le néant kun je dat niet zeggen. Opmerkelijk genoeg tref je eigenlijk vaker dat filosofen verwijzen naar Sartres essays, romans en toneelstukken dan naar Het zijn en het niet. Van Sartres tijdgenoten hebben Albert Camus en Merleau-Ponty veel meer invloed gehad. Het zijn en het niet was vooral een modetekst en geen basistekst. Het valt nog te bezien of deze vertaling daar verandering in zal brengen. Bij dit alles blijft onverlet dat Sartres lite raire talent zijn aantrekkingskracht heeft behouden. Dat talent voedde zich het liefst met concrete situaties waarin mensen voor venijnige dilemma's staan en psychisch ten onder gaan aan zelfbedrog. Zijn analyses van zichzelf in 'De woorden' of van Baude laire en Flaubert in aparte biografieën, als ook zijn korte verhalen en toneelstukken laten zien dat hij het menselijk hart kon pei len. Maar de abstracte ideeënwereld die hij in Het zijn en het niet onwerpt, is als filoso fie een onbewoonbaar bouwwerk. Zijn ana lyses missen de subtiliteit van bij voorbeeld een Franse tijdgenoot als Maurice Merleau- Ponty. Ze zijn voor een aanzienlijk deel Sartres eigen variant van de Duitse filosoof Heidegger, wiens 'Zijn en tijd' in Frankrijk toen nog nauwelijks bekend was. Heel beknopt gezegd komt de inhoud van 'Het zijn en het niet' neer op een scherpe tweedeling in het zijn. Die breuk met de we reld is op zich natuurlijk typisch voor het moderne levensgevoel. Enerzijds is er de wereld van de dingen, anderzijds is er het menselijk bewustzijn. Het laatste is altijd maar op jacht samen te vallen met 'wat het niet isHet richt zich op dingen die het nooit zelf is. Het kan evenmin samenvallen met het ik of met de ander, want ook dat zijn din gen. Het bewustzijn is een leegte. Het is pure activiteit. Het jaagt achter zichzelf aan, eenzaam en nooit voltooid. Maar daarin schuilt ook zijn vrijheid en verantwoorde lijkheid. Wij zijn tot vrijheid veroordeeld, luidt een van Sartres beroemde stellingen. Op zich is dat allemaal geen loze praat. Maar Sartre had in Het zijn en het niet wei nig oog voor belangrijke vragen over de sa menhang van lichaam en geest, de invloed van de taal en de diffuse wijze waarop de mens kennis heeft van zichzelf en anderen. Hij denkt schematisch, precies zoals hij dat in politieke kwesties later ook zou doen. Dat dogmatische is misschien ook de reden waarom hij nauwelijks opvolgers heeft ge had. Sartres filosofie van de vrij heid is theo rie gebleven, te steriel voor de praktijk van leven en denken. Jan-Hendrik Bakker Jean-Paul Sartre: Het zijn en het niet - vertaling Frans de Haan. Uitgeverij Lemniscaat, tot 1 juni €49,50, daarna €60,-. Maeve Binchy foto Annette Vlug/G PD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27