Uuswèrk? Da kost vee tied joengers Nieuwe Raadkaart Ravotten op hofstede de Slurf dinsdag 8 april 2003 J? Schandaol m I m I WÊt '•<4 Een stuk of vijf schooljongens rij den voorbijHet windj e in de rug. Een dikke schooltas op hun bagagedrager. Een mooi ge zicht, die nieuwe tassen. Daar waren ze best trots op. Vooral Peter. Maar over die boeken en proefwerken was hij niet zo te spreken. Da kost me te vee tied, dacht hij wel eens. Gelukkig dat zijn moeder goed zijn agenda in de gaten hield de laatste maan den. Dat hadden ze zo afgespro ken, na zijn kerstrapport. „Die is eigenluk nog vee te speels", had zijn vader gezegd. Met moeder had hij afgesproken dat ze zijn agenda en huiswerk elke avond zou controleren. En zijn lesjes zou ze overhoren. Maar, ze had hem wel duidelijk gemaakt dat niet zij, maar Pe tertje naar school ging. Zoonlief had eens geknikt en gedacht: sa men redden we het wel. Daar rijdt zijn groep nu, pra tend en lachend. Over de voet bal hebben ze het. „Da was de moeite j o eng en. Vier schöóne kansen en nii êên was t 'r raok. Die kan zaoterdag beter an de kant zittenMet deze wijsheid rijdt het groepje voorbij. Peter heeft het hoogste woord. Van voetbal weet hij alles af. Al sinds jaar en dag.Praoten en tellen 'ei tie op 't voetbalveld geléérd", zegt zijn moeder altijd. Uren heeft hij er doorgebracht.Hie kan 'tjoeng'n, had vrijdag nog zijn trainer gezegd, hie schiet net as Van 'Ooydoenk, maor al- lêêne nog nie zö 'ard." En ge glunderd had Peter. De andere dag was hij nog wel vroeg opgestaan, had nog wat trainingen gedaan, was vroeg naar het veld gereden en had drie rondjes rond alle twee de doelen gelopen. „Da's een soort biegelóöf van me", had hij al eens tegen de trainer gezegd, d'n êên doet di en d'n ander doet da. En ikke lööp drie roondjesroond ielk doel." Het had allemaal niet veel geholpen. Ze hadden verloren en Louis had nog wel vier mooie kansen gehad. Niet één keer was het raak geweest. Vandaag was het dinsdag en nog steeds praten de jongens erover. Over Louis, die nog nooit een bal gemist had en nu zaterdag de slechtste wed strijd van 't seizoen speelde. Van binnen hoopt Peter dat hij za terdag op de plek van Louis mag staan. Dat hij eens even laat zien hoe het moet. Dat hij de redder is. „Judder speel'n toch ommerst nii voo de pollepel had Frans je de grensrechter gezegd, ,,'t Gaot 'iere om te winn'n ee. An ders stoppe kik d'r mee. Snotjoengers, 'k lööpen 'iertoch nii voo schandaol. Kan anders wè wa beters doen. Dan gaon 'k wé m'n planters in de grond steek'n.Zo was tie bezig ge weest, Fransje de grensrechter. De jongens hadden hem laten uittieren. Fransje, die kan nog geen wedstrij d fluiten. En onder mekaar zeiden de jonge gasten altijd, als hij er niet bij was: „Fransje is gezakt voo scheids rechter omdat ie géén waoter in 'n stêênmande kon draog'n." Dan stonden ze te lachen, dat de tranen over udder kaoken lie pen. „Jao, zö binn'njoenge gas ten noe êênmao ee?" Maar zaterdag had hij ze toch udder vet gegeeven. Snotjoen gershad ie gefoetert, ,,'t lie- kent wè de voetbal van 't Boe- rengat. "Hij had na de wedstrijd zijn spulletjes bij mekaar ge zocht en was naar huis gereden. Zonder nog een woord te zeg gen. 't Was toch wel even stil ge weest, zelfs Peter had zijn mond niet meer opengedaan. En Louis zeker niet. Die kon wel door de grond zakken van verdriet. Vier mooie kansen verspeeld. Morgen hadden ze weer trai ning. Zou tie thuisblijven mor gen en zeggen dat ie ziek was? Of toch maar gaan en wachten wat er uit de bus zou komen? Maar dan zou Peter misschien op zijn plaats gaan staan. En niet één keertje, maar misschien wel voor altijd. Dan kan toch niet? 'k Gaon allicht, denkt hij'k laoten zaoterdag zien, wa 'k wèèrd zi- in. Na schooltijd rijdt het groepje terug naar huis. Natuurlijkpra- ten ze weer over voetbal. Peter begint weer over zaterdag. Daor 'enk daorom toch 's een slechte smaoke van in m'n mond overhouwen", zegt hij, terwijl hij naar Louis kijkt. Die kijkt 'm even aan en zegt: „Zaoterdag gaon me d'r voo, joengen." En daarmee is de kous af. „Nii al- tied lóöp'n zeuren joengers", zegt Fransje altijd, „mao doel punten maok'n, anders komt 'r géén miiter van. Na het eten komen de jongens samen. Op de hoek van de straat. Bijna elke avond zijn ze er te vinden. Met hun skate boards. Ze hebben zelf hinder nissen getimmerd. Op het brede trottoir zetten ze die neer. Wudder zaot'n vroeger op de bolbaone", zegt een oudere man tegen me, „en deze gasten doen dl." Fransje komt ook aangelo pen en weet te vertellen dat de gemeente bezig is met plannen voor een skatebaan. „Nao de Geuzenfeeste, op 't ènde van meie, dan kunn'n de gasten d'r op.Ja, ja, hij weet het zeker, want vorige week hebben ze d'r al zand gebracht. De mannen aan de zijkant heb ben er schijnbaar plezier in. „Noe moe je d'n diejen mee die blauwe jas 's zien, da's d'n met ter 'öör. "De buurman met zijn hondje komt er ook bij staan. Nu er steeds meer publiek komt, krijgen de jongens er ook meer en meer plezier in. „Den diejen mee die zwarte kniekstikken is daorom ook 'n utaolder öör", zegt Fransje, terwijl hij op de stang van zijn fiets gaat zitten. „Die kan je wel om 'n boodschap stier'n. "De mannen knikken, ze hebben er allemaal hun plezier in. Als Peter tegen negenen thuiskomt, zet hij zijn skate board naast de garagedeur. „En me nog 'uuswèrk man?", vraagt hij aan zijn moeder. „Me?" ant woordt ze verbaasd, „ik doch ten da je hie nao schoole goeng en nii ikke." Rinus Willemsen Deze keer uit de collectie van Hans Linden- bergh een historische boerderij uit een heel andere regio. De vraag is: bij welke plaats staat deze boerderij? Nadere bijzonderheden, zoals over naam en bewoners, worden gaarne inge wacht. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 12 april worden gezonden aan: Redactie PZC Buitengebied, postbus 18, 4380 AA Vlissin- gen. Per fax kan ook: 0118-470102, of per e-mail: redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van goede oplossingen wor den drie waardebonnen verloot. De Afiena met aan boord de Reliant van de kapitein. foto's Jan Anderiesse Kustvaart was hard werken Kom bij de Middelburger Jan Anderiesse niet aan met romantische verhalen over de hoogtijdagen van de Nederlandse kustvaart. Hij weet beter. „Het was gewoon hard werken, punt uit." Toch is de oud-machinist de scheepvaart trouw gebleven als spotter van schepen én als publicist. De glorietijd van de kust vaart onder Nederlandse vlag ligt tussen 1945 en pakweg 1970. Vele tientallen coasters van kapitein-eigenaren varen het water van Europese zeeën dun. Tot tegen het einde van de jaren zestig het vrachtverkeer over de weg sterk opkomt, de container zijn entree maakt en tal van kleine havens sluiten. De dagen van de inmiddels sterk verouderde kustvaartvloot zijn geteld., „En als we niet oppassen", zegt Anderfésse, „verdwijnt die Ne derlandse kustvaart ook hele maal uit de herinnering." Aan hem zal het niet liggen. Jaren geleden publiceerde hij al met de Vlissinger Bert Kruidhof een boek over het Groningse be vrachtingskantoor Carebeka. Dat vond gretig aftrek onder liefhebbers. Anderiesse heeft - met de En gelsman Leslie Spurling - op nieuw een poging gedaan de ge schiedenis terug te halen, met een publicatie over een ander scheepvaart- en bevrachtings- bedrijf van naam en faam: Gru no. Opgericht in 1937 in Am sterdam ontwikkelt deze firma zich tot één van de grootste in zijn soort in de naoorlogse jaren. Gruno heeft eigen schepen en bevracht kustvaarders van vooral Groningse kapitein-ei genaren. De onderneming heeft een mot to dat voor zichzelf spreekt, in het Engels. 'Whatever the cargo, wherever the port, one of our coasters is bound to be the right sort'. Waar een lading zich ook aandient, Gruno gaat erop af. Havens worden aangedaan die nauwelijks die titel verdienen. Met zijn trouwe metgezel, zijn fototoestel, heeft Anderiesse zulke havens indertijd vastge legd. De kustvaart mag niet ro mantisch zijn geweest, zijn foto's roepen wel degelijk nos talgische gevoelens op. In het boek over Gruno staan er ver schillende voorbeelden van, zo als van een schip aan de kade bij een whisky-distilleerderij op het Schotse eiland Islay. De coaster lost gerst tegen de ach tergrond van een antieke fa briek en Schotse bergen. De havens zijn soms zo klein dat het oppassen geblazen is. Neem de haven van het Ierse Teelin. Veel meer dan een pier is het niet. Je moet er vooral niet te ver naar voren varen, anders zit je op de stenen. De kleinschalig heid geeft ook rust. In Fécamp bij de Franse havenstad Le Ha vre is het schip net iets te laat ge lost om met vloed uit te kunnen varen. „We hebben dus een rus tige avond", noteert Anderiesse blijmoedig in zijn reisverslag van zijn eerste maand als ma chinist aan boord van de coaster Afiena. Dat de oude kustvaart 'gewoon hard werken was', spreekt uit alle verhalen over Gruno. Vaak moet de bemanning zelf de la ding lossen en laden, omdat in kleine havens geen apparatuur aanwezig is. En na het lossen De boerderij afgebeeld op de raadkaart van vorige week is inmiddels afgebroken (in 1975). Misschien in dit geval niet ten onrechte, want de ge bouwen hadden na een dijkval in de nacht van 20 op 21 januari 1945 ruim anderhalf jaar, tot ju ni 1946, in het water gestaan. Het was er nadien altijd vochtig; de meubels in het woonhuis stonden als het ware te be schimmelen. Het gaat om de hoeve Oost-Beveland, in de ge lijknamige polder tussen Wil- helminadorp en het Goese Sas. De kaart is in 1909 verzonden door J. van de Kreeke en zijn vrouw. Verschillende inzenders melden dat de boerderij op nummer vier in de volksmond meestal 'de Slurf' werd genoemd. Waar die naam vandaan komt blijft he laas onduidelijk. Het was één van de zes kapitale hofsteden van de Maatschap tussen eige naren van gronden in de Wilhel- mina- en Oost-Bevelandpolder, sinds 1959 zelfs Koninklijke Maatschap. „Met het grote rie ten dak was het misschien wel de mooiste boerderij van de pol der", schrijft C.P. Fase uit Sint- Annaland. „Door de hoge men deuren konden hoog beladen boerenwagens binnenrijden. Het rieten dak welfde boven de mendeuren omhoog." J. Glerum uit Schore wijst erop dat nu op de plaats van de hoeve een mestsilo prijkt. „Als bijzon derheid dient vermeld te wor den dat wanneer een bedrijfslei der van een van de overige vijf boerderijen gepensioneerd werd, de bedrijfsleider van de Slurf opschoof naar diens plaats en de nieuw benoemde bedrijfsleider begon zijn loop baan altijd op de Slurf." Van 1935 tot aan de overstro ming in 1945 was L.J. Burger er bedrijfsleider, weet deze inzen der. Die naam wordt ook ge noemd door M.A. Geene uit Goes, die als andere bedrijfs- boeren nog noemt de heren Dieleman en Bom. „Ik heb vele keren samen met Peter Diele man, de bekende Zeeuwse trou badour, die er woonde, in het hooi en op de wagens gespeeld", aldus H. van den Broeke uit Oost-Souburg. Maar ook M. van Nieuwenhuij- zen woonde en werkte er van 1954 tot 1958,gericht M.C. van Nieuwenhuijzen-Landheer uit Wilhelminadorp, die eraan toevoegt dat het de oudste boer derij van de Koninklijke Maat schap was. De Oost-Beveland polder zelf ontstond dan ook veel eerder dan de Wilhelmina- polder. Er lag een opwas, ge naamd Katsche of Katteplaat. Die werd in 1708 bedijkt en zo ontstond de 106 hectare grote Oost-Bevelandpolder. In 1812 werd de polder verkocht aan de eigenaren (rijke lieden uit Rot terdam) van de in 1809 bedijkte Wilhelminapolder. Het was geen 'gelukkige' polder. De Oosterschelde drong voort durend op. In 1789 werd een in laag gemaakt, die bij de storm vloed van 1808 in zee verdween (4,5 hectare). In 1820 over stroomde de polder en werd met verlies van 11,5 hectare achter waarts een nieuwe dijk aange legd. Door de dijkval in 1945 moest voor de derde keer een nieuwe zeedijk worden ge maakt en werd weer 11 hectare land aan de zee terug gegeven. De winnaars van de waarde bonnen zijn: J.J. de Visser, Vlis- singen, M. Knuit, Heinkenszand en J. Paardekoper, Kloetinge. Rinus Antonisse moeten de ruimen nog schoon gemaakt worden, ook door de opvarenden. Omdat Gruno zo veel verschillende soorten la ding vervoert, kan dat behoor lijk lastig zijn. In het hoofdstuk 'Leven en werken aan boord' worden daar sterke staaltjes van verteld. 'Heel erg was kolen lossen er gens in Zuid-Engeland en de volgende dag China-klei halen in Par (Cornwall). Probeer dan maar eens op tijd je ruim schoon en vooral droog te krijgen in zo'n korte tijd'. En verder: 'Nog zo'n voorbeeld was een lading oud ijzer in de vorm van draai- krullen doordrenkt van boorolie in Scrap City oftewel Pasajes in Spanje lossen, en na een paar uur stomen in Bayonne, Frank rijk, graan laden'. Het doet allemaal nogal primi tief aan en dat is het ook aan boord. Van volautomatische be sturingssystemen of radarnavi- gatie is nog geen sprake. De be sturing gebeurt tot rond 1970 handmatig. Voor de navigatie moeten stuurlieden zich tot hal verwege de jaren zestig verlaten op 'ouderwetse middelen' als een magnetisch kompas en een radiorichtingzoeker. Varen bij dichte mist is er niet bij of super- gevaarlijk. Maar daar staat te genover dat het aantal opvaren den vrij groot is. Anderiesse herinnert zich op een kustvaar der te hebben gevaren met ne gen man, onder wie vier Zeeu wen. Tijdens zijn eerste maand op de Afiena, waarvan hij in zijn boek verslag doet, zit hij met vijf collega's; hijzelf, een Neder landse kapitein en stuurman plus drie Kaapverdiaanse ma trozen. Of de stemming goed is, hangt vooral af van één ding: de kwaliteit van het voedsel. Harmen van der Werf Jan Anderiesse en Leslie Spur ling, Gruno, 1937-2002, uitge verij De Alk, €36,50, ruim 350 foto's en tekeningen van John Biard, 200 pagina's, met een complete vlootlijst. Kustvaarder van bevrachtingskantoor Gruno bij een distilleerderij op het eiland Islay aan de westkust van Schotland.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 20