19 Suffolks in de Zak Schapen verschralen de dijken 20 21 22 22 De salamander hield zich slap en leek dood weerwoord Hoogtij in de Hollandse kustvaart Boerderij jaarlang op de foto Gegrepen door techniek van molens Rusthoeve werkt voor de boeren dinsdag 8 april 2003 Bordercollies Droge maart, natte april, koele mei, vullen de schuur en de kelder erbij Belangstelling HET TUINTJE VAN Jl 33 Een nieuwe lente, een nieuw begin. De scha pen van de Stichting Zeeuw se Schaapskudde wandelen sinds kort weer dagelijks op de bloemdijken in de Zak van Zuid-Beveland. De ruim tweehonderd Suffolkscha- pen, opvallend met zwarte kop en poten, helpen mee de dijken op traditionele en na tuurvriendelijke wijze te be heren. Dat doen ze al sinds de oprichting van de stichting in 1980. Elke dag, weer of geen weer, trekken de schaapherders Stefan Poel en Klaas-J an van der Kolk er met de kudde op uit, verge zeld door hun immer waak zame bordercollies. Voor een buitenmens als Ste fan Poel is het beroep van schaapherder geknipt. „Ik kan niet dag in, dag uit achter een bureau zitten, dan denk ik dat ik gek word." Hij belandde bij de schaapskudde voor het vervul len van vervangende dienst plicht. Het werk beviel zo goed, dat Poel (31) er is blijven han gen, sinds 1997 in vaste dienst. En hij is het nog lang niet beu, ook al zorgen steeds meer regels en voorschriften voor een toene mende administratieve romp slomp, waardoor de herders toch achter een bureau moeten schuiven. Het maakt het beheren van een kudde er niet makkelijker op en met 225 ooien is het maar een kleine kudde. Alleen dankzij subsidies kan de stichting over eind gehouden worden. „Wil je echt van schapen leven, dan moet je wel een paar duizend schapen hebben", zegt Poel. De Zeeuwse schaapskudde heeft dan ook niet in de eerste plaats een commerciële functie, maar heeft vooral een cultuurhistori sche en recreatieve waarde, al is het beheerwerk wel degelijk een belangrijk aspect. Daarom is bewust gekozen voor het inzet ten van Engelse Suffolkscha- pen. „Die passen goed in het begra- zingsplan. Ze krijgen al vroeg lammetjes, zodat we al vroeg in het voorjaar met de ooien naar buiten kunnen", vertelt Poel. „Ze kunnen goed tegen schrale omstandigheden. Ook als er niet veel gras beschikbaar is, hou den ze het lang vol. En het is een mooi schaap." De dieren lopen op de bloemdijken van de Ver eniging Natuurmonumenten. Ze begrazen ongeveer 35 kilo meter. Poel: „Dat varieert van een ta lud van twintig meter tot één meter breedte. We kunnen het met de kudde net bijhouden. Verschralen van de dijken is het hoofddoel. Dat is goed voor de bijzondere plantengroei. We doen anderhalve maand over een rondje en zodoende komen we vier tot vijf keer op dezelfde dijkvakken." Bedoeling is dij ken die het meest verruigd zijn, meer te laten begrazen. Het buitenseizoen begint met 225 schapen. Als de hoeveelheid gras minder wordt, zo tegen au gustus, gaan er 25 schapen weg (naar particulieren of de slacht). Als de dieren in de schaapskooi aan de Nieuwkamerseweg tus sen Heinkenszand en Nisse zit Schaapherder Stefan Poel bij de schaapskooi in Nisse. ten, worden in december de eer ste lammetjes geboren en dat gaat door tot eind januari. „Meestal hebben we zo'n 200 lammetjes", aldus Poel. „Een deel is voor de eigen kudde, het andere deel wordt verkocht." Eens per jaar worden de dieren van hun wol ontdaan. Het sche ren doen de herders zelf, voor een deel tijdens het jaarlijkse schaapherdersfeest in Nisse. „Zwaar werk", weet Stefan Poel„Ik heb gezien hoe het er in Australië aan toegaat, dat ge beurt niet altijd even diervrien delijk. Wij proberen natuurlijk een schaap zo heel mogelijk te houden. Onze wol gaat naar de Nederlandse Wolfederatie. Het is niet echt wol om van te breien, er worden hoofdzakelijk tapij ten van gemaakt." De schaapherders werken zeven dagen in de week. Ze beginnen 's morgens vroeg met het verzor gen van de dieren die in de stal blijven en omstreeks tien uur gaan ze de dijken op. Aan het eind van de middag zit de ronde erop. De schapen slapen op overnach tingsplaatsen in de buurt van de kooi. De herder krijgt assisten tie van een hond om de kudde in het gareel te houden (en één hond die het werk moet leren). Poel en Van der Kolk hebben acht bordercollies. „Het zijn heel goede drijvers. Wij drijven niet over de hei, maar hoeden meer op dijken en daar zijn ze ook heel geschikt voor. Ze moe- De Suffolks van de Zeeuwse Schaapskudde wandelen sinds kort weer op de bloemdijken in de Zak van Zuid-Beveland. ten de kudde bij elkaar houden en schapen uit het land houden en van de weg af houden in ver band met het verkeer. Dat doen ze goed, maar je moet het ze wel leren. Een goede hond kan het vanzelf, maar omdat we met verkeer te maken hebben, moe ten ze naar onze commando's luisteren", stelt Stefan Poel. „Niet elke automobilist remt af voor een kudde schapen." Het bijeen houden van de kudde vergt veel energie van de hon den, vandaar dat ze dagelijks wisselen. Ook de herder moet steeds zijn hoofd erbij houden. „Met een hond en schapen langs Nieuwe weerwoordenzijn welkom bij de redactie PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissin- gen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl. foto's Mechteld Jansen de dijk lopen - je doet het niet zomaar even. Je moet steeds op letten en kunt niet rustig onder een boom een boek gaan zitten lezen. Dan komt het niet goed", betoogt Poel. Hij is nog nooit een schaap kwijt geraakt, al scheelde het één keer niet veel. „Er waren net bomen gesnoeid en schapen zijn gek op blaadjes. Eén was in de bramenstruiken beland en dat had ik niet gezien. Gelukkig waarschuwde een boer me bij tijds." Poel vindt de j aarlijkse lammer- tijd het leukste onderdeel van zijn werk. „Dat geeft meer af wisseling. Na maanden op de dijk, wil je wel weer eens wat anders doen. Dan zitten we dag en nacht bij de schapen en sla pen ook in de schaapskooi." In die tijd komen ook veel mensen een kijkje nemen. Aan belangstelling is er trou wens geen gebrek. Als de herder ronddwaalt met zijn kudde, zijn er veel voorbijgangers die een praatje maken en informatie vragen. Die is ook te krijgen in het informatiecentrum van de Stichting Zeeuwse Schaaps kudde, naast de schaapskooi. Rinus Antonisse Informatiecentrum Zeeuwse Schaapskudde, Nieuwkamer seweg 3, Heinkenszand. Ge opend dinsdag tot en met zon dag van 11.00-16.00. Maandag gesloten. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl De kleine vijver in onze tuin heeft altijd wel de belang stelling van onze poes, al was het alleen maar omdat daar wa ter te vinden is dat ze lekkerder- der vindt dan het kraanwater in haar bak. Afgelopen winter was het spannend. De korte maar felle vorstperiodes gaven haar zowaar de gelegenheid over het Adri Karman heeft achter zijn huis een kleine tuin, waar toch van alles ge beurt. In 'Het tuintje van' schrijft en tekent hij elke week over de belevenissen in de natuur rondom het huis. water te lopen! Het was ko misch de verwondering op haar 'gezicht' te zien en tegelijkertijd met spanning af te wachten hoe haar een overtocht over het wel erg broze oppervlak tijdens een dooiperiode zou vergaan. Het liep goed af. Dat het voorjaarsleven al eerder begint dan de kalender aangeeft zien we ook het eerst aan onze poes. Enkele weken geleden al. Niet aan haar uiterlijk, zij zat nog volop in haar dikke winter vacht. Maar veel meer aan haar gedrag. Ineengedoken, de staart rond het lichaam geslagen, zat ze op de vlonder van waaruit ze het leven in de vijver rustig en vooral geduldig waar kon ne men. Spannende waarnemingen werden verraden door het naar verschillende kanten bewegen van de oren en het opgewonden heen en weer slaan van haar staartpunt. De ogen werden fel ler en alles aan poes was alert. We kennen het beeld nu al enke le jaren en weten door dat ge drag dat de salamanders hun voortplantingsmilieu, het wa ter, hebben opgezocht. Al die bewegingen, in het voor een poes toch wel enge nat, zijn voor haar verbazend spannend. Minstens een half jaar hebben we de salamanders niet gezien en ons afgevraagd waar de die ren gebleven zijn. Vooralsnog is dit voor ons een raadsel. Bekend is dat ze na de voortplanting het water verlaten. Maar ze weten zich blijkbaar goed te verber gen. Toch zijn ze elk voorjaar weer present. Zo ook dit jaar weer. Een paar keer betrapten we een exem plaar 's avonds op de bestrating vlak achter de woning in het licht van de buitenlamp, op weg naar de vijver. Althans dat ver moedden we, want het dier hield zich stil en leek levenloos. Dood is de eerste gedachte. Oppakken en het levenloze lichaampje op een steen dichtbij de vijver zet ten is altijd te proberen. Na enkele minuten kwam het dier inderdaad tot leven en be hendig verdween het in het wa ter. Het zich schijndood houden was maar een afleidingsma noeuvre. Diezelfde tactiek bleek ook te werken toen poes na ontdek king van de dieren in de vijver geduldig afwachtte tot er een binnen haar bereik kwam. Een snelle haal van de voorpoot en... hebbes! En dan spelen, want honger had ze niet. De bewegin gen hadden haar jachtinstinct geactiveerd en het leukste ging, dacht ze, nu nog komen. Hoe meer haar slachtoffer in paniek zou raken des te leuker zou het zijn. Meerdere malen hebben we ge zien hoe ze zich zelfs kan verma ken met aardkluiten die ze zelf met hilarische capriolen in de lucht gooit om er daarna weer achteraan te rennen. Niet de salamander dus. Het dier hield zich slap en dood en poes droop uiteindelijk teleur gesteld af, op zoek naar span nender activiteiten. Even later was het amfibie verdwenen op weg naar het water. De eerste vier maanden zal de salamander zich ophouden in het natte mi lieu om voor nageslacht te zor gen. Je dood houden blijkt een effectieve manier om in leven te blijven. Adri Karman illustratie Adri Karman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 19