Buzzend van bloem naar bloem
Zeeuwse rozen op het Groningse land
Die komt uut 't land
van d'age bamen
Op zoek naar hommels
Op Kóze*
Hommelkoningin foto Stichting Het Zeeuwse Landschap
Aan de publiciteit te merken
was de zevende Nederland
se dialectendag, die zaterdag 22
maart in Middelburg werd ge
houden, een weinig belangrijk
evenement. Zelfs de aanbieding
van het supplement van het
Woordenboek der Zeeuwse Dia
lecten (WZD) kreeg slechts ter
loops aandacht. Een boek waar
jaren en jaren aan gewerkt is en
waarmee nu 'de rijkdom van het
Zeeuws, waarvan het WZD al
getuigenis aflegde, opnieuw en
nog krachtiger voor het voet
licht wordt gebracht', aldus dr.
Jaques van Keymeulen in het
voorwoord.
De dialectendag was om meer
dan één reden interessant. Het
was smullen van diverse inlei
dingen, kennismakingsgroe-
penrondleidingen en een markt
van dialectproducten van ver
enigingen van Groningen tot en
met Vlaanderen. Wat ik onmid
dellijk onthield was het woord
spiegelplaotje waar een Gro
ningse collega naar vroeg. Spie
gelplaotje? Hij bedoelde een cd.
In het Zeeuws presteren we het
maar zelden om nieuwe dingen
een Zeeuwse naam te geven. In
Groningen lukt dat kennelijk
wel zo af en toe.
Professor Taeldeman van de
Gentse universiteit opende de
dag met een boeiende lezing
over sjibboletvorming in de Ne
derlandse dialecten. Niet direct
een onderwerp om op de vrije
zaterdag voor naar Middelburg
te reizen, maar wie Taeldeman
kent, weet dat hij door zijn hel
dere en altijd humoristische
presentatie de luisteraars zon
der meer weet te boeien
'Aan uw taal heb ik u herkend',
zo heette zijn voordracht en dat
stimuleert direct tot meeden
ken. Natuurlijk ken je iemand
aan zijn taal. Je hoort dat ie
mand van Walcheren komt. van
Schouwen of uit Oost-of West-
Zeeu ws-Vlaanderen en wie
goed thuis is in de Zeeuwse dia
lecten kan dat vaak nog veel
nauwkeuriger aanduiden. We
hebben daar zelfs aanduidingen
voor bedacht, die algemeen be
kend zijn. „Die komt uut 't land
van d'age bamen", doelend op
een dialectspreker afkomstig
van Schouwen-Duiveland of
Tholen vanwege de a-klank
waar anderen er ao of van
makenOf'Tis t'r een van ze 'n,
doe'n en laèt'n", als het iemand
van Oost-Zuid-Beveland be
treft. Taeldeman had deze sjib
bolets verzameld vanuit heel
Vlaanderen en Nederland. Hij
vertelde dat het woord sjibbolet
uit het bijbelboek Richteren
komt. De Gileadieten vroegen
vluchtende Efraimieten het
woord sjibbolet uit te spreken.
Aan hun uitspraak was te horen
of men al dan niet tot de vijand
behoorde. Zij konden de sj-
klank niet goed uitspreken en
verrieden zodoende zichzelf.
Uit de Tweede Wereldoorlog is
bekend dat Duitsers konden
worden herkend aan hun uit
spraak van het woord Scheve-
ningen.
Een sjibbolet is dus een woord
dat, of zin die kenmerkend is
voor een dialect of taal. Het
leukste waren natuurlijk de
tientallen voorbeelden waar
mee Taeldeman zijn lezing
doorspekte D'rzitnepijt inde
schijt en hij kan ter om den doe-
vel nie ijt.Waaslanders zeggen
dat als ze het dialect van Temse
willen typeren. De betekenis: er
zit een puit (kikker) in de schuit
en hij kan er om de duivel niet
uit. Het typerende kenmerk is
hier de ij waar anderen een uu of
ui zeggen. Vaak is een sjibbolet
een beetje spottend. Een sjibbo
let wordt ook wel andersom ge
bruikt: niet om het dialect van
een ander te typeren, maar om te
testen of iemand het dialect van
de eigen streek wel begrijpt. Wij
plegen dat te doen met „kiek,
kiek, een kacheltje op d'n diek"
en „de guus goóie mie kluten
naè puten in de dulve". In Roo
■f^EKTH
sendaal doet men het met „wao-
je wa moaje, mar wete wa mem-
me" en dat betekent: we hadden
wat we hadden, maar we eten
wat we hebben. Zuiver is dat
niet meer, want door het aan el
kaar schrijven of vlug achter el
kaar zeggen van zo'n zin wordt
het voor de buitenstaander erg
moeilijk. Leuk blijft het, want
ook in Zeeland doen er altijd
nog lijsten de ronde die op ver
jaardagen voorgelegd worden
om te kijken wat er staat. Lime-
kettalanka, kruketieren mok-
kokkè zijn bekende voorbeel
den.
Taeldeman ging uitvoerig in op
verschillende soorten en vor
men van sjibbolets. Soms krij
gen ze de vorm van spotversjes.
Een leuke komt uit het Friese
Kollum waar ze met het volgen
de versje de uitspraak van 'zul
len' en 'willen' typeren.
ZELN en WELN (zeilen en wel
len)
Zegn Visvleter leln (zeggen Vis-
vlieter lellen)
ZOLN en WOLN (zollen en wol
len)
De Boerummer snoln (de Bunu-
mer snollen)
ZUUDN en WUUDN (zuuden
en wuuden)
De Kollumer luudn (de Kollu-
mer lieden).
Hier een versje, daar een zin.
oLL en boLL en nog niet voLL
wordt als voorbeeld genoemd
van de dikke L die het dialect
van Westkappelle typeert. Jam
mer dat hij deze limerick niet
kende:
Er was es een man in Weschap-
pel
Die zei niet dapper, mae dappel
De r wier een 1
Toen liet um eêl snel
Z'n ael knippe bie de kappel.
De lezing van Taeldeman is op
genomen in het boek Aan taal
herkend dat in de boekhandel te
koop is. Een leuk boek voor wie
in dialecten is geïnteresseerd.
Pau Heerschap neemt een
hoofdstuk voor zijn rekening
over het dialectbewustzijn in
het Zeeuwse taalgebied. Ver
schillende voorbeelden uit zijn
deel zijn al aan de orde geweest
Het Zeeuwse taalgebied loopt er
niet van over. Er zijn wel allerlei
typeringen te vinden, maar die
slaan vaker op de mensen dan
op hun taalgebruik. Het be
kendste voorbeeld: Ik komme
van Bru en ik wete van niks.
Engel Reinhoudt
Agenda
De streektaalcommissie Stad
en Lande houdt komende
zaterdag in het Tonnenmaga-
zijn in Brouwershaven een
Zeeuwse Avond. Er is cabaret
van Kant'ooi en Jopie Minnaard
vertelt verhalen in het Zeeuws.
Aanvang 19.45 uur.
In 't Kerkje van Ellesdiek (Elle-
woutsdijk) wordt zondag een
meezingmiddag gehouden. Op
het programma staan oud-Hol
landse liedjes, smartlappen,
geestelijke liederen en Zeeuwse
liedjes. Joke Smallegange bege
leidt op piano, Jannie Nieuwen-
huijze op orgel. Geert Fortrie
verzorgt een intermezzo. Aan
vang 14.30 uur.
In 1994 hield de KNNV,
vereniging voor veldbio-
logie, samen met de NJN,
jeugdbond voor natuurstu
die, voor het eerst een hom
melproject. Doel was meer
inzicht te krijgen in de aan
wezigheid van hommels,
insecten die een grote rol
spelen bij de bestuiving van
wilde en cultuurplanten.
Beide organisaties herhalen
dit jaar het project, waaraan
iedereen die de moeite wil
nemen met wat meer interes
se naar de ijverig rondzoe-
mende hommels te kijken,
kan deelnemen. Er is een
waarnemingsformulier ge
maakt, waarop kan worden
aangetekend waar, wanneer
en op welke plant hommels
zijn gezien. Ook via de inter
netsite www.knnv.nl/hom-
mels kunnen waarnemingen
worden doorgegeven.
Hommels zijn nuttige en
boeiende insecten, die be
scherming verdienen, vinden
KNNV en NJN. Daarom wordt
opnieuw de schijnwerper ge
richt op deze dieren, die in vrij
wel iedere tuin vliegen. Het eer
ste hommelproject van KNNV
en NJN, bijna tien jaar geleden,
leverde ruim vijfduizend waar
nemingsformulieren op Sinds
dien is er in de Nederlandse na
tuur veel veranderd, zowel in de
'wilde' natuur als in de 'stadsna
tuur'.
Het is mode tuinen meer te be
straten of af te dekken met
grint. Aan de rand van steden en
dorpen ontstaan kale bedrijfs
terreinen. KNNV en NJN willen
graag weten welke invloed dat
heeft op de hommels. Vandaar
het tweede hommelproject. Om
het doen van waarnemingen te
vergemakkelijken, is een zoek-
kaart ontwikkeld, waarop af
beeldingen staan van zes hom-
melsoorten (zowel koningin als
werkster). Tuinhommel, aard-
hommel, boomhommel, steen
hommel, weidehommel en
akkerhommel. Want de ene
hommel is de andere niet, al be
horen ze net als de bijen en wes
pen tot de zogenaamde 'angel-
dragende vliesvleugeligen'.
Voor de hommels zijn vooral
dinsdag 1 april 2003
Steenhommel
vroegbloeiende bomen en plan
ten belangrijk, omdat de konin
ginnen al zeer vroeg in de lente
vliegen. Dat komt omdat de
diertjes hun eigen lichaamstem
peratuur kunnen regelen en op
30 tot 32 graden Celsius kunnen
handhaven. Hierdoor kunnen ze
al bij een buitentemperatuur
van vijf graden van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat vliegen.
Daarbij komt dat hommels ul
traviolet licht kunnen waarne
men, zodat ze ook in de sche
mering nog bloemen vinden,
vooral met blauwe kleuren
De koningin komt als eerste uit
de winterrust en gaat op zoek
naar nectar en stuifmeel. Ze legt
eitjes en daaruit worden werk
sters geboren, die voedsel ver
garen. Ze zuigen nectar uit de
bloem en verzamelen stuifmeel
door te 'buzzen'. Dit is trillen in
de bloem, waardoor het stuif
meel loslaat. Het luide gebrom
dat met het buzzen gepaard
gaat, maakt vaak duidelijk dat
er een hommel in de buurt is.
Tijdens de zoektocht naar voed
sel, van bloem naar bloem, zor
gen de hommels en passant voor
bestuiving. Veel planten zijn af
hankelijk van hommels voor de
vruchtzetting (onder meer
fruitbomen).
Er zijn in Nederland 29 hom
Tuinhommel
Weidehommel
melsoorten gevonden. De mees
te ook in Zeeland, want we heb
ben hier een zeer hommelrijke
provincie, zegt insectenkenner
Chiel Jacobusse. „Zowel wat de
soorten als de aantallen betreft.
Dat heeft te maken met de zui
delijke ligging. Van het noorden
naar het zuiden neemt het aan
tal hommels sterk toe, vooral
langs de kust. Dat is de puur
dempende werking van het zee
klimaat." Ook de variatie in
landschappen speelt een rol.
Zeeland kan erop bogen voor
bepaalde soorten extra interes
sant te zijn, weet Jacobusse. Hij
wijst op de zeldzame grashom
mel. ,,In de provincie zijn de
laatste vijf jaar meer grashom
mels waargenomen dan in de
150 jaar daarvoor in heel Neder
land. Het is een echte Zeeuwse
specialiteit, die hier gewoon is
Dat heeft te maken met de Del
ta. Ook de moshommel komt in
Zeeland veel voor en elders veel
minder Een paar jaar geleden
werden er op de Hompel voet in
de Grevelingen wel zestig nes
ten gevonden Ik durf gerust te
zeggen: Zeeland is een hommel
provincie bij uitstek." Dat is
meer een kwestie van geluk,
stelt Jacobusse. Er worden geen
bijzondere voorzieningen - zo
als aanleg leefgebieden, zorgen
voor bepaalde planten - getrof
fen. „Als we er goed voor zor
gen, dan doen we dat per onge
luk, Wie let er nu op hoe het met
de hommels en bijen gaat? Één
derde van de bijen is in de 20ste
eeuw uitgestorven of zeer zeld
zaam geworden Dat gaat voor
de hommels zeker ook op. De
gele hommel en de rode koe
koekshommel waren heel gewo
ne soorten en die worden abso
luut niet meer gezien."
De achteruitgang van de hom
mels en bijen heeft volgens
Chiel Jacobusse vooral te ma
ken met onze keurigheid. „De
roemruchte overhoekjes zijn er
niet meer." Hij ziet wel enkele
lichtpuntjes: het verbeterde
bermbeheer en minder chemi
sche onkruidbestrijding." De
hommels zijn te beschouwen als
'bouwsteentjes in de voedselke
ten', meent Jacobusse. Niet al
leen nuttig voor de bestuiving
van plantenmaar ook om ande-
Akkerhommel
re dieren als voedsel te dienen.
Dat luistert nauw. „De grauwe
klauwier is uitgestorven, omdat
de grote insecten, zoals hom
mels, zo enorm geleden hebben.
Vogels hebben daardoor ook
klappen gekregen, maar minder
dan hommels, bijen en dagvlin
ders."
Kamperfoelie
Jacobusse vindt de aandacht die
KNNV en NJN aan de hommel
schenken een goede zaak. Hij
maakt duidelijk dat mensen zelf
ook een handje kunnen helpen,
niet alleen door waarnemingen
door te geven, maar door in de
eigen tuin te zorgen voor een
goed hommelklimaat. „Tuin-
hommels komen graag op kam
perfoelie. Voor de aard- en
boomhommels is het goed blau
we bloemen aan te planten. En
je kunt hommelnestkastjes
neerzetten of ophangen." Voor
steken hoeven mensen niet bang
te zijn, onderstreept hij „Hom
mels zijn niet agressief. Ze ste
ken beslist niet gauw."
Rinus Antonisse
Waarnemingsformulieren zijn
aan te vragen bij de KNNV
(postzegel insluiten), postbus
19320,3501 DH Utrecht.
Aardhommel
Boomhommel
De Bierkreek tussen 1.1-
zendijke en Schoondijke
is de eerste biologische ro-
zenkwekerij van Neder
land. Wat begon als een
hobby van vier vrienden,
is drie jaar later een pro
fessionele kwekerij, waar
idealisme en dadendrang
gelijk op gaan met zake
lijk inzicht en behoefte
aan perfectie. Wat blijft is
het deeltijd-ondernemer
schap. Want Geertje van
der Krogt, Eric de Millia-
no, Marianne Lundahl en
Hans van Hage hebben er
allevier een baan bij
Een jaar lang hield de PZC de
activiteiten op rozenkwe
kerij De Bierkreek bij. Een jaar
lang verleenden Geertje, Eric,
Marianne en Hans met een on
gekende dosis enthousiasme
bun medewerking aan deze ru
briek. Een jaar lang praatte het
viertal u bij over alle ins en outs
van het biologisch kweken van
rozen. Onderwerpsuggesties te
over, ze zouden er nog wel een
jaargang mee kunnen en willen
vullen. Helaas, vandaag is de
laatste aflevering.
En daarin komen de Bierkre-
kers eens niet zelf aan het
woord. Nu komen de afnemers
aan de beurt. Want is De Bier
kreek nou wel zo fantastisch zo
als zij het afgelopen jaar is
beschreven? ..Qua rozenassorti-
ment zijn zij uniek in Neder
land", vindt Marijke Eering van
hoveniersbedrijf De Natuurtuin
in Haren (provincie Groningen).
„Wij hebben nu tien jaar een ho
veniersbedrijf. dat zo milieu
vriendelijk mogelijk werkt. Al
voordat De Bierkreek op poten
werd gezet, kenden wij Hans en
Marianne. Mijn man Gert heeft
bij hen op school gezeten. Van
daar de vriendschap. Toen zij
aangaven een biologische ro
zenkwekerij te willen beginnen,
zeiden wij: dan zijn w ij jullie
eerste afnemers! Wij halen al
onze rozen van De Bierkreek,
want wij willen alleen biolo
gisch geteelde rozen in ons as
sortiment."
De Groningse hovenier denkt
dat vooral het idealisme van de
Bierkrekers het bedrijf maakt
tot wat het nu is. „Dat hebben
wij en zij. Dat klikt gewoon. Wij
willen allebei mensen erop wij
zen hoe je zo milieubewust mo
gelijk met je omgeving om kan
gaan", aldus Eering. Fleur Zon
neveld van De Kleine Plantage
in Eenrum (provincie Gronin
gen) prijst de exclusiviteit van
de Zeeuws-Vlaamse rozenkw e
kerij. „Ze zijn sterk in het leve
ren van bijzondere dingen. Voor
de echte liefhebber is de keuze
enorm. De massa - „doe mij
maar een rode roos" - komt er
niet op af, ze richten zich op de
echte tuinlicfhebber. Dat doen
wij ook." Zonneveld haalt de
rozen bij De Bierkreek niet uit
idealistisch oogpunt. „Wij pro
beren zo milieuvriendelijk mo
gelijk te werken, maar als het
echt niet anders kan grijpen wij
weieens naar bestrijdingsmid
delen. Wij kopen bij hen omdat
ze kwalitatief hele goede rozen
hebben."
Eering en Zonneveld onderne
men af en toe de lange trip naar
Zeeuws-Vlaanderen om hun as
sortiment uit te breiden. Dich
ter bij huis zit afnemer Fred de
Rijk van Europatuin in Oost-
burg.
„Wij zijn nog geen grote afne
mer, zo'n honderd rozen per
jaar, maar dat zal meer worden.
Wij zijn bij hen terechtgekomen
door advertenties en de rubriek
in de PZC in het afgelopen jaar.
Waarom zou je het ver zoeken
als het heel dicht bij huis zit? Ze
hebben een ongelooflijk breed
assortiment. En als ze iets niet
hebben, zoekt Hans net zo lang
tot hij het heeft gevonden."
Raymond de Frel
Dit is de laatste aflevering van
Op rozen.
Een veilingkar met nieuwe rozenplanten foto Peter Nicolai