We waren geen vechtcollege
zaterdag 22 maart 2003
Veertig jaar ervaring: van links naar rechts Lous Coppoolse, Gert van ZwietenJaap Hennekeij en Daan Bruinooge. foto Mechteld Jansen
Het dagelijks provinciebe
stuur van Zeeland raakt in
één klap veertig jaar ervaring
kwijt. De gedeputeerden Daan
Bruinooge, Jaap Hennekeij (bei
den twaalf jaar in het college van
Gedeputeerde Staten), Gert van
Zwieten en Lous Coppoolse (bei
den acht jaar) houden ermee op.
Bruinooge: „We kunnen niet onte
vreden zijn."
Van Zwieten: „We hebben mazzel
gehad."
Hennekeij: „Je doet het nooit
goed."
Coppoolse: „Het is vervelend dat
je soms mensen pijn doet."
Ze laten Zeeland met een gerust ge
voel aan hun opvolgers over. Na
een forse bezuinigingsoperatie in de
eerste helft van de jaren 90 staat de
provincie er financieel gezond voor.
Wegen zijn beter en veiliger gewor
den Mede daardoor hebben zich nieu
we bedrijven gevestigd, die meer
werkgelegenheid met zich hebben
meegebracht. Het ingezette tweespo
renbeleid voor de ruimtelijke orde
ning - rust en ruimte naast economi
sche vitaliteit - is een succes gebleken.
Leefbaarheid, jeugdzorg en bestrij
ding van geweld worden in samen
hang aangepakt Er is een breed ge
dragen visie tot stand gekomen over
de manier waarop de nadelige effec
ten van het Deltaplan kunnen worden
aangepakt ,,We hebben 't goed ge
daan - naar omstandigheden", meent
Lous Coppoolse
Vroeger werden we
als een boerenprovincie
gezien
Daan Bruinooge (PvdA, economie en
financiën). „Zeeland ligt er nu zo bij
omdat consequente keuzes zijn ge
maakt. Daarbij hebben wij als Gede
puteerde Staten én Provinciale Staten
de boel wel dynamisch gehouden. We
zijn niet in de valkuil van het conser
vatisme gestapt."
Lous Coppoolse (CDA, welzijn, water
en grensoverschrijdende contacten):
„Zeeland is veranderd van een uit
hoek waar het af en toe wat rommelde
in een gebied dat waardering krijgt.
We trekken volop de aandacht met de
Westerschelde Containerterminal.
Vroeger werden we alleen als een boe
renprovincie gezien."
Gert van Zwieten (WD, ruimtelijke
ordening) stelt vast dat Zeeland in
menig opzicht als voorbeeld voor an
dere provincies geldt: „We zijn de eer
ste met een architectuurnota, met een
beeldkwaliteitsplan en met een nota
over buisleidingen. Daar is in het hele
land interesse voor. We lopen tegen
woordig voorop en dat wordt langza
merhand erkend."
Jaap Hennekeij (WD, verkeer): „We
springen ook verstandig met het geld
om. Het dividend van Delta gaat bij
voorbeeld alleen maar naar eenmali
ge uitgaven. We leggen ons er niet voor
de langere termijn mee vast, omdat je
er niet op mag blijven rekenen."
Mede dankzij de jaarlijkse uitkering
van Delta (in 2002 15 miljoen euro)
konden vrijwel alle verzoeken om een
financiële bijdrage van de provincie
worden ingewilligd. Dat was nog niet
zo lang geleden zeker niet het geval.
Coppoolse (57): „Ik heb de laatste zes
jaar in financieel opzicht gouden ja-
ren gekend. Maar daarvóór was het
twee jaar zweten." Bruinooge (62) en
Hennekeij (54) werpen hem een mon
tere blik toe. Zij traden al in 1991 aan
en moesten vier jaar langer het bezui
nigingsmes hanteren. Daarbij heeft
de provincie diep in eigen vlees gesne
den. Eerst werden in het ambtelijk ap
paraat arbeidsplaatsen geschrapt,
daarna is de subsidiekraan dichtge
draaid. Bruinooge „Het resultaat was
dat in zes jaar tijd - en ik doe het nog
even in guldens - 14 miljoen is bezui
nigd. En waren de Zeeuwen daardoor
zo ongelukkig? Ik denk het niet."
Niet makkelijk
Ze zijn het erover eens: hun opvolgers
krijgen het niet makkelijk Zwaar
weer in aantocht. Nieuwe bezuinigin
gen als gevolg van de stagnerende eco
nomie zullen niet aan de provincie
voorbij gaan. Waar nog geld valt weg
te halen, zouden ze niet zo snel weten.
Van Zwieten (59): „Er zitten weinig
vetrandjes meer aan, waarin je zonder
al te grote problemen kunt snijden.
Maar dat zal wél moeten gebeuren. Er
zal minder geld binnenkomen en het
Rijk zal meer taken naar de provincie
schuiven. Creatieve oplossingen zijn
welkom." En Bruinooge over het
nieuwe college van GS: „Als ze ver
standig zijn, beginnen ze meteen met
bezuinigen."
Juist in een tijd van bezuinigingen
komt het aan op teamwork. Samen
werking heeft trouwens steeds hoog in
het vaandel gestaan. Coppoolse: „Wij
waren geen vechtcollege Vanuit die
saamhorigheidsgedachte hebben de
leden van het dagelijks provinciebe
stuur elkaar ook niet de kastanjes uit
het vuur laten halen Hennekeij en
Bruinooge vertellen dat zij Alex Dijk-
wel (D66-gedeputeerde tussen 1991
en 1995) te hulp zijn geschoten toen
hij her en der in de provincie moest
gaan uitleggen dat bejaardenoorden
zouden worden gesloten. En bij de
aangezegde herindeling van Zeeuws-
Vlaanderen lieten ze het brengen van
deze in de streek weinig populaire
boodschap niet alleen over aan Toine
Poppelaars, die nu eenmaal de porte
feuille bestuurlijke organisatie had.
Van Zwieten hoort dit ernstige betoog
Gert van Zwieten
We zijn de eerste
met een nota over
buisleidingen
van zijn collega's met stijgende ge
amuseerdheid aan. „O ja", smaalt hij,
„en waar waren jullie dan tijdens de
ontpolderingsdiscussie. Toen moest
ik het toch echt in mijn eentje opknap
pen Hij doelt op plannen in 1995 om
gebieden langs de Westerschelde prijs
te geven aan het water om zo het ver
lies van natuurwaarden door de ver
dieping van de vaargeul te compense
ren. Die plannen stuitten op ernstig
verzet bij boeren. Van Zwieten: „Daar
ben ik toen als groentje op afge
stuurd." Coppoolse: „Achteraf is ge
bleken dat de analyse die toen is ge
maakt, niet deugde." Hennekeij: „Dat
hele dossier is een vergissing ge
weest." Van Zwieten, vergoelijkend:
„Niemand had ook kunnen vermoe
den dat het NOS Journaal er beelden
van de watersnoodramp van 1953 bij
zou halen. Wij in elk geval niet." On
danks de storm van protesten die de
ontpoldenngsplannen opleverde, wil
Van Zwieten deze discussie niet als
een dieptepunt in zijn gedeputeerde
schap aanmerken. „Ik heb alleen
maar hoogtepunten meegemaakt."
Op de man
Ook in de discussie over de WCT is het
dagelijks provinciebestuur als team
opgetreden. De gedeputeerden heb
ben, waar en wanneer dat ook maar
nodig was, eendrachtig de aanleg van
de containerterminal verdedigd. De
economische ontwikkelingen van de
laatste maanden rechtvaardigen dat,
benadrukken ze. Van Zwieten: „In ok
tober vorig jaar vonden sommigen
nog dat we de werkgelegenheid van de
WCT helemaal niet nodig hebben."
Bruinooge: „Ik garandeer je: binnen
een jaar zal GroenLinks erop aan
dringen dat er iets gebeurt om de
jeugdwerkloosheid te bestrijden."
Die saamhorigheid bleek in het WCT-
debat ook nadelen te hebben. Niet al
leen Bruinooge als initiatiefnemer
voor de terminal, maar ook andere ge
deputeerden kregen te maken met op
de man gespeelde reacties. Hennekeij
„Dat is een trend. De laatste jaren
wordt de respons harder." Van Zwie
ten: „Dat mag in zekere zin ook, want
de mensen zijn mondiger, maar ze
worden ook ongenuanceerder. En dat
laat toch steeds een klein litteken na."
In dit verband vertelt Bruinooge met
ingehouden woede hoe zijn zoon aan
de telefoon werd uitgehoord door
oud-hoogleraar Heertje, die als des
kundige optrad voor actiegroep Redt
de Kaloot. „Hij wilde van mijn zoon
weten wat ik verdien als voorzitter
van het havenschap. Toen ik dat hoor
de was ik echt onthutst." Van Zwieten
valt hem bij. „Dat gewone burgers on
genuanceerd zijn, dat valt nog te bil
lijken, maar zo'n Heertje hoort beter
geïnformeerd te zijn."
Van onheuse bejegeningen in het ka
der van de WCT-discussie heeft Cop
poolse nooit last gehad. „Dat je soms
boze reacties krijgt, als je mensen pijn
doet, kan ik op zich wel begrijpen.
Zélf heb ik daar over het algemeen
weinig ervaring mee.Van Zwieten
heeft er wel een verklaring voor
„Lous is een diplomaat. Hij is veel
vriendelijker dan ik en hij heeft het
geduld van een engel Ik heb niet voor
aan gestaan toen de diplomatieke ga
ven werden uitgedeeld."
Het is - daar zijn de andere drie het
over eens - aan deze bijzondere eigen
schap van Coppoolse te danken dat de
verschillende overheden en belangen
organisaties in Zeeland onder zijn
voorzitterschap met één standpunt
Jaap Hennekeij
Dat hele dossier over
ontpoldering is een
vergissing geweest
kwamen over de langetermijnvisie
voor het Schelde-estuarium. En ook
bij de formulering van een visie op de
toekomst van de Deltawateren kwam
Coppoolses beminnelijkheid mooi
van pas. Iemand met zo veel diploma
tie in zijn bagage is vanzelfsprekend
de aangewezen man voor contacten
over de grens. „Onze minister van
Buitenlandse Zaken", prijzen de an
deren hem. Coppoolse protesteert
zwakjes tegen die lof. „In de Schelde-
mondraad zijn inderdaad wel wat
drempels verlaagd dankzij de goede
contacten. Maar ik moet bekennen
dat de samenwerking met Noord-
Brabant en Limburg meer downs dan
ups heeft gekend."
Geen ene moer
Succes heeft twee kanten. Hennekeij
is zich daar pijnlijk van bewust. Dat
Zeeland na zeventig jaar ijveren ein
delijk een vaste oeververbinding tus
sen Zeeuws-Vlaanderen en Midden-
Zeeland heeft, valt voor een belang
rijk deel op zijn conto te schrijven.
Maar hij is tevens de gedeputeerde die
daarmee de Provinciale Stoomboot
diensten om zeep heeft geholpen. En
nu gaan ook de klachten over het dure
fiets-voetveerVlissingen-Breskens
aan zijn adres. Dat geldt eveneens
voor het openbaar vervoer. „Als je de
reacties zo hoort, lijkt het wel of er
geen ene moer van klopt, maar we
krijgen wel 5 procent meer openbaar
vervoer voor hetzelfde geld."
Klachten over zogenaamd onredelij
ke boetes voor te verwaarlozen over
schrijdingen van de maximum snel
heid en ander klein verkeersleed, laat
Hennekeij makkelijk langs zich af
glijden. Verbetering van de veiligheid
in het verkeer en daarmee verminde
ring van het aantal verkeersslachtof
fers staat voor hem op de eerste plaats.
Dit is ook het onderdeel van zijn ta
kenpakket waarvoor hij, vindt hij
zelf, zich de afgelopen twaalf jaar het
meest heeft ingezet Dat leden van zijn
eigen partij hem dat niet altijd in dank
hebben afgenomen, laat hem koud.
Dank is er wel van zijn collega Bruin
ooge De inspanningen van Hennekeij
om de bereikbaarheid van Zeeland te
verbeteren, maakten het Bruinooge
makkelijker nieuwe bedrijven aan te
trekken Zo ontsluit de Westerschel-
detunnel de Noord-Franse markt
voor het bedrijfsleven in Midden-
Zeeland. Deze verbinding is ook van
invloed op de invulling van het distri
butiepark aan de Braakmanhaven en
op het besluit van Cobelfret zich in
Vlissingen-Oostte vestigen. „De bete
kenis hiervan wordt niet altijd ten
volle onderkend. Deze ontwikkelin
gen zullen een geweldige impact heb
ben op de werkgelegenheid."
Van de vier vertrekkers is Van Zwieten
degene die er genoegen in schept af en
toe een knuppel in het hoenderhok te
smijten. „Zo heb ik in een druzige bui
geroepen dat Zeeland twee keer zo
veel inwoners zou moeten hebben.
Maar dat was alleen maar om de dis
cussie los te maken. Ik wil eigenlijk
maar twee dingen: voldoende voor
zieningen, ook op het platteland, en
een evenwicht tussen jongeren en ou
deren."
Wankel
Dat evenwicht is wankel. Daarom is
de vergrijzing van Zeeland volgens
Coppoolse een van de belangrijkste
uitdagingen voor het nieuwe college
van GS. „Dit probleem wordt onder
schat." Van Zwieten valt hem bij.
„Daarom moeten we onze provincie
niet al te nadrukkelijk profileren als
een mooi woongebied voor ouderen.
We hebben de handen al vol aan de ei
gen vergrijzing. Daar moeten we
Zeeuwse oplossingen voor zien te vin
den. De uitdaging is bijvoorbeeld in
Daan Bruinooge
De mensen begrijpen
heel goed dat er geld
verdiend moet worden
alle dorpen 24 uur per dag zorg be
schikbaar te hebben voor ouderen."
Bruinooge, Coppoolse, Hennekeij en
Van Zwieten helpen hun opvolgers uit
de droom dat ze de komende vier jaar
alleen maar op de winkel zullen hoe
ven te passen. Ook al is de marsroute
voor de toekomst al uitgestippeld in
de strategische visie, er blijven op alle
beleidsterreinen scherpe keuzes te
maken. Het dringende advies luidt
het tweesporenbeleid in elk geval niet
los te laten. Van Zwieten. „Tientallen
jaren zijn we in Zeeland bezig het
groenblauwe karakter te behouden
en daarnaast in de zeehavengebieden
economische activiteiten te ontwik
kelen. Op enkele ongelukjes na is dat
een succes gebleken Bruinooge:
„Geneuzel dat het niet mogelijk is
voor die twee sporen tegelijk te kie
zen, heb ik ook in het WCT-debat ge
hoord. Maar de mensen begrijpen ook
heel goed dat er geld verdiend moet
worden."
De genoegzaamheid waarmee het
viertal terugblikt, kan niet verhullen
dat het werk nog met af is. Hennekeij
had graag de voorbereidingen voor de
tunnel bij Sluiskil afgerond, Cop
poolse had meer aan het vrijwilligers
werk willen doen, Van Zwieten had
eerder aandacht willen besteden aan
wat hij levensloopbestendige wonin
gen noemt en Bruinooge zou best nog
wel een rondje GS willen meemaken,
maar dan alleen als gedeputeerde
voorde havens.
Met een mengeling van instemming
en bewondering horen Bruinooge,
Coppoolse en Hennekeij Van Zwie-
tens slotoverweging aan: „Het is toch
prachtig weg te kunnen gaan op een
moment dat je zelf kiest. En of het al
lemaal geholpen heeft? Ach, dat weet
ik niet."
Ben Jansen en Maurits Sep