Dat riekt naar spel,
naar spelen met gaven
PZC
Het begon met David
Wolfstonen van
Herman Franke
DeMille gaat terug naar Vietnam
Naar Psalm 22
De psalmen
volgens
Lloyd Haft
vrijdag 21 maart 2003
proza
Jan ter Haar: Burgwal 89. Na de
dood van zijn vader wordt Kees
tegen zijn zin directeur van het
familiebedrijf Valck Zonen,
kooplieden in Engelse garens en
manufacturen. De belangen van
de werknemers en die van de fa
milie komen lijnrecht tegenover
elkaar te staan als blijkt dat het
bedrijf zijn ondergang tegemoet
gaat. Zevende roman van Ter
Haar, die eerder Onvoltooid
verleden en Droom en droesem
schreef. Uitgeverij Contact, 239
pag., €19,90.
Ursula den Tex: Anna baronnes
se Bentinck, een vrouw van
stand. Over de adellijke subcul
tuur kun je veel vertellen, zon
eter dat je er ooit werkelijk vat
op kunt krijgen, schrijft journa
liste Ursula den Tex. Wat ze over
de adel weet schrijft Den Tex in
deze biografie van haar moeder.
De geschiedenis van Anna baro
nesse Bentinck is een verhaal
over standsverschil en moeder
schap, over de alledaagsheid
yan de adel en over zijn raadsel
achtige ongenaakbaarheid.
Brieven en dagboeken vormen
de fundamenten van dit boek en
geven een kijk op zeden en ge
woonten van een klasse met pri
vileges. Uitgeverij Balans, 220
pag., €17,50.
vertaald
Graham Robb: Rimbaud, de bio
grafie. „Hij stonk naar genie",
zei een tijdgenoot over Arthur
Rimbaud. De jonge Rimbaud
verscheen als een komeet aan
het firmament van de Franse
negentiende-eeuwse literaire
wereld en verdween weer even
snel.Graham Robb, die eerder
de levens van Honoré de Balzac
en Victor Hugo beschreef, legt
de handel en wandel van Rim
baud vast in deze kloeke biogra
fie. Vertaling: Han van der Vegt,
Kristine Steenbergh en Michael
Eenhoorn. Uitgeverij Bert Bak
ker, 561 pag., €29,95.
Siri Hustvedt: Wat me lief was.
Bill en Leo zijn boezemvrien
den. Ze delen hun passie voor
kunst, zijn gek op eikaars vrou
wen en krijgen ongeveer tegelij
kertijd een zoon. Door een tra
gisch ongeval sterft plotseling
de zoon van Leo. Siri Hustvedt
werd in 1955 geboren in North-
field, Minnesota als kind van
Noorse immigranten. Wat me
lief was is haar derde roman.
Vertaling: Heieen ter Holt. Uit
geverij De Bezige Bij, 477 pag.,
€32,50.
Nicole Mones: Fragiele schoon
heid. Als taxateur van antiek
Chinees porselein bestudeert de
dove Lia Frank fragiele schoon
heid in haar handen. Maar als ze
in de spiegel kijkt, ziet ze een
vrouw die huiverig is voor de
liefde, afgesneden van de we
reld om zich heen. Wanneer ze
voor haar werk naar Beijing
reist, wordt Lia meegesleurd in
een romance, die de loop van
haar leven zou kunnen verande
ren. Voor dit debuut ontving de
Amerikaanse schrijfster Nicole
Mones de Janet Heidinger Kaf
ka Prize. Vertaling: Lydia Mee-
der. Uitgeverij Sirene, 286 pag.,
€17,95.
e nieuwe roman
van Herman
Franke (1948)
heet Wolfstonen. Vijf jaar
geleden won hij de AKO
Literatuurprijs met 'De
verbeelding'. Langverwacht
is overdreven, maar je bent
toch benieuwd waar Franke,
die relatief onbekend was
toen hij de prijs won, mee zou
komen. Wolfstonen is dik, en
knap geschreven, maar niet
goed. Laat ik mijn bezwaren
uitleggen aan de hand van
een historische vergelijking.
Op de top van de renaissance,
toen de kunstenaar had la
ten zien het beeldhouwen of
schilderen tot in de toppen van
de vingers te beheersen, ging hij
weer spelen met zijn gaven. Hij
was zo goed geworden dat hij
meende zich enige frivoliteiten
te kunnen permitteren. Net zo
als, eeuwen later, een voetballer
die tijdens een dribbel tussen de
backs door de bal even drie maal
hoog houdt. Kunnen spelen met
je geniale gaven, daar bestaat
een mooi Italiaans woord voor:
sprezzatura.
In de periode die volgde op de
renaissance, het maniërisme,
werd een vrouwenhals op een
schilderij net even iets sierlijker.
Iets te sierlijk in feite, en daarin
school een gevaar. Het spel kon
uitschieten, te frivool worden.
De kunstenaar kon het spel
overdrijven. Wie zijn hand over
speelde en nog meer tierelantij
nen ging toevoegen kwam te
recht in krullendraaierij. Dat
gebeurde uiteindelijk ook. En
we noemden het barok.
Al vaker is gewezen op parallel
len tussen het maniërisme en
bepaalde stromingen binnen de
moderne Nederlandse letter
kunde. Op basis van de beheer
sing van het handwerk gingen
schrijvers spelen met hun vaar
digheden. Belangrijkste
voorbeelden: 'Joyce Co' en
'Patrizio Canaponi' (het eerste
pseudoniem van A.F.Th.), maar
ook boeken van zulke uiteenlo
pende auteurs als Kester Fre-
riks, Gerrit Komrij en Willem
Brakman vertoonden de ken
merken.
Nu is sprezzatura geen voor
waarde voor grote kunst. De
complete vertellersstroming,
van Elsschot tot Hotz en 't Hart,
kan zonder. Maar het is een
groot genot te merken dat een
auteur de ingewikkelde materie
Herman Franke: een schrijver met ambitie.
zo beheerst dat hij ermee kan
spelen. Herman Franke is een
schrijver met ambitie. In 'De
verbeelding' liet hij een stand
beeld spreken. Dat riekt naar
spel, naar jongleren met de ga
ven, naar een vermoeden van
sprezzatura. Maar in Wolfsto
nen ontbreekt nou juist het spel
element. En het wordt node ge
mist. De roman is razend knap
in elkaar gestoken. Het wekt
echter de schij n dat de structuur
van het boek alle energie van
Franke heeft opgesoupeerd.
Wolfstonen vertelt het verhaal
van een modern appartemen
tencomplex dat in een gapend
gat in een woonblok van een ou
de stadswijk wordt gebouwd.
Als een nieuwe kies in een rot
gebit. Plan, pand en bewoners
worden door de oude buurt bij
voorbaat verdacht verklaard
Franke vertelt de levensverha
len van de nieuwe bewoners.
Interessante figuren. De wan
hopig zoekende violist Elto Hol-
din, de argwanende ingenieur
Vartor, de journaliste Mernin,
het echtpaar Forstenalt, de
wildplasser Ista, de in eigen
ogen te rondborstige Paulice en
de brunette Angolie. De buurt
foto Roeland Fossen
wordt in het koor vertegen
woordigd door twee kinderen,
Milla en Jacho.
Hun levenspaden kruisen in en
om het nieuwe pand, deels
noodgedwongen omdat vanaf
de eerste dag het aangenaam
verpozen wordt verstoord door
een dreunend geluid van onbe
kende herkomst. Blijkt dat de
buurman zijn boksoefeningen
tegen de tussenmuur doet.
Ingenieus vlecht de schrijver de
verhaallijnen door elkaar. Tot
en met de rampzalige finale, die
al in de openingszin wordt aan
gekondigd Keurig afgevlecht,
heet dat. Kleine, futiele details
in de ene lijn blijken belangrijke
in een volgende. Knap en be
heerst gedaan. Maar verder
komt Franke niet. De stijl is
krampachtig, de beeldspraken
doen geforceerd aan.
Theo Hakkert
Herman FrankeWolfstonen - Uitge
verij Podium, 524 pagina's, €25,-
Het wonder van de psalmen.
Poëzie zo grandioos dat de
ongelovige zolang hij leest van
zelf een gelovige wordt. Talloze
dichters hebben zich met de
psalmdichter willen meten. Met
nieuwe psalmen, zoals Leo Vro-
man die heeft gepubliceerdMet
berijmingen, zoals M. Nijhoff
die vervaardigde. Met vertalin
gen, zoals Ida Gerhardt die sa
men met haar levensgezellin
Marie van der Zeyde heeft ge
maakt. Zij bewonderden de
psalmen zozeer dat ze er He
breeuws voor leerden. Lloyd
Haft (geb.1946) heeft zich nu
ook aan een bewerking van deze
honderdvijftig teksten ge
waagd. Op de achterflap heeft
men het over 'toppen van vrij
heid'. In een bijzin laat de Ame
rikaans-Nederlandse dichter
terloops weten: „nog afgezien
ervan dat ik geen Hebreeuws
lees."
Dan lijk je genoeg te weten: hier
is iemand aan het werk die de
lusten gretig aanvaardt, maai
de lasten even krachtig afslaat.
Bij nadere beschouwing is zijn
onderneming interessanter. Hij
heeft op een heel eigenzinnige
wijze naar de psalmen gekeken
en maakte van de oude liederen
nieuwe gedichten. Ze zijn uit
hun bijbelse omgeving losge
rukt. Er wordt een 'u' - natuur
lijk met kleine letter - aange
sproken, een u die overigens wel
degelijk alles ziet. Het zien is
zelfs een steeds terugkerend ge
geven in de bundel: „Loof de
ziende. Loof hem/ in zijn ver
borgenheid/ Alles wat nog
hijgen kan/ love de ziende./
Loof. De ziende."
Met veel fantasie kan men in de
ze regels psalm 150 herkennen.
Meestal zijn de gedichten nog
verder van de originelen af ko
men te staan. Vrijwel alle namen
van personen en plaatsen zijn
geschrapt, al duiken in psalm 99
Moses en Aaron even op. Ook de
termen 'God' en 'Heer' zijn ge
weerd. Een onbenoemde is er
voor in de plaats gekomen, wat
Hafts opening van psalm 8 nog
al onlogisch maakt: „Mijn heer-
Wilt u mij niet zien?
hoort u mij maar wendt zich af?
Kon ik beter stil zijn als u?
zoals ook al mijn vaderen nu
stil zijn, die u riepen?
Had u hun roepen nodig
om voor hen te zijn?
Hun loven als een troon om op te zwijgen.
Toch denk ik aan uw naam:
ik ben geen worm maar mens.
Niet stieren,
niet buffels,
niet brullende leeuwen tegenover mij
maar u!
Dieper dan hun muilen,
scherper dan al hun horens
is uw stilte, die mijn beenderen doorboort.
Lloyd Haft
lijkheid/ is dat ik u mag noe
men." De teksten zijn meestal
ook minder radicaal uitgeval
len, in elk geval worden er geen
tanden van goddelozen meer ge
broken. De hierbij afgedrukte
versie van psalm 22 geeft een in-
druk van wat de bewerker heeft
gedaan. Hij is religieus, maar
het is een religie van 2003,
hoogst persoonlijk, zonder na
druk.
De vraag blijft voor mij: mag je
andermans teksten in zo'n ster
ke mate naar je hand zetten? Is
er sprake van diep respect of
juist van grove heiligschennis?
Hier en daar is een steen van het
eerbiedwaardige bouw*
overeind gebleven. Hetfcsfl
psalm 42 dat hijgt naar des
terstromen hijgt nog steeds,)
is een uitzondering. Decor.;;
inzet van psalm 23 „De Hei
mijn herder,/ mij zal nietsi
breken" werd veranderd it
abstracte „Mij weet de aa
kent mijn gebreken."Erisi
al veel geschrapt. De ve
verzen van psalm 37 wenk
drie regeltjes teruggebr*
„Wees stil./ Al het andere^
tot zis zeggen: hij is zie:'
kunt deze woorden slecht
vatten als een veroordeling!
de oorspronkelijke psafi
alsof die te wijdlopig zog,
zijn. Een bundel met ee;
smaak kortom. Maar een
smaak die niet lang zal b|
ven: de traditie die mpt
begon, zal met Haft beslist
ophouden. Het wonderbl
zijn bewerkingen uit.
Mario Mol»
De Psalmen in de bewerkn;
Lloyd Haft - Uitgeverij Quer.i
pag./ €23,50
Nelson DeMille piekte vorig
jaar met 'Krachtmeting',
Zijn nieuwste, Missie Saigon,
zou de titel 'thriller van het jaar'
ook wel mogen krijgen, al zitten
we pas in maart.
Meestal bekreun ik me over de
dikke pillen die met name de
Amerikaanse auteurs afschei
den. Eerlijk gezegd had ik er een
hard hoofd in dat zelfs DeMille
me 728 pagina's lang zou kun
nen boeien, niet in de laatste
plaats omdat Missie Saigon de
zoveelste roman over Vietnam
dreigde te worden.
Maar alles kwam op zijn pootjes
terecht. DeMille houdt de span
ning erin (een topprestatie) en
de dialogen en monologues in-
trieurs zijn, ondanks het trieste
decor van een door oorlogen ge
teisterd land en volk, vaak net
zo humoristisch als die fantasti
sche 'krachtmeting'. Missie
Saigon is bovendien een her
nieuwde kennismaking met de
hoofdpersoon uit 'De Gene-
raalsdochter' (verfilmd met
John Travolta). Deze luitenant
van de geheime dienst van het
VS-leger Paul Brenner is net ge
pensioneerd, maar krijgt van
zijn baas toch een nieuwe op
dracht (met toekomstperspec
tief, lijkt het).
Brenner moet in Vietnam een
vijand van vroeger, dus een
Noord-Vietnamese militair op
sporen. Deze mr. Vinh was des
tijds ooggetuige van de moord
op een Amerikaanse luitenant,
gepleegd door een Amerikaanse
kapitein. Een verslag van de
moord geraakt tenslotte in han
den van Brenners dienst.
Zelf heeft Brenner veel vraagte
kens bij het hoe en waarom van
zijn missie. Toch gaat
toerist/veteraan, Bepaald'
toevallig, zo zal later blij
krijgt hij gezelschap van en'
verhouding met Susan Wè
die in Vietnam zogenaj
werkt voor een Aziatisch-^
rikaanse onderneming. Eet
terst gevaarlijke dame. i
Brenner ondanks al zijn lei:
ervaring het tegen dreigtj
leggen.
De terugkeer van BrennerL
de gebieden waar hij alsbra
een bloedige strijd uitvochil
'Charlie' levert in deruimes
ge een interessant en somsj
roerend reisverhaal op.
Arno Ruiten!)
Nelson DeMille: Missie Saiga-
geverij The House of Bock.
pag.,€18,50.
Rudy Kousbroek
Broedzorg
eze vier padjes vond ik vorig
voorjaar op een ochtend in de
tuin, onder een baksteen bij
de vijver. Wat is een pad
vinder? Iemand die een pad vindt.
Op dat moment was ik bereid voor ze te ster
ven, subsidiair de rest van mijn leven aan ze te
wijden. Een merkwaardige man, zouden de
mensen later zeggen, een zonderling. Zijn ver
dere leven richtte hij rond deze 4 dieren in. Hij
zou voortaan hun beschermer zijn, hij zou er
voor zorgen dat ze niets kon overkomen. Een
van zeer diep komende emotie. Waar berust die
op?
Dit zijn enkele relevante factoren:
- het aantal: niet één dier, maar vier tegelijk!
Gulheid, overvloed, allemaal voor Rudy.
- de afmetingen: zo klein, baby-formaat.
- de perfectie: de zorgvuldige afwerking, de
liefde voor detailvolmaakte miniatuur-pad
jes.
- de onschuld: het ontbreken van agressiviteit.
- de kwetsbaarheid: geen weermiddelen, onbe
schermd, aan genade overgeleverd.
- de expressie; zo geresigneerd, zo zonder voor
hoofd.
- de anthropomorfie: de benen als van een
zwemmer, de staartloosheid.
Op de foto zijn ze zich al een beetje aan het ver
spreiden, dat gebeurde in de tijd nodig om een
fototoestel te halen; maar toen ik ze vond zaten
ze dicht tegen elkaar aan, als bange kinderen.
Waar komt de emotie vandaan? Is het getrans
poneerd, gebaseerd op symboliek, afgekeken
ergens van? Is het imitatie naar een voorbeeld?
Nee, het is voor zover ik kan nagaan niet aan
geleerd. Die opmerkelijke vertedering is een
onderdeel van iets, een ingebouwd mechanis
me dat er altijd geweest is, waar ik mee gebo
ren ben: het willen beschermen van weerloze
wezens, in aanleg ongetwi j feld de eigen kinde
ren, broedzorg. Het vermogen om lief te heb
ben. Het kan niet anders of het is geërfd, geba
seerd op een erfelijk schema. Om de soort in
stand te houden.
Maar staat het verder in dienst ergens van?
Niet dat het die dieren van enig nut was; na ze
gefotografeerd te hebben vroeg ik me af hoe
het verder moest. Er zijn meerdere volwassen
padden in onze tuin. ik ken ze bij naam en
voornaam, maar deze? Hoe kwamen ze daar?
Hoe oud waren ze? Waren ze er allang? Wat te
doen? Gewoon de steen terugleggen en ze 'aan
de natuur' - dat is de naam die biologen aan het
blinde noodlot geven - overlaten? Wat komt er
daar van ze terecht? Het was een gevaarlijke
plaats voor ze, ze riskeerden vertrapt te wor
den als ze onder hun steen vandaan kwamen of
zelfs wanneer ze er onder bleven, wanneer ie
mand op die steen zou gaan staan of leunen
Achterin de tuin is het veel veiliger voor ze.
daar komt bijna nooit iemand, er zijn veel rus
tige plekken voor padden met rulle aarde en
stenen om onder te zitten
Maar de volgende dag, de volgende ochtend al,
waren ze terug, weer onder hun baksteen. Ze
moeten in de nacht die hele lange weg terug
zijn gegaan, ongeveer 2000 keer hun eigen
lengte, rekende ik uit, vertaald naar mensendi
mensies ruim drie kilometer lopen. Maar het
ergste: er ontbrak er een. Er waren er nog maar
drie. De kleinste was er niet meer bij.
Overal gezocht, letterlijk geen steen in de tuin
onomgekeerd gelaten. Weg padje, geen spoor.
Toch lag het niet voor de hand dat hem iets was
overkomen, je leest in alle boeken over padden
(want die heb ik uiteraard allemaal gelezen),
dat ze vrijwel geen natuurlijke vijanden heb
ben, als gevolg van de gifklieren op hun rug,
waar je in feite weinig van merkt (na aanra
king handen wassen, zo wordt altijd gewaar
schuwd in paddenboeken voor kinderen). Zo
weet ik ook dat padden 10 tot 20 jaar kunnen
worden, er is er zelfs een bekend van 36, vol
gens Elvig Hansen Het leven van de pad, Meu-
lenhoff 1985), en dat ze, ook een detail dat
wanhopige liefde opwekt, opgroeien zonder
vader of moeder
In de paartijd kun je ze in en om onze vijver be
zig zien aan dagenlange ononderbroken om
helzingen, waar wij een voorbeeld aan kunnen
nemen, maar helaas (de literatuur is er ondui
delijk over) blijkbaar zonder penetratie. Nog
iets vreemds: er zijn geen padden in Ierland.
foto Sarah Hart 2002
Een wetenschappelijke verklaring daarvoor Na een paar dagen waren ook zij verdwenen,
ben ik nooit ergens tegengekomen, wel veel an- Als ze maar weten dat ze altijd terug kunnen
dere.
komen, ze hoeven niets uit te leggen, geen ver-
Hoe is het afgelopen met de overblijvende drie? wijten.