Ook met
taal wordt
gehamerd
Rawie neem je
in kleine doses
Aan het eind een gedicht als uitroepteken
Voet op het gaspedaal
De nieuwe man van
Thomas Rosenboom
23
oorspelbaar
„voorspelbaar
Rick de Leeuw
vrijdag 14 maart 2003
rakman blijft
jbj een nominatie voor
f Willem Brakman Met zijn
L roman. 'Gesprekken in
i fen aan zee', maakt hij kans
»j Jeubns Literatuurprijs, al
at pas op 7 apnl bekend of
boek de promotie van de
lel dist naar de shortlist van
liniaal zes kanshebbers weet
eken en de schrijver daar-
een uitnodiging voor een
lerdams avondje vol dure
i,drank en bijpassende con -
jtie oplevert. Maar daar
Willem Brakman natuur
wet op wachten. Hij mag
boeken per twee jaar laten
even en aan dat ijzeren rit-
joudt hij zich strikt.
rechtlijnige zit ook in zijn
akters. zeker ook in Schoo,
apierhandelaar om wie al-
raait in het 49-ste officiële
tr L van Willem Brakman (80),
'ül pfmenger. Ware het niet dat
oóeen argwanend mannetje
lij vertrouwt het zaakje niet.
^zaakje7Geen enkel zaakje,
zijn eigen zaak niet, de pa-
oiet handel.
p 1 loopt niet echt, de handel is
mg florissant. Geen wonder
je klanten argwanend te-
et treedt. Zodat Schoo's
v andere inkomsten aan
tboren. Ze biedt onderdak
vrouwen die voor kortere of
ere tijd op een ander onder
en zijn aangewezen. Mooi
mevrouw Schoo, maar de
erhandelaar wordt er al-
va ;s nerveuzer van. Want
ail einden vertrouwt hij al hele-
- sl met, ook vrouwelijke fa-
ec deden niet. Al vindt hij ze
bijster interessant, en speci-
zijn logerende schoonzus
heid. Zeker wanneer blijkt
deze niet vies is van het we-
2 E;c5 genot dat de uitoefe
van de vieselij ke lusten nu
laai biedt.
swaar is er een verteller aan
woord, maar ver buiten de
schtenkronkels van Schoo
;de lezer niet. Tel daar de
ne. onvoorspelbaar mean-
adeverhaallijnen en absur-
sche dialogen bij op en
dijk Brakman, zoals
d, een flink beroep doet op
ereidwilligheid van de lezer
ik ongeloof op te schorten en
md chrijver op zijn excursie te
en. Dat is een groot genot
y/> deliefhebbersvandeflexi-
ej teit van taal en de aan anar-
|f[ e grenzende vrijheid die de
aar ijver nu eenmaal heeft om
w verhaal zo langs de door
Ej] izelf uitgezette piketpaal-
te leiden als hem goed-
ikl Maar het is een gesel
ir me graag een rechtlijnig
haal leest dat zich naar de lo-
van oorzaak en gevolg
Stug doorlezen kan ook,
irbi] momenten van helder
en hilariteit in hoog tempo
leien met onverklaarbare
irongen.
gifmenger is een monter
l Een boek om steeds 'pom-
t-pom* bij te fluisteren,
was nummer 49. Op naar
een jubileum. Een blik langs
oor Brakman gevulde boe-
ilank leert dat zijn boeken
)egehoorzame dode' altijd
*n 114 (de novelle 'Een
treffelijke ridder') en 220
Sprekken in huizen aan zee')
dzijden dik zijn. Zou het niet
hg zijn wanneer Brakman
boek 50 eens wat meer
ntezou claimen om zijn pen
iroberen op een groter ver-
d'Orn te voorkomen dat zij n
vast voorspelbaar onvoor-
bare romans op een ander
'auvoorspelbaar worden.
Theo Hakkert
M Brakman: De gifmenger -
nio.mblz., €15,90 (geb)
errassend snel na 'Publieke werken' komt Thomas
Rosenboom met een nieuwe roman. De voormalige
scheepswerf van Arend Apol in Wirdum, aan het
Groningse Damsterdiep vormt het decor voor een
psychologische roman over de obsessie van scheepsbouwer
Berend Bepol voor zijn knecht.
Rosenboom: „Ik heb wel eens
ideeën voor romans, maal
ais ze me niet echt aanspreken,
dan vergeet ik ze vanzelf weer.
Ik heb niks in reserve. Ik heb of
geen ideeën of alleen dat ene
idee en dat houdt me dan voort
durend bezig. Ik heb niet het ge
voel dat ik kan kiezen. Ik ben
niet iemand die na een paar
blonde vriendinnen besluit
maar eens een brunette te zoe
ken. Ik ben gewoon blij met ie
der idee dat mij overtuigt."
De latere vader van Thomas Ro
senboom was in zijn jonge jaren
vrachtwagenchauffeur bij een
oud familiebedrijf. Op een dag
werd hij door de eigenaar apart
genomen. De man had een voor
stel. Als Rosenboom bereid was
met de dochter des huizes te
trouwen, kon hij later het be
drijf overnemen. Hij wees het
aanbod af.
De familieanekdote vormt nu de
basis voor de nieuwe roman van
Thomas Rosenboom: De nieuwe
man. „Stel je voor dat mensen
wel op die basis trouwen, wat
kan er dan allemaal gebeuren?"
Het begon te werken, het idee
rijpte. De schrijver zocht er een
geschikte tak van industrie
voor. Niet een transportbedrijf,
het werd een scheepswerf. „In
de eerste plaats omdat ik op bo
ten ben. Ik kijk graag naar bo
ten."
Het is bekend: toen Thomas Ro
senboom (1956) na de toeken
ning van de Libris Literatuur
prijs voor de roman 'Gewassen
vlees' gevraagd werd wat hij
met het geld ging doen, ant
woordde hij dat hij mogelijk een
boot ging kopen. Een van de on
derdelen van die boot heeft hij
nog. De schroef heeft een plekje
gekregen op het dressoir in zijn
Amsterdamse woning.
„En in de tweede plaats had ik
erg genoten van het boek van
Hylke Speerstra, 'De voorbije
vloot', waarin hij onder andere
praat met de laatste generatie
zeilende schippers. Zij lieten
ook wel eens boten bouwen." De
basis voor De nieuwe man was
gelegd.
Berend Bepol is, begin vorige
eeuw, scheepsbouwer aan het
Damsterdiep in Groningen. Het
is een kleine werf bij het ge
hucht Wirdum, waar Bepol de
enige notabel is. Hij woont bij de
werf met zijn vrouw Gaat en
dochter Ilse. Ofschoon de lig
ging aan het smalle en ondiepe
Damsterdiep ongunstig is, flo
reert het bedrijf toch. De zaken
gaan goed en Bepol kan zich op
liefdewerk voor de dorpsge
meenschap richten. En hij gaat
op zoek naar een echtgenoot
voor Ilse. Hij is al langer geobse
deerd door een van zijn arbei
ders, de zwijgzame voorman
Niesten. Als deze Niesten nu
eens met Ilse huwt, dan heeft
Bepol meteen een goede opvol
ger. Dat huwelijk komt er, maar
Bepol krijgt maar geen vat op
Niesten, die blijft zwijgen en
ook geen dankbaarheid toont.
En dan, juist wanneer de malai
se in de scheepsbouw alle Gro
ningse werven treft, weet Nies
ten een grote, Duitse order
binnen te slepen, nota bene bij
zijn eerste poging tot acquisitie.
Bepol vertrouwt het niet en wei
gert Niesten een plek op zijn
werven, waarop zijn schoon
zoon besluit de boot in een wei
land langs de rivier te bouwen.
Het opvallendst aan de manier
waarop Rosenboom dit verhaal
vertelt, is dat van alle persona
ges alleen Bepol aan het woord
komt. „Ik had een kleine roman
voor ogen. Weinig personages.
Eén locatie. Er wordt een schip
gebouwd, en een huis voor het
jonge paar. De locatie is gesloten
als een toneeldecor. Heel over
zichtelijk. Het moest gaan over
de obsessie van die oude
scheepsbouwer voor die jonge
knecht. Hoe meer hij naar hem
kijkt hoe beter het is, en hoe
minder Niesten in beeld komt,
hoe geloofwaardiger die fasci
natie wordt. Als Niesten dingen
zou gaan zeggen, denk je als le
zer als snel: zo bijzonder is hij
ook weer niet."
Rosenboom laat Niesten hoog
uit een enkele kreet slaken.
„Niet iets wat hem typeert. Hoe
beter je een mens kent, hoe min
der fascinerend hij wordt."
Een kalenderjaar lang werkte
Thomas Rosenboom aan deze
nieuwe roman, die voor zijn
doen met 316 pagina's vrij dun
is. Rosenboom groeide met zijn
lijvige romans 'Gewassen vlees'
Thomas Rosenboom: „Door het tikken op een toetsenbord sla ik de roman in de vorm."
de dag bezuren. Onbewust zal ik
me dan wel realiseren dat ik om
dat ik meer gedaan heb nu min
der hoef te doen."
Hij schreef De nieuwe man op de
computer, in plaats van met de
vulpen, zoals hij met 'Publieke
werken' gedaan had. Voor Ro
senboom een wezenlij k verschil
zeker gezien de parallel die te
trekken valt met het handwerk
(1994) en 'Publieke werken'
(1999), die beide met de Libris
Literatuurprijs werden be
kroond, uit tot een van de meest
gelezen auteurs van Nederland.
Heel 2002 ging op aan De nieu
we man.
„Het boek hield me dag en nacht
bezig." Een probleem was elke
dag opnieuw de stijl van het
boek te hervinden, zegt hij. Dus
bleef hij lang in bed liggenWoe
len en weer wegsluimeren. Om
twee uur dan toch maar op
staan. Een flinke wandeling.
Anderhalf uur. „Uitstelgedrag."
Vervolgens koffie. En dan aan
het werk. Van een uur of vijf, zes
tot 's avonds elf uur. Voor die ene
pagina per dag. „Schrijf ik
meer, dan moet ik het de volgen-
op de scheepswerf van Bepol en
Niesten. „Het boek speelt in een
ruwe wereld. Dan mocht de taal
ook ruw zijn. Door het tikken sla
ik de roman in de vorm. Kracht
dadig, en niet vanuit een lyrisch
gemoed. Tikken op de computer
heeft meer dynamiek dan
schrijven met de vulpen. En dat
gehamer op de toetsen lijkt in
derdaad op het gehamer op de
werf." Evenals 'Publieke wer
ken', waarvan een verhaallijn
was gebaseerd op de geschiede
nis van de winkeltjes die nu nog
zichtbaar zijn tegen de gevel
van het Amsterdamse Victoria-
hotel, speelt De nieuwe man op
een aanwijsbare plek. In Wir
dum had begin vorige eeuw ene
Arend Apol een kleine scheeps
werf. Arend Apol werd Berend
Bepol.
Thomas Rosenboom kan met
opmerkelijke distantie zijn ei
gen roman analyseren. Alsof het
een boek van een ander is, alsof
hij niet heel 2002 ermee bezig is
geweest. „Ik heb gezocht naar
zuiverheid, naar purisme door
me te beperken tot die ene man
die steeds hetzelfde doet. Bepol
zit of in zijn kantoor naar buiten
te kijken of hij is buiten en dan
loopt hij de ene kant op naar Ap-
pingedam of de andere kant op.
Dat is het, en ondertussen wordt
dat schip gebouwd. Van Niesten
komt niets terug. Bepol wil zo
graag dat die jongen opleeft.
Rosenboom heeft in vier lezin
gen voor de Universiteit van
Groningen, die gebundeld wer
den in het boek 'Aanvallend
spel', uitgelegd dat de hoofd
personen van de grote romans
uit de wereldliteratuur-zich
vaak maar op één doel concen
treren Maar in het geval van
Berend Bepol is het moeilijk dat
ene doel te omschrijven.
„Bepol weet niet goed wat hij
werkelijk wil, wat zijn ware
drijfveer is. Dat geeft het ver
troebelde wat ik juist zocht. Ik
zocht een vereniging van de ver
troebeling in 'Gewassen vlees'
en de strakheid van 'Publieke
werken'. Bepol denkt dat hij
zijn dochter een dienst bewijst
door het huwelijk mogelijk te
maken en hij denkt Niesten een
dienst te doen door hem een toe
komst te geven als scheepsbou
wer. Hij is helemaal door Nies
ten geobsedeerd. Als hij naar
Met een handjevol trefwoor
den kan de sfeer worden
geschetst van de roman De
macht, over het stuur van Jan
van Mersbergen, kort geleden
verschenen in een fraaie gebon
den uitgave zoals we inmiddels
gewend zijn van de betrekkelijk
nieuwe uitgeverij Cossee. Het
boek draait om jongens en au
to's, dorp en kermis, disco en ca
fetaria, bier en shag.
Het soort plattelandsjongens
om wie het gaat, kent u vast wel
van berichten in de krant over
illegale snelheidswedstrijden
Ze weten van wanten wat auto's
betreft, ze sleutelen er onophou-
delijk aan, geven ze een nieuw
kleurtje, leggen er een zwaarde
re motor in en maken er, ruikend
naar olie en smeer, branie-ach-
tig de blits mee. Een hand losjes
op het stuur, met een vinger van
dezelfde hand een bekende be
groetend, drukken ze stoer het
gaspedaal zo diep in als maar
mogelijk is. Ze heten Rocco en
Ronnie, ze rijden in auto's van
types die op hun namen lijken
zoals Scirocco en Monza.
Zo handig met de ringsleutel als
ze zijn, zo moeilijk weten de jon
gens raad met hun gevoelens.
Onbeholpen gaan ze om met de
dood van een vriend, die in zijn
overmoed zijn opgevoerde auto
om een boom heeft gevouwen.
Onwennig hijsen ze zich in een
geleend pak voor de eerste be
grafenis van hun leven.
Er is nog een tweede verhaallijn.
De hoofdpersoon van het boek,
Ronnie, komt qua bravoure in
competitie met een kermisjon-
gen. Ronny's zusje wordt daar
van het slachtoffer. Maar dit
bijverhaal komt, evenals de
geschiedenis van de rouwver
werking, niet uit de verf. Van
Mersbergens boek belooft
voortdurend iets te worden,
waardoor je blijft doorlezen,
maar aan het eind overheerst de
teleurstelling omdat het de be
lofte niet waarmaakt.
Peter van Vlerken
Jan van Mersbergen: De macht over
het stuur - Uitgeverij Cossee. 176
blz, €18,90.
foto Harmen de Jong/GPD
buiten kijkt, kijkt hij naar hem,
en als hij die jongen eenmaal op
zijn terrein heeft binnenge
haald, kan hij zich helemaal niet
meer van hem losmaken. Die
jongen belichaamt wat ook in
hem zit, of juist niet in hem zit,
maar wél wordt aangesproken."
De finale heeft ook Rosenboom
zelf verbaasd. „Deze kant van
het verhaal stond niet in mijn
schema."
Bepol en Niesten blijven aan het
eind alleen achter, ieder in hun
eigen huis bij de verlaten werf.
„Bepols angst neemt zo sterk toe
dat hij er naar toe wordt gedre
ven. Zoals een bokser niet weg
kruipt voor zijn sterkere tegen
stander maar hem juist in zijn
armen klemt, zo wordt Bepol
naar N iesten gedreven.Zonder
de details te verraden, kan wor
den gesteld dat Bepol zichzelf
vindt. „Zijn ware drijfveer in
het verhaal is uiteindelijk niet
die twee jonge mensen gelukkig
te maken en een leven te geven,
maar bij zichzelf uitkomen."
Dat had Rosenboom niet van te
voren bedacht, zegt hij. „Toen ik
hem die trap opstuurde, wist ik
ook niet wat er zou gaan gebeu
ren. Dat eind is een ingeving,
voortkomend uit de logica en de
psychologie."
Theo Hakkert
Thomas Rosenboom: De nieuwe
man. Roman - Uitgeverij Querido,
316 blz., €18,95 (pb)/ €24,95 (geb).
Rosenboom is donderdag 20 maart
te gast in De Drukkerij in Middel
burg, waar hij wordt geïnterviewd
door Frank van Doeselaar; aanvang
16 uur.
Het wachten is nog steeds op
nieuw werk. Toch is Jean
Pierre Rawie ook tijdens de hui
dige boekenweek prominent
aanwezig. Met optredens in het
land én, jawel, met een bloemle
zing van zijn mooiste rouwge
dichten.
Jean Pierre Rawie ontvangt in
zijn met boeken gevulde kamer
in de binnenstad van Gronin
gen. Thee in een kopje van por
selein, plakje cake erbij, cd-mu-
ziek van Beethoven op de ach
tergrond. Hoe net met de ge
zondheid is9 Glimlach rond de
mond. „Geen klachten."
In het kader van de nieuwe boe
kenweek is zijn bloemlezing Wij
volgen één voor één hetzelfde
pad verschenen. Ditmaal gaat
het om 'de mooiste rouwgedich
ten'. Zijn vorige bloemlezing,
'Wij hebben alles nog te goed'
uit 2001, bood een selectie lief
desgedichten. Zijn laatste bun
del met niet eerder gepubliceerd
werk, 'Geleende Tijd', dateert
alweer van 1999.
Eerst het hoge woord eruit:
wanneer krijgen we weer eens
iets nieuws? Het is een vraag die
vaker wordt gesteld. „Meestal
door mensen die helemaal niet
op iets nieuws van mij zitten te
wachten. 'Het verschijnt als het
uitkomt', zeg ik dan." Serieuzer:
„Als je twintig bent, zit nie
mand op je te wachten en wil je
alles publiceren. Ik ben nu 51
Jean Pierre Rawie
jaar en leg de lat hoger. Voor me
zelf en voor m'n lezers. Maar er
komt iets aan. Misschien dit jaar
al."
Geen writers block dus7 „Wel
nee. Als er niets verschijnt, wil
het niet zeggen dat er niets ge
beurt. Ik ken iemand die pro
beerde heel lang tevergeefs een
bepaalde pianosonate in de vin
gers te krijgen. Dat lukte pas
toen hij een tijd met pianospelen
stopte. En dan nog: mijn gedich
ten hebben een bepaald soorte
lijk gewicht. Je moet het in klei
ne doses tot je nemen."
Over naar de bloemlezing, een
idee van zijn uitgever. Hij deed
zelf de selectie, de uiteindelijke
volgorde van de gedichten is het
werk van zijn redacteur. Het
kiezen viel hem niet moeilijk:
„Bijna al mijn poëzie gaat over
de dood, over de liefde, over ver
lies en over andere ellende. Ik
pikte ze er zo uit.
Wij volgen één voor één hetzelf
de pad kan gelezen worden als
een korte cursus 'Rawie voor be
ginners'. Wat denkt hij zelf van
zijn ontwikkeling als dichter?
„Bij zo'n selectie stuit je op ge
dichten die je liever niet ge
maakt zou hebben. Maar de
grondtoon is al die jaren hetzelf
de gebleven."
In zijn beginjaren maakte Ra
wie veelvuldig gebruik van iro
nie. „Als 20-jarige ervaar je de
dingen soms zo pijnlijk, dat je ze
alleen met ironie onder woorden
kunt brengen. Dat is verdwe
nen. De uitzichtloosheid is in de
loop der jaren minder gewor-
den. En de zeggingskracht
neemt toe. Dat komt ook, door
dat ik andere, hogere, normen
stel."
Rawie vertelt hoe het is om als
dichter veelvuldig geciteerd te
worden bij sterfgevallen, z'n re
gels belanden zelfs op grafzer
ken, „Ik heb dat liever, dan dat
mensen zelf aan het dichten
slaan. Emoties op papier zijn
nog geen gedichten", zegt hij
met een fijn lachje. Vervolgens:
„Als mensen zich kunnen iden
tificeren met mijn gedichten, als
er troostende werking van uit
gaat. Dat is natuurlijk wel iets!"
Joep van Ruiten
Jean Pierre Rawie: Wij volgen één
voor één hetzelfde pad - Uitgeverij
Bert Bakker, 59 blz., €15,-.
2 zijn romandebuut 'De Laatste Held'
somt ex-Tröckener Kecks voorman
Leeuw (42) nu met gebundelde ge-
ton. Planeet Jeugd. Teksten buiten het
mien van couplet-couplet-refrein-
g-couplet-refrein. „Dichter, dat is niet
B mevrouw."
e)<-van je eigen falen kleine overwinnin-
ma.^en- -Als je over een mislukte
wlcarrière een mooi gedicht of een
1 ek kunt schrijven, dan is die toch
zo mislukt meer. Het is een soort recy-
jg van vergooide uren." Rick de Leeuw
'Voetballer, dat wist hij met onwankel-
g oof Maar hij werd, kostschooljaren
opster en schreef een boek over een
Wh 6dacht dat hij voetballer was. Nu
joverde dromen in jongensogen, 'al-
groeiend in de overtuiging/dat ze ooit
ozijn wat ze nu willen worden'
uw ging gedichten schrijven met een
Praktische aanleiding'. De af-
2 L°|f?ee van zijn band de Tröckener
icv - e*nc* naar België ge
baar hij te gast was in het televisie-
- roma De Laatste Show. Na afloop
6foJ?re^ntator wat hij het jaar daarop
Ifvrit'was een zware tournee, zo-
.okomdat we heel veel speelden, als
'1 °mdat je toch met ha rt en ziel aan
Rick de Leeuw
de band verbonden bent en dat per se op een
mooie manier tot een goed einde wilt bren
gen Daar pasten helemaal geen plannen
voor later in.Dus hij zei de waarheid: op 19
maart had hij een verjaardag waar hij graag
heen wilde, verder niets.
Prompt werd hij ingelijfd als vaste gast op
de donderdagavond. Een geschenk uit de
hemel, lot uit de loterij - niks dat zwarte gat
waarop hij zich 'eigenlijk wel een beetje had
verheugd'. „Troosteloze leegte, ha! Dat leek
me wel wat. De sherry lonkt! Maar ik moest
gelijk aan de slag." Hartstikke leuk, had hij
de makers van De Laatste Show gevraagd,
maar wat moet ik doen'? Hij zou als relatieve
buitenstaander terugblikken op de shows
van de dagen ervoor, „Dat ging best goed,
maar het eindigde nooit ergens. Het mean
derde in een woordenzee uit." Hij bedacht:
ik ga eindigen met een gedicht, een gedicht
als uitroepteken, als blijk dat het item afge
lopen is. Dus toen moest hij gedichten
schrijven. „Ik heb nooit gedacht dat het niet
zou lukken Met mijn voeten vooruit het
diepe in."
Een selectie van de gedichten uit De Laatste
Show verschijnt nu met als titel Planeet
Jeugd. In het inleidende verhaal beschrijft
De Leeuw hoe hij wakker wordt met een ge
weldig lied in zijn hoofd. De woorden weet
hij nog, maar onder de douche is de melodie
al verworden tot 'Er staat een paard in de
gang'. Van wereldsong tot camavalshit.
Was hij maar dichter geworden, verzucht
hij, dan was hij al klaar geweest. „Verlost
van de muziek, ja. Niet echt serieus bedoeld
natuurlijk, maar meer om de pretentie een
beetje van zo'n gedichtenbundel weg te ha
len. Het is ontzettend leuk om gedichten te
schrijven. Maar voor je het weet presenteer
je jezelf als dichter. Dichter, dat is niet niks
mevrouw."
Hij schrijft nog steeds liedjes, maar dan
voor anderen. De Leeuw zou niet zonder de
muziek kunnen, al is het voor hem 'niet lo
gisch' weer in een band te stappen. „De
Kecks waren een goede band en een andere
band zou daar op de een of andere manier
toch mee concurreren." Schrijven voor an
deren is 'zoveel breder' dan liedjes voor de
bandzegt hij.Vroeger moest een liedje aan
allerlei eisen voldoen voor de band. Juist
omdat die druk eraf is kun je het je nu per
mitteren om iets te schrijven waarvan je
denkt, onzin! En dan gooi je het weg. Maar
in de wetenschap dat je ieder anderhalf jaar
een plaat moet uitbrengen, heb je niet zoveel
aan mislukte nummers."
Het dichten geeft hem vrijheid om 'niet ge
relateerd aan muziek toch je gedachten te
ordenen' „Het is ook heel dankbaar werk
als je uit het stramien van couplet-couplet-
refrein-brug-couplet-refrein mag Je on-
derwerpenscala wordt breder, je woord
keuze is veel bepalender." En, zegt De
Leeuw, je kunt veel sentimenteler schrijven
als je gedichten maakt. „Als je in een band
speelt en liedjes schrijft, schrijf je in een tra
ditie van wat wel of niet rock- of popmu-
ziekonderwerpen zijn." De thema's van zijn
gedichten. „Zoals Gerard Reve zegt, liefde
of geen liefde, ouder worden en dan de
dood."
Op de Planeet Jeugd van het titelgedicht
komt nooit 'later/ het half beleefde kabbe
lende later/ waar het milde midden lonkt'.
De Leeuw, 42, twee zoons van negen en zes -
„Ik moet zeggen bijna tien en bijna zeven,
grote kerels al" - heeft nog altijd geen rijbe
wijs omdat dat iets is voor 'grote mensen'.
„Ik was het allang weer kwijt geweest als ik
het had gehad, dus het is niet erg, daar mist
de snelweg niets aan. Maar als je naar jezelf
kijkt, bén je helemaal geen 42. Dat zijn an
deren wel, maar jij niet. Ik lijk in mijn hoofd
dus helemaal niet op wat mijn zoons zien als
ze naar mij kijken."
Maar hij beseft 'godzijdank' steeds meer dat
dat Tater' niet zo erg is als het leek te zijn.
„Op mijn 25ste moest ik er niet aan denken
om twee zoons te hebben, maar nu kan ik het
die Rick van 25 enorm aanraden. Het is an
ders dan ik toen dachtEn daarvan kun je le
ren dat het in de toekomst ook wel weer an
dere wordt dan je nu denkt dat het is. Daar
schuilt enorme schoonheid in, en een hang
naar wat er komt." En het is 'machtig' om
daarover te dichten in de trein naar Brussel,
vertrek 9.23 uit Amsterdam, aankomst
12.05 Brussel-Noord. Tweeëndertig uitzen
dingen per jaar, Bekende Nederlander in
België.
Voor hem is Brussel ver. Hoe beperkt je eigen
wereld is, en hoe beperkt je tijd, daar gaat
De Leeuw niet onder gebukt. „Er zijn zoveel
parallelle werelden waar je geen weet van
hebt, waar je geen toegang toe hebt. Ik vind
reizen helemaal niet leuk. Ik wil helemaal
niet naar een ander werelddeel. Je weet wel
dat het er allemaal is. Maar hoe meer je daar
naar op zoek gaat, hoe meer je er achter
komt hoe onbevattelijk groot de wereld is -
en hoe ongelooflijk klein je zelf bent. Dan
sta je in India in het voortdurende besef dat
Patagonië er ook nog is. Nietig, dat vind ik
weer zo'n woord... dat is echt dichterstaal.
Wel een mooi woord. Nietig."
Marjolijn de Cocq
Rick de Leeuw Planeet jeugd, gedichten uit De
laatste Show - Uitgeverij Nijgh Van Ditmar, 64
pagina's, €10,-.