Ook met taal wordt gehamerd Rawie neem je in kleine doses Aan het eind een gedicht als uitroepteken Voet op het gaspedaal De nieuwe man van Thomas Rosenboom 23 oorspelbaar „voorspelbaar Rick de Leeuw vrijdag 14 maart 2003 rakman blijft jbj een nominatie voor f Willem Brakman Met zijn L roman. 'Gesprekken in i fen aan zee', maakt hij kans »j Jeubns Literatuurprijs, al at pas op 7 apnl bekend of boek de promotie van de lel dist naar de shortlist van liniaal zes kanshebbers weet eken en de schrijver daar- een uitnodiging voor een lerdams avondje vol dure i,drank en bijpassende con - jtie oplevert. Maar daar Willem Brakman natuur wet op wachten. Hij mag boeken per twee jaar laten even en aan dat ijzeren rit- joudt hij zich strikt. rechtlijnige zit ook in zijn akters. zeker ook in Schoo, apierhandelaar om wie al- raait in het 49-ste officiële tr L van Willem Brakman (80), 'ül pfmenger. Ware het niet dat oóeen argwanend mannetje lij vertrouwt het zaakje niet. ^zaakje7Geen enkel zaakje, zijn eigen zaak niet, de pa- oiet handel. p 1 loopt niet echt, de handel is mg florissant. Geen wonder je klanten argwanend te- et treedt. Zodat Schoo's v andere inkomsten aan tboren. Ze biedt onderdak vrouwen die voor kortere of ere tijd op een ander onder en zijn aangewezen. Mooi mevrouw Schoo, maar de erhandelaar wordt er al- va ;s nerveuzer van. Want ail einden vertrouwt hij al hele- - sl met, ook vrouwelijke fa- ec deden niet. Al vindt hij ze bijster interessant, en speci- zijn logerende schoonzus heid. Zeker wanneer blijkt deze niet vies is van het we- 2 E;c5 genot dat de uitoefe van de vieselij ke lusten nu laai biedt. swaar is er een verteller aan woord, maar ver buiten de schtenkronkels van Schoo ;de lezer niet. Tel daar de ne. onvoorspelbaar mean- adeverhaallijnen en absur- sche dialogen bij op en dijk Brakman, zoals d, een flink beroep doet op ereidwilligheid van de lezer ik ongeloof op te schorten en md chrijver op zijn excursie te en. Dat is een groot genot y/> deliefhebbersvandeflexi- ej teit van taal en de aan anar- |f[ e grenzende vrijheid die de aar ijver nu eenmaal heeft om w verhaal zo langs de door Ej] izelf uitgezette piketpaal- te leiden als hem goed- ikl Maar het is een gesel ir me graag een rechtlijnig haal leest dat zich naar de lo- van oorzaak en gevolg Stug doorlezen kan ook, irbi] momenten van helder en hilariteit in hoog tempo leien met onverklaarbare irongen. gifmenger is een monter l Een boek om steeds 'pom- t-pom* bij te fluisteren, was nummer 49. Op naar een jubileum. Een blik langs oor Brakman gevulde boe- ilank leert dat zijn boeken )egehoorzame dode' altijd *n 114 (de novelle 'Een treffelijke ridder') en 220 Sprekken in huizen aan zee') dzijden dik zijn. Zou het niet hg zijn wanneer Brakman boek 50 eens wat meer ntezou claimen om zijn pen iroberen op een groter ver- d'Orn te voorkomen dat zij n vast voorspelbaar onvoor- bare romans op een ander 'auvoorspelbaar worden. Theo Hakkert M Brakman: De gifmenger - nio.mblz., €15,90 (geb) errassend snel na 'Publieke werken' komt Thomas Rosenboom met een nieuwe roman. De voormalige scheepswerf van Arend Apol in Wirdum, aan het Groningse Damsterdiep vormt het decor voor een psychologische roman over de obsessie van scheepsbouwer Berend Bepol voor zijn knecht. Rosenboom: „Ik heb wel eens ideeën voor romans, maal ais ze me niet echt aanspreken, dan vergeet ik ze vanzelf weer. Ik heb niks in reserve. Ik heb of geen ideeën of alleen dat ene idee en dat houdt me dan voort durend bezig. Ik heb niet het ge voel dat ik kan kiezen. Ik ben niet iemand die na een paar blonde vriendinnen besluit maar eens een brunette te zoe ken. Ik ben gewoon blij met ie der idee dat mij overtuigt." De latere vader van Thomas Ro senboom was in zijn jonge jaren vrachtwagenchauffeur bij een oud familiebedrijf. Op een dag werd hij door de eigenaar apart genomen. De man had een voor stel. Als Rosenboom bereid was met de dochter des huizes te trouwen, kon hij later het be drijf overnemen. Hij wees het aanbod af. De familieanekdote vormt nu de basis voor de nieuwe roman van Thomas Rosenboom: De nieuwe man. „Stel je voor dat mensen wel op die basis trouwen, wat kan er dan allemaal gebeuren?" Het begon te werken, het idee rijpte. De schrijver zocht er een geschikte tak van industrie voor. Niet een transportbedrijf, het werd een scheepswerf. „In de eerste plaats omdat ik op bo ten ben. Ik kijk graag naar bo ten." Het is bekend: toen Thomas Ro senboom (1956) na de toeken ning van de Libris Literatuur prijs voor de roman 'Gewassen vlees' gevraagd werd wat hij met het geld ging doen, ant woordde hij dat hij mogelijk een boot ging kopen. Een van de on derdelen van die boot heeft hij nog. De schroef heeft een plekje gekregen op het dressoir in zijn Amsterdamse woning. „En in de tweede plaats had ik erg genoten van het boek van Hylke Speerstra, 'De voorbije vloot', waarin hij onder andere praat met de laatste generatie zeilende schippers. Zij lieten ook wel eens boten bouwen." De basis voor De nieuwe man was gelegd. Berend Bepol is, begin vorige eeuw, scheepsbouwer aan het Damsterdiep in Groningen. Het is een kleine werf bij het ge hucht Wirdum, waar Bepol de enige notabel is. Hij woont bij de werf met zijn vrouw Gaat en dochter Ilse. Ofschoon de lig ging aan het smalle en ondiepe Damsterdiep ongunstig is, flo reert het bedrijf toch. De zaken gaan goed en Bepol kan zich op liefdewerk voor de dorpsge meenschap richten. En hij gaat op zoek naar een echtgenoot voor Ilse. Hij is al langer geobse deerd door een van zijn arbei ders, de zwijgzame voorman Niesten. Als deze Niesten nu eens met Ilse huwt, dan heeft Bepol meteen een goede opvol ger. Dat huwelijk komt er, maar Bepol krijgt maar geen vat op Niesten, die blijft zwijgen en ook geen dankbaarheid toont. En dan, juist wanneer de malai se in de scheepsbouw alle Gro ningse werven treft, weet Nies ten een grote, Duitse order binnen te slepen, nota bene bij zijn eerste poging tot acquisitie. Bepol vertrouwt het niet en wei gert Niesten een plek op zijn werven, waarop zijn schoon zoon besluit de boot in een wei land langs de rivier te bouwen. Het opvallendst aan de manier waarop Rosenboom dit verhaal vertelt, is dat van alle persona ges alleen Bepol aan het woord komt. „Ik had een kleine roman voor ogen. Weinig personages. Eén locatie. Er wordt een schip gebouwd, en een huis voor het jonge paar. De locatie is gesloten als een toneeldecor. Heel over zichtelijk. Het moest gaan over de obsessie van die oude scheepsbouwer voor die jonge knecht. Hoe meer hij naar hem kijkt hoe beter het is, en hoe minder Niesten in beeld komt, hoe geloofwaardiger die fasci natie wordt. Als Niesten dingen zou gaan zeggen, denk je als le zer als snel: zo bijzonder is hij ook weer niet." Rosenboom laat Niesten hoog uit een enkele kreet slaken. „Niet iets wat hem typeert. Hoe beter je een mens kent, hoe min der fascinerend hij wordt." Een kalenderjaar lang werkte Thomas Rosenboom aan deze nieuwe roman, die voor zijn doen met 316 pagina's vrij dun is. Rosenboom groeide met zijn lijvige romans 'Gewassen vlees' Thomas Rosenboom: „Door het tikken op een toetsenbord sla ik de roman in de vorm." de dag bezuren. Onbewust zal ik me dan wel realiseren dat ik om dat ik meer gedaan heb nu min der hoef te doen." Hij schreef De nieuwe man op de computer, in plaats van met de vulpen, zoals hij met 'Publieke werken' gedaan had. Voor Ro senboom een wezenlij k verschil zeker gezien de parallel die te trekken valt met het handwerk (1994) en 'Publieke werken' (1999), die beide met de Libris Literatuurprijs werden be kroond, uit tot een van de meest gelezen auteurs van Nederland. Heel 2002 ging op aan De nieu we man. „Het boek hield me dag en nacht bezig." Een probleem was elke dag opnieuw de stijl van het boek te hervinden, zegt hij. Dus bleef hij lang in bed liggenWoe len en weer wegsluimeren. Om twee uur dan toch maar op staan. Een flinke wandeling. Anderhalf uur. „Uitstelgedrag." Vervolgens koffie. En dan aan het werk. Van een uur of vijf, zes tot 's avonds elf uur. Voor die ene pagina per dag. „Schrijf ik meer, dan moet ik het de volgen- op de scheepswerf van Bepol en Niesten. „Het boek speelt in een ruwe wereld. Dan mocht de taal ook ruw zijn. Door het tikken sla ik de roman in de vorm. Kracht dadig, en niet vanuit een lyrisch gemoed. Tikken op de computer heeft meer dynamiek dan schrijven met de vulpen. En dat gehamer op de toetsen lijkt in derdaad op het gehamer op de werf." Evenals 'Publieke wer ken', waarvan een verhaallijn was gebaseerd op de geschiede nis van de winkeltjes die nu nog zichtbaar zijn tegen de gevel van het Amsterdamse Victoria- hotel, speelt De nieuwe man op een aanwijsbare plek. In Wir dum had begin vorige eeuw ene Arend Apol een kleine scheeps werf. Arend Apol werd Berend Bepol. Thomas Rosenboom kan met opmerkelijke distantie zijn ei gen roman analyseren. Alsof het een boek van een ander is, alsof hij niet heel 2002 ermee bezig is geweest. „Ik heb gezocht naar zuiverheid, naar purisme door me te beperken tot die ene man die steeds hetzelfde doet. Bepol zit of in zijn kantoor naar buiten te kijken of hij is buiten en dan loopt hij de ene kant op naar Ap- pingedam of de andere kant op. Dat is het, en ondertussen wordt dat schip gebouwd. Van Niesten komt niets terug. Bepol wil zo graag dat die jongen opleeft. Rosenboom heeft in vier lezin gen voor de Universiteit van Groningen, die gebundeld wer den in het boek 'Aanvallend spel', uitgelegd dat de hoofd personen van de grote romans uit de wereldliteratuur-zich vaak maar op één doel concen treren Maar in het geval van Berend Bepol is het moeilijk dat ene doel te omschrijven. „Bepol weet niet goed wat hij werkelijk wil, wat zijn ware drijfveer is. Dat geeft het ver troebelde wat ik juist zocht. Ik zocht een vereniging van de ver troebeling in 'Gewassen vlees' en de strakheid van 'Publieke werken'. Bepol denkt dat hij zijn dochter een dienst bewijst door het huwelijk mogelijk te maken en hij denkt Niesten een dienst te doen door hem een toe komst te geven als scheepsbou wer. Hij is helemaal door Nies ten geobsedeerd. Als hij naar Met een handjevol trefwoor den kan de sfeer worden geschetst van de roman De macht, over het stuur van Jan van Mersbergen, kort geleden verschenen in een fraaie gebon den uitgave zoals we inmiddels gewend zijn van de betrekkelijk nieuwe uitgeverij Cossee. Het boek draait om jongens en au to's, dorp en kermis, disco en ca fetaria, bier en shag. Het soort plattelandsjongens om wie het gaat, kent u vast wel van berichten in de krant over illegale snelheidswedstrijden Ze weten van wanten wat auto's betreft, ze sleutelen er onophou- delijk aan, geven ze een nieuw kleurtje, leggen er een zwaarde re motor in en maken er, ruikend naar olie en smeer, branie-ach- tig de blits mee. Een hand losjes op het stuur, met een vinger van dezelfde hand een bekende be groetend, drukken ze stoer het gaspedaal zo diep in als maar mogelijk is. Ze heten Rocco en Ronnie, ze rijden in auto's van types die op hun namen lijken zoals Scirocco en Monza. Zo handig met de ringsleutel als ze zijn, zo moeilijk weten de jon gens raad met hun gevoelens. Onbeholpen gaan ze om met de dood van een vriend, die in zijn overmoed zijn opgevoerde auto om een boom heeft gevouwen. Onwennig hijsen ze zich in een geleend pak voor de eerste be grafenis van hun leven. Er is nog een tweede verhaallijn. De hoofdpersoon van het boek, Ronnie, komt qua bravoure in competitie met een kermisjon- gen. Ronny's zusje wordt daar van het slachtoffer. Maar dit bijverhaal komt, evenals de geschiedenis van de rouwver werking, niet uit de verf. Van Mersbergens boek belooft voortdurend iets te worden, waardoor je blijft doorlezen, maar aan het eind overheerst de teleurstelling omdat het de be lofte niet waarmaakt. Peter van Vlerken Jan van Mersbergen: De macht over het stuur - Uitgeverij Cossee. 176 blz, €18,90. foto Harmen de Jong/GPD buiten kijkt, kijkt hij naar hem, en als hij die jongen eenmaal op zijn terrein heeft binnenge haald, kan hij zich helemaal niet meer van hem losmaken. Die jongen belichaamt wat ook in hem zit, of juist niet in hem zit, maar wél wordt aangesproken." De finale heeft ook Rosenboom zelf verbaasd. „Deze kant van het verhaal stond niet in mijn schema." Bepol en Niesten blijven aan het eind alleen achter, ieder in hun eigen huis bij de verlaten werf. „Bepols angst neemt zo sterk toe dat hij er naar toe wordt gedre ven. Zoals een bokser niet weg kruipt voor zijn sterkere tegen stander maar hem juist in zijn armen klemt, zo wordt Bepol naar N iesten gedreven.Zonder de details te verraden, kan wor den gesteld dat Bepol zichzelf vindt. „Zijn ware drijfveer in het verhaal is uiteindelijk niet die twee jonge mensen gelukkig te maken en een leven te geven, maar bij zichzelf uitkomen." Dat had Rosenboom niet van te voren bedacht, zegt hij. „Toen ik hem die trap opstuurde, wist ik ook niet wat er zou gaan gebeu ren. Dat eind is een ingeving, voortkomend uit de logica en de psychologie." Theo Hakkert Thomas Rosenboom: De nieuwe man. Roman - Uitgeverij Querido, 316 blz., €18,95 (pb)/ €24,95 (geb). Rosenboom is donderdag 20 maart te gast in De Drukkerij in Middel burg, waar hij wordt geïnterviewd door Frank van Doeselaar; aanvang 16 uur. Het wachten is nog steeds op nieuw werk. Toch is Jean Pierre Rawie ook tijdens de hui dige boekenweek prominent aanwezig. Met optredens in het land én, jawel, met een bloemle zing van zijn mooiste rouwge dichten. Jean Pierre Rawie ontvangt in zijn met boeken gevulde kamer in de binnenstad van Gronin gen. Thee in een kopje van por selein, plakje cake erbij, cd-mu- ziek van Beethoven op de ach tergrond. Hoe net met de ge zondheid is9 Glimlach rond de mond. „Geen klachten." In het kader van de nieuwe boe kenweek is zijn bloemlezing Wij volgen één voor één hetzelfde pad verschenen. Ditmaal gaat het om 'de mooiste rouwgedich ten'. Zijn vorige bloemlezing, 'Wij hebben alles nog te goed' uit 2001, bood een selectie lief desgedichten. Zijn laatste bun del met niet eerder gepubliceerd werk, 'Geleende Tijd', dateert alweer van 1999. Eerst het hoge woord eruit: wanneer krijgen we weer eens iets nieuws? Het is een vraag die vaker wordt gesteld. „Meestal door mensen die helemaal niet op iets nieuws van mij zitten te wachten. 'Het verschijnt als het uitkomt', zeg ik dan." Serieuzer: „Als je twintig bent, zit nie mand op je te wachten en wil je alles publiceren. Ik ben nu 51 Jean Pierre Rawie jaar en leg de lat hoger. Voor me zelf en voor m'n lezers. Maar er komt iets aan. Misschien dit jaar al." Geen writers block dus7 „Wel nee. Als er niets verschijnt, wil het niet zeggen dat er niets ge beurt. Ik ken iemand die pro beerde heel lang tevergeefs een bepaalde pianosonate in de vin gers te krijgen. Dat lukte pas toen hij een tijd met pianospelen stopte. En dan nog: mijn gedich ten hebben een bepaald soorte lijk gewicht. Je moet het in klei ne doses tot je nemen." Over naar de bloemlezing, een idee van zijn uitgever. Hij deed zelf de selectie, de uiteindelijke volgorde van de gedichten is het werk van zijn redacteur. Het kiezen viel hem niet moeilijk: „Bijna al mijn poëzie gaat over de dood, over de liefde, over ver lies en over andere ellende. Ik pikte ze er zo uit. Wij volgen één voor één hetzelf de pad kan gelezen worden als een korte cursus 'Rawie voor be ginners'. Wat denkt hij zelf van zijn ontwikkeling als dichter? „Bij zo'n selectie stuit je op ge dichten die je liever niet ge maakt zou hebben. Maar de grondtoon is al die jaren hetzelf de gebleven." In zijn beginjaren maakte Ra wie veelvuldig gebruik van iro nie. „Als 20-jarige ervaar je de dingen soms zo pijnlijk, dat je ze alleen met ironie onder woorden kunt brengen. Dat is verdwe nen. De uitzichtloosheid is in de loop der jaren minder gewor- den. En de zeggingskracht neemt toe. Dat komt ook, door dat ik andere, hogere, normen stel." Rawie vertelt hoe het is om als dichter veelvuldig geciteerd te worden bij sterfgevallen, z'n re gels belanden zelfs op grafzer ken, „Ik heb dat liever, dan dat mensen zelf aan het dichten slaan. Emoties op papier zijn nog geen gedichten", zegt hij met een fijn lachje. Vervolgens: „Als mensen zich kunnen iden tificeren met mijn gedichten, als er troostende werking van uit gaat. Dat is natuurlijk wel iets!" Joep van Ruiten Jean Pierre Rawie: Wij volgen één voor één hetzelfde pad - Uitgeverij Bert Bakker, 59 blz., €15,-. 2 zijn romandebuut 'De Laatste Held' somt ex-Tröckener Kecks voorman Leeuw (42) nu met gebundelde ge- ton. Planeet Jeugd. Teksten buiten het mien van couplet-couplet-refrein- g-couplet-refrein. „Dichter, dat is niet B mevrouw." e)<-van je eigen falen kleine overwinnin- ma.^en- -Als je over een mislukte wlcarrière een mooi gedicht of een 1 ek kunt schrijven, dan is die toch zo mislukt meer. Het is een soort recy- jg van vergooide uren." Rick de Leeuw 'Voetballer, dat wist hij met onwankel- g oof Maar hij werd, kostschooljaren opster en schreef een boek over een Wh 6dacht dat hij voetballer was. Nu joverde dromen in jongensogen, 'al- groeiend in de overtuiging/dat ze ooit ozijn wat ze nu willen worden' uw ging gedichten schrijven met een Praktische aanleiding'. De af- 2 L°|f?ee van zijn band de Tröckener icv - e*nc* naar België ge baar hij te gast was in het televisie- - roma De Laatste Show. Na afloop 6foJ?re^ntator wat hij het jaar daarop Ifvrit'was een zware tournee, zo- .okomdat we heel veel speelden, als '1 °mdat je toch met ha rt en ziel aan Rick de Leeuw de band verbonden bent en dat per se op een mooie manier tot een goed einde wilt bren gen Daar pasten helemaal geen plannen voor later in.Dus hij zei de waarheid: op 19 maart had hij een verjaardag waar hij graag heen wilde, verder niets. Prompt werd hij ingelijfd als vaste gast op de donderdagavond. Een geschenk uit de hemel, lot uit de loterij - niks dat zwarte gat waarop hij zich 'eigenlijk wel een beetje had verheugd'. „Troosteloze leegte, ha! Dat leek me wel wat. De sherry lonkt! Maar ik moest gelijk aan de slag." Hartstikke leuk, had hij de makers van De Laatste Show gevraagd, maar wat moet ik doen'? Hij zou als relatieve buitenstaander terugblikken op de shows van de dagen ervoor, „Dat ging best goed, maar het eindigde nooit ergens. Het mean derde in een woordenzee uit." Hij bedacht: ik ga eindigen met een gedicht, een gedicht als uitroepteken, als blijk dat het item afge lopen is. Dus toen moest hij gedichten schrijven. „Ik heb nooit gedacht dat het niet zou lukken Met mijn voeten vooruit het diepe in." Een selectie van de gedichten uit De Laatste Show verschijnt nu met als titel Planeet Jeugd. In het inleidende verhaal beschrijft De Leeuw hoe hij wakker wordt met een ge weldig lied in zijn hoofd. De woorden weet hij nog, maar onder de douche is de melodie al verworden tot 'Er staat een paard in de gang'. Van wereldsong tot camavalshit. Was hij maar dichter geworden, verzucht hij, dan was hij al klaar geweest. „Verlost van de muziek, ja. Niet echt serieus bedoeld natuurlijk, maar meer om de pretentie een beetje van zo'n gedichtenbundel weg te ha len. Het is ontzettend leuk om gedichten te schrijven. Maar voor je het weet presenteer je jezelf als dichter. Dichter, dat is niet niks mevrouw." Hij schrijft nog steeds liedjes, maar dan voor anderen. De Leeuw zou niet zonder de muziek kunnen, al is het voor hem 'niet lo gisch' weer in een band te stappen. „De Kecks waren een goede band en een andere band zou daar op de een of andere manier toch mee concurreren." Schrijven voor an deren is 'zoveel breder' dan liedjes voor de bandzegt hij.Vroeger moest een liedje aan allerlei eisen voldoen voor de band. Juist omdat die druk eraf is kun je het je nu per mitteren om iets te schrijven waarvan je denkt, onzin! En dan gooi je het weg. Maar in de wetenschap dat je ieder anderhalf jaar een plaat moet uitbrengen, heb je niet zoveel aan mislukte nummers." Het dichten geeft hem vrijheid om 'niet ge relateerd aan muziek toch je gedachten te ordenen' „Het is ook heel dankbaar werk als je uit het stramien van couplet-couplet- refrein-brug-couplet-refrein mag Je on- derwerpenscala wordt breder, je woord keuze is veel bepalender." En, zegt De Leeuw, je kunt veel sentimenteler schrijven als je gedichten maakt. „Als je in een band speelt en liedjes schrijft, schrijf je in een tra ditie van wat wel of niet rock- of popmu- ziekonderwerpen zijn." De thema's van zijn gedichten. „Zoals Gerard Reve zegt, liefde of geen liefde, ouder worden en dan de dood." Op de Planeet Jeugd van het titelgedicht komt nooit 'later/ het half beleefde kabbe lende later/ waar het milde midden lonkt'. De Leeuw, 42, twee zoons van negen en zes - „Ik moet zeggen bijna tien en bijna zeven, grote kerels al" - heeft nog altijd geen rijbe wijs omdat dat iets is voor 'grote mensen'. „Ik was het allang weer kwijt geweest als ik het had gehad, dus het is niet erg, daar mist de snelweg niets aan. Maar als je naar jezelf kijkt, bén je helemaal geen 42. Dat zijn an deren wel, maar jij niet. Ik lijk in mijn hoofd dus helemaal niet op wat mijn zoons zien als ze naar mij kijken." Maar hij beseft 'godzijdank' steeds meer dat dat Tater' niet zo erg is als het leek te zijn. „Op mijn 25ste moest ik er niet aan denken om twee zoons te hebben, maar nu kan ik het die Rick van 25 enorm aanraden. Het is an ders dan ik toen dachtEn daarvan kun je le ren dat het in de toekomst ook wel weer an dere wordt dan je nu denkt dat het is. Daar schuilt enorme schoonheid in, en een hang naar wat er komt." En het is 'machtig' om daarover te dichten in de trein naar Brussel, vertrek 9.23 uit Amsterdam, aankomst 12.05 Brussel-Noord. Tweeëndertig uitzen dingen per jaar, Bekende Nederlander in België. Voor hem is Brussel ver. Hoe beperkt je eigen wereld is, en hoe beperkt je tijd, daar gaat De Leeuw niet onder gebukt. „Er zijn zoveel parallelle werelden waar je geen weet van hebt, waar je geen toegang toe hebt. Ik vind reizen helemaal niet leuk. Ik wil helemaal niet naar een ander werelddeel. Je weet wel dat het er allemaal is. Maar hoe meer je daar naar op zoek gaat, hoe meer je er achter komt hoe onbevattelijk groot de wereld is - en hoe ongelooflijk klein je zelf bent. Dan sta je in India in het voortdurende besef dat Patagonië er ook nog is. Nietig, dat vind ik weer zo'n woord... dat is echt dichterstaal. Wel een mooi woord. Nietig." Marjolijn de Cocq Rick de Leeuw Planeet jeugd, gedichten uit De laatste Show - Uitgeverij Nijgh Van Ditmar, 64 pagina's, €10,-.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23