1
Trouw met sadistisch trekje
vu;
BmJ
T
Biografie van
Jan Arends
Toch een Latijnse geest
Constantijn
Huygens
vrijdag 14 maart 2003
proza
JanineHoekstein: Duivelskloof.
De onafhankelijke Mirjam heeft
alles voor elkaar: ze heeft een
leuke baan waarvoor ze de hele
wereld over mag reizen, een
vriend in Venezuela en een
zoontje Marco dat bij haar ex
woont. Dan krijgt Mirjams
moeder een beroerte. Bij gebrek
aan plaats in het verzorgingste
huis moet Mirjam tijdelijk hulp
en aandacht aan haar geven.
Dan wordt ook haar ex heel
ziek, waardoor haar zoontje tij
delijk bij haar thuis wordt on
dergebracht. Als dan ook nog
een problemen ontstaan op het
werk en haar minnaar uit Vene
zuela onverwachts overkomt,
wil Mirjam maar één ding: weg
wezen. Janine Hoekstein werkt
als journalist voor diverse me
dia. Dit is haar debuutroman.
Uitgeverij Archipel, 292 pag.,
€15,95.
Saskia Noort: Terug naar de
kust. Maria is zwanger van haar
derde kindmaar is vastbesloten
abortus te laten plegen en de re
latie met de vader te verbreken.
Maar dan valt een ansichtkaart
in de bus met twee schattige, ro
ze babyvoetjes en de tekst: 'Ma
ria! Je bent een adder. Een slet
die haar kind heeft vermoord.'
Wat volgt is een zenuwslopend
kat-en-muisspel. Saskia Noort
(1967) is freelance journaliste.
Dit is haar debuutroman. Uitge
verij Anthos. 244 pag., €18,90.
Ischa Meijer: De interviewer en
de schrijvers. Het door Connie
Palmen samengestelde boek De
interviewer en de schrijvers be
vat vijftig gesprekken die Ischa
Meijer heeft gehad met bekende
auteurs, uit binnen- en buiten
land. Veel van de interviews zijn
nooit eerder in boekvorm ver
schenen. Met portretten van on
der anderen Jan Wolkers, Louis
Paul Boon, Hugo Claus, Günter
Grass, Georges Simenon, Harry
Mulisch, Jules Deelder en Annie
M.G. Schmidt. Uitgeverij Pro
metheus, 343 pag., €25,-.
vertaald
Joseph Conrad: De geheim
agent. Samen met zijn vrouw
drijft Verloc een winkeltje met
pikante blaadjes. Het zaakje is
echter een dekmantel: in werke
lijkheid is Verloc een 'geheim
agent' in dienst van een ambas
sade in Londen. Op een dag ver
langt de ambassade meer dan
zijn gebruikelijke rapport. Deze
nieuwe uitgave van het klassie
ke werk van Joseph Conrad be
hoort tot de Folioreeks van Bert
Bakker. Jaarlijks verschijnen
daarin enkele meesterwerken
uit de wereldliteratuur. Verta
ling: Dorf Koning. Uitgeverij
Bert Bakker, 332 pag., €24,95.
Pavlos Mótesis: De Oude. Begin
20e eeuw, een dal in het Griekse
binnenland. Daar verschijnt
opeens de charismatische char
latan Eliseüs, die wonderen lijkt
te verrichten. Wanneer zijn
dierbaarste metgezel een groots
bedrog opzet, verricht Eliseüs
een écht wonder. Pavlos Mótesis
is een gevierd toneelschrijver en
vertaler in Griekenland. Verta
ling: Hero Hokwerda. Uitgeve
rij Bert Bakker, 232 pag.,
€18,95.
Biograaf Nico Keuning: „Jan Arends doorbrak allerlei sociale codes."
foto Erna Faust/GPD
an Arends was
huisknecht, dichter
en schrijver. Nico
Keuning schreef over deze
gekke, onaangepaste en
getalenteerde cultfiguur de
biografie Angst voor de
winter.
Jan Arends (1925-1974) was
schuw en brutaal. Gek en
geestig. Een trouwe maat en een
sadistische pestkop. Maat
schappelijk een 'loser'. Maar
een klasse apart als dichter en
schrijver van klassieke verhalen
als 'Keefman' en 'Vrijgezel op
kamers'Het korte leven van de
ze legendarische cultfiguur
eindigde op 21 januari 1974
dramatisch, toen hij op een mie
zerige maandagavond van vijf
hoog uit zijn flat aan het Roelof
Hartplein in Amsterdam
sprong.
Bijna dertig jaar later is nu zijn
biografie Angst voor de winter.
Het leven van Jan Arends ver
schenen, geschreven door Nico
Keuning (1952) uitHeiloo, neer
landicus, publicist en biograaf.
Tegelijk verschijnt een herziene
uitgave van het verzameld werk
Vrijgezel op kamers van Jan
Arends, aangevuld met het door
Keuning opgedoken verhaal
'De mot van een arme drommel',
het eerste bedrijf van het toneel
stuk 'Smeer of De weldoener des
vaderlands' en 25 niet eerder ge
publiceerde gedichten.
Volgens Keuning was de schrij
ver, dichter en huisknecht
Arends 'bijna een afspiegeling
van de schizofrene geest'. „Alles
heeft bij hem altijd twee kan
ten", zegt de biograaf. „In zijn
rol als huisknecht bij rijke ordi
naire wijven, zoals hij ze noem
de, was hij heel onderdanig en
masochistisch, nederig en laag.
In die rol vond hij ook een zekere
seksuele bevrediging. Heel ple
zierig vond hij het als zo'n groot
bazig wijf streng tegen hem was
Bijvoorbeeld als er nog stof op
de plinten was achtergebleven
en dat zo'n wijf er dan met een
fraai gelakte wijsvinger langs
veegde. Dat was voor hem de
hoogste vorm van genot. Werd
die band verbroken, dan werd
hij een sadist, begon hij haar te
pesten. Die omkering is ken
merkend voor veel van zijn ver
halen."
Arends vertoonde excentriek
gedrag. Tegelijk was hij heel be
schaafd, sprak keurig, maar had
ook een 'hoorbare manier van
eten'. En hij stonk. Keuning:
„Veel vrouwen vonden hem een
aandoenlijke man. Hij was ver
zot op vrouwelijk contact. Maar
hij was totaal ongeschikt om het
met vrouwen aan te leggen.
Toch zocht hij aanspraak. Zo
was er in zijn leven ene lef je, een
forse vikingse schoonheid. Nie
mand weet. wie ze werkelijk
was. Zij was zo'n mysterieuze
femme fatale die volgens de ver
halen met naaldhakken over
hem heen liepen die met een ne
ger sliep terwijl hij ernaast zat
te wachten tot ze Waar waren.
Dat was die masochistische in
slag van hem."
Nico Keuning, die eerder de bio-
grafie 'Altijd het tinnef om je
heen' (2000) schreef van de
dichter Max de Jong, raakte
vanaf zijn eerste kennismaking
gefascineerd door Arends. „Dat
was begin jaren zeventig, de tijd
van de anti-psychiatrie, van de
film 'One flew over the cuckoo's
nest', met Jack Nicholson, die
speelt in een psychiatrische in
richting. Jan Arends doorbrak
allerlei sociale codes. Dat be
zorgde menigeen een ongemak
kelijk gevoel. Mij sprak dat juist
bijzonder aan. Maar wat wil je?
Ik was 22, dwars en jong, tegen
de gevestigde orde, en dat her
kende ik bij Arends. Wat mij
verder bij Arends zo intrigeerde,
was de oorspronkelijkheid van
zijn werk, die authenticiteit op
het breukvlak van gekte en ge
nialiteit. Zulke verhalen en ge
dichten waren nooit eerder in
onze taal geschreven."
Arends, die ook een verdienste
lijk schrijver van reclametek
sten was, schreef een beschei
den maar indringend oeuvre
van gedichten, novellen en ver
halen. Realistisch, plastisch
proza, met als thematiek een
zaamheid, vervreemding, gekte.
Daarbij kon Arends, die vele ja
ren in een psychiatrische inrich
ting werd behandeld, royaal uit
eigen ervaringen putten. Klas
siek zijn 'Vrijgezel op kamers'
en vooral het verhaal 'Keef
man', dat als toneelmonoloog
door de acteur Jacques Com
mandeur drie seizoenen met
veel succes op het toneel werd
opgevoerd. 'Keefman' is een
drammerige aanWacht tegen de
maatschappij en vooral een ver
wijtende tirade tegen de psychi
ater. Keefman, psychisch ge
stoord. draait de rollen om en
vertelt zijn zielenknijper eens
ongezouten 'de waarheid': niet
hij maar de arts is gek. Niet min
der bijzonder zijn Arends'
graatmagere gedichten waarin
de taal tot op het bot is afgeklo-
ven. Het is parlando-poëzie,
proza in de vorm van poëzie.
Is Keunings kijk op Jan Arends
tijdens het werken aan de bio
grafie veranderd? „Nee, wel
bleek hij nóg getalenteerder te
zijn dan ik al dacht. Hij bleek
ook nog een zeer begenadigd to
neelschrijver te zijn."
Ruim tweeëneenhalf jaar van
onderzoek en schrijven leverde
een biografie op die losser is ge
schreven dan Keunings biogra
fie van Max de Jong. Keuning
bewaart gepaste afstand tot zijn
onderwerp en betoont zich tege
lijk zeer betrokken. De feiten
gaan als vanzelfsprekend op in
het 'grote verhaal', dat tot het
einde blijft boeien. Uit het boek
blijkt dat Arends, geboren als
onwettig kind, van jongs af aan
een getekende figuur was. Hij
kwam uit een eenvoudig milieu,
maar - een van de vele para
doxen in zijn leven - altijd heeft
hij 'in de hoogste kringen ver
toefd'. „Hij wist toch steeds de
belangrijke mensen te bereiken.
Hij was altijd omringd door
schrijvers en dichters van
naam."
Arends, geboren in Den Haag,
had in zijn jeugd, die werd gedo
mineerd door een zieke moeder
en een afwezige vader, veel lief
de moeten ontberen. „Al word je
daar natuurlijk niet noodzake
lijk gek door", zegt Keuning.
„Hij was een taalgevoelige jon
gen. Een heel intelligente jon
gen ook. Maar hij werd op de la
gere school als een dom geval
beschouwd. Nu zou hij waar
schijnlijk als hoogbegaafd zijn
getypeerd."
Nico de Boer
Nico Keuning: Angst voor de winter.
Het leven van Jan Arends - 352 blz.,
22,50Jan ArendsVrijgezel op ka
mers - 4e, herziene en uitgebreide
druk van Arends verzameld werk;
bezorgd door Thijs Wierema en Nico
Keuning, 584 blz, €32,50.
Beide uitgaven: Uitgeverij De Bezi
ge Bij.
Verder kreeg ik bij de lichamelijke oefeningen les ij
springen en lichtniet al te stevig worstelen om de armen I
en benen te sterken, en natuurlijk leerde ik als echteHoi-
lander's winters met ijzers onder de voeten de bevroiej
wateren op te gaan. Ook hierbij vond vader het weerniet I
voldoende dat ik mijn leeftijdsgenoten op snelheidklop.
te, en eiste hij een voorname, sierlijke slag. Die scheenik
als kind perfect te beheersen. Heel wat liever had ikujj
in het water met een goede slag leren redden. Vaakg*.
noeg heb ik verwoede pogingen gedaan, maar nooit ma
succes. Op dit ene punt heeft de natuur mij niet vac
dienst willen zijn. Door zwakte van mijn longen of ge-
brek aan lichaamskracht heb ik uitgeput van het oefe
nen mijn vaders hoop en mijn eigen wens moeten teleur-
stellen.
Constantijn Huygens
Constantijn Huygens leefde
lang en redelijk gelukkig.
Z 'n bestaan lijkt in sommige op
zichten een sprookje. De Gou
den Eeuw was zijn eeuw. Hij
speelde er een belangrijke rol in,
onder meer als diplomaat en als
dichter. Zijn jaartallen: 1596-
1687Maar door z'n poëzie, door
gedichten als die over z'n dode
lievelingshondje en over z'n ge
storven echtgenote, lijkt hij nog
heel dichtbij. Hij dichtte in het
Nederlands, maar ook in kun
stig Latijn. Bijvoorbeeld zijn
autobiografie, ontstaan toen hij
tweeëntachtig was, schreef hij
in die taal.
In dit dichtwerk De Vita Pro
pria trekt hij overigens in wel
luidende Latijnse zinnen het
nut van onderwijs in het Latijn
in twijfel. Frans R.E. Blom ver
taalt: 'Alsof de schat der wijs
heid daar begraven zou liggen,
in Rome, waar ze niet eens is
ontstaan. Alsof een wijze alleen
maar wijs kan zijn bij de gratie
van het Latijn. Toch woekert die
plaag maar voort en laat ze de
j eugd zonder pardon kreunen en
zuchten onder haar zware last.'
Blom zorgde voor een prachtige
uitgave van De Vita Propria, dat
staat buiten kijf. Je leest gefas
cineerd zijn uitgebreide com
mentaar, maar hij heeft gekozen
voor een vertaling in nogal saai
Nederlands proza. Van de La
tijnse poëzie bleef zo niets over.
Het hierbij afgedrukte stukje
over lichamelijke opvoeding
blijft verrassend, maar dan van
wege de inhoud, niet vanwege
de compacte en sprankelende
vorm van de originele tekst. On
danks z'n wrevel moet Huygens
toch een Latijnse geest hebben
gehad. Dit levensverhaal, ge
richt aan zijn kinderen ('de be
doeling ervan en de inhoud zijn
alleen aan jullie besteed'),
wordt bijna systematisch ver
teld, als betrof het een exercitie
van het Romeinse leger.
We volgen hem van kindertijd
tot ouderdom. 'Hagae nasce-
bar': in Den Haag werd ik gebo
ren. Hij is heel chauvinistisch
over zijn geboorteplaats,
meel geen stad maar in zijnt
lofzangen waard zoals ni«j
stad onder de grote steden!
vorming wordt uitvoerig!
schreven, zijn kennismak
met wapens en wiskunde,!
sen en schilderkunst
schrijft over zijn carrièreei
reizen. Het persoonlijke
niet geschuwd. Zo schrijft
met een innemende zelfspot
enigszins aan Couperus i
denken, over de hoogtevna
hij voelde op de spits vu
Straatsburgse kathedraal!
een nederlaag is het dano;
een toren die niet eens bet?
de wolken niet te willen se
ken omdat je bang bent!'
Hij gaat in op zijn huwelijk
Susanna, om wie hij 'ah
eenzame tortel eeuwig zal;
ren'. Hij vertelt over z'nb
ren, onder wie de beroe
Christiaan die de ring rond
turnus ontdekte. Hij oei
zijn eet- en drinkgewow!
Geheelonthouder ben ikniJ
ik nuttig een glas wijn, des
voor oude mannen, al
lang dorst of een juist ga:
als medicijn dat vereist 'Es:
onverholen trots bezingt b
buitenplaats Hofwijck, 1
lium in het Latijn:
kig waar ik dat ben gewKS
weet naar mijn voorbeeld
raad in de toekomst hierva
goede leven te genieten.'
Mario Moleg
Constantijn HuygensMijnt
verteld aan mijn kinderenis:
boeken. Ingeleid, bezorgd, m
en van commentaar voorna:
Frans R.E. Blom - Uitgeverij?»
theus/Bert Bakker, twee dér.
bonden, 849 pag., €60,-
eem een molentje, zoals waar
kinderen en gekken mee lo
pen; leg het horizontaal op
een tafel buiten in de hori
zontale wind: ook in die horizontale wind be
gint het molentje te draaien, maar het verheft
zich bovendien ook van de tafel. Een horizon
taal molentje heeft hefvermogen, het is een
draaiende vleugel.
Iemand die dat inzag was een Spaanse ingeni
eur genaamd Juan de la Cierva, geboren 21
September 1896 in Murcia. Vanaf 1920 experi
menteerde hij met een vliegtuig gebaseerd op
dit beginsel; de eerste succesvolle vluchten da
teren van Januari 1923. La Cierva noemde zijn
uitvinding 'Autogyro'. Een autogyro is dus een
vliegtuigromp met een grote vanzelf draaiende
horizontale rotor die dienst doet als vleugel -
maar iedereen die er nu een afbeelding van ziet
denkt dat het een helicopter is. Toch zijn er op
vallende verschillen: de autogyro wordt voort
bewogen door een verticale propeller zoals een
gewoon propellervliegtuig. De helicopter
heeft weliswaar ook een kleine verticale pro
peller, maar aan de staart, en dwars op de
vliegrichting; die dient om te verhinderen dat
het toestel om zijn verticale as gaat tollen, in
reactie op de rotor; want dat is het voornaam
ste verschil: de rotor van een helicopter wordt
aangedreven door een motor, die van een auto
giro draait vrij, zonder aandrijving.
Het principe van de helicopter is veel gemak
kelijker te begrijpeii dan dat van de autogyro
Al in 1863 bewees een experiment van Gustave
de Ponton d'Amécourt (1825-1888) dat een
machine met een hefschroef in principe in
staat is zichzelf van de grond te 1 ichten - in casu
twee tegen elkaar indraaiende rotors aange
dreven door een stoommachine: veel te zwaar
om van de grond te komen, maar het bewijs
werd op ingenieuze manier geleverd door het
geheel op een weegschaal te zetten, die een ge
wichtsvermindering aanwees. De eerste heli
copter die zich echt van de grond verhief vloog
in Lisieux 1907, vervaardigd door Paul Cornu.
Het principe van de autogyro is veel minder in
tuïtief. Als schooljongen al beschouwde ik de
autogyro als een ingenieus speelgoedvliegtuig,
een voorbeeld van een constructie die je nog
wel eens zelf zou kunnen bezitten, zoals nu een
ultra-light, niet iets onbereikbaars uit een an
dere wereld zoals een gewoon vliegtuig. De re
den dat de autogyro zich zo meester kon maken
van mijn verbeelding was dat hij alles kon (en
kan) wat ik van een vliegende machine zou ver
langen: opstijgen en landen in de tuin, heel
langzaam kunnen vliegen zonder te 'stallenin
alle rust en kalmte loodrecht landen, zelfs als
de motor uitvalt - een helicopter valt dan als
een rijpe kweepeer naar benedenDe autogyro
is daarbij zo zuinig als een aansteker: op de
hoeveelheid brandstof die een helicopter in
een paar minuten opslurpt kan hij uren in de
lucht blijven. Dat geeft de autogyro een soort
deugdzaamheid, hij kan bijna hetzelfde met
veel minder, zoals een 2CV tegenover zo'n ben-
zineverslindende Amerikaanse terreinwagen.
Hoe het komt dat de helicopter de autogyro zo
totaal verdrongen heeft is mij een raadsel; au
togyro's zouden ook als ultra-lights kunnen
worden uitgevoerd: waarom gebeurt dat niet?
Een van mijn meest met emotie geladen associ
aties is verbonden aan een Duitse onderzee
boot uit de Tweede Wereldoorlog, die een
miniatuur autogyro aan boord had, een schit
terende libelle niet veel groter dan een fiets,
maar wel met alles er op en er aan, die als een
vlieger aan een kabel omhooggelaten kon wor
den, uiteraard met een waarnemer die tot taak
had geallieerde convooien aan de horizon te
ontdekken. De vaart van de onderzeeboot was
voldoende om het opstijgen van de autogyro
mogelijk te maken. Wanneer het toestel niet in
gebruik was werd het in gedemonteerde staat
opgeborgen aan dek, hij ging dus mee onder
water; dat had iets aangrijpend universeels:
vanuit de waterige diepten omhoog naar het
azuur. Nog steeds, zelfs nu nog, voel ik de be
tovering van dat schitterend ontworpen vlieg
tuigje, dat machientje van grote eenvoud en
technische perfectie, dat aan de motor van een
Velosolex voldoende zou hebben om op eigen
kracht te kunnen vliegenVan tij d tot ti j d speur
ik nog wel eens rond bij gespecialiseei-de boek
handels en antiquairs in de hoop een foto of te
kening te ontdekken van dit wonderding, ont
worpen door Focke-Wulf als mijn geheugen
goed is; maar ik heb er nooit meer een spoor
van kunnen vinden.
Pitcairn Field in Amerika
De afgebeelde machine werd gefotografeerd
op het Pitcairn Field in Amerika, waar autogy
ro's van het ontwerp La Cierva in licentie wer
den gemaakt. De kleine vaste vleugels waren
een soort ailerons, evenwichtsorganen bij het
maken van bochten. Latere modellen hebben
die niet meer. De foto kan zowel bij het opstij
gen als het landen zijn gemaakt. La Cierva
kwam om in een ongeluk met een verkeers
vliegtuig in 1936.