Zien met de ogen dicht
mm m&i iSHii
Verdunde Oost-Indische inkt geeft een grauwe sluier
Proefschrift over P.C. Boutens
De Avonden
in stripvorm
vrijdag 14 maart 2003
Rom tien jaar geleden ver
lepte Goud zich voor het
-Kt serieus in het werk van
Eens Hij studeerde Neder-
^nds in Utrecht en zijn docen-
Kn Ben Peperkamp en Redbad
EUema werkten mee aan een
£3 «toonstelling die het Letter-
Museum in Den Haag
'iseerdein verband met
Boutens' vijftigste sterfdag.
et is vandaag precies zestig jaar geleden dat de in Ingewikkeld zijn de gedichten van Boutens zeker, vindt de
Boutens \*j—o
mledehun colleges over de poe
ne van Boutens en daarna ben
4 er niet meer van losgeraakt",
ito Goud.
Lrijf jaar geleden een pro-
motieplaats vrijkwam bij de
universiteit in Maastricht zag
ujziin kans schoon. Goud. „In
het kader van een breder onder
waar beeldcultuur zocht de
Ujculteit der cultuurweten-
0» schappen iemand die aandacht
r" sildeschenken aan de relatie
Un literatuur en visualiteit.
Bediende een voorstel in voor
Uonderzoek naar het zien in
ht werk van Boutens. Begrip-
^Ipenals schouwen en zien zijn
33 «belangrijk in zijn gedichten
len'ik wilde ook meer te weten
komen over zijn relatie met de
anstenaar Jan Toorop Het
perzoeksvoorstel werd geho-
S noreerd Vandaag verdedigt
1 Goud het resultaat, het proef-
schnft, Ziende verbeelding.
ij Overzien en (onzichtbaarheid,
in de poëzie en poëtica van P. C.
Boutens. waarvan de Belgische
uitgeverij Peeters een han-
^editie op de markt brengt.
J! Depoézie van Boutens wordt al-
lijdverbondenmethetsymbo-
2» lisme. De symbolisten wilden
82$ niet de zichtbare werkelijkheid
8.a afbeelden, m hun werk probeer-
63 den zij een onzichtbare, trans-
•gj* cendente werkelijkheid te
suggereren. De poëzie van de
symbolisten werd beïnvloed
door de 'nieuwe mystiek' die in
de jaren negentig van de negen
tiende eeuw in zwang raakte.
Daarin waren twee aspecten
[Hn belang- het visuele en het
iticale. Mystiek is afgeleid
„1 het Griekse woord muein,
logen sluiten. Door bij zich-
i naar binnen te kijken, aan
bouwt de mysticus een hogere
Kerkelijkheid. Het poëticale as-
lect heeft te maken met het on-
egbare, het onuitsprekelijke,
iet zwijgen Het gedicht is een
loging die hogere werkelijk-
leid weer te geven, maar de po-
ingis tot mislukken gedoemd,
andaar dat de gedichten van
Soutens, net als die van Nijhoff
ifl, m Achterberg, door essayist
'aul Rodenko werden gerekend
tot de 'poëzie van het echec
„Het gaat er haar niet om be
taalde gevoelens of gedachten
omooi, zo goed, zo geconcen-
reerd mogelijk tot uitdrukking
e brengen, maar dat zijaan de
loeziede eis stelt het onmogelij-
e tot stand te brengen."
Bij jezelf naar binnen kijken en
ervolgens constateren dat wat
edaar ziet niet in woorden is
teer te geven, dat moet wel bij-
tonder hermetische poëzie op-
everen. Boutens lijkt bij uitstek
to n van de wereld afgekeerde
ichterdie dergelijke onmoge-
ijke.en volgens velen daarom
»k onleesbare, poëzie heeft ge-
ehreven Goud nuanceert dit
letid Hij betoogt dat Boutens'
•lik naar binnen, zoals die bij-
norbeeld is verwoord in 'Ik
loot de blinkevenstren van
oijnZiel', niet betekent dat de
khtbare werkelijkheid er niet
oedoet. Hij geeft ook aan dat
loutens' werk niet alleen staat,
maar verbonden kan worden
met dat van kunstenaars uit zijn
1870 in Middelburg geboren dichter Pieter
Cornelis Boutens overleed. Voor velen is hij het
schoolvoorbeeld van de kunstenaar in de ivoren toren,
iemand die ons een stoffig, ingekeerd en complex oeuvre
heeft nagelaten.
Utrechtse neerlandicus Marco Goud. Maar in Ziende
verbeelding, het proefschrift waarop hij vandaag
promoveert aan de Universiteit Maastricht, toont hij aan dat
de Zeeuwse dichter letterlijk meer oog had voor de kunst en
de wereld van zijn tijd dan tot dusver werd aangenomen.
Jan Toorop: Portret van PC. Bou
tens (1905) collectie Letterkundig
Museum
Tekening De Regenboog (1906) van Jan Toorop, die P.C. Boutens tot zijn gelijknamige gedicht inspireerde.
tijd. „De verbeelding is belang
rijk in de poëzie van Boutens",
erkent Goud. „Maar hij ziet
eerst dingen in de werkelijkheid
voor hij die omzet in zijn ver
beelding. Het sluiten van de
ogen betekent niet dat hij hele
maal niet naar de wereld kijkt.
Denk eens aan zijn vele gedich
ten over Zeeland. Het is duide
lijk dat hij zich liet inspireren
door zijn omgeving. Wie zijn
'Domburgsch Uitzicht' leest en
nu naar Domburg gaat om te
kijken, ziet hetzelfde uitzicht
dat Boutens zag. Alleen zette hij
de waargenomen wereld ook om
in een andere wereld. Dat zie je
ook in het gedicht 'Valkenisse'."
,Tot voor kort werd Boutens he
lemaal los gezien, als een feno
meen op zich, maar niemand
staat los van zijn eigen tijd. Ik
leg verbanden met Jan Toorop
en Maurice Maeterlinck. Eerder
heb ik al eens een artikel ge
schreven over de bibliotheek
van Boutens. Daaruit bleek dat
hij heus wel wat meer las dan
Plato en de bijbel, zoals ieder
een altijd veronderstelt. Tho
mas Mann, Paul Valéry, Herman
Gorter, Emile Zola, Hugo von
Hofmannsthal, hij had de be
langrijkste tijdgenoten op de
plank staan."
„Ik kan me voorstellen dat veel
mensen terugschrikken voor het
lezen van Boutens' poëzie. Zijn
gedichten zijn taai, niet iets
voor op het nachtkastje. Zijn
wereldbeeld zal de lezer van nu
misschien ook niet meer aan
spreken, maar wellicht wel de
manier waarop hij een andere,
hogere wereld suggereert, zijn
meesterschap over de taal. Zijn
merkwaardige woorden en zin
nen, hij maakt nieuwe taal.
Daardoor blijft het oeuvre van
Boutens sprankelend."
Goud gaat uitgebreid in op de
relatie tussen Boutens en Jan
Toorop Hij doet dat aan de hand
van het gedicht 'Regenboog',
dat als opdracht meekreeg: 'Aan
J. Th. Toorop, na het zien van
zijn krijtteekening van dien
naam'. Goud: „Boutens heeft
die tekening in zijn werkkamer
collectie Studio 2000
gehad. Je kunt goed zien wat hij
ermee gedaan heeft. In het ge
dicht herken je elementen uit de
tekening, tegelijk kun je zien
wat hij veranderd heeft. Dat is
natuurlijk ideaal voor een on
derzoek naar de visualiteit in de
poëzie van Boutens. We kunnen
precies zien wat Boutens heeft
gezien."
Wanneer Boutens en Toorop el
kaar hebben ontmoet, is niet he
lemaal duidelijk. Zeker is wel
dat ze elkaar vanaf 1903 regel
matig zagen in Domburg. Daar
had Toorop een atelier waar
Boutens vaak kwam. Bovendien?
ontmoetten ze elkaar in Den
Haag waar Boutens vanaf 1904
woonde en waar Toorop twaalf
jaar later ging wonen. De dich-
ter bezat een aantal werken vait?
deschilderenToorop heeft Bou-;
tens drie keer geportretteerd. .i
Goud stelt dat de tekening 'Re- r
genboog' meer was dan alleen
een aanleiding voor een gedicht.
Mogelijk onder invloed van de p
Engelse Pre-Raphaëlitische U.
kunstenaar Dante Gabriel Ros—,
setti heeft Boutens daadwerke-',-.
lijk een beeldgedicht gemaakt.
Volgens Goud is zowel Boutens
in zijn gedicht 'Regenboog' als
Toorop in de gelijknamige teke-;'
ning op zoek naar een raadsel,
een geheim dat onoplosbaar
bleef.
De tekening toont een Walcher-
se boer die, zittend in het veld,
zijn zeis wet. Tegenover hem
staat, of eigenlijk zweeft, een
Walchers meisje dat de tekening,
uitkijkt, het is niet precies dui-
delijk wat zij ziet. Het geheel
staat in een fel zonlicht Criticus?
P N. van Eyck bejubelde de te- .^i
kening bij de eerste tentoonstel--
ling in 1907. „Die openluchten!;
Dat is een feest van den zon in
den klaren, hitte-doorschroei-
den dag over land en zee, en bla-c'
ren en menschen. In deze wer-
ken kunnen wij vooral den neo-*/
impressionist in Toorop vieren
er is bijna geen landschap
hier, dat niet gezien is in de
schitterende onderworpenheid -?
aan het almachtige licht." Ook
het gedicht bekoorde Van Eyck
zeer: „Zulk een teekening is
zulk een gedicht waard."
Goud betoogt dat het werk van
Toorop en Boutens kan worden -;
gezien als een poging om op aar-;."
de een glimp op te vangen van
iets hogers. „Zowel Boutens alst.
Toorop proberen een onzichtba-"
réén onzegbare werkelijkheid
te suggereren door middel van 1
hun kunst", schrijft hij. En:
„Toorop kan de onkenbare wer-
kelijkheid hooguit afbeelden
door een meisje te tekenen dat
kijkt naar iets wat voor de toe- *y
schouwer onzichtbaar blijft
Boutens eindigt zijn gedicht
met de mededeling dat het meis-'.
je haar droom niet kan door
gronden."
Gouds proefschrift steunt op
een nauwkeurige analyse van
vijf gedichten en een lezing van
Boutens. Als vervolg wil hij
graag een bredere blik werpen -
op leven en werk van de dichter.
„Ik ben van plan zijn biografie
te schrijvenDat is een hele klus,
want veel is nog onbekend en
schimmig. Hij heeft zijn liefdes»
leven bijvoorbeeld zorgvuldig
afgeschermd, wat niet zo
vreemd is voor een homoseksu-?
eel in die tijd. Ik zou graag tot
een beter begrip willen komen
van de mens Boutens. Misschien
leidt dat tot een wat minder ver^
heven beeld dan nu en kan die
onaardse figuur wat meer op de'
wereld worden gezet. Het zou
heel mooi zijn als er in 2013, bij
zijn zeventigste sterfdag, een
nieuwe biografie van Boutens
zou zijn. Hoewel, ik hoop eigen-*:
lijk dat ik eerder klaar ben."
Ernstjan Rozendaali.
Marco Goud. Ziende verbeelding.
Over zien en (on)zichtbaarheid in
poëzie en poëtica van P C. Boutens -
Uitgeverij Peeters in Leuven. 377-'
blz geïll.. isbn 90-429-1263-4.
€23.-.
V wonden van Gerard Reve als strip-
J-/boek9 De volgens velen grootste naoor
logse roman van Nederland omgewerkt tot
ten reeks plaatjes? Sommigen spreken er
®ande van, anderen vinden het een lust
oor het oog. De stripmaker die zich aan het
project heeft gewaagd, luistert naar de
roamDick Matena. Het eerste deel van zijn
rerstnpping' van De avonden ligt nu in de
kinkels, de volgende drie delen moeten nog
^schijnen. En worden getekend!
j)ck Matena heeft het er maar druk mee.
ra] is voor een paar dagen vanuitzijn woon
plaats in België afgereisd naar Nederland
een aantal interviews te geven en in een
toiajevol boekenwinkels te signeren. Ter-
"Jlhij eigenlijk thuis achter de tekentafel
an het werk moet zijn. De verschijning van
vervolg van zijn De avonden staat al
®gekondigd, voor juni. En hij is nog maar
Uverwege dit tweede deel.
streven is om het in juni af te
o ben reageert de 59-jarige stripmaker.
[.!?oet er altijd vanuit gaan dat het onmo-
s )ke mogelijk is. Volgens het contract
j "et laatste deel in september volgend
Iar verschijnen. Momenteel heb ik dus
nauwelijks tijd om te slapen."
atena staat dan ook meestal iedere dag om
«nuurof vijf naast zijn bed „En een kwar-
wprll ifüZ'1 'k achter de tekentafel. Soms
r,f ik door tot negen uur 's avonds. Voor-
j^ '^Sa slapen, stap ik nog even onder de
tout ^3t dan de volgende och-
roet meer te doen." En verder moet hij
J^udat hij niet te veel onder span-
U? omitestaan. „Het zou perslot van re-
J^ng vreselijk zijn als dit werk niet kan
(R ,en voltooid Ik mag contractueel niet
Eaan. Het is voor het eerst dpt een Ne-
T'#Ab MOG CWKtJlT. lW VBJFGEMWtüÊW \A.U Pt TWtt fN TYflKJTlGSTt? 1946 W OtiTB Op vyi ljct
Fragment uit De avonden van Dick Matena.
derlandse roman, met toestemming van de
schrijver, in een verstripte vorm verschijnt.
Matena heeft ervoor gekozen om de volledi
ge tekst in het beeld te verwerken. Met als
resultaat: 340 strippagina's, verdeeld over
vier albums. Al meer dan twintig jaar gele
den liep hij rond met zijn plan om de de
buutroman van Reve uit 1947 om te werken
tot een beeldverhaal. „En toen al wilde ik
dat de integrale tekst zou worden opgeno
men. Het was alleen de vraag hoe ik dat dan
zou moeten doen. De juiste manier heb ik
gevonden en nu toegepast. Een simpel truc
je, eigenlijk."
Hoe ziet dat trucje er dan uit? Matena wijdt
uit over het verband tussen tekstballonne
tjes en onderteksten in een strip: „Een dia
loog uit de roman heb ik vaak in tweeën
geknipt. Het eerste deel kun je dan in de on
dertekst plaatsen, het tweede in de tekst
ballon. Dét was voor mij de sleutel. De tech
niek voor het tekenwerk had ik altijd al in
mijn hoofd. Grijs, met een beetje bruin. Een
grauwe sluier Met verdunde Oost-Indische
inkt krijg je dat mooie effect van zo'n oude
foto, die je nu in het album terugziet."
In december 2000 ging hij voor de aardig
heid aan de eerste pagina werken. „Toen die
voor driekwart klaar was, reageerde mijn
vrouw heel enthousiast. En haar mening telt
voor mij, want zij is zeker geen liefhebber
van al mijn werk." Nadat hij een paar pagi
na's had gemaakt, leek het hem wel leuk om
die aan Reve te laten zien. „Al was het alleen
maar om hem eens te kunnen ontmoeten.
Via een vriend werd een eerste kennisma
king geregeld. „Reve en zijn vriend Joop
Schafthuizen waren onmiddellijk opgeto
gen. En Schafthuizen zette mij ertoe aan om
door te gaan.Een uitgever was snel gevon
den. „Dat had ik nooit gedacht. Ik leefde in
de veronderstelling dat men in de literaire
wereld op strips neerkijkt. Maar dat is ge
lukkig niet zo. En toen kwam de boel snel
aan het rollen."
Matena staat op dit moment bekend als de
meest veelzijdige stripmaker van Neder
land. Zijn loopbaan begon in 1960, toen hij
ging werken in de Marten Toonder Studio's.
Van 1968 tot 1976 maakte hij voor het strip
blad Pep diverse jeugdstnps en scenario's.
Na een aantal jaren in Spanje te hebben ge-
woond, verhuisde hij in 1983 naar België.
Hij tekende en schreef voor de uitgeverijen
Casterman en Lombard verschillende strip
verhalen, waaronder Gaugain en Van Gogh
en De laatste dagen van Edgar A. Poe. Ook
bewerkte hij bekende kinderboeken, zoals
Dick Trom, Kruimeltje en Pietje Bell tot
strips. Zijn oeuvre werd in 1986 bekroond
met de Stripschapsprijs. Werk van zijn hand
werd in dertien landen uitgebracht.
Opvallend is dat Matena. in tegenstelling
tot veel van zijn collega's, zich nooit met een
langlopende stripreeks bezig heeft gehou
den. „Ik vind het leuk om verschillende
technieken te gebruiken", geeft hij aan.
„Als je zoals ik een duidelijk en gericht ta-^
lent hebt meegekregen, moet je op alle mo
gelijke manieren je grenzen aftasten, vind
ik. Dat is denk ik ook een van deredenen ge-/
weest waarom ik nooit aan het maken van
een stripserie heb gedacht Ik hou ervan omr.
te experimenteren. En ik ben bang dat ik
daar de rest van mijn leven mee doorga."
Heeft hij nog speciale moeite gedaan om de
sfeer van de roman te kunnen uitdrukken?
„Nou ja, die sfeer komt je natuurlijk al vol-
doende uit het boek tegemoet. Daarnaast
ben ik oud genoeg om me dingen uit de na^ -
oorlogse periode te kunnen herinneren. Die
totale atmosfeer zit dus nog wel in mij Ik
heb duizenden keren voor mijn moeder de"
haard leeg gemaakt en de asla geleegd.
Maar voor sommige details heb ik bijvoor
beeld oude foto's bekeken en het gemeente-
archief geplunderd."
Hoofdfiguur Frits van Egters lijkt zeer sterk:
op de Gerard Reve van een jaar of twintig.
„Ja, maar Reve is natuurlijk Frits van Eg-j.
ters. Ik heb een oude, bekende foto van hem
gebruikt, uit 1946. Dat portret heb ik nage-.'. j
tekend in verschillende standen."
Is Matena nu De avonden meer gaan waar
deren? „Dat was bijna niet meer mogelijkv j
want ik beschouwde die roman altijd al als-
een absoluut meesterwerk", laat hij onmid-;. J
dellijk weten. „Zo'n werk dat een geheel';
eigen leven is gaan leiden en als het ware bo-1 i
ven de kunstenaar uit is gegroeid. Godde-?"?,
lijk, bijna. En daar moet iedereen verdec
met z'n vingers van afblijven. Ik ook. Het ié? i
dus eigenlijk crimineel wat ik heb gedaan.j
Jacob Moerman
Dick Matena: De avonden. Deel 1 - Uitgeverij Déy.
Bezige Bijt 90 blz., €19,90.