Mijn moeder was zo'n schat Literatuur is alleen voor stervelingen Requiem van A.F.Th. 25 TE VROEG GESTORVEN Ben ik werkelijk zo slecht als mijn vader zegt Agenda J vrijdag 7 maart 2003 Na de omvangrijke Movo Tapes verschijnt rond de Boekenweek van A.F.Th, van der Heijden Uitdorsteneen klein, intiem requiem voor zijn in 1999 overleden moeder. Het wordt samen met De sandwich en Asbestemming opgenomen in de bundel De requiems. Requiemkunstenaar. Mooi woord. Adri van der Heij den - A.F.Th, voor zijn lezers - heeft het niet eerder over hem horen zeggen. Hij lijkt er even aan te proeven. Het bevalt hem. „Als je het tenminste niet be perkt tot mijn boeken die de on dertitel 'requiem' hebben, maar betrekt op heel mijn werk. In het hoofdstuk 'Onvolmaakte leven den, volmaakte doden' van De Movo Tapes staan hele bespie gelingen over de dood. De titel zegt het al: levenden zijn doden in de maak." De plaats van de doden onder de levenden heeft hem altijd gefas cineerd, zegt hij. „We hebben het steeds over de wereldbevol king en dan bedoelen we strikt de levenden. Net even dood enje hoort er al niet meer bijDat ligt voor mij anders. De wereldbe volking bestaat uit de mensen die nu leven plus alles wat ooit geleefd heeft. De doden zijn er ooit geweest, dus zijn ze er op een of andere manier nóg. Zijn op jonge leeftijd overleden collega Frans Kellendonk had het in dit verband over het mys tiek lichaam. Kellendonk be treurde het dat hij als homosek sueel geen bijdrage kon leveren aan de instandhouding ervan. Van der Heijden: „Ik heb een zoon. Ik had me voorgenomen geen kinderen te willen, want je scheept ze op met het leven en ook met de dood. Toch moest het ervan komen. Dat heeft met lief de te maken. Je voelt je onvol daan als je met zijn tweeën niet een kind geschapen hebt. Door de liefde is de doodsgedachte ver weg. De roes van de liefde die een kind verwekt moet de periode zijn dat de mens onster felijk is." Ziet hij het als zijn opdracht de doden te bezingen? Hij wil ze be houden door over hen te schrij ven. „Mensen die bij leven iets hebben voorgesteld, krijgen een standbeeld, al is het maar op een groen uitgeslagen paard met duivendrek over zich heen. Maar gewone mensen, die hun hele leven hun best hebben ge daan, die ook bemind hebben en bemind zijn geweest, krijgen na hun dood een grafsteen en dat is het dan. Mijn moeder was een eenvoudige vrouw, die heel toe gewijd in het leven heeft ge staan en zichzelf heeft wegge cijferd. Als ik het niet doe, krijgt ze nooit haar requiem. Ik zie het niet als mijn eerste taak als schrijver, maar ik vind het wel een heel belangrijke taak." Asbestemming kan worden ge lezen als een verzoening met zijn vader. Hoe beschrijft Van der Heijden de relatie met zijn moeder? „Het requiem voor mijn vader telde 300 bladzijden of daaromtrent. Met hem had ik een probleem uit te vechten. Daar heb je papier voor nodig. Mijn moeder was zo'n schat. Hoeveel pagina's heb je nodig om weer te geven dat iemand ge woon een lief mens was?" Het worden er veertig, niet meer. „Ik heb me beperkt tot dagboek aantekeningen uit de tijd dat het slechter met haar ging en afgekoeld was. Maar die men sen hebben dat verdrongen. Zij zeggen: dat zijn allemaal ver zinsels van Adri. Die wil het dramatischer doen overkomen dan nodig is. Ik heb het allemaal opgeschreven. Dat doe je niet zomaar. Ik heb het gedaan om zelf verder te kunnen leven." Hij heeft letterlijk zijn vader willen vermoorden, vertelt hij. „De trap afduwen, of met een ijzeren staaf de hersens inslaan. Fantasieën te over. Ik zou de straf met opgeheven hoofd heb ben gedragen. Als requiem schrijver neem ik er geen genoe gen mee iemand alleen maar op een sokkel te hijsen en toe te jui chen. In een requiem zit ook woede. Maar in Asbestemming is er het contrapunt dat ik mijn vader uiteindelijk mijn liefde durf te verklaren, op een ver kapte manier weliswaar, maar toch..." Tel daarbij op de bijna fysieke aantrekkingskracht die Van der Heijden voelde tot zijn moeder en het zal duidelijk zijn dat voor hemOedipusnietverwegis. Ge modelleerd als het verhaal is naar de Oedipus-mythe, kan het niet anders of in een van de ver volgdelen van zijn romancyclus Homo Duplex, waarvoor De Movo Tapes de opmaat is, valt eendode. „De bakens zijn gezet. Je kunt er donder op zeggen dat de hoofdpersoon Movo zijn va der keelt om vervolgens zijn moeder te beslapen, zoals Oedi pus in de Griekse oudheid heeft gedaan. Bij mij vindt het drama plaats in kringen van heden daagse voetbalhooligans. Maar het is geen invuloefening. De vraag is bijvoorbeeld wie de va der is Daar wordt in het volgen de deel van Homo Duplex - te verschijnen dit najaar bij zijn 25-jarig schrijversjubileum, be looft hij - mee gespeeld. Het is een aangenaam thema om de le zer mee op het verkeerde been te zetten. Overigens is Movo's va der niet het enige dodelijke slachtofferin de cyclus, maar hij is wel het belangrijkste." Vreest Van der Heijden niet zijn eigen voortijdige dood, bijvoor beeld door eet- of drankzucht of overmatige arbeid? „Anders dan je op basis van mijn postuur zou vermoeden, ben ik geen gro te eter. Drank is natuurlijk wel een probleem. Het valt me eer lijk gezegd mee dat ik niet méér tob over de dood. Ik leid een zit tend bestaan en ik wil geen uur minder zitten schrijven dan ik doe. Dat komt mij toe Maar dat er niet iets meer ambitie in mij is om daar wat gezonds tegenover te stellen, baart mij wel eens zorgen. Dat ik de oogst aan pa gina's na zeven uur schrijven niet beloon met een frisse wan deling in het Vondelpark, maar denk de kunstmatige ontspan ning van een borrel nodig te hebben. Creatieve opbouw moet bij mij blijkbaar gepaard gaan met lichamelijke afbraak. Dat neemt niet weg dat ik hoop dat mij zoveel mogelijk tijd vergund is om mijn literaire projecten af te maken." Peter van Vlerken Adri van der Heijden: „De doden zijn er ooit geweest, dus zijn ze er op een of andere manier nóg." foto Klaas Koppe/GPD van de dag dat ze stierf. Die heb ik aaneengeregen met losse ob servaties en kleine impressies. Toen had ik er alles over gezegd wat erover te zeggen viel." De moeder van de van oor sprong Geldropse auteur werd verpleegd in het tehuis Peppel rode, later Brunswijk in Eind hoven. De titel van het requiem, Uitdorsten, wijst op de praktijk van het laten uitdrogen van ter minaal zieken, maar daarvan was in het geval van Van der Heijdens moeder geen sprake. „Zij had er iets over op tv gezien Een verpleegster schepte met een theelepeltje water in haar mond, maar omdat ze dorst hield en dat niet kon uitleggen doordat haar spraakvermogen door Parkinson was aangetast, meende ze dat ze haar aan het uitdrogen waren. Later is een methode bedacht om haar meer te laten drinken Is Van der Heijden als schrijver schatplichtig aan zijn moeder? Hij vindt van wel. „Ze was een groot lezeres, vanaf haar jeugd jaren. Haar liefde voor litera tuur heeft ze op mij overge bracht. Ze heeft altijd aange moedigd dat ik schreef. Op school had ze een keer de eerste prijs in een opstelwedstrijd ge wonnen, een tandenborstel en een tube tandpasta, maar die moest ze van haar vader meteen weggooien. Witte tanden, dat vond hij iets voor homo's. Na de eerste klas werd ze van de huis houdschool gehaald. Ze moest thuis het huishouden doen en haar jongste broertje opvoeden. Mijn grootmoeder was kernge zond, maar kon zich goed ziek houden." In Uitdorsten rekent Van der Heijden tevens af met zijn familie. ..Een oom en een tante hadden mijn moeder aan gevallen omdat zij familiege heimen zou hebben prijsgege ven die ik heb gebruikt in Asbestemming. Ze waren te laf om naar mij te komen. Mijn moeder, die altijd heel discreet is geweest, kon niets terugzeg gen vanwege haar ziekte. Fami lieleden hebben nooit willen ge loven dat mijn vader een enorme gezinsterreur uitoefende. Voor hen was hij de vriendelijke Pie tje. We zijn wel eens puur om het geweld - hij stond met messen te zwaaien, had de gaskraan open gedraaid en de ruiten ingetrapt - halsoverkop op de fiets naar mijn oom en tante in Son en Breugel gefietst en hebben daar een weekend overnacht tot hij Vroeger was alles anders. Vroeger gin gen de mensen gewoon dood. nederig en doordrongen van hun sterfelijkheid. Tegenwoordig denken wij dat het leven niet op kan. Dat is geen beste voedings bodem voor de literatuur. In Amerika bestaat de sekte der transhu manisten. Het zijn lieden die zich laten invriezen om tegen de tijd dat de onster felijkheid is uitgevonden weer te worden 'gewekt'. Of de transhumanisten niet te ver gaan in hun optimisme, mag door an deren beoordeeld worden. Feit is wel dat de dood steeds meer uit de mode raakt Wij leven in een pretcultuur, waar zelfs begrafenissen door de fun zijn besmet. Gerontologen voorspellen ons dat deze eeuw de eerste mens de methusalemiti- sche leeftijd van 140 jaar zal bereiken. Dat betekent geenszins dat Magere Hein is verslagen, maar op psychologische af stand wordt hij toch zeker gezet. Boven dien worden de ongemakken van de ouderdom door medische technieken verzacht Plastische chirurgie wekt voorts de illusie dat wij nog heel erg lang een mooi en aantrekkelijk, sexy lichaam kunnen behouden. In Los Angeles is een inmiddels tweeënzeventigjarig porno ster de heldin van de rijke society. Waar mee maar gezegd wil zijn dat wij in een cultuur leven waarin het woord 'lot' steeds minder betekenis krijgt. Je moet er zelf iets van maken, al dan niet met be hulp van de plastisch chirurg. De dood zit tussen je oren. Dus haal hem daarvan daan en hij heeft geen invloed meer. Death is boring, zeggen daarom de trend setters in Los Angeles. Entertainment is het nieuwe adagium. Sinds Andy Warhol is de postmoderne lifestyle gericht op glamour en camera's. Het eigen innerlijk leven is irrelevant geworden. Maar juist in dat innerlijk - sommigen spreken ou derwets over de ziel - denken wij na over de vorm van ons bestaan. De eindigheid daarvan is een bron van zorg, maar prik kelt ook juist tot verder denken. Litera tuur heeft sinds Kaïn en Abel in dat den ken een prominente plaats in genomen. Mythen over leven en dood, over mensen en goden vormen de vroegste vormen van het vertellen. De Griekse tragediedich- ters schilderden de (overmoedige) mens tegenover het blinde noodlot. Helden dichten bezongen de voortreffelijke ei genschappen van Gilgamesj, Achilles en andere dappere strijders; de boodschap was: dapperheid is waar het in het leven om draait, helden overleven de dood in de eeuwige roem. De talloze romans uit de moderne litera tuur schilderen elk op hun eigen manier het drama van het dagelijks leven. En al tijd gaat het daarbij om een visie, hoe verscholen ook, op wat het leven de moeite waard maakt (of juist niet). Het gaat over de vergeefsheid ervan, de over winningen en de nederlagen. Een enkele auteur, zoals Harry Mulisch, haalt er nog steeds hardnekkig de goden bijMaar per saldo blijft het resultaat hetzelfde: lite ratuur gaat over het onvolkomen en ein dige leven op aarde. Anders viel er niets te vertellen. Literatuur is sterk verbon den met het menselijk lot. Vanaf het mo ment dat de mens niet meer op zoek is naar verhalen die zijn leven zin geven, maar alles zelf in de hand wil nemen, is de literatuur uitgepraat. Er bestaat een mooie parabel van Jorge Luis Borges over de onsterfelijkheid. Hij vertelt over een Romeinse volkstribuun die op zoek gaat naar de stad der onster- fel ij ken, waai-van hij bij geruchte heeft vernomen. Tijdens zijn omzwervingen komt hij aan in een onherbergzame streek, waar de stam der troglodieten leeft. Dit volk kent de taal niet en ver- bl jfl apathisch in grotten Gaandeweg dringt het tot de tribuun door dat hij daadwerkelijk aangekomen is de stad der onsterfelijken Dat idee is de totale anticlimax. Onsterfelijkheid maakt mensen tot uitgebluste wezens, voor wie niets er meer toe doet. De tribuun wordt benaderd door een man. Hem leert de Romein met de grootst mogelijke inspanning weer te spreken. Aan het eind van de vertelling zal blijken dat het om Homerus gaat, het symbool van de literatuur! Van Homerus begrijpt de tribuun tenslotte: „De dood maakt mensen kostbaar en aandoenlijk Bij stervelingen heeft alles het belang van het onherstelbare en ongewisse Bij On sterfelijken, daarentegen, is iedere han deling (en iedere gedachte) de echo van andere die er in het verleden aan vooraf gingen... Niets kan maar één keer gebeu ren, niets is op kostbare wijze precair. Voor de Onsterfelijken maken het elegi sche, het ernstige, het ceremoniële niet de dienst uit. Het zijn wijze woorden die Borges hier noteert. Diepzinnig en voor de handliggend tegelijk. Je moet er alleen bij stil willen staan. Wat Borges zegt betekent ook: zonder de dood geen kunst, De eerste rituelen van de mens zijn die rond geboorte en dood. En kunst komt voort uit die rituelen; klaagzangen, beelden, bezweringsfor mules. Niet zelden zijn grote romans ge boren uit het verlangen het unieke vast te houden, uit te vergroten en te begrijpen. En gedichten roepen de goden aan, Ve nus, Apollo, Eros, Dyonisos. In een cultuur waarin de mens zelf god is geworden, wordt literatuur van haar ernst beroofd. Literatuur wordt dan te ruggebracht tot vrijblijvend vermaak, tot game, tot fun. De verveling moet im mers voorkomen worden. En daarin zijn andere media nu eenmaal veel beter. Game over voor de literatuur. Of toch niet? Wie weet zijn wij toch gewoon alle maal stervelingen. Jan-Hendrik Bakker Als iemand beantwoordt aan het romantische beeld van dichtende engelenknaap, is het Hans Lodei- zen (1924-1950). Hij was een hypergevoelige jongen die mieren bestudeerde en van woede kon huilen als er eentje werd vertrapt. Hij leed aan een onbekende ziek te, die pas bij zijn naderende dood in een deftige Zwit serse kliniek werd herkend als leukemie. Hij was breekbaar en eenzaam. En hij wist, zoals hij dichtte, dat de dood 'zoveel eenzamer is dan het leven kan zijn'. Hans Lodeizen, de eeuwige adolescent, leefde bijna vanzelfsprekend in onmin met zijn vader, een rijke on dernemer met een enorme villa in Wassenaar van wie hij volledig financieel afhankelijk was. Het was jeug dige dromerigheid tegenover ouderlijke daadkracht: 'ben ik nu werkelijk zo slecht als mijn vader zegt'. Hij had al jong zelfmoordplannen. Hij moest zijn homoseksualiteit verdringen door dan- dy-achtig met meisjes te zwieren op chique feestjes. In Amerika, waar hij zich halfslachtig aan een studie wijdde, ontpopte hij zich als homofiele loverboy, die wanhopig naar de grote liefde zocht die hij niet kon vinden, die voordeed plezier te hebben, terwijl het ver te zoeken was. Hij, dichter met een ingebakken heimwee, verlangde naar het lome zondagmorgengevoel van verglijdende seizoenen in Massachusetts, met een glas in de hand en muziek op de achtergrond. Hij trachtte het op te roe pen met verzen die hij, onzeker als hij was, in het ver borgene schreef Pas later durfde hij ermee voor de dag te komen. Het zijn verzen, waarover zijn vroege dood de zachtgele glans heeft gelegd van elegante, melan cholische schoonheid. Door het experimentele karakter van zijn poëzie, hangt rondom Lodeizen het vermoeden van een onbe grepen wonderkind, dat zich mocht koesteren in de il lusie van een groot dichterschap in het verschiet. Hij kon er door zijn vroege dood zelf immers niets aan doen dat hij een minor poet bleef. Doordat hij zo jong stierf, werd aan anderen de moge lijkheid geboden het verhaal-Lodeizen glimmend op te wrijven. Zou hij misschien gezien kunnen worden als een voorloper van de Vijftigers? Een bruggenbou wer welLicht tussen de voor- en naoorlogse generaties? De vraag stellen is haar beantwoorden. In werkelijk heid had hij geen contact met de experimentelen. Kei zer Lucebert zou de jongen met de plezierige, half zachte schoonheidsidealen zeker hebben afgewezen. Voor bruggenbouwer was hij niet sterk genoeg. Intussen zijn zijn gedichten, gebundeld in Verzamelde gedichten (Uitgeverij Van Oorschot, 1996), gebleven wat ze waren: kleine juweeltjes en vaak onaffe schet sen, vederlicht van toon, zonder filosofische onder bouwing, maar o zo sfeervol en o zo begrijpelijk en invoelbaar voor poëzielezers. Zij herkennen de stem van Hans Lodeizen meteen: 'ik die de morgen als een beker - vol gouden wijn met lange - teugen leegdrink en denk - aan korenvelden in de zon - en de lange avon den van de boeren - ik die als een korenveld - voor de winter ben bewaard'. Peter van Vlerken Woensdag 12 maart: Pauline Slot geeft een lezing in De Koperen Tuin in Goes. Aanvang: 19.30 uur. Nelleke Noordervl iet is te gast bij het li tera ire ca fé va n scholengemeenschap Nehalennia in Middelburg, locatie Churchilllaan. Aanvang: 20 uur. Donderdag 13 maart: Striptekenaar Dick Matena, die werkt aaneen beeld verhaal van De Avonden van Gerard Reve, signeert in boekhandel Het Paard van Troje in Goes. Van 19 tot 20.30 uur. Bert Keizer, auteur van het boekenweekessay Koud liggen, geeft een lezing op het binnenplein van De Drukkerij in Middelburg. Aanvang: 19.30 uur. Kristien Hemmerechts, auteur van het boekenweekessay Hotel Terminus geeft een lezing in het Ledeltheater in Oostburg. Aanvang: 20 uur. Adriaan van Dis houdt een lezing in Porgy Bess in Terneuzen. Aanvang: 20.15 uur. Vrijdag 14 maart: Ronald Giphartauteur van het boekenweekgeschenk Ga la, signeert van 15.00-16.00 uur in De Drukkerij in Middelburg Kristien Hemmerechts houdt een lezing in het Multifunctioneel Centrum in Zierikzee. Aanvang: 20 uur. Dinsdag 18 maart: Biograaf Hans Renders houdt in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg een lezing over de in Westkapelle opgegroeide Jan Campert (1902-1942), vader van Remco Campert en auteur van het bekende gedicht 'De achttien doden' Aanvang: 19.30 uur. Woensdag 19 maart: Cri Stellweg leest voor en signeert in De Drukkerij in Middelburg. Aanvang: 15 uur. Uitvaartverzorgster Lieke Bosveld houdt in De Koperen Tuin in Goes een le zing over boeken en rouwverwerking. Aanvang: 19.30 uur. Donderdag 20 maart: Neerlandicus Frank van Doeselaar interviewt Tho mas Rosenboom in De Drukkerij in Middelburg. Aanvang: 16 uur Jan Siebelink houdt een lezing in Porgy Se Bess in Terneuzen. Aanvang: 20 15 uur Vrijdag 21 maart: Joost Zwagerman houdt een lezing in De Koperen Tuin in Goes. Aanvang: 19.30 uur Zaterdag 22 maart: Joke Verweerd geeft een lezing en signeert haar nieuwe verhalenbundel in Bestevaer in Vlissingen Aanvang 14.00 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25