Het is klauteren en vechten De speurtocht naar een overleden dochter Steeds meer 50-plusssers beginnen een eigen bedrijf W5 Zoeken naar Sofie Steeds meer vijftigplus sers beginnen een eigen bedrijf. Vaak noodgedwon gen, bijvoorbeeld na ontslag. Maar voor veel ouderen is het 'eigen baas zijn' een pri ma manier om ook na hun zestigste nog enthousiast aan het werk te blijven. Drie ondernemers over hun avon tuur. „Op zo'n leeftijd gooi je jewel in een gat." Het irriteerde Cor Klos (61 jaar, Goes) mateloos dat zijn werkgever zo weinig ge bruik maakte van de ervaring van het oudere personeel. Dat werd nog erger toen de onderne ming, een bedrijf in transport techniek, werd overgenomen. „Jongetjes die net van de uni versiteit kwamen, kregen het direct voor het zeggen." Hij stompte af op 'dat academische gelul' en het gebrek aan waar dering. „Als ik een goed idee hadgingen de hoge heren ermee vandoor." Op zijn 54ste zegde hij zijn baan op, en waagde de sprong naar het ondernemerschap. Zijn om geving reageerde vooral be zorgd. „Iedereenzei: 'Weetje wel waar je aan begint, het is heel zwaar'." Vertrouwen Klos ging 'wel tachtig keer' naar de bank met zijn ondernemings plan onder de arm. „Niemand wilde me geld lenen. Uiteinde lijk hapte één bank toe, omdat daar een kennis werkte die ver trouwen in me had. Ik kreeg een lening van 100.000 gulden, daar was ik heel blij mee. Maar als ik daar geen contacten had gehad, was het me nooit gelukt." Ook zijn vrouw stond in eerste in stantie niet te juichen, geeft Klos toe. „Heel begrijpelijk, na tuurlijk. Als ondernemer op die leeftijd gooi je je toch in een gat. Het is klauteren, vechten, en je weetniet of ie eruit zult komen." Cor Klos besloot zich te richten op het ontwikkelen van machi nes voor de voedingsmiddelen industrie. TMF Belting Systems (de afkorting staat voor vrouw Truus en dochters Marinella en Florence) ging van start op de zolderkamer van zijn woonhuis in Goes. Aan het kleine autootje van zijn vrouw werd een trek haak bevestigd zodat hiermee machines konden worden afge leverd. „Daarna belden bedrij ven met verzoeken om bepaalde onderdelen. Dan zei ik: 'Ik ver bind u even door met het maga zijn'. Vervolgens kregen ze mijn vrouw in de keuken aan de lijn." Klos zette door en heeft inmid dels een miljoenenbecfrijf met dertig man personeel opge bouwd. „Ik heb nu alles wat mijn hartje begeert. En dat be doel ik niet alleen in materiële zin. Mijn voldoening in het werk is terug, en dat is het belangrijk ste." Vooroordelen Met enige triomf vertelt hij over een klant die hem bij de start van het bedrijf de rug toekeerde. „Hij waarschuwde me dat als ik voor mezelf zou beginnen, hij niet met me verder wilde. Daar was ik te oud voor, zei hijLaatst hebben we toch zijn hele bedrijf geautomatiseerd. Vooroordelen ten opzichte van vijftigplussers blijven, consta teert Klos. „Ik erger me aan het idee dat ouderen niet uit de voe ten kunnen met computers. Zelf heb ik hier het nieuwste van het nieuwste spul staan, allemaal driedimensionaal. Cor Klos schat dat hij nog een slordige vijftig uur per week werkt Hij voorspelt dat hij nog wel tot zijn zeventigste aan het bedrijf verbonden blijft. „Mijn motto is: werken is goed voor je. Maar mijn advies is wel om af leiding te zoeken. Hij stopt pas als hij het gevoel heeft al zijn kennis te hebben overgedragen aan zijn opvol gers. „Anders gaat de nieuwe generatie het wiel opnieuw uit vinden. Daar kun je donder op zeggen Toen hij nog als accountant bin- van? Ik koos voor kwaliteit van leven." Wanneer Ferry Stol- voort tegenwoordig een af spraak heeft in bijvoorbeeld Utrecht, plakt hij daar rustig een middagje Centraal Museum aan vast. „Als ik op zo'n mo ment door een klant word ge beld, zeg ik gewoon eerlijk: 'joh je hebt pech, ik kan je op dit mo ment niet helpen'." Een werkweek van zestig uur komt ook nu nog wel eens voor. „Maar dan zorg ik er wel voor dat ik de week erop hooguit 32 uur werk. Dat soort dingen kan ik me nu permitteren, zonder dat iemand direct roept 'baas, baas wat vind je daarvan?"' Eén kanttekening wil Stolvoort wel nog bij zijn verhaal maken. Het feit dat het eigen onderne merschap hem zo succesvol af gaat, dankt hij ook aan de in houd van zijn beroep. „Als vennoot was ik eigenlijk al tien jaar een soort ondernemer, bo vendien heb je als accountant natuurlijk inhoudelijk veel ver stand van zaken. Voor mij was de stap om voor mezelf te begin nen niet zo eng als voor iemand zonder financieel inzicht Ik zie genoeg voorbeelden om me heen van avonturen die minder ge lukkig dreigen af te lopen." Ontluistering Rob van der Spek (59) verdient zijn geld tegenwoordig met maar liefst vijf professies; com municatie-adviseur, gespreks leider, debater, veilingmeester en bedrijfsjoumalist. Hij schat zo'n zeventig uur per week bezig te zijn. „Maar ik doe alles met verschrikkelijk veel plezier. Op deze manier heb ik het buiten gewoon naar mijn zin. Zonder enige denktijd roept Van der Spek de dag in herinne ring dat hij werd ontslagen als communicatie-adviseur bij DAF: 28 februari 1993. Driedui zend van de zesduizend werk nemers van het truckbedrijf verloren hun baan. In een brief, bij het postkantoor op te halen, kreeg Van der Spek te horen dat ook hij behoorde tot de groep die kon opstappen. Na acht jaar dienstverband stond hij met zes weken salaris op straat. Van der Spek, afkomstig uit het Twentse dorpje Enter, was toen vijftig jaar. „Mentaal kwam de klap veel harder aan dan ik ooit had kunnen vermoeden." Zijn gemoedstoestand werd niet veel beter na zijn eerste bezoek aan het arbeidsbureau. „Dat was een ontluisterende ervaring. Ik had altijd gedacht: 'Als je goed bent, kom je wel aan de bak'. Maar door mijn leeftijd ver dween ik daar meteen op de sta pel onbemiddelbaar.Korte tijd zag hij zijn toekomst erg pessi mistisch in. Pianoles werd al vast opgezegd, de Libelle en Margriet gingen de deur uit, net als de derde krant en de tweede auto. Eigen baas Toen kreeg hij de gelegenheid om in een ander autoconcern voor een jaar de rol van com mercieel directeur te vervullen. Daarna volgde een tweede inte- rimbaan. Maar Van der Spek prefereerde eigen baas te zijn boven al die tijdelijke functies. Hij begon de communicatie te doen voor enkele klanten. Daar na werd hij door de Speakers Academy benaderd om voor pu bliek te vertellen hoe hij zijn 'mentale klap' heeft overwon nen. Inmiddels geeft hij voor be drijven de meest uiteenlopende workshops met titels als 'Hoera een klacht' en 'Hole-in-one bij elke klant'. Voor bijeenkomsten met de naam 'Hoe vang ik een klant' betreedt hij het podium in visserstenue. Maar met even veel plezier treedt hij de volgen de dag tijdens een congres over vervoerstechniek op als dag voorzitter, of draait de nieuwste uitgave van het blad van een ou derenbond in elkaar. Nu kan hij alleen maar lachen om de sceptische reacties die zes jaar geleden klonken, toen hij voorgoed de zekerheden van een vaste baan overboord zette. Van der Spek: „Dit maakt me geluk kig. hier ga ik nog lang in door." Bernice Breure zaterdag 1 maart 2003 Rob van der Spek als dagvoorzitter foto Harmen de Jong/GPD nen de maatschap werkte, was Ferry Stolvoort (50) van plan ui- terlij k op zijn zestigste met pen sioen te gaan. In de slopende 'tredmolen', een werkweek van zestig uur, zou hij het beslist niet langer volhouden. Na een inzinking besloot hij vorig jaar voor zichzelf te beginnen. Nu verwacht hij nog tot lang na de pensioengerechtigde leeftijd door te gaan. „Ik heb welzijn verkozen boven welvaart", verklaart Stolvoort. „Ik ben nu al erg tevreden als ik een aardige boterham verdien door gemiddeld tussen de dertig en vijftig uur per week te wer ken." De Apeldoomer werkte tien jaar lang op een groot accoun tantskantoor. Hij klom op tot een van de 65 vennoten en kreeg door een bestuursfunctie steeds meer werk op zijn bord. „Ik voelde grote druk vanuit mij zelf, maar ook van collega's om zo hard te blijven werken en te presteren." Op een bepaald mo ment werd het hem te veel. Na een periode van bezinning be sloot hij voor zichzelf te begin nen. „Ik had er wel een halfjaar tje tussenuit kunnen gaan, maar dat had uiteindelijk niets opge lost. Doormodderen was geen optie. IJdelheid en trots weer hielden me ervan om het zover te laten komen, dat mij gevraagd zou worden op te stappen." Omdat de maatschap zijn good will uitbetaalde, waren er geen financiële belemmeringen om eigen baas te worden. Als zelf standig adviseur voor onderne mers moest Stolvoort wel aan zienlijk inleveren op zijn salaris. „Maar ik heb mezelf de vraag gesteld; waar ga ik voor? Waar word ik echt gelukkig Directeur Cor Klos van TMF Belting Systems in Goes. foto Harmen de Jong/GPD Het aantal startende ondernemers van vijftig jaar of ouder groeit aan zienlijk, zo blijkt uit een deze maand ver schenen onderzoek van het EIM (Econo misch Instituut voor het Midden- en Klein Bedrijf) Inmiddels is zo'n 11 pro cent van alle starters ouder dan vijftig jaar. Opvallend is dat veel van deze on dernemers een eigen bedrijf beginnen uit negatieve overwegingen, zoals ontslag. De meeste ondernemende vijftigplussers zijn hoogopgeleide mannen Onderne mingsplannen van oudere starters wor den vaak met gemengde gevoelens ont vangen, zo staan banken niet te trappe len om hen geld te lenen. Toch gaat het ondernemen deze groep opvallend goed af. De helft van de oudere starters is niet van plan om het bedrijf uit te breiden, maar 'moet' toch binnen vijf jaar perso neel aannemen. De verwachting is dat de toename van het aantal oudere starters de komende jaren flink zal doorzetten. Nu het economisch slechter gaat, zal het aantal ontslagen toenemen. En juist voor deze groep zijn .maar weinig vacatures. Daarnaast wordt door de vergrijzing verwacht dat iedereen steeds langer blijft werken. Het is voor sommigen een aantrekkelij ker vooruitzicht omdat als eigen baas te doen dan als werknemer. T Tertel je je kind dat het dood gaat? Maar wat is ster- V ven dan wel? En waar is de man, de vrouw en het kind die we bij leven zo innig lief hebben, nadien? Margriet Hunfeld (52) uit Zeist, verslaggeefster van het Utrechts Nieuwsblad, schreef er een boek over. Over de ziekte en dood van haar jongste dochter Sofie en over haar speurtocht naar haar dochter aan 'gene zijde' via de spirituele, paranormale en wetenschap pelijke wereld. Ze zegt het met nadruk op elk woord: „Het boek dat ik nu heb geschreven, had ik tien jaar geleden zelf van anderen willen lezen. Nee, had ik toen gelezen moeten hebben. Dat had me veel steun gegeven." Journaliste Margriet Hunfeld verloor vijf jaar geleden haar jong ste dochter Sofie. Een aanvankelijk mooi, begaafd meisje van zestien. Acht jaar daarvoor was bij haar een hersentumor met uitzaaiingen aangetroffen. Wat volgde was een oneerlijke strijd met pijnlijke opera ties, vreselijke behandelingen en een steeds zieker, ook mentaal slechter wordende Sofie. Met. als tus sendoortje, de scheiding van Hunfeld van Sofie's va der, geldproblemen en vier gedwongen verhuizingen als toegift. In haar debuut Wachten in de rookkamer schreef Hunfeld eerder over de ziekte van Sofie. Nog open hartiger is zij nu over de dood van haar dochter: „En dan krijg je te horen dat Sofie is uit behandeld. Dat ze hooguit nog enkele maanden te leven heeft Wat doe je dan? De ene goeroe bezweert je om vooral niets te zeg gen. Elke dag tot een feest te maken. Van de ander, mijn huisarts destijds, moet je vooral eerlijk zijn, mag je haar niet de kans ontnemen om waardig afscheid te nemen." Ze zwicht uiteindelijk voor het laatste ad vies: „Maar toen vroeg Sofie, in haar wanhoop, wat is doodgaan mam? En dat is achteraf mijn grootste grief Ik moest eerlijk zijn, maar ik kon haar geen ant woord geven. Ik kon haar niet vertellen waar zij na haar dood zou zijn en ik loog er dus maar weer op los Iemand had me daarvoor moeten behoeden. Had moeten vertellen wat het is om dood te zijn." Als Sofie, inmiddels in coma, onverwacht gaat ster ven, heeft Hunfeld het gevoel dat zij haar roept- „Nie mand had het in de gaten dat ze zou sterven. Maar ik wist het. Geen verkeerslicht kon me tegenhouden, ik moest bij haar zijn. Haar zeggen dat het zo goed was, dat ze rustig kon gaan." Na de begrafenis tobt Hunfeld met heftige, tegen strijdige emoties: „Ik voelde me geamputeerd, intens verdrietig. Maar tegelijk ook zo kwaad. Waarom moet een kind op zo'n manier sterven. Wat was de zin van haar en ons leven9 En wat mij bovenal bezig hield, waar was Sofie nu eigenlijk?" Ze gaat op zoek naar Sofie, naar de mogelijkheid van een voortbe staan Allereerst bij de katholieke kerk, waar haar wortels liggen: „Want dat was de eerste vraag in de catechis mus. Waartoe zijn wij op aarde? Ik heb de priesters dus uit hun boordje getrokken. Ook de hoogleraren in de godsdienstleer. Maar een antwoord, een echt ant woord kreeg ik niet." Vervolgens trekt Hunfeld langs verschillende mensen die op grond van hun paranor male of spirituele bekwaamheden contact met de 'an dere wereld' beweren te hebben. Een bekende paragnost zegt, bij het zien van Sofie's foto, dat hij 'sombere onmst voelt', maar dat Sofie nog leeft. Een helderziende praat slechts lovend over een keuken stoel van Blokker en van de avond met mensen die overledenen horen praten via terug gespoelde ge luidsbanden, wordt Hunfeld evenmin veel wijzer. Dan bezoekt ze Jomanda. Met wederom een foto van Sofie op zak en de afspraak dat Hunfeld louter mag opschrijven wat de 'Lady of the Light' op geluids band vertelt. Op straffe van 25.000 euro boete. Hunfeld: „Het lijkt raar. Zeker voor zo'n kritisch en nuchter mens als ik. maar je doet het Wanneer je ie mand verliest van wie je echt houdt, blijf je zoeken Desnoods bij Jomanda Je wilt weten waar je kind of geliefde is. Hoe het hem of haar in het hiernamaals vergaat." Maar ook bij de dame in het blauw, die op de foto vooral veel nekpijn en slechte aardstralen ziet, vindt Hunfeld haar dochter niet. Evenmin bij de hel derziende 'astraal reiziger' „Toen gaf ik het zoeken naar Sofie in dat circuit maar op. De enige mogelijkheid die ik als laatste nog wilde onderzoeken was praten met mensen met een bijna- doodervaring, BDE." Niet helemaal toevallig. Eerder had een man tijdens een lezing over het thema de dood haar spontaan over zijn eigen ervaringen ver teld. „Hij zei toen. uw dochter is gelukkig en ik kan het weten, want ik ben er na een hersenbloeding ge weest. Het is mooi waar ze is Absolute rust, totale ontspanning. Als dat de dood is, benadrukte hij nog, dan teken ik ervoor" Hunfeld zoekt wetenschappers op die onderzoek doen naar BDE, onder hen is de Nederlandse cardio loog Pim van Lommei. Ze spreekt met tal van andere mensen. Onder meer met Monique Eijbersen en haar dochter Rascha over hun man en vader, de tv-man René Eybersen die op zijn sterfbed de angst voor de dood verliest. Voor Hunfeld vallen de puzzelstukjes op hun plek Door de opmerkeli jke onderzoeksgege vens en getuigenissen, ben ik langzamerhand gaan beseffen dat Sofie toch nog ergens in het universum is. Dat haar en ons bewustzijn voortleeft. Dat haar le ven niet voor niets is geweest. En dat geeft mij, hoe dan ook, troost." Helma van den Berg 'Zoeken naar Sofie', verkenningen van een moeder naar de dood van haar dochter', door Margriet Hun feld, uitgeverij De Kern, 12,50 euro, ISBN 9032509012.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 33