Zoute inval in het Rammegors
Koude nacht wordt jonge aardhommel fataal
21
Getij terug in
natuurgebied
21
22
22
weerwoord
Overtocht
duurde
vijf minuten
Eerherstel
voor vergeten
ingenieur
Kamperen
in de natuur
Wan strekjes
is de boot weg
bijzonder blauw
dinsdag 25 februari 2003
Wat februari
niet wil,
dat neemt
de maand april
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC.
postbus 18. 4380 AA. Vlissingen,
fax 0118-470102.
e-mail redactie@pzc.nl
De beste plaats voor een doorlaatmiddel naar het Rammegors bevindt zich bij de werkhaven van Sint-Philipsland
Provinciale Staten stel
den onlangs een toe
komstvisie voor de Deltawa
teren vast. Belangrijk
uitgangspunt daarin is her
stel van de getijbeweging in
de door de deltawerken af
gesloten wateren. Terugkeer
van de estuariene dynamiek
heet het fraai gesteld. Daar
door komen ook de steeds
zeldzamere overgangszones
tussen zout en zoet weer
meer in beeld. De Staten zet
ten voorop dat aan de veilig
heid niet mag worden ge
tornd. Van het afgraven van
dammen en dijken kan dus
geen sprake zijn. Wel van het
maken van doorlaatmidde-
len, simpelweg kokers door
de waterkeringen. Het Ram
megors bij Sint-Philipsland
komt in aanmerking voor
een proef.
Provinciaal medewerker Piet
van der Reest vertelt dat het
Rijksinstituut voor Kust en Zee
(RIKZ) onderzoek heeft uitge
voerd naar het verzouten van
het Rammegors. „We willen
graag ervaring opdoen. Het ge
bied leent zich er goed voor van
wege de schaal en de ligging. Je
moet herstel van de natuur
waarden niet meteen in een
groot gebied uitproberen. Het
Rammegors is nog jong en volop
in ontwikkeling. Dat is makke
lijker te veranderen dan bij
voorbeeld een oud cultuurland
schap."
Het natuurgebied is in 1972 ont
staan als gevolg van de aanleg
van de Schelde-Rijnverbinding.
De oppervlakte bedraagt onge
veer 150 hectare. Het zijn de
voormalige schorren, zandpla
ten en slikken, ten noorden van
Tholen in het verlengde van de
Krabbenkreek. Het Rammegors
werd van deze zijtak van de
Oosterschelde afgesneden door
de bouw van de Slaakdam tus
sen Tholen en Sint-Philipsland.
Sindsdien is het getijloos. Rijks
waterstaat gebruikte het ge
deeltelijk als slibdepot, vandaar
dat er hoge stukken liggen.
Staatsbosbeheer kreeg het elf
jaar geleden in beheer.
Van der Reest maakt duidelijk
dat het Rammegors zich ont
wikkeld heeft tot een geïsoleerd
zoetwatermoeras, met als zoda
nig hoge natuurwaarden. Daar
is niks mis mee. Maar als er in
het gebied weer nadrukkelijk
zoute invloeden kunnen terug
keren, kunnen nog grotere na
tuurwaarden omarmd worden.
Van der Reest: „Een zoetwater
moeras is ook mooi en waarde
vol. Maar de toekomstvisie Del
tawateren kent aan zout-
zoetovergangen niet voor niets
grote waarde toe. Die zijn zeld
zaam geworden. Door het ge
tij toe te laten kan er een stuk
schorgebied aan de Ooster
schelde toegevoegd worden."
Daarbij moet niet worden ge
dacht aan de schorren zoals die
nu frank en vrij langs de randen
van de zeearm liggen, want on
danks de aanleg van een door
laatmiddel blijft het Ramme
gors toch een afgesloten gebied.
Het wordt meer iets in de geest
van een sluftergebied als het
Zwin en de - door de mens ge
maakte - slufter op Neeltje Jans,
zegt Van der Reest. „Het wordt
in feite een verlengstuk van de
Oosterschelde." Hij voegt eraan
toe dat de hogere delen in het ge
bied niet onder invloed van het
zoute getij zullen komen. Daar
blijft zoete natuur aanwezig.
Ongeveer 75 hectare wordt ge-
tijgebied."
In het onderzoek van het RIKZ -
Rammegors: een zoute inval- is
invoering van een gedempt getij
als uitgangspunt genomen. Dat
is haalbaar via een doorlaat
middel in de Slaakdam, met een
doorstroomopening van 14,3
standen te laag. Wel zal het
Rammegors zelf door de zoutin-
vloed een heel ander uiterlijk
krijgen. Dat is voor de mensen
even wennen. Er komen zoute
pioniersplanten tot ontwikke
ling, zoals zeekraal en kwelder
gras. De ontwikkeling van bos
houdt op. Op kleine schaal ont
staan tussen de lagere en hogere
delen zout-zoeto vergangen.
De aanleg van een doorlaatmid
del beïnvloed de veiligheid niet,
benadrukt Van der Reest, De ca
paciteit van de (afsluitbare)
buis in maatgevend en er zal
meter en een drempel op 0,5 me
ter -NAP. De beste plaats ervoor
bevindt zich ten noorden van de
werkhaven van Sint-Philips
land. Volgens Van der Reest is er
een getij verschil te berei ken van
1,5 meter. Dat is weliswaar aan
zienlijk minder dan in de vroe
gere situatie (voor de aanleg van
de stormvloedkering Ooster
schelde), maar voldoende om
ervoor te zorgen dat elk getij de
voormalige schorren onder wa
ter lopen en opnieuw schor kun
nen worden.
Piet van der Reest noemt het be
langrijk dat geen nadelige effec
ten in de omgeving ontstaan.
Met name in de akkerbouwge
bieden op Tholen en Sint-Phi
lipsland zal de zoute kwel niet
toenemen. De peilverschillen in
het Rammegors-met-getij zijn
daarvoor te klein en de water-
nooit een springtij-niveau kun
nen optreden. „Er is geen kans
op plotselinge overstromin
gen." De kosten zijn zeker meer
dan twee miljoen euro en dat
geld is nog niet beschikbaar. Als
er zicht is op uitvoering, is nader
onderzoek nodig naar het pre
cieze ontwerp van het doorlaat
middel en de inrichting die na
gestreefd wordt. „Uiteindelijk
hangt veel af van hoeveel we
zout willen maken", stelt Van
der Reest.
Hij kijkt ook al een stapje ver
der. Als de terugkeer van het
contact met de Oosterschelde
zich gunstig ontwikkelt, kan
vervolgens gedacht worden aan
een verbinding met de grote ri
vieren via het Krammer-Vol
kerak, zodat een nieuwe, royale
zout-zoetovergang ontstaan.
Een mogelijkheid daartoe is
foto's Dirk-Jan Gjelteina
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekculUiur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
Natuurgebied het Rammegors.
aanleg van een duiker naar het Krammer-Volkerak en Zoom-
Schelde-Rijnkanaal of gebruik meer door de blauwalgen tot het
maken van de route door het ou- verleden behoort,
de Slaak. Voorwaarde is wel dat
in elk geval de vergiftiging van Rinus Antonisse
Matige nachtvorst en over
dag een steeds warmer
wordend zonnetje, zoals we dat
de afgelopen week hadden, is
wel zo'n beetje het beste wat fe
bruari geven kan. Er gebeurt el
ke dag wel iets nieuws in de na
tuur. De sneeuwklokjes bloeien
weer. De witte kwikstaart is te
rug. De eerste kleine vossen
fladderen alweer rond en ook
aardhommels zijn weer present.
Maar broze wezens als insecten
nu eenmaal zijn, hebben ze het
toch taai. De koude nachten
worden de pas ontwaakte die
ren vaak fataal en de aardhom-
mels die in de ochtenduren wor
den waargenomen zijn meestal
dood of stervende. Blijkbaar
verlokt de middagzon dan toch
weer nieuwe individuen om uit
hun winterslaap te ontwaken...
met dodelijk gevolg.
Vlinders en hommels die je nu te
De PZC heefteenstuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
tot het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmat ig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.
zien krijgt, zijn exemplaren die
als volwassen individu de win
ter hebben doorgebracht. Bij
hommels gaat het dan steeds om
koninginnen (herkenbaar door
hun forse formaat). Kleine vos
sen zijn gewoon vlinders die in
het afgelopen najaar geboren
zijn als derde generatie van
2002. Erg veel insecten, zelfs het
overgrote deel van het totaal,
sterven echter voordat de win
ter zijn intrede doet. 'Overwin
tert als larve' of 'overwintert als
ei' melden de handboeken dan
doodleuk. Dat suggereert bijna
dat bestaande individuen te
ruggaan naar een vroegere ont
wikkelingsfase, maar in werke
lijkheid komt het er natuurlijk
op neer dat alleen het nog niet
compleet ontwikkelde nage
slacht het ongunstige wintersei
zoen overleeft.
De vogels in tuin en park zingen
dat het een lieve lust is. Lijsters
spannen de kroon zo vroeg in het
jaar. De grote lijster met zijn
melodieuze en vloeiende lied is
al een paar weken druk bezig
Hommel op een smeerwortel.
om met inzet van al zijn vocale
talenten het territorium af te
bakenen. Maar ook de zanglijs
ters markeren met veel verbaal
illustratie Adri Karman
geweld het eigen stukje grond
gebied. Voor beide soorten zal
het nog ongeveer een maand du
ren voordat het nest voltooid is
en de eerste eieren gelegd wor
den.
Heggemussen en roodborstjes
zingen ook iedere ochtend vol
op. Bij de heggemussen vraagje
je af in hoeverre de zang al be
doeld is om het broedgebied af
te bakenen. De praktijk leert
dat er in de loop van het vroege
voorjaar nog fikse verschuivin
gen kunnen optreden in de
plaats en het aantal van de
zangposten van de heggemus-
jes. Het is dus nog te vroeg om in
kaart te brengen waar de broed-
territoria dit jaar zullen liggen.
En dat geldt al helemaal voor
roodborsten. Het merendeel van
die in de wintertuin veel geziene
wintergasten trekt nog weg in
noordwaartse richting. Alleen
in parkachtige of bosrijke om
geving komt het echt tot een
broedgeval.
Op de schorren is op het eerste
gezicht nog geen spoortje van de
lente te bespeuren. De vegetatie
is bruin en geel in allerlei tinten,
maar het lentegroen dat de bos-
bodem of de velden siert, is hier
op het eerste gezicht nog in geen
velden of wegen te bekennen.
Maar schijn bedriegt ook hier.
Tussen de dorre stengels van het
Engels slijkgras beginnen de
bladeren van de zeeaster weer te
ontluiken. En bij nauwkeurige
beschouwing zit de aaneenge
sloten begroeiing van kwelder
gras alweer vol met jonge groei-
puntjes. Trouwens, als die
subtiele veranderingen in de ve
getatie niet opvallen dan is het
wel de vogelwereld die de nade
rende lente aankondigt. De
meeuwen hebben al weer de
vaste plek van de broedkolonie
betrokken en de groepen wilde
eenden zijn in de afgelopen we
ken opgelost in allemaal afzon
derlijke paartjes. Misschien zit
een enkel eendje al te broeden
op de eerste eieren. En de bruine
kiekendief die in de verte laag
over het schor vliegt, is duide
lijk op zoek naar een geschikte
plek om het nest te bouwen. On
weerstaanbaar rukt het voor
jaar op.
Chiel Jacobusse