Grace gaat een leven mee Er kan er maar één de beste van de wereld zijn Radeloos langs schuldige en onschuldige landschappen 27 Thrillers van Paul Eddy W.G. Sebald Neal Pollack vrijdag 21 februari 2003 '-julEddy baseerde zijn heldin op twee manmoedige politievrouwen die hij in zijn jaren als journalist had ontmoet. foto Roland de Bruin/GPD Tientallen jaren schreef journalist Paul Eddy voor The Sunday Times over moord, doodslag, drugs- en overige torlogen, corruptie en tal van andere onfrisse zaken. Metaal moeheid en een slechte pensioenvoorziening dreven hem maar de fictie. En met succes: Eddy verdient miljoenen met tijn thrillers over special agent Grace Flint, een koele schoonheid. Maart 1999. Journalist Paul Eddy piekert zich suf over een manier om zijn autoverze kering te betalen als de telefoon pat in zijn huis in de Provence, iterair agent Ed Victor aan de Sjn. Victor probeert Eddy's arillerdebuut 'Flint' te slijten inde Verenigde Staten en heeft beet. Een uitgever heeft een half miljoen dollar geboden voor tee boeken. Maar Victor heeft iet bod afgewezen. Te laag. Ed- 3ygrimlacht bij de herinnering, ik legde de telefoon neer en tag naar boven. Mijn vrouw écht dat er iemand was overle- :aIk zag lijkbleek." Haar agent Victor gokte goed. Bijsleepte ervoor de auteur een deal uit van bijna twee miljoen het hoogste voorschot rooreen debutant. Daarna :e!dde zich filmmaatschappij Columbia die 750.000 euro op 2lel legde voor de filmrechten, ik vlieg nu business class, hoef riet meer m Holiday Inns te overnachten", zegt de schrijver vergenoegd. Inmiddels zijn Ed- iv's thrillers gepubliceerd in een groot aantal landen. Bedrog tetzijn tweede thriller die on langs in Nederlandse vertaling frscheen. Geen zorgen meer over de pre- nie voor zijn autoverzekering nook Eddy's pensioen zit ge- tëiteld, De Britse journalist reeft echter de smaak te pak- ien. In de planning zijn in totaal reven keiharde thrillers over Grace Flint, die de undercover- ïjent volgen gedurende haar -'ie loopbaan. iet was niet alleen een bekla genswaardige oudedagsvoor- sening die Eddy de overstap deed maken naar de fictie. ,,Ik werd ook gewoon te oud voor het verslaggeverswerk", zegt de 57-jarige schrijver. „Er kwamen steeds meer dezelfde verhalen op mijn pad. Je hebt het alle maal al gezien, je wordt er - let terlijk - doodmoe van. Als je jong bent, vind je het fantas tisch om naar het Midden-Oos ten of Noord-Ierland gestuurd te worden. Maar op mijn leeftijd is het exotische aan Kosovo of Tsjetsjenië wel verdwenen. En je hebt niets aan zo'n trieste en cynische journalist aan het front." „De laatste journalistieke op dracht die ik had was verslag doen van een moordzaak in Ca- lifornië. Een moeder en haar dochter waren vermoord. Ik sprak met de echtgenoot én va- der. Op een gegeven moment wilde ik meer over zijn dochter weten, wat voor persoon zij was. Hij liet me alleen in haar slaap kamer, waaraan niets was ver anderd sinds zijn dochter werd vermist. Ik bladerde door haar dagboek en vond mooi materi aal voor een verhaal. Maar tege lijkertijd vroeg ik mezelf af: 'wat ben je nou aan het doen, je zit aan de spullen van een dood meisje'. Ik voelde me een vieze rik. Ik kreeg veel lof voor het ar tikel, maar ik was er niet trots op." In een ver verleden had Eddy een eerste poging gedaan om een misdaadroman te schrijven. „Ik had zelfs een voorschot ge kregen, waarvan ik een leuke villa huurde en waarin ik me met mijn typemachine settelde om de meest fantastische thril ler te verzinnen. Maar het lukte niet. Wat ik op papier kreeg was een slap aftreksel van de slecht ste John le Carré die je je kunt voorstellen. Ik had een plot, per sonages, maar ik had geen stem. Het was een slecht verzonnen, doorsnee verhaal. Na een jaar hield ik 't voor gezien, betaalde mijn voorschot af, in termijnen, want ik had het allemaal be steed aan die villa." Een kwart eeuw later had Eddy wel dé stem gevonden en gekop peld aan het karakter Grace Flint, een van de beste underco veragenten 'in de business'. Ed dy baseerde zijn heldin op twee manmoedige politievrouwen die hij in zijn jaren als journalist had ontmoet: agente Wendy Lo- vato van de Drug Enforcement Administration en hoofdin specteur Suzanne Williams van de London Metropolitan Police. „Ik heb me altijd afgevraagd wat hen dreef. Ik kon me voor stellen dat mannen dit beroep kozen. Ze kunnen zich makke- lijker als criminelen voordoen. Vereisten zijn een macho uit straling, snelle auto's, een Ar- mani-kostuum. Bij vrouwen ligt het veel moeilijker. Normaliter klimmen ze al niet hoog in de hiërarchie van criminele orga nisaties. Ze worden koerier of blijven 'babes'. Het is dus so wieso moeilijk voor agentes om in een bende de top te bereiken. Uiterst riskant ook. En toch de den Williams en Lovato het. Als ik ze naar hun beweegredenen vroeg, kreeg ik weinig bevredi gende antwoorden als 'iemand moet het toch doen' en 'het is de blik in de ogen van de gangster als ik hem arresteer'. Daarom besloot ik hun karakters te ver enigen in Grace Flint in de hoop al schrijvende hun drijfveren te kunnen achterhalen." Eddy heeft nog steeds niet de ware ik achter zijn Amazing Grace ge vonden. „Ik ken haar nog niet goed genoeg." In 'Flint', het debuut van Eddy, krijgt de hoofdrolspeelster het al op pagina drie onnoemelijk zwaar te verduren. Als het op zetten van een val voor een top crimineel mislukt, wordt ze beestachtig onderhanden geno men door een louche advocaat met overgewicht. De hak van zijn laars komt keer op keer op haar gezicht neer, het zendertje dat ze om had wordt haar buik wand in gedreven. Het kost plastische chirurgen bijna een jaar om Flints verbrijzelde ge zicht te renoveren: ze creëren een koele schoonheid. Eddy: „Haar gave gezicht is een mas ker. Je komt er nooit achter wat er precies in haar omgaat. En dat maakt haar als personage zo interessant. Vind ik, tenmin ste." Volgens de uitgever staat Eddy's heldin op één lijn met twee ont zag inboezemende vrouwen die eerder hun sporen in de mis daadliteratuur hebben ver diend: FBI-agente Clarice Star ling, een creatie van Hannibal- auteur Thomas Harris, en pa tholoog-anatoom Kay Scarpet- ta, het alter ego van Patricia Corn well, de schrijfster die on langs naar eigen zeggen Jack the Ripper ontmaskerde. Paul Eddy vindt de vergelijking ech ter niet opgaan. „Flint is geen van beiden. Ten eerste ben ik geen fan van Kay Scarpetta. Ik vind dat ze zich niet heeft ont wikkeld, ze is dezelfde persoon gebleven. En Clarice Starling is, gewoon, uniek. Een fantastisch karakter dat weliswaar om zeep is geholpen in de tweede Hanni- bal-film. Grace is roekelozer dan Clarice. De laatste moet zich als FBI-agente aan de re gels houden, Grace lapt ze aan haar laars." De schepping van Paul Eddy heeft inmiddels haar eigen web site. Een foto op de site toont een mooie, jonge vrouw, kat- tenogen, donkere wenkbrau wen, kleine neus en een neer hangend pruilmondje. „Fysiek gesproken is zij de Grace die ik mij inbeeld", zegt Eddy. „Het is een foto van mijn buurvrouw Nicky Wilbrough, toevallig ook model en actrice. Zij is perfect, omdat haar gezicht niet perfect is. Ze ziet er kwetsbaar en tege lijk sterk uit. Die ogen, daar word je toch duizelig vanZij is volgens Eddy in ieder geval meer Grace Flint dan Catherine Zeta-Jones zal zijn in de gelijk namige film, als die er ooit komt. „Dan moet Catherine niet weer zwanger worden." Eddy had liever Jodie Foster de rol zien spelen, maar die vertolkte eerder al met verve Clarice Star ling. De auteur wil echter geen invloed hebben op de film. „Mijn agent zei: 'Pak je geld en bemoei je er niet mee'. En dat doe ik dan ook niet. Het is mijn boek, hun film." De schrijver heeft zich voorge nomen Grace Flint te volgen totdat ze ongeveer 55 jaar oud is. „Dus totdat ze sterft of met pensioen gaat. Ik wil haar per soonlijke ontwikkeling en erva ringen beschrijven. Daar hoort ook bij: zwangerschap, de dood van haar vader, de menopauze, borstkankeronderzoekAllerlei kwesties waarmee vrouwen zich kunnen identificeren. In haar hele leven zal de mysteri euze dood van haar moeder een rol blijven spelen. Zelf heb ik meegemaakt dat de moeder van een vriendin op een dag spoor loos verdween en zeer waar schijnlijk vermoord is. Uitsluit sel over het lot van haar moeder heeft mijn vriendin nooit gekre gen. Dat is erg traumatisch en dat is iets wat Grace ook over komt en dient op te lossen." Het is Grace voor en Grace na bi] Eddy. „Of ik verliefd op haar ben? Mijn vrouw denkt van wel. Als ik weer achter mijn compu ter kruip, sneert ze: 'Ga je weer naar je maïtresse, schat?' Ik ben geobsedeerd door haar, dat is een feit. Ze is constant aanwezig in mijn leven, ik denk de hele dag aan haar." Peter Kuijt Paul Eddy: Bedrog - Vertaling Sop hie Brinkman. Uitgeverij Luitingh- Sijthoff, 432 pag., 17,95 De in 2001 verongelukte schrijver W.G. Sebald was een Duitser die in Engeland woonde. Dat maakte hem al net zo moeilijk plaatsbaar als zijn merkwaardige literaire oeuvre, dat een geheel eigen stijl kende. Zijn magnum opus Austerlitz is nu eindelijk in vertaling ver schenen. Een belangrijk boek. Zijn inzet is stijlvast, en sober als een journalistieke reportage of een notitie in een dagboek. In 1992, in 'Melancholische dwaalwegen'; 'Medio mei van het jaar 1800 trok Napoleon met 36000 man-over de Grote St.- Bernhard, een onderneming die tot dat moment voor zo goed als onmogelijk werd gehouden.' In 1993, in 'De emigres': 'Eind september, kort voordat ik mijn baan in de Oost-Engelse stad Norwich zou aanvaarden, reed ik met Clara naar Hingham om een woning te zoeken.' In 1996, in 'De ringen van Sa- turnus': 'In augustus, toen de hondsdagen op hun eind liepen, begon ik aan een voettocht door het Oost-Engelse graafschap Suffolk, in de hoop te kunnen ontsnappen aan de leegte die zich in mij uitbreidde nadat ik een tamelijk omvangrijk werk- stükhad afgerond.' En nu, in Austerlitz: 'In de twee de helft van de jaren zestig reis de ik vanuit Engeland herhaal delijk naar België, deels voor onderzoek, deels om andere re denen, die ik zelf niet goed kon verklaren; soms bleef ik er één, twee dagen, soms enkele we ken.' W.G. Sebald (Duitsland 1944 - Engeland 2001) was een schrij ver met een vaste stijl. Alinea's komen in de vier boeken die van hem vertaald zijn nauwelijks voor. De tekst stroomt in volle breedte over de pagina's, alleen onderbroken door raadselach tige foto's en illustraties die de tekst als bewijs lijken te dienen: zo was het, kijk dan. Sebald hanteert de zoekende, tastende, associatieve volzin. De bijzinnen hebben een grote, zuigende kracht. Sebalds proza heeft een draaikolkeffect dat de lezer de tekst inzuigt en een ka- dans die hem vasthoudt. Wie zich uit Sebalds boeken los weet te rukken of na de lectuur het boek dichtslaat, kijkt eerst naar buiten om te zien welk weer het ook weer is en om te zien of de wereld überhaupt nog bestaat. Want vrolijk zijn de boeken niet. Het is zware kost. Serieus. Don ker. Diepgravend. En belang rijk. Zijn boeken nog belangrijk in dit tijdsgewricht of is dat iets van vroeger, zoals kuilen in de weg en Kwatta-repen? Auster litz van W.G. Sebald is belang rijk. Het boek handelt over de kern van het bestaan, over leven en dood, over identiteit en af komst. Jacques Austerlitz hoort pas dat hij zo heet als hij al vijftien is. Tot die tijd heeft hij als Dafydd Elias geleefd bij pleegouders in Wales. Hi] is, als kind van joodse ouders uit Praag, aan het begin van de oorlog met het zogeheten 'kindertransport' uit het oor logsgebied weggehaald. De me dedeling dat de waarheid over zijn afkomst een andere is dan hem altijd is voorgehouden, zet jaren later een speurtocht naar zijn wortels in die hem uiteinde lijk tot de diepste diepten van zijn mens-zijn voert. 'Vanuit mijn huidige perspec tief zie ik natuurlijk wel dat al leen al mijn naam en het feit dat die naam mij tot mijn vijftiende jaar was onthouden, mij op het spoor van mijn oorsprong had moeten zetten, maar de afgelo pen tijd is het mij ook duidelijk Omslagfoto van Austerlitz geworden waarom een instantie die voor of boven mijn denkver mogen staat en kennelijk ergens in mijn hersenen met de grootste omzichtigheid heerst, mij altijd tegen mijn eigen geheim heeft beschermd en mij systematisch heeft weerhouden de meest voor de hand liggende conclusies te trekken en de bij deze conclusies passende naspeuringen te doen.' Hij begint de speurtocht naar ziel en verleden tegen heug en meug. 'Niemand kan precies verklaren wat er in ons gebeurt als de deur wordt opengerukt waarachter de verschrikkingen van de kindertijd verborgen zijn.' Hij wil de waarheid niet weten, hij durft de sluizen van het verdrongen verleden niet open te zetten. Rusteloos en ra deloos reist Austerlitz rond langs schuldige en onschuldige landschappen en steden, her en der in Europa. Op een dag treft hij in het station van Antwerpen een zielsverwant, in wiens bio grafie we trekken van W.G. Se bald menen te herkennen. Het is deze zielsverwant die als vertel ler optreedt en de geschiedenis van Austerlitz' worsteling opte kent Zelf is de verteller al net zo zoekend en na verloop van tijd gaat de 'ik' in de tekst van de verteller over op Austerlitz: de identificatie is volledig. Door de jaren heen treffen de twee mannen elkaar steeds weer. Eerst bij toeval, als dat mogelijk is; later op afspraak. In Londen, in Parijs, iri een café- biljart in Terneuzen - 'Ik herin ner mij de waardin nog, een vrouw met dikke brillenglazen die aan een grasgroene kous zat te breien, de gloeiende eierkolen in het haardvuur, het vochtige zaagsel op de vloer, de bittere geur van cichorei.' Telkens blijkt Austerlitz, die een tijdlang als docent kunst historie heeft gewerkt, fysiek en geestelijk dichter bij de waar heid te zijn gekomen. In Praag kent hij zelfs de straten en hui zen van zijn vroegste jeugd te rug, en hij hoort hoe zijn joodse familie aan het einde is geko men. Maar niet nadat hij maan denlang geestelijk volledig verlamd is geraakt door de wei gering van zijn geest de binnen ste kamer open te zetten en de gruwelen van de twintigste eeuw onder ogen te zien. Hij klampt zich vast aan de illu sie dat 'niets van wat de geschie denis vertelt waar is, dat het gebeurde nog helemaal niet is gebeurd maar nu pas gebeurt, op het moment dat wij er aan denken'. Dus denkt hij liever niet en vlucht. Het vluchtgedrag van zijn geest voert hem langs kunst archeologie en architectuur, maar de waarheidsvinding laat zich niet afleiden. Hij moet de confrontatie aan, en dat heeft een soms letterlijk adembene mend en duizelingwekkend boek opgeleverd. Austerlitz is een boek dat niet te categoriseren valt, net zo min als de andere boeken van Se bald, waarvan de vertalingen alleen nog in antiquariaten te vinden zijn: 'Melancholische dwaalwegen', 'De emigres' en 'De ringen van Saturnus'. Mengvormen zijn het, van ro man kunsthistorisch dan wel li terair essay, zelfonderzoek, reisverhaal, geschiedschrijving en reportage. In december 2001 is Sebald, die in een dorpje op de Beiers-Oos- tenrijkse grens werd geboren en sinds 1970 in Norwich als uni versitair docent werkzaam was, bij een ongeval verongelukt. Met hem is een grote Europese schrijver verloren gegaan. Theo Hakkert W.G. Sebald: Austerlitz - Vertaling. Ria van Hengel. Uitgeverij De Bezi ge Bij, 335 blz., €22,50 (geb.). TV Amerikaanse schrijver Neal Pollack - ^type ruwe bolster, blanke pit - houdt ^an om mensen op stang te jagen. Ironie 5degroteske overdrijving zijn daarbij, zo- in zijn verhalen en poëzie als in zijn pu- teke optredens, zijn handelsmerk. Dat dit ■okwel eens minder feestelijk uitpakt, on twond de schrijver onlangs. jdiet Amsterdamse theater De Balie pleitte yi-met luide stem, op mild spottende toon - '-"gelegenheid van de Landelijke Gedich- 'adag geestdriftig voor het bombarderen 511 Irak. Sterker, hij dreigde net zo lang ain poëzie voor te dragen totdat iedereen ach vierkant achter Bush en de zijnen had gehaard. Een collega, de Irakese dichter aodhan Al Galidi, raakte daarvan zo geagi- «rddat hij met veel stampei van de organi se eiste dat Pollack van het toneel zou «orden verwijderd. Toen dat niet gebeurde, 'ftrok de stuurse Irakees naar zijn woon- teats Zwolle. i^aek reageerde zoals je van hem op grond S rijn verhalen mag vernachten: laco- „Hij begrijpt niet dat ik het ironisch bedoel. Ik ben tegen de oorlog en ik heb niets tegen Al Galidi", zei Pollack later, die de avond tevoren tijdens een ander optreden inderdaad precies het omgekeerde had be weerd, namelijk dat elk weldenkend mens een oorlog tegen Irak zou moeten afkeuren. Hoe het zij, het is Pollack ten voeten uit. Hij is een schrijver die niet alleen opvalt door doldrieste verhalen. Neal Pollack houdt van verwarring zaaien, hij schept er genoegen in om te irriteren. In 'zijn introductie' bij zijn eerste, hier ver taalde boek Neal Pollacks Eeuwige liefde voor de brave burgers van Nederland (en België) is het meteen raak. Hij overdrijft en bluft dat het een aard heeft en pepert ons met veel bravoure in dat hij 'de grootste le vende Amerikaanse dichter is'. In een bijge voegde tijdtabel doet hij er nog een schepje bovenop. Op grond hiervan moeten wij con cluderen dat hij eigenlijk een genie is - de grootste schrijver aller tijden - maar dat dit nog niet tot iedereen is doorgedrongen. Het geluk zij met ons, want wij, 'brave lezers in Nederland en België', kunnen dit meester lijke proza - 'niet geschikt voor lezers onder de 18 jaar' staat er op het omslag - en al die schitterende gedichten nu eindelijk in onze moerstaal lezen. Uiteraard wordt ons dit alles met een vette knipoog gepresenteerd. De 'ware' Pollack is begin dertig. Hij is een voormalig journalist uit Chicago, en komt uit 'de stal' van de Amerikaanse schrijver Dave Eggers, die met zijn debuut 'Een hartverscheurend ver haal van duizelingwekkende genialiteit' in één klap wereldberoemd werd. Met onder anderen de jonge schrijfster Zadie Smith, Rick Moody, Arthur Bradford en Matthew Klam publiceert Pollack in McSweeney's, het satirisch-literaire tijdschrift (ook op in ternet: www.mcsweeneys.net), dat een ver gaarbak is voor jong literair talent. Neal Pollacks Eeuwige liefde voor de brave burgers van Nederland (en België) bevat, volgens de schrijver, de beste verhalen uit 'The Neal Pollack anthology of American li terature'. Daarnaast telt het meer dan twee dozijn gedichten uit 'Poetry and other poems', die het - als rapteksten - op de bühne waarschijnlijk veel beter doen dan op papier. Pollacks verhalen, reportages, es says en brieven gaan vooral over de schrij ver zelf, over zijn reizen, zijn ontmoetingen met de autochtone bevolking, over de vele vrouwen die stuk voorstuk voor hem vallen, en over hoe geweldig hi] is. In die vaak reportageachtige stukken paro dieert hij het journalistieke metier. Hij reist als een zelfgenoegzame journalist, als een man van de wereld, alle continenten af, van Albanië naar Afghanistan, van Cuba naar Andalusië, van Colombia naar Rusland om zich van de toestand aldaar op de hoogte te stellen Het zijn stukken met veelzeggende titels als 'Op Cuba vind je altijd wel een scharrel' (hij vrijt er met een honderd jarige), 'Het jukvaninternet-beroemdheid', 'Ik heb met vijfhonderd vrouwen het bed ge deeld', 'Die prachtige Russische sletten zijn geil', 'Interview met mijn lesbische zus', 'Special report: één man tegen de Taliban', en 'Waarom zie ik er zo goed uit', met een knipoog naar Nietzsche ('Ecce homo'). Pol lack doet verslag, maar blijft een buiten staander. Zoals hij in een verhaal schrijft: „En terwijl de wereld om mij heen zich in de revolutie stortte, liep ik goed gekleed de chaotische nacht in." Het resultaat van Pollacks groteske zelfver groting en mystificaties is een mengsel van kostelijke verhalen, die soms lijden onder een teveel aan meligheid en een opzichtig vertoon van spierballenproza. Maar Pol lack kan zich wel enige literaire overdrij vingen veroorloven, domweg omdat hij kan schrijven, al is hij nog (lang) niet de meester die hij in gedachten heeft. Daarvoor vervalt hij te zeer in herhaling: hetzelfde stoere toontje, het maniertje, de pose. Een overdo sis is vermoeiend. Pollack is een typisch Amerikaanse schrij ver, een beetje Bukowski, een beetje Philip Roth, een beetje Norman Mailer, een beetje Eggers. Maar het meest doet hij denken aan 'onze eigen' Herman Brusselmans, immers ook zo'n ster in het met veel bravoure (iro nisch) uitvergroten van zichzelf. Nico de Boer Neal Pollack: Neal Pollacks Eeuwige liefde voor de brave burgers van Nederland (en België- ver taling Oscar van Gelderen en Adriaan Krabben dam Uitgeverij Vassallucci, 214 pag., €18,95.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27