Even een
Van Goghje
scoren
We zijn helemaal onder de betovering geraakt
De verzameling van Helene Kröller-Müller
Inspiratiebronnen
V
Liggend naakt. Parijs, begin 1887, olieverf op doek.
vertoeft er samen met haar man
Anton en haar adviseur Brem-
mer. De avond ervoor had zij al
La Berceuse gevonden, een por
tret waarvoor de vrouw van
postbode Joseph Roulin poseer
de. 'Vanmorgen gingen wij weer
op de overige Van Goghen uit',
schrijft ze Sam van Deventer.
Alsof het gaat om een aanvul
ling op haar garderobe. Ze be
zoeken enkele kunsthandels en
nog voor de lunch had het echt
paar zeven werken van Van
Gogh bemachtigd. Om na het
dejeuner nog even langs het ate
lier van Signac te gaan en in een
kunsthandel een werk van hem
te kopen. 'Ach, en doet u er ook
maar een Seurat bij', schetst
conservator Piet de Jonge het
ogenschijnlijke gemak waar
mee de collectie werd uitge
breid. Die dag werden zeven
Van Goghs aangekocht. Mijn
heer (Anton Kröller) koopt er
'met blijdschap' voor 60.000
gulden aan schilderijen. In die
tijd een onvoorstelbaar bedrag.
En dan te bedenken dat de Kröl-
ler-Müllers in totaal dat jaar 29
werken van Van Gogh hebben
gekocht.
'Vincent Helene' is een hom
mage aan zowel de kunstenaar
als de verzamelaar. De ongeveer
lijsten die Helene er voorla
ten maken. Derijkdomsp^
in letterlijke zin uit depnj^
die Anton Kröller voordes»
ken betaalde. De financiële^
bron moet schier onuitputWj
zijn geweest.
Tegenwoordig is het wereld
nieuws als ergens een schilde
of tekening wordt gevondenj
aan Van Gogh toegeschreven
kan worden. Een kleine een»
geleden kon de verzamelaar
kiezen uit de Van Goghs.Helej
kon in die tijd kieskeurigzijc;
1887 schreef Vincent nogaaj
broer Theo: 'Wat mijn verW
kansen betreft, kijk, diezijn
stellig niet groot... Deprijsis
momenteel vijftig francs.Be
paald niet veel, maar zoverii
kan zien, moet je goedkoops
kopen om bekend te worde:
De passie van Helene voorla
cent laat zich gemakkelijk»»,
klaren. Bremmer noemde hea
'een machtig zich uitspreke-
iemand', en daarmeeisnietsa
veel gezegd. Maar het is eve;,
zeer fascinerend om de over»
komsten op te merken tusser;
kunstenaar die door neef Ara
Mauve (die Vincent schildek
sen gaf) aanvankelijk alsee
'droogkloot' werd gezien.aj
voorname dame, die de esthe
tiek zo minde. Want waar Va
cent hevige aandoeningen!»
van het schone dat hij zag.dji
was Helene niet minder gems
door de aanblik van zijn schil
derijen. Beiden hebben gewon
teld met het geloof, beidenb
den neuroses, beiden haddencj
opvallende combinatie van
ernst en gevoeligheid, heides
ook hadden ze een ongekende
werklust.
Levenswerk
Wat 'Vincent Helene' laata
is niet slechts het werk vanea
geniale kunstenaar, maaroo'.
het levenswerk van eengefc
ven verzamelaar. Halverwege
de tentoonstelling loop je tege
een ongenaakbare schoonhei
aan, die - zo ontdekte Piet de
Jonge - opvallend veel lijkte)
Helene in haar jonge jareni
is 'Portret van Eva Callimah
Cartagi' van H.J.T. Fantinb-
tour, aan Helene geschonken
door Anton toen ze 25 jaarge
trouwd waren. Ernaast harr,
'Treurende man' van Vincent j
van Gogh, tegelijkertijd door.
Anton geschonken. Hetisalsa
de kunstenaar en zijn bewona
raar elkaar hier ontmoeten.
Als je de fascinatie van Helen!
voor Vincent wilt tonen, doe;e
dat op de manier waarop het
Kröller-Müller Museum dat in
deze expositie doet. Wantdea
presentatie is niet minder dar.
imposant: van De Bosrand ui!
1883 die destijds ternauwer
nood het voddenmagazijnove
leefde tot aan het Liggend
Naakt uit waarschijnlijk 1881
dat in 1953 voor het laatst ïnNi
derland was te zien.
Toen Helene in 19 0 9 het 'Madj
met citroenen' kocht, hield
Bremmer haar voor: 'Zooat
het er nu in de hemel uit', j
Dicklani)
Expositie: Vincent Helene-a
Ier-Muller Museum bi] Otterk I
zien van vandaag tot. 12 o'iM
Naast de schilderijen toom km
seum de collectie Van-Goghtékm
gen in twee delen. Openingsm
di.t/mzo.vanl0totl7uur.
vrijdag 14 februari 2003
e expositie Vincent Helene in het Kröller-
Müller-museum bij Otterlo toont niet alleen de
genialiteit van Vincent van Gogh, maar ook het
levenswerk van een gedreven verzamelaar: 'Vanmorgen
gingen wij weer op de overige Van Goghen uit.'
Vincent van Gogh zien is een
ieder gegeven die licht in
zijn ogen heeft. Van Gogh voe
len, of beter doorleven, vraagt
tijd en overgave. Helene Kröl
ler-Müller verwoordde het in
een brief aan haar vertrouwe
ling Sam van Deventer op 26
maart 1909 zo: '...als je je eens
kunt verplaatsen in het gemoed
van iemand, die zóó citroenen
heeft kunnen zien en ons vertol
ken, dan zal je van kunst genie
ten omdat je er uit voelt, dat er
ten spijt van alles iets in de we
reld is, waar wij telkens weer
naar zoeken en telkens weer
ontzag voor moeten hebben.'
Het gaat hier om het stilleven
'Mandje met citroenen' dat Van
Gogh in de zomer van 1888 in
Arles vooral als een studie naar
kleur schilderde. Het schilderij
behoort tot de eerste werken die
Helene Kröller-Müller aan
kocht van de door haar bewon
derde kunstenaar. Uit dezelfde
brief aan Van Deventer: 'Ik ver
beeld mij nog lang niet er achter
te zijn en toch geniet ik van mijn
citroenen al weer oneindig veel
meer dan in het begin.
Het Van Gogh Museum heeft de
meeste en het Kröller-Müller
Museum de mooiste werken van
Vincent van Gogh, is een opvat
ting die nog steeds gangbaar is.
Een mening die zonder twijfel
nuancering behoeft, al zal door
niemand worden ontkend dat
mevrouw smaak had. Uit een
nota die ze in 1933 bij wijze van
toelichting op haar verzameling
voor de regering schreef, mag
worden afgeleid dat de eerste
werken, waaronder het ge
noemde stilleven, werden
gekocht uit persoonlijke over
wegingen, 'omdat ze mij fasci
neerden, mij te denken gaven en
omdat ik ze gaarne in mijn na
bijheid wilde hebben'.
Ideële basis
Al snel evenwel kreeg de verza
meling van het echtpaar Kröl
ler-Müller een meer ideële basis.
Uitdrukkelijk verklaart ze on
persoonlijk verzameld te heb
ben, waarna ze haar verzame
ling als volgt omschrijft: 'tot nut
en genot der gemeenschap bij
eengebracht, dient deze verza
meling, om een aanschouwelijk
beeld te geven der ontwikkeling
zoowel van den individueelen
modernen kunstenaar, als van
Vier uitgebloeide zonnebloemen, Parijs, augustus-oktober 1887, olieverf op papier op doek.
Zelfportret Vincent van Gogh, Pa
rijs, april-juni 1887, olieverf op kar
ton.
de kunst onzer dagen in het al
gemeen.'
Centraal in die omvangrijke
kunstverzameling (mevrouw
verzamelde ruim 800 schilderij
en, 275 beelden, 5000 tekenin
gen en zo'n 500 stuks kunstnij
verheid!) klopt het hart van
Vincent van Gogh. De tentoon
stelling 'Vincent Helene' ap
pelleert aan de bijzondere ver
houding tussen de kunstenaar
en de oprichtster van het muse
um, hoewel zij pas kennismaak
ten achttien jaar na zijn zelfver
kozen dood. Het zal wellicht de
hartstocht zijn geweest die de
verzamelaarster in het werk van
de kunstenaar herkende. Het
zal evenzeer de werkdrift, de
worsteling, de diepte, ja de mens
zijn geweest, die Helene in
ademde. Want, zoals haar leer
meester HP. Bremmer doceer
de, gaat het in de kunst om de
spiritualiteit, om de ziel van de
kunstenaar, om het gemoed.
Die gedachte overheerst en is in
grote mate bepalend geweest
voor de samenstelling van de
collectie. In het werk van Van
Gogh kwam alles samen dat
Bremmer voor goed en waar
hield in de kunst. In de catalo
gus die de tentoonstelling in het
Veluwse museum vergezelt,
staat dat Helene Vincent de
grootste van allen vond, een ide
ale kunstenaar.
De tweede zaal van de expositie
die vandaag in het Kröller-Mül
ler Museum wordt geopend,
brengt ons naar Parijs. We
schrijven 13 april 1912. Helene
negentig schilderijen hangen er
op datum van aankoop. Dus niet
in een kunsthistorisch voor de
hand liggende opstelling. Wer
ken uit de verschillende - en oh
zo herkenbare - perioden van
Van Gogh hangen zodoende
door elkaar. Zo'n inrichting
geeft inzicht in de verzamel
woede van Helene, vergelijk
baar met de bezetenheid waar
mee de kunstenaar werkte. Het
is pure rijkdom die zich hier
openbaart. Rijkdom in vele be
tekenissen.
Eerst is er de staat waarin de
schilderijen zich bevinden. De
expositie is aangegrepen om de
collectie te onderzoeken en
waar mogelijk te restaureren.
Een prachtig voorbeeld is 'Jar-
din de l'Höpital a Arles' (De tuin
van de inrichting in Saint-
Rémy), een schilderij dat Van
Gogh schilderde tijdens zijn op
name in die inrichting. Op een
kort filmpje aan het eind van de
tentoonstelling is te zien hoe 'de
tuin' er voor en na de grote
schoonmaak uit zag: alsof de
meester langs is geweest om het
werk opnieuw in te kleuren.
Rijkdom is ook de samenstelling
van de verzameling, die de ont
wikkeling van de kunstenaar in
onregelmatige stappen schetst.
Rijk is de prachtig ingehouden
en daarmee intieme inrichting
van de expositie, van de hand
van architect Walter Nikkels,
die - zo zei hij - Helene postuum
als een heimelijke opdrachtge
ver heeft ervaren. Immers, Hele
ne stelde hoge eisen aan de ma
nier waarop haar verzameling
gepresenteerd moest worden.
Vandaar ook dat het museum in
de loop van de expositie de hui
dige lijsten van de schilderijen
vervangt door replica's van de
Vincent van Gogh, een onvermoeibaar
brievenschrijver, noemde in zijn corres
pondentie maar liefst 485 schilderijen, 52
tekeningen, 567 grafiekbladen, tien beeld
houwwerken en vijf muurschilderingen.
Ter gelegenheid van Vincent 150ste verjaar
dag op 30 maart, is het Van Gogh Museum
erin geslaagd van heinde en verre het beste
van het beste uit dit 'overvolle depot' aan in
spiratiebronnen bijeen te brengen. Onder
de ruim tweehonderd werken op de exposi
tie De keuze van Vincent hangt een zelfpor
tret van zijn 'idool' Rembrandt uit 1669 nu
voor het eerst naast zijn eigen zelfportret uit
1888.
Een andere nooit eerder getoonde combina
tie is Van Goghs 'Stilleven met koffiepot' uit
1888, afkomstig uit een particuliere collec
tie, en 'De blauwe koffiekan' van EmileBer
nard uit hetzelfde jaar, een bruikleen uit de
Kunsthalle Bremen. De gelijkenis tussen
beide werken is opvallend; Van Gogh heeft
zich duidelijk door Bernard laten inspireren
toen hij zijn eigen versie van dit onderwerp
maakte. Van Monet tot Millet en van Gau
guin tot Delacroix tonen ook vele anderebe
roemdheden op deze expositie hoe schat
plichtig Van Gogh zich aan zijn collega's
voelde. Dat hij die erfenis uit de kunstge
schiedenis voor zijn eigen groei naar een
uitzonderlijk oeuvre gebruikte, tekent zijn
grootheid.
In een inrichting van de gerenommeerde ar
chitect/ontwerper Thierry W. Despont uit
New York hangen zij aan zij ook 'De storm'
van Jacob van Ruisdael (1660), 'De Nieuwe
Haarlemse Sluis bij het Singel' (1871) van
Matthijs Maris en 'Gezicht op de Trekvliet'
van Weissenbruch (1870) Alle schilderijen
winnen aan kracht door de begeleiding van
commentaren uit Van Goghs brieven. Zo
schreef hij vanuit Londen aan zijn broer
Theo over 'Gezicht op de Trekvliet' dat de
herinnering aan dit werk hem deed verlan
gen naar zijn vaderland en de dag dat hij
daar met hem had gewandeld, melk had ge
dronken en bij de molen een goed gesprek
had gevoerd: 'Die Rijswijkse weg heeft voor
mij herinneringen die misschien de heer
Vincent van Gogh: Stilleven met koffiepot, 1888.
lijkste zijn die ik heb.Van Gogh was ook een
groot bewonderaar van Jozef Israels, op de
ze expositie monumentaal aanwezig met
'Langs het kerkhof' (1856) en 'Oude kame
raden' (1882). In Israels werk vond Van
Gogh 'een gezonde en degelijke' manier van
schilderen, een 'prachtig clair-obscur', 'no
bele' onderwerpen en een 'ernstig' senti
ment. Vlakbij hangt 'Bom op strand' (1882)
van zijn Haagse leermeester Anton Mauve.
Van Gogh was geïmponeerd door de ogen
schijnlijke technische eenvoud waarmee
Mauve de vermoeide expressie van de rus
tende paarden naast het schip had weerge
geven: 'Die knollen, die arme gehavende
knollen, zwart, wit, bruin, zij staan daar ge
duldig onderworpen, bereid, geresigneerd,
stil. Ze moeten straks de zware schuit nog
een eindje slepen, ze protesteren niet, ze
klagen niet, over niets. Daar zijn ze al lang
overheen, sedert jaren overheen.' Nabij
hangt in potlood* en penseel in waterverf
zijn eigen 'Schillenhit' uit 1883 die hij
eenzelfde berusting probeerde mee te ge
ven.
Sjaar van Heugten (hoofd collecties) en
Chris Stolwijk (hoofd onderzoek) prijzen in
de catalogus de enorme gedrevenheid waar
mee Van Gogh (1853-1890) kennis nam van
deze en andere stijlen in de beeldende kunst.
Hij maakte daar vanaf 1869 als werknemer
van de kunsthandel Goupil en Cie. in leven
de lijve kennis mee, maar zijn correspon
dentie omvat daarnaast titels van ruim
der dat religieuze taferelen als de 'Christus
consolator' van Ary Scheffer uit 1837, gen
revoorstellingen en de 'degelijke' Haagse
School en School van Barbizon de voorkeur
hadden. Op het terrein van de oudere kunst
waren de Hollandse meesters uit de Gouden
Eeuw het meest in trek.
In Van Goghs vroege jaren werd zijn smaak
nog sterk gekleurd door godsdienstige op
vattingen en bracht hij diep gelovig nage
noeg al zijn ervaringen in verband met de
bijbel. Een veelbetekenend citaat: 'Aan alle
plaatsen en in alle omstandigheden de ge
dachte aan Christus vast te houden dat is
eene goede zaak Pas vanaf 1880, het jaar
dat hij tegen de zin van zijn ouders voor het
kunstenaarschap koos. 'waardeerde hij
kunst niet meer als kunsthandelaar of als
domineeszoon, maar als kunstenaar'.
Zijn voorkeur voor 'sentiment' en land
schappelijkheid was al vroeg een constante,
met de boerentaferelen van Jean-Francois
Millet als lichtend voorbeeld. Millets 'Zaai
er' (1850) fungeerde voor Van Gogh als 'een
icoon, een niet te evenaren beeld, waarin de
schilderkunst boven de natuur stond'. Al in
1881 kopieerde hij dit werk naar een prent
uit zijn eigen verzameling en in Arles en
Saint-Rémy maakte hij er tussen 1888 en
1890 ook eigen versies van uit zijn herinne
ring aan een tentoonstelling uit 1886. Zowel
Millets werk als een voorbeeld van hemzelf
uit 1888, zijn nu op deze expositie verenigd.
Als duo illustreren ze Van Goghs overtui
ging dat boeren beschikten over eigen
schappen als oprechtheid, moed en werk
lust. Een kunstenaar zou net als zij zó in
harmonie met de natuur moeten leven.
Na zijn bewonderende kennismaking met
Frans Hals en Rembrandt in het Rijksmuse
um in het najaar van 1885 en die met Rubens
in Antwerpen, trok Vincent in maart 1886
naar Parijs. Van Heugten/Stolwijk be
schrijven bloemrijk hoe zijn kunst in de
Franse hoofdstad een koerswijziging on
derging 'die dramatische vormen aannam
toen hij de moderne kunst van de impressio
nisten en jonge avant-garde leerde kennen'.
Onder invloed van oudere kunstenaars als
Monet en Pissarro en jonge vernieuwers als
Seurat, Signac, Gauguin en Bernard.8-
voegd bij zijn bewondering voor Japa*
prenten en Puvis de Chavarmes, zouzijnffr
let kleurrijker en lichter worden en zijnSj
geleidelijk naar volwassenheid groeien p!
tijd van het aardkleurige palet waarm»!
in 1885 (nog geen jaar daarvoor) zijn'Aai
appeleters' schilderde, lag definitief acta
hem.
'We zijn helemaal onder de betovering
raakt', schreef Van Gogh in december I#
na een bezoek met Gauguin aan Mused*
bre in Montpellier waar ze werken k
Courbet, Couture en Delacroix zagen, ft*
croix, op de tentoonstelling aanwezigs
onder meer 'Daniel in de leeuwenkuil i
ca. 1849-1850, bleef hij ondanks alleniw
invloeden als zijn grote voorbeeld also.*
rist beschouwen. In navolging van ft*
croix, die hij typeerde als een 'universe^
nie', bouwde Vincent zijn figuren steedss
uit robuuste vormen die de belangrijk
massa van het lichaam weergaven, or,:»
daarna de contouren weer te geven.
Bovendien bleef hij zijn leven lang trtk
aan Rembrandt, die hij als een van degr&*
ste schilders aller tijden beschouwde vï
wege zijn meesterschap in het combing
van de realiteit met de verbeelding^
identificeerde zich zelfs min of meer»
Rembrandt omdat ook diens leven nieUw
rozen ging en de kunstenaar zich netalM
niets aantrok van de gangbare opvattin.»
over hoe een schilderij eruit moest zien
Rembrandt verbeeldde zichzelf in 16"
oude man met rimpels, zonder tandei
met een katoenen muts op, in navol?
schilderde Van Gogh zichzelf in I888uit
put na twee jaar druk werken met pen»
en palet achter de ezel. Zijn comments
ook nu ontroerend intens: volgens Vanö
schilderde Rembrandt 'achter die oude
die op hemzelf lijkt, een bovennatu
engel met een glimlach als bij Da Vi
Franpoise
ExpositieDe keuze van Vincent - Van
seum Amsterdam - t/tn 15 juni. Geo
lijks 10-18 uur. Catalogus €39,50.
Emile Bernard: Blauwe koffiekan, 1888.
driehonderd boeken en tijdschriftartikelen
van de hand van een grote variatie aan au
teurs, Ten dienste van de ontwikkeling van
zijn eigen handschrift zoog hij ook deze the
oretische informatie op als een spons.
In de jaren 1869-1880 was de invloed van
zijn ouders nog overheersend; ze hadden
graag gezien dat hun zoon dominee of
kunsthandelaar werd. Als zoon van een do
minee kreeg Van Gogh volgens Van Heug
ten/Stolwijk een gedegen opvoeding 'in een
milde variant van het protestants-christe-
1 ij ke geloof'N aastenliefde en liefde voor de
door God geschapen natuur stonden cen
traal, kunst werd vooral gewaardeerd door
de ethische 'beschavende' functie die zij kon
vervullen. Het was in dat milieu geen won