V
Bootje van Maas voer altijd
Gevluchte Kruiningers even terug
in hun dorp
Hoeve Reigersburg
in monumentenboek
V
Nieuwe Raadkaart
4r/
m
m
dinsdag 11 februari 2003
Sinds mensenheugenis is de zuidwestelijke Delta een
land van overkanten. Als mensen zich verplaatsen, ko
men ze altijd water tegen.
Brede en smalle stromen vormen barrières, die alleen
per boot geslecht kunnen worden. Dat gebeurt ook eeu
wenlang. Op tal van plaatsen in Zeeland zijn de ve
ren heel lang de enige verbinding tussen de eilan
den.
Het is ongetwijfeld de oudste vorm van openbaar ver
voer. Na 137 jaar verdwijnen de laatste geregelde veer-
diensten op de Wester schelde, door de opheffing van de
Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland (PSD). Van
daag in de serie over (verdwenen) veerdiensten op de
Deltawateren: het oude fiets-voetveer tussen Anna Ja-
cobapolder en Zijpe.
"Mï
-
-h -r
Twee veerdiensten tussen Anna Jacobapolder en Zijpe: het grote RTM-veer en het kleine veer van de gebroeders Maas. foto's archief PZC
Het is stil op de weg naar
het haventje van Anna
Jacobapolder. Vroeger ston
den hier in de zomer lange
rijen vakantiegangers te
wachten op de boot naar Zij
pe. Even een tussenstop in de
reis. Het autoveer vanaf An
na Jacobapolder was mis
schien wel het bekendste van
Zeeland. In ieder geval bij
het grote publiek. Maar wie
beter bekend was op de route
Anna Jacobapolder-Zijpe
koos liever voor de kleine
broer van het autoveer: 'het
bootje van Maas'.
w®
mJ
W®(l
De gebroeders Maas exploi
teerden bijna een halve
eeuw een voet-fietsveer tussen
Anna Jacobapolder en Zijpe
(Duiveland) en tussen Anna Ja
cobapolder en de hoek van Sint-
Jacob (Goeree-Overflakkee).
Met de opening van de Greve-
lingendam op 1 april 1965
kwam er een einde aan de dienst
op Flakkee. Nelis en Jacob Maas
besloten toen ook te stoppen
met het veer op Zijpe. Gezien
hun leeftijd (respectievelijk 71
en 69 jaar) een mooi moment om
er een punt achter te zetten.
„Maar mijn schoonvader heeft
er in het begin wel moeite mee
gehad hoor, dat-ie niet meer
ging varen", zegt M.A. Maas-
Wagemaker. Ze is getrouwd met
A.C. Maas, zoon van Jacob. „Als
het moest ging hij; hij is nooit
gestopt voor storm of mist", vult
haar man aan.
Al lang voor de aanleg van veer
havens in Anna Jacobapolder
en Zijpe was er een veerdienst
over het Zijpe. In 1847 werd de
Anna Jacobapolder bedijkt en
toen ook ontstond het eerste
veer (een roeiboot) naar Duive
land. Als veerman werd W. de
Waal aangesteld. Al snel kwam
er ook vanaf Zijpe een veer naar
Anna Jacobapolder. In 1900
kregen deze concurrentie van de
Rotterdamsche Tramweg Maat
schappij (RTM). Aan beide zij
den van het Zijpe legde de RTM
veerhavens aan, zodat de tram
verbinding tussen Sint Philips-
land en Schouwen-Duiveland,
aansluitend op Rotterdam,
compleet werd. Tot de Ramp
van 1953 reden er trams naar
Anna Jacobapolder en vanaf
Zijpe; daarna werden deze ver
vangen door bussen.
De komst van het RTM-veer was
voor het kleine voetveer vanaf
Anna Jacobapolder - inmiddels
in handen van Adriaan Hoek -
geen reden te stoppen. In 1916
ging de pacht van deze dienst
voor honderd gulden per jaar
over naar Bram Westbroek,
zwager van de gebroeders Maas.
Hoek probeerde nog enige jaren
te concurreren met een dienst
vanuit Zijpe naar Anna Jacoba
polder, maar uiteindelijk ver
kocht hij in 1920 zijn motor
boot, zeilboot en roeiboot aan
Westbroek. Nelis en Jacob Maas
hadden zich inmiddels aange
sloten bij Westbroek. Ze betaal
den tot 1940 pachtgeld, daarna
mochten ze zonder betaling
overzetten uit de rijkshaven in
Anna Jacobapolder. Westbroek
bediende het veer Anna Jacoba
polder-Zijpe, Nelis Maas deed
Zijpe-Anna Jacobapolder en
Jacob Maas verzorgde Anna Ja-
cobapolder-Overflakkee. Als
het nodig was vielen ze voor el
kaar in.
Tot 1965 gingen de gebroeders
Maas door met hun veerdien
sten. Bram Westbroek werd la
ter vervangen door Jan Maas,
zoon van Nelis. 'Het bootje van
Maas' bleek goed te kunnen
concurreren met de grote broer
van de RTM, terwijl de tarieven
op beide schepen hetzelfde wa
ren. Er waren dus passagiers
die het kleine veer prefereer
den boven het grote. Volgens
M.A. Maas-Wagemaker kwam
dat omdat sommigen dat kleine
veer leuker en gezelliger von
den. Maar vooral ook, zegt haai
man, „omdat het kleine veer al
tijd voer. Mijn vader (Jacob)
ging 's zomers drie keer per dag
met de Jannis, een tientons
scheepje met 40 pk dieselmotor,
naar Flakkee en in de winter één
keer. Pas bij windkracht 10
bleef hij liggen. En 's avonds en
's nachts voer hij ook naar Zij
pe." De Jannis had naast de
stuurhut op het dek een cabine
voor de passagiers. Broer Nelis
voer, op verzoek, met zeventon
ner Maria (met 20 pk dieselmo
tor) van Zijpe naar Anna Jaco
bapolder. Er konden dertig
passagiers aan boord.
De gebroeders Maas zetten
voetgangers, fietsers en brom
fietsers over wanneer die maar
wilden, en dat was de kracht
van de veerdienst. Want het
RTM-veer voer van 6.00 tot
22.30 uur en daarvoor en daarna
was er 'het bootje van Maas'.
Passagiers hoefden het maar
te vragen en het veer voer uit.
A.C. Maas: „Dan belden 's
avonds arbeiders vanuit Rotter
dam om door te geven hoe laat
ze in Anna Jacobapolder waren.
Die moesten dan nog naar Zijpe.
Hoe laat het ook was, ze werden
altijd over gezet." „Anders kon
je niet aan de overkant komen",
zegt M.A. Maas-Wagemaker.
„Artiesten bijvoorbeeld, die op
getreden hadden op Schouwen,
konden alleen terug via het veer
van Maas."
Na de Ramp van 1953, toen de
RTM-pont niet voer omdat de
steigers kapot waren, verzorg
den de gebroeders Maas de
overtochten. Zo zetten ze per
dag onder meer 600 tot 1300
werklieden over, die aan het
herstel van de dijken kwamen
werken. Ook brachten ze post
door naar Zierikzee.
Peeschepen
A.C. Maas was niet zo'n veer
man. Hij ging ook niet vaak mee
met zijn vader en oom. „Ik ging
's winters wel mee om 'peesche
pen' naar buiten het Zijpe te di
rigeren. Het was voor schippers
erg moeilijk in het donker de
juiste vaarweg te vinden. Ik
stond dan op het veerbootje met
een zoeklicht, zodat de schipper
van het peeschip dat kon vol
gen."
In 1965 zijn de veerbootjes van
de gebroeders Maas verkocht
'naar Holland'. Het grote veer
voer nog door tot 1988. In dat
jaar werd de Philipsdam ge
opend en dit maakte de goed be
zette en bekende veerdienst
overbodig. De oude pont, De
Zijpe, werd verkocht aan een
Belgische firma die er een veer
dienst over de Schelde mee wil
de gaan onderhouden. Tot nu
toe is daar echter weinig van te
recht gekomen. De Zijpe ligt te
verroesten aan een Antwerpse
kaai. De Schouwen-Duiveland-
se PvdA probeert de pont te red
den en onderzoekt of het finan
cieel haalbaar is De Zijpe naar
Zeeland te halen en te restaure
ren.
Sinds vorig jaar heeft het Zijpe
een veerdienst terug. In het ka
der van het project 'Fiets een
rondje met een pontje' vaart er
in de zomer een fiets-voetveer
tussen Anna Jacobapolder en
Zijpe.
Carla van de Merbel
In Nederland staan ruim
48.500 rijksmonumenten.
Daarvan zijn er 3317 in Zeeland
te vinden. In Het Monumenten-
boek heeft Karei Loeffputtend
uit de fotocollectie van de Rijks
dienst voor de Monumenten
zorg, op willekeurige basis on
geveer 450 monumenten bijeen
gebracht. Het gaat om foto's
vanaf 1860. Er staan zowel ou
dere als jonge monumenten in,
niet alleen gebouwen, ook oude
wegen, straten en pleinen die
een monumentale waarde heb
ben.
Bewust nam Loeff ook enkele
jongere gebouwen op, die nog
geen rijksmonumenten zijn. De
"wet schrijft een leeftijdsgrens
van vijftig jaar voor. Door de
snelle veranderingen in de ge
bouwde omgeving, dreigen
waardevolle gebouwen, wijken
en structuren van na 1950 verlo
ren te gaan; aandacht ervoor
kan geen kwaad. De behandelde
monumenten zijn geordend
naar enkele thema's: behoud,
groen, gebruik, interieur, kleur,
samenhang, omgeving, materi
aal, stijl en water.
Niet verrassend
Er zijn nog geen twintig rijks
monumenten uit Zeeland in het
boek opgenomen. Loeffs keuze
is niet altijd verrassend. Het
stadhuis aan de Markt in Mid
delburg staat er in, volgens
Loeff een goed voorbeeld van
Nederlandse gotiek en ontstaan
vanaf 1452. De beroemde kun
stenaar Albrecht Dürer om
schreef het gebouw in 1520 als
een wondermooi raadhuis met
een prachtige toren. Ook deze
keer ontbreekt de hervormde
kerk Sint Bavo in Aardenburg
niet. Tijdens restauratie in
1950-1953 werden bij opgra
vingen de fundamenten gevon
den van een uniek klaverblad-
vormig koor. Deze bouwvorm
is verder alleen bekend van
de Sint Quintenskerk in Door
nik.
Een leuke keus is die van hoeve
Rijgerburgh in de Thoolse Mid
dellandpolder. Opvallend door
dat woonhuis en bakkeet voor
zien zijn van grote ovale
vensters. Op het dak staat een
luidklokje. Loeff dateert de
boerderij omstreeks 1680. Ken
ners van Zeeuwse boerderijen
als P. van Cruyningen en W. van
IJsseldijk noemen de boerderij
overigens gewoon Reigersburg.
Van Cruyningen houdt het op
een combinatie van buiten
plaats en boerenbedrijf en acht
het mogelijk dat opdrachtgever
Rochus Heron hiermee een
nieuwe bouwwijze introduceer
de.
Vlasroterij
Bijzonder is het opnemen van de
vlasroterij aan de Tragel in Koe
wacht, in 1938 als coöperatie
opgericht. Een doorkijkje naar
een apart productieproces.
Loeff waarschuwt: „Vanwege
de specifieke bouw en de lig
ging is dit een van onze indu
striële erfgoederen waarbij her
bestemming praktisch onmo
gelijk is, zodat gezocht moet
worden naar een andere oplos
sing."
Dat geldt niet voor de blok-
bouwvilla aan de Nehalennia-
weg in Domburg uit circa 1900.
Een als bouwpakket geleverd
vakantiehuis in Noorse draken-
stijl, met duidelijke Zwitserse
invloeden, dat nog altijd opval
lend aanwezig is.
De Abdij in Middelburg, voor
malig Norbertijnerklooster en
sinds eind 16e eeuw Zeeuws be
stuurscentrum, is onder het the
ma gebruik gerangschikt.
Evenzo het stadhuis in Sluis,
waarvan de toren die als van een
Vlaams belfort is, en de Onze
Lieve Vrouwekerk in Veere
(Grote Kerk), gebouwd tussen
1479-1521, nu vooral in gebruik
voor culturele doeleinden. In
1861 bestelde het Middelburg
se gemeentebestuur een nieuwe
havenkraan bij ijzergieterij De
Prins van Oranje te Den Haag.
Voorzien van plaquette is deze
zeldzame kraan op de Rotter
damse kaai bewaard geble
ven.
Ze vallen nog altijd op, de villa's
aan de Spuistraat, gebouwd
voor in Vlissingen wonende Bel
gische loodsen. Ze zijn in 1910
getekend door de aannemer/ar
chitect P.F. Smagge, in de stijl
van art nouveau of Jugendstil.
Gelukkig geeft Loeff ook een
plekje aan de typisch Zeeuwse
boerenschuur. Zwarte gevaar
tes, met duidelijk wit afgete
kend de mendeuren, waarin een
kleine deur, het klinkèt. Afge
beeld is de schuur aan de Ka-
neelpolderdijk te Kwadendam-
me.
De Schotse huizen aan de Kade
in Veere rekent Loeff tot de zeld
zame categorie gotische woon
huizen. Het Lammeken werd
gebouwd in 1539 en in 1561
volgde het kleinere De Struys.
De nestor van de monumenten
zorg, Victor de Stuers, redde Het
Lammeken in de 19e eeuw door
aankoop van sloop en hij liet het
gebouw na aan het Rijk. De
woon-winkelhuizen aan het
Havenplein 2-10 in Zierikzee
ogen niet echt spectaculair,
maar ze getuigen wel van een
rijk, plaatselijk leven. Vanaf de
Middeleeuwen tot in de 18e
eeuw was Zierikzee een welva
rende stad.
Gedoe
Er is jarenlang gedoe over ge
weest en nog is het restauratie
werk niet begonnen, maar het
Badpaviljoen uit 1889 in de
Domburgse duinen lijkt van on
dergang te zijn gered. Loeff
noemt het een voor Nederland
uniek monument uit de neore-
naissance. Andere Zeeuwse ob
jecten die in het kijkboek staan,
zijn: De Sint Willibrorduskerk
in Hulst (Brabantse gotiek), het
Wooldhuis in Vlissingen (Engel
se landhuisstijl), het woonhuis
aan de Kleine Kade in Goes (Lo
de wijk XIV-stijl) en het stand
beeld van Jacob Cats uit 1829 in
Brouwershaven (van de Gentse
beeldhouwer Philippe Parmen-
tier).
Rinus Antonisse
Het Monumentenboek. Beelden
uit de fotocollectie van de Rijks
dienst voor de Monumenten
zorg. Samenstelling Karei
Loeff. Uitgave Waanders,
Zwolle. Prijs 14,50.
Nelis (met pet) en Jacob Maas.
De raadkaart van 4 februari
is een foto van de kruising
Burgemeester Elenbaasstraat,
Berghoekstraat en Slotstraat te
Kruiningen in februari 1953,
meldt S. van Loo uit Kruinin
gen. Met hem wisten veel andere
inzenders de situatie thuis te
brengen. Tot zekere opluchting
bij C.M. Wisse uit Kruiningen.
„Eindelijk kan ik ook eens mee
doen aan de raadkaart, want de
oplossing was dit keer voor mij
niet moeilijk."
Deze inzender geeft aan dat op
de achtergrond rechts garage
F. Impens te zien is (met het uit
gangbord van Shell), „en links
een stukje van de woning van de
petatenkoning C. Meijer." Eén
van de mannen in de voorste
wagen is de vader van M. Dek
ker-West veer uit Kapelle. „Hij
was in die jaren, de bezorger van
de PZC in Kruiningen. Wij wa
ren geëvacueerd in Yerseke en
bij laag water probeerde hij al
tijd met een wagen mee te rijden
om de mensen die in Kruiningen
achtergebleven waren, een
krant te brengen."
Zij geeft aan dat de foto destijds
gemaakt is door W.A. Verbeek,
vanuit zijn woning. Klopt, weet
T. Lavooy-Verbeek uit Melis-
kerke. „De foto is door mijn va
der (overleden in 1991) geno
men uit het slaapkamerraam
van het huis aan de Burgemees
ter Elenbaasstraat 19. We heb
ben de ramp op 1 februari daar
boven overleefd en mijn vader
heeft de dagen daarna veel fo
to's gemaakt." De foto staat ook
in het herdenkingsboek over de
watersnood in Oost-Zuid-Be
veland, een boek dat aanvanke
lijk ontbrak op de tentoonstel
ling over de ramp in de Zeeuwse
Bibliotheek.
To Lavooy ging daar in de kas
ten snuffelen en vond het tussen
andere boeken over Zeeland.
„Ik trok het er uit en vertelde
mijn verhaal aan de baliemede
werkster. Ze lachte vriendelijk
en legde het boek tussen de an
dere boeken. De omslag was ka
pot, maar de inhoud zal nooit
uitgewist worden." P. Jager-
Janse uit Terneuzen is erg be
nieuwd wie de mensen in de
voorste wagen zijn. „Met name
de zittende (vrouwelijke?) per
soon heeft sterk mijn interesse.
Is het een vrouw in kleder
dracht? Wij woonden tijdens de
ramp in Kruiningen en mijn
moeder was in Walcherse kle
derdracht. Na de ramp zijn we
het dorp wel uitgereden in
dergelijke wagens, doch deze
wagens rijden het dorp in.
Dus...?"
Volgens P. van der Maas uit Vo
gelwaarde kwamen gevluchte
inwoners van Kruiningen bij
laag water een kijkje nemen in
het zwaar getroffen dorp; dat
verklaart waarom ze naar bin
nen rijden. J. Sinke uit Kruinin
gen ging in 1971 in het huis van
de familie Verbeek wonen. Hij
schrijft dat de hoogte die het
water bereikte, duidelijk op de
woning is aangegeven. „Op dit
moment woon ik naast mijn
moeder op nummer 21 en dus
kijk ik nog dagelijks op deze
veranderde kruising. Rechtson
der staat het tuinhekje van
nummer 19. Het mooie is dat de
paal waar het hekje aan vast zit,
er nog steeds staat.Deze inzen
der - en ook anderen - merkt op
dat het huis van aardappelhan
delaar Meijer tegenwoordig
kantoor is van notaris Sarneel
en de garage van Impens is nu
die van Kole.
De winnaars van de waarde
bonnen zijn: J. Dek, Kruinin
gen, E. Tollenaar, Sluiskil en
J. Everse, 's-Gravenpolder.
Rinus Antonisse
Uit de collectie van Hans
Lindenbergh de laatste
raadkaart over watersnoden.
De vraag is: om welk dorp gaat
het?
Meer bijzonderheden over de
afgebeelde situatie zijn welkom
bij de redactie.
Oplossingen kunnen tot en met
uiterlijk zaterdag 15 februari
worden gezonden naar: redactie
PZC Buitengebied, postbus 18,
4380 AA Vlissingen. Per fax kan
ook: 0118-470102 of per e-mail:
redactie@pzc.nl. Onder de in
zenders van goede oplossingen
worden drie waardebonnen
verloot.