Jonge boeren kijken toch anders Gans slaapt vaak op andere plek dan waar hij eet 21 21 Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt 22 22 weerwoord De kleine pont van en naar Zijpe Tijdens de Ramp toch een krant Nisjes waère nie veilig vó mien Werkend leren op de Bierkreek bijzonder blauw dinsdag 11 februari 2003 Op Sint Geertrui slecht weer, zes weken valt er regen neer (St. Geertrui is 12 februari) Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC. postbus IS. 4380AA. Vlissingen. fax 0118-470102. e-mail redaclie@pzc.nl Wilco Verhage (1) draagt het voorzitterschap van het jubilerende ZAJK over aan Christiaan Dees. foto Mechteld Jansen Een stukje van de naam herinnert aan het taal gebruik dat een kwart eeuw terug voor modieus door ging: Zeeuws Agrarisch Jon geren Kontakt. Het waren per slot van rekening jonge boeren die het ZAJK 25 jaar geleden oprichtten. De ver eniging is nog altijd spring levend en volgens schei dend voorzitter Wilco Ver hage (30) en zijn opvolger Christiaan Dees (23) heeft ze aan nut en noodzaak niets ingeboet. Belangen beharti gen van jonge boeren is spe cifiek anders dan van oudere boeren, vinden ze. Het zilve ren jubileum wordt passend gevierd met een symposium en een feest. Jongeren hebben een nieuwe re opleiding en ideeën. Ze hebben een andere insteek op de bedrijfsvoering, kijken anders om zich heen. Wilco Verhage uit Koudekerke gelooft in het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt. In driejaar voorzitter schap heeft hij ervaren dat op komen voor de jonge boeren van groot belang is voor de toekomst van de agrarische bedrijfstak. Oké, ook een club als de Zuide lijke Land- en Tuinbouw Orga nisatie zet zich in voor belan genbehartiging van agrariërs. Maar dat is toch even anders dan gericht opkomen voor jonge boeren. „Als ik om me heen kijk, zie ik hoe hard de agrarische sector verandert. De omstandigheden om je heen zijn anders. Jonge boeren kijken meer naar het ei gen bedrijf en de omgeving", zegt Verhage, die samen met zijn vader een gemengd bedrijf - ak kerbouw en melkvee - runt. Maatwerk per bedrijf, in plaats van overal in grote lijnen meer van hetzelfde. Vroeger deed de ene boer wat de andere deed. „Als een bepaald gewas interes sant was, ging iedereen het te len. Nu kijkt een boer vooral of het wel past in de eigen bedrijfs voering", stelt Verhage. Boeren móeten ook wel veran deren, ze kunnen niet meer ope reren zoals hun grootvader ge wend was. Er komt meer en meer nadruk te liggen op ondernemerschap, met oog voor de maatschappij Christiaan Dees uit 's-Graven- polder, die Wilco Verhage als ZAJK-voorzitter is opgevolgd: „Toen mijn vader begon met boeren, had die nog een man in dienst. Die verdween en hij moest het alleen doen. Nu ben je met zoveel intensievere teel ten bezig, dat je eigenlijk weer iemand erbij moet hebben. En je ziet veel boeren die werk bui- culturele activiteiten gerichte Plattelands Jongeren Zuid en Katholieke Plattelands Jonge ren. Boeren tot 35 jaar kunnen lid zijn (daarna donateur). Het ledental schommelt, ondanks de afname van het aantal boe renbedrijven, rond 500. Het ZAJK is zelfstandig; heeft wel banden met de ZLTO, maar staat er los van. Dat blijkt als Verhage en Dees ten de landbouw erbij nemen." Toch even terug naar 1978. De oprichting van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt bracht ook jonge Zeeuwse boe ren in beweging. Ze vormden het ZAJK, dat anders dan de ZLTO alleen Zeeland omvat maar wel West-Brabant erbij betrekt vanwege dezelfde klei grond en belangen). Er zijn nu zes regionale afdelingen. In Del ta Jongeren wordt samenge werkt met de meer op sociaal- aangeven waarin het ZAJK in het bijzonder actief is. Bedrijfs overname is, minder dan bij de ZLTO, hét speerpunt. „Dat komt door alle jaren heen terug en dat blijft wel zo. Het wordt steeds lastiger gemaakt om een bedrijf over te nemen." Een wa penfeit, dat inmiddels door be zuinigingen weer teniet gedaan is, was de Tante Agaathrege- ling (lenen tegen wat lager ren tepercentage) en nu maakt het ZAJK zich sterk voor invoering van een vestigingspremie die in alle EU-landen behalve Neder land en Engeland al van kracht is. De twee jonge bestuurders zijn ervan overtuigd dat de land- en tuinbouw toekomst heeft. Bei den willen graag het bedrijf van hun vader overnemen. „Ik heb er veel plezier in, dat is heel be langrijk. Een boterham verdie nen is best moeilijk en als je kijkt hoeveel kapitaal er in het geding is, dan is het maar de vraag of ik het bedrijf kan over nemen", vertelt Verhage. „Het is het mooiste beroep om uit te oe fenen", meldt Dees resoluut. „Het telen van gewassen vind ik prachtig." Ze onderstrepen het belang van een gewaarborgde voedselvoorziening - 'met zorg voor omgeving en milieu' - en hekelen de 'verschrikkelijke' procedures en het leger amb tenaren dat daarmee gemoeid is. Christiaan Dees wijst erop dat er wel degelijk bedrijven zijn die goed draaien „Starre, gang bare bedrijven zullen een oplos sing moeten zoeken, zeker als ze niet groot genoeg zijn. Het blijft wel erg bedrijfsafhankelijk. Ik ken iemand in Zeeuws-Vlaan deren die teelt kruiden en leeft van een halve hectare." Het ZAJK probeert de kansen die er zijn op de rails te zetten via pro jecten, geeft Verhage aan. Als voorbeeld noemt hij het project samenwerking. „Dat is succes vol, er blijkt veel animo voor te zijn." Feit blijft dat het rendement on der zware druk staat. „Het bete kent dat je minder snel risico's kunt lopen. Je kunt geen klap pen verdragen. Zeker als jonge boer heb je veel op je nek lig gen", merkt Dees op, die zelf overigens begint met de nieuwe teelt van snijbloemen. Dat werkt bijvoorbeeld door bij het nemen van milieumaatregelen. Verhage: „Je moet zoeken naar een dubbel belang. Milieube wust telen en de kostprijs verla gen. Die combinatie moeten we in de toekomst meer zoeken." Als dat dan ook nog het imago van de boeren verbetert, is dat mooi meegenomen." Rinus Antonisse Jubileumsymposium ZAJK: 15 februari in De Korenbeurs, 's-Heerenhoek, over Boeren bij gratie van de consument, aan vang 14.00 uur. Vanaf 20.30 uur feest in de Geveltjes. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Onmiskenbaar zit op sommi ge dagen het voorjaar in de lucht. De zanglijsters brengen hun luide staccato-zang ten ge hore en hoewel de zang bijzon der gevarieerd is, is ze altijd te herkennen. Dat komt door de voortdurende herhalingen: vrij wel alles wat een zanglijster zingt, zingt-ie twee keer. De koolmees en de winterkoning doen ook mee in het vroege voorjaarskoor en in de klimop in de achtertuin maken twee heg- gemusjes elkaar avances door snelle (rillingen met de vleugels en staart. Je zou bijna denken dat de winter op zijn eind loopt. Maar het is veel te gewaagd om nu die conclusie te trekken. Het kan zijn dat over twee weken de eerste aardhommels zich laven aan de bloempjes van het klein hoefblad, maar voor hetzelfde geld wordt er nog een elfsteden tocht verreden. Trouwens, vroeg in de ochtend, nog voordat de lijsters hun voorjaarslied laten horen, is de lucht vol met wintergeluiden. Smienten hoor je de hele nacht door. Het fluitende geluid dat de eend de Duitse naam Pfeiffente bezorgd heeft is nog zeker een week of zes in de lucht. Smien ten foerageren veel 's nachts ter wijl ze overdag meer tijd beste den aan rusten en veren poetsen. Ook ganzen laten zich volop ho ren voordat de dag aanbreekt. Afhankelijk van de plek waar je verblijft, betreft het verschil lende soorten, maar bijna overal in de Delta zijn in de ochtend en avondschemering wel over trekkende ganzen te zien en te horen. Vaak gaat dat om vluch ten van- en naar de slaapplaat sen. Ganzen slapen vaak op een andere plek dan waar ze over dag voedsel zoeken. Enkele de cennia geleden wras er bij de slaaptrekbewegingen sprake van een vast patroon en er wa ren zelfs kaartjes in de omloop welke ganzenpopulaties waar sliepen. Zo overzichtelijk als toen is de situatie allang niet meer. Om te beginnen hebben veel ganzen zich ontpopt als rasech te cultuurvolgers. Kolganzen bijvoorbeeld stonden bekend om hun voorkeur voor hobbeli ge graslanden. Slapen deden ze in de regel op zandplaten of af gelegen schorren. Dat beeld klopt nog slechts voor een deel. Kolganzen zoeken hun voedsel tegenwoordig ook op winter graanakkers, ingraszaadvelden en op andere vergelijkbare plaatsen. Bovendien blijft een toenemend aantal slapen in het polderland, in plaats van de da gelijkse slaaptrekbewegingen te maken. Ganzen zijn duidelijk minder schuw geworden. Het achterwege blijven van ganzen- jacht zal daar zeker mee te maken hebben. Tot voor kort werden ganzen in de vroege ochtenduren bejaagd. Jacht was toegestaan tot tien uur 's mor gens en de ganzen werden vaak opgewacht in hun foerageerge- bied. De ochtendtrek had daar door een veel langgerekter ver loop dan nu het geval is. Ganzen zijn kennelijk in staat om heel snel op een veranderende situa tie in te spelen. Aan de andere kant kunnen ganzen ook heel traditioneel zijn in hun gebiedskeuze. Een mooi voorbeeld vormen de rot ganzen in het Deltagebied. Van ouds waren deze vogels gecon centreerd rond de Grevelingen en de Oosterschelde, terwijl ze zich slechts bij uitzondering in de Westerschelde vertoonden. Aangenomen wordt dat dat te maken had met hun in het verle den belangrijkste voedselbron, het zeegras. Maar zeegras is zo ontzettend sterk in voorkomen achteruitgegaan dat de ganzen allang overgegaan zijn op ande re voedselbronnen. Vooral di verse akkerbouwgewassen zijn in trek. Hoewel geschikte ge wassen als wintergraan en gras Kolganzen zaad door heel Zeeland ver bouwd worden, is het oude verspreidingspatroon van de rotganzen nog goeddeels het zelfde. Kennelijk hebben de ganzen naast een groot aanpas singsvermogen ook een tradi tioneel bepaalde keuze van hun voedselgebieden. Dat ook die niet absoluut is blijkt bijvoor beeld uit de massale opmars van de Grauwe gans in het Verdron ken land van Saeftinge. Vanuit het niets groeide het aantal overwinteraars hier in enkele decennia tot meer dan 50.000 exemplaren. Het succes van de ganzen is goeddeels te danken aan hun grote aanpassingsver mogen. Chiel Jacobusse DePZCheefteenstuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort tot het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 19