De oude wonden bloeden nog steeds ^esotho verliest strijd tegen honger en aids Dutroux De dood van een natie 27 Koeweit bereidt zich voor op nieuwe oorlog Brussel zaterdag 8 februari 2003 Dewereldlijktzichlangzaam maar zeker op te maken „ar een nieuwe oorlog in de Solf. Het belangrijkste slagveld [al Irak worden, maar ook Koe- Kit zal dan niet ongeschonden uit de strijd te komen. En de in- [oners van het kleine emiraat reten dat nog maar al te goed. hh doen ze hun uiterste best pm ontspannen over te komen: ,Alshet onze tijd is, dan gaan rve vlakte van Umm ar Rimam staat vol met grote witte tenten. ■\lehonderden zijn het er, lukraak leergezet in de woestijn. Het waait iard, en de wind blaast het zand met angehalen over de snelweg naar het oorden. Via deze weg kwamen de raakse troepen op 2 augustus 1990 letland binnen. Het kostte ze toen naar twee uur om van de grenspost üdaly op te stomen naar Koeweit Ze bleven meer dan vijf maan- len. luisde snelweg vrijwel leeg. Alleen leAmerikanen gebruiken hem, in ange colonnes brengen kaki en rroene trucks hun lading naar ge- ieime bases ergens in de buurt van degrens met Irak. De konvooien Z worden begeleid door zwaarbewa- endesoldaten in Hummers, de klei- :-the-road voertuigen van de imerikanen. Op schijnbaar wille- leurige punten rollen ze van de weg nverdwijnen in de woestijn. Er zijn ipditmoment zo'n 35.000 soldaten iKoeweit en hun aantal blijft roeien. Ze zitten langs de hele grens iet Irak, van Salmy in het westen itaan Warby in het noorden. Vanuit ewitte tenten kun je ze voorbij zien omen. laarde mensen in de tenten zijn met eel andere dingen bezig. Moham- led Yoesoef Soeleiman, een grote rijzevijftiger, maant zijn Indiase lediende om op te schieten met de hee, Zijn drie vrienden hangen on- Bruitin kussens die langs de hele iinnenkant van de tent zijn gelegd, n het midden staat een grote kope- en theepot op een houtskoolvuur, litis,degrootste tent, er staan ernog rienaast: twee kleine voor de be ienden, die behalve met de thee ruk bezig zijn met de rijst en de ge- oosterde kip. De derde, de kleinste, ientals wc. Het uitgestrekte ten- mkamp blijkt een grote camping te ijn. In de koele maanden voor de zo- ler, als de temperatuur zo rond de ffintiggraden blijft hangen, komen eel Koeweiti's naar hier voor de isse lucht en de rust. Ie mannen voeren hun gesprekken oalszoveel Arabieren dat doen, op lide toon en met veel misbaar. Mo- ammeden zijn vrienden zijn opge- rekt,zoals bijna elke Koeweiti. laar tegelijkertijd zijn ze er wel van Maart 1991. Een Amerikaanse tank tijdens de eerste Golfoorlog bij brandende oliebronnen in Koeweit. overtuigd dat er een oorlog komt, is het niet morgen, dan toch volgende week of anders over twee of drie we ken. „Het moet! Saddam is slecht, hij moet weg." En verder? Verder niks. Ze hebben niet alleen een onbe grensd vertrouwen in de Amerika nen, maar meer nog in de Voorzie nigheid, in Allah. „Wat kunnen wij doen?", vraagt Mohammed. „Wij zijn een klein landje. Als Saddam te rug gaat schieten dan hebben we pech. Waar moeten we heen? We kimnen nergens schuilen. Alles ligt in Gods handen. Als het onze tijd is, dan gaan we." In de straten van Koeweit Stad, dat zich over vele tientallen kilometers uitstrekt langs de Golf, bepaalt het alledaagse leven de pas. De mensen gaan gewoon naar hun werk, doen inkopen, rijden rond in hun dure au to's (de voorkeur geldt 4-wheel dri ves en BMW's), gaan voor hun dage lijkse workout naar de fitnessclub en verzamelen zich 's avonds in het uitgaansdistrict. De enige dissonant is de aanwezigheid van de speciale politie. Maar ook zij dient de rust in de stad. De zwaarbewapende man nen in hun blauwe camouflagepak ken moeten de bevolking het gevoel blijven geven dat ze veilig is, dat er niets te vrezen valt, dat alles onder controle is. Het is moeilijk te geloven dat de on verschilligheid van de Koeweiti's niet meer is dan een pose, wellicht min of meer cultureel bepaald. Daarvoor is er in de laatste maanden van 1990 te veel gebeurd. Ali Moerad, werkzaam bij de Kuwait Oil Company, vertelt wat hij voelde die ochtend van de tweede augustus. „Ik was naar bed gegaan als een Koeweiti en ik werd wakker als in woner van de negentiende provincie van Irak. Wat er daarna gebeurde was verschrikkelijk. Ze hebben ge moord, verkracht, vernield, geplun derd... Het was een hel." Trauma Officiële cijfers, ook van de Verenig de Naties, spreken boekdelen. Tij dens de bezetting hebben de Iraki's ongeveer 15.000 mensen opgepakt. Velen van hen zijn gemarteld en lij den nu nog steeds aan een posttrau matische stress stoornis. Onderzoek van de universiteit van Koeweit heeft aangetoond dat het land sinds de invasie een stijgend aantal alco holisten en drugsverslaafden kent. Ook het aantal zelfmoordpogingen is sterk toegenomen. De Koeweiti's hebben zich alle moei te getroost om de materiële schade van de Iraakse bezetting te herstel len. Al twee jaar na de bevrijding waren vrijwel alle littekens wegge werkt. Sterker nog, alles zag er pre cies weer zo uit als voor de invasie, inclusief de twee gigantische water torens op de drempel van de zee, die gelden als het nationale symbool. Op een ander vlak bloeden de won den echter nog steeds. In een muse um in het district Sabah as Salem is te zien wat de Iraakse bezetting te weeg heeft gebracht in de samenle ving van Koeweit. Hoog boven de hoofden van de bezoekers hangen 605 foto's van mannen en vrouwen van wie sinds het einde van 1990 niets meer vernomen. „Dit is een na tionaal trauma", zegt Mubarak Al- Sulaili van het Nationaal Comité voor Krijgsgevangenen. „Elke fami lie in Koeweit kent wel een van deze mensen. Het gaat om een tiende pro cent van de bevolking! Ze zijn opge pakt door de Iraki's, vaak willekeu rig, en meegenomen naar Irak. Hun families weten niet of ze nog leven. Ze weten niks. Bagdad doet er het zwijgen toe, ondanks ontelbare ver zoeken." Volgens Al-Soelaili leven ze echter nog en wil het Iraakse regi me de krijgsgevangenen als wissel geld gebruiken bij toekomstige on derhandelingen met Koeweit. Abdoel Hameed Al-Attar, een klei ne, oude man, wijst de foto van zijn zoon Jamal aan: „Tweede rij, tiende van links, de jongen met de bril." Op kalme toon vertelt hij waar hi] Jamals stem voor het laatst hoorde. Dat was op het politiebureau op de dag dat hij was opgepakt: 13 sep- tember. „Ik mocht hem niet zien. We snapten er niks van. Hij werkte voor de televisie, en hij hield van reizen en uitgaan. De soldaten zeiden later dal ze Jamal hadden meegenomen naar Irak, omdat hij niet mee wilde wer ken tijdens de ondervragingen en dat ze hem ervan verdachten van be trokkenheid bij het verzet. Ik hoop van harte dat het zo is. Dan zou ik zo geweldig trots op hem zijn." Maar ondanks de bijtende herinneringen is er ook bij Abdoel Hameed Al-Atar van enige spanning niets te bespeu ren. Als de oorlog komt, dan komt hijAls er doden vallen, het zij zo, in- sh' Allah. De enigen die openlijk hun angst to nen, zijn de gastarbeiders. Niet om dat ze vrezen voor hun leven, maar omdat ze him inkomsten kunnen verliezen. Shafkat Khaleel is taxi chauffeur en komt uit Pakistan. Hij heeft negen kinderen en zit iedere dag zestien uur in zijn auto, zeven dagen per week, om zoveel mogelijk geld te verdienen voor zijn familie. Tijdens de vorige Golfoorlog was hij ook in Koeweit en wist na twee maanden te vluchten via Saoedi- Arabië en Jordanië. „Daar heb ik vier weken in een kamp in de woes tijn gezeten, met alleen water en brood. Het heeft me na de bevrijding ontzettend veel moeite gekost om weer terug te komen. De Koeweiti's wilden toen al het aantal buitenlan ders hier verminderen, dus ik ben bang dat ze de gelegenheid nu weer aangrijpen." Mohammed Yoesoef Soeleiman heeft inmiddels heel andere zorgen. Het ziet ernaar uit dat hij zijn tent op de vlakte van Umm ar Rimam snel moet afbreken. De regering heeft aangekondigd de militaire veilig heidszone aan de grens volgende week fors te gaan uitbreiden. De rust zal dan snel verstoord zijn. „Maar ach, de zomer komt er aan en dan is het toch veel te warm hier. En boven dien krioelt het hier dan van de slan gen. In de stad zitten we dan beter." Mark van Assen }e president van Botswana heeft het al gezegd: onze bevolking loopt het risico [testerven door aids. Lesotho, met 2,2 mil- inwoners een even kleine natie in Zui- slijk Afrika, eenzelfde lot beschoren. Er alleen één belangrijk verschil: Lesotho is tegenstelling tot Botswana straatarm, on- ötergzaam en in de greep van een al drie purende voedselcrisis. „Er is geen desa- keuzere combinatie denkbaar dan honger naids. We dreigen het gevecht te verliezen at wiel is al uitgevonden, maarvoor de boe- min Lesotho onbetaalbaar. Een oude band ineen tractor, getrokken door een paar os- is hét middel om dingen te verplaatsen. drietal boeren, elk omwikkeld met tra- 'tionele dekens en een bivakmuts op het °ofd, laat zo in alle vroegte een zak zaai- j«d over de onverharde weg richting de «odHelp me Pass' sleuren. Ze klagen over ■t weer en over de mensen die dood gaan. ules en iedereen is in de war", zegt een van Êsotho is een land zo groot als België, gele- nop 1000 tot 3300 meter hoogte, en geheel nsloten door Zuid-Afrika. Behalve een eine strook van relatief laagland in het Kten met daarin de enige echte (hoofd) 3d,Maseru, wordt Lesotho gedomineerd wreven majestueuze als ontoegankelijke irgenen canyons. Het dankt er zijn bestaan U. want zowel rivaliserende stammen als landhongerige Voortrekkers en Britten, agen nooit echt greep op het koninkrijk, aanvat de afgelopen 160 jaar een voordeel as, dreigt nu de natie te nekken. Want hoe aak je bijvoorbeeld een plan om aids of 'kgerte bestrijden? „Het is een logistieke Êntmerrie", zegt Wilbert Bannenberg, een Merlandse arts, die al lang in Afrika werkt tu de regering via de organisatie Hera pt een meerjarig beleidsplan op te stellen or geneesmiddelen. penberg; „Op basis van onderzoek bij Engere vrouwen, gaan we ervan uit dat i rmi?r0Cent §einfecteerd is met hiv, dus .'^mensen, van wie er tien procent - of- '0.400 - behandeld moet worden. Maar zijn schattingen. Wie weet of erkent dat s ZllZiek "*e moet testen, begeleidende "Prekken voeren voordat je kunt denken medicatie. En dat alles is in Lesotho al leen al vanwege de natuurlijke omstandig heden gigantisch moeilijk." Lesotho zit op veel meer manieren in de tang. Langs de kronkelweg die leidt naar het afge legen Thaba Tseka, een dorp op vijf uur rei zen van Maseru, zie je veel mannen met een gele of witte helm op. Een herinnering aan de baan die ze hadden in de Zuid-Afrikaanse mijnen. Door inkrimping en discriminatie ten voordele van Zuid-Afrikanen hebben tienduizenden Basotho-mannen de afgelo pen jaren hun baan verloren. Een enorme ramp. De mijnwerkers hielden het 'systeem Lesotho' overeind. „Dankzij het geld dat ze naar huis stuurden, wisten we te overleven, konden we zaaigoed of eten ko pen in de lange winter", zegt een ploegende boerin aan de rand van Thaba Tseka. Het geld is er niet meer en ervoor in de plaats is iets anders gekomen: aids. Talloze mijnwerkers, zoals alle arbeiders in Afrika die ver van huis werken, hadden hiv onder de leden. Dat betekent dat ze hun vrouw met Kerstmis infecteerden, en inmid dels zelf thuiszitten mét aids. „Ze consume ren datgene wat ze hebben gespaard of ge kocht. Voeg daaraan toe dat we nu voor het derde jaar 'verkeerde regens' hebben en je hebt een nationale ramp", zegt Techeste Zer- gaber, hoofd in Lesotho van de VN-voedsel- organisatie WFP. Langs diezelfde weg naar Thaba Tseka zie je waar hij het over heeft. Grote maïsplanten die zo beschadigd zijn dat ze waardeloos zijn geworden. Zergaber: „De regen kwam eerst te vroeg. Mensen waren onvoorbereid en hadden bovendien door de slechte voor gaande jaren weinig zaaigoed. Er is laat ge zaaid, en dat wat op het veld stond is in no vember en december zwaar beschadigd door hagelstormen en zelfs vorst. Dit betekende opnieuw planten, maar nu blijft de regen uit en is het smoorheet. De kans dat er straks in De bevolking van Lesotho dreigt om te komen als gevolg van honger en aids. foto Eelco van der Linden/GPD juli een miserabele oogst is, is groot." Specialisten reppen van de gevolgen van kli maatveranderingen en volgens een eigen rapport van de VN is er eigenlijk geen toe komst meer voor de huidige vorm van land bouw in Lesotho. Maar daar schieten de in woners niet veel mee op. Het aantal mensen dat aangewezen is op voedselhulp is in janu ari gestegen van 400.000 naar 650.000. Zer gaber onderstreept dat dit aantal verder zal oplopen en voorziet grote problemen van wege de zogenaamde donormoeheid, waar door slechts 54 procent van de toegezegde donaties is binnengekomen. Begrafenisbusiness Welkom in Thaba Tseka. Na uren zwoegen ziet de bezoeker vooral dat de begrafenisbu siness floreert. De ondernemer heeft geko zen voor een groot complex in zacht roze, dat hevig detoneert in deze rauwe omgeving op 2300 mejer hoogte. Er zijn hier feiten, die door de begrafenison dernemer worden geïllustreerd, en plannen. De overheid, die over het algemeen geen slechte naam heeft, toont plannen voor de geïntegreerde aanpak van honger- en aids- bestrijding, task forces die het levenslicht zullen zien en voedsel in ruil voor werk-pro- jecten. „De plannen zijn er, en lijken niet slecht, maar het blijft bij plannen"verzucht Veronica Thene, die in het (katholieke) zie kenhuisje Paray aidscoördinatrice is. Deze kleine vrouw vertegenwoordigt niet de grote plannen, maar de praktijk. Ze toont zonder omwegen een zaal waar holle ogen en piepende ademhaling in een keer duidelijk maken wat hier aan de hand is. Meer dan de helft van de patiënten in het 100 bedden tel lende ziekenhuis heeft aids. „Ze komen in een laat stadium. Gisteren zijn er weer twee gestorven", zegt Thene terwijl ze twee nooit opgehaalde weesjes van 2 en 5 jaar over de bol aait. Ze vertelt in 1996 te zijn begonnen met aids- initiatieven „De mijnwerkers kwamen terug om dood te gaan, het aantal wezen groeide schrikbarend, er moest wat gebeuren." Tot twee jaar terug legden Thene en het perso neel van het ziekenhuis zelf geld opzij voor de financiering van de activiteiten. Die vari eren van voorlichting over preventie en thuiszorg tot het betalen van schoolgeld en medicijnen. Nu zijn er een paar sponsors, ook al blijft de geldnood, zoals het 'donatie- boek' toont, groot. Voedselcrisis En toen was er de voedselcrisis. Thene: „Geen desastreuzer combinatie denkbaar dan aids en honger. Zieken verdragen niets meer en gaan meteen dood. En dus moesten we ons op voedsel richten." Met vrij willigers en welwillende landeigenaren werd het ini tiatief genomen tot het bebouwen van een stuk grond voor de zieken en wezen van het dorp. „We hebben nu zeventien veldjes in tien dorpen en het werkt redelijk." Het WFP zal in samenwerking met Thene proberen voedsel specifiek te doneren aan zieken en wezen in het district. Matseliso Molise, de jeugdige vertegenwoordiger van WFP in Thaba Tseka, zegt dat bij het uitreiken van de etenswaren voorlichting en advies zal worden gegeven. Het plan klinkt mooi, maar plots realiseert iedereen zich ook hoe moeilijk de uitvoer zal zijn, vooral in de meest afgelegen gebieden. „We kunnen na tuurlijk niet overal komen", zegt Molise. „Mensen zullen er soms twee dagen voor moeten reizen om de voor ons verste distri butiepunten te bereiken." De cijfers zijn nog niet echt duidelijk. Thene probeert uit te rekenen om hoeveel wezen het gaat in het hele district. In de tien dorpen die ze onder haar hoede heeft, zijn er 657, en dat is een cijfer van vorig jaar. Maar in het hele district zijn 400 dorpen. Dat zou bete kenen dat het in totaal om 26.280 wezen zou gaan. Het aantal maakt duizelig en sprake loos, vooral omdat het vertelt hoe woest de ziekte in dit land om zich heen maait. Thene zucht en concludeert: „Als er geen wonder gebeurt, sterven we uit. Eelco van der Linden Wie is de bekendste Waal? Mare Dutroux, op de voet gevolgd door twee van zijn slachtoffertjes: de Luikse meisjes Julie en Melissa. Dat was de uitkomst van een quiz in Oostende over Wallonië, dat rare stukje België dat niet alleen wij Nederlanders als een exotisch stukje buitenland beschouwen. Ook voor de Vlamingen is het land van Sambre en Maas ver-van- mijn-bed. Wallonië, en dan vooral Charleroi en omstreken, is het land van Mare Dutroux. Het land van onwaar schijnlijke misdaden, foute politiemensen, incapabele magi straten en schuinsmarcherende politici. Zes-en-een-half jaar na de arrestatie van Dutroux is die faam onaangetast. Twee weken geleden sierde 'het monster van België' opnieuw de voorpagina's van zowat alle kran ten. De raadkamer van Neufcha- teau besliste namelijk hem, zijn echtgenote Michele Martin en zijn hulpje Michel Lelievre door te ver wijzen naar het Hof van Assisen. Wie weet, gaat het proces eind dit jaar eindelijk van start. De Brus selse oplichter Michel Nihoul hoeft niet terecht te staan voor de ont voering van zes - en moord op vier meisjes. Opmerkelijk? Niet echt. België is al jaren verdeeld in believers - zij die geloven in het bestaan van een kin derporno-netwerk onder leiding van Nihoul - en de non-believers onder aanvoering van onderzoeks rechter Jacques Langlois die alle verhalen over georganiseerde kin derontvoeringen en orgies met minderjarigen naar het rijk der fa belen verwijst en gelooft dat Dutroux alleen opereerde en Ni houl dus onschuldig is. Wel opmerkelijk is dat de moeder van Melissa Russo wel voor de rechter moet verschijnen, omdat ze een van de ondervragers van Dutroux heeft beledigd. „Blijk baar zijn er op dit moment meer elementen van schuld tegen mijn echtgenote dan tegen Nihoul", constateerde Gino Russo droogjes. Je kunt het Carine Russo amper kwalijk nemen dat ze af en toe uit haar slof schiet. Ze is getekend door die vreselijke gebeurtenis: de ontvoering van haar toen achtjarig dochtertje. Russo is de voorbije ja ren vreselijk geschoffeerd. Zo werd ze door een weinig tactvolle onder zoeksrechter (die meteen na de ver- dwijning van Julie en Melissa eerst een weekje met vakantie ging) al na enkele maanden gecondoleerd. En dat terwijl haar dochter toen nog leefde. Het parket in Luik had de zoektocht echter al opgegeven. Julie en Melissa verdwenen in juni 1995 en werden meer dan een jaar later dood teruggevonden Anno 2003 is nog steeds niet duidelijk wie hen ontvoerde. En hoe kwamen ze bij Dutroux terecht? Wat heeft hij met hen gedaan? Hoe zijn ze ge storven? Allemaal vragen zonder antwoorden. Het is dat er in België geen onpartijdige jury meer te vin den is - vind maar eens twaalf jury leden die de zaak de voorbije jaren niet gevolgd hebben - anders was de kans reëel dat Dutroux zou wor den vrijgesproken van de ontvoe ring en moord op Julie en Melissa wegens gebrek aan bewijs. Carine Russo dient echter haar mond te houden en de speurders rustig hun werk (of wat daarvoor moet doorgaan) laten doen. Nihoul op zijn beurt, mag roepen dat de koning een pedofiel is. Dat hij een dag na de ontvoering van Laetitia (één van de slachtoffertjes, die le vend uit de klauwen van Dutroux gered kon worden) een partij drugs leverde aan Dutroux, is toeval. De getuigen die hem zagen bij het zwembad waar Laetitia verdween, zijn ongeloofwaardig. Dat Dutroux na de ontvoering met ene Jean-Michel uit Brussel telefo neerde om hem te zeggen dat alles volgens plan was gegaan had even eens niets met de ontvoering te ma ken. Nihoul? Die was alleen maar vriendjes met Dutroux om diens smerige zaakjes door te brieven aan de rijkswacht. Beweert hij zelf. Je zou Douglas de Coninck, de journalist van De Morgen die zich heeft vastgebeten in het grote com plot met als gevolg dat hij door de rest van het journaille amper nog voor vol wordt aangezien, toch bij na gaan geloven als hij beweert dat Nihoul machtige vrienden heeft in het Waalse landsdeel. Waarom an ders gaat Nihoul nu al vrijuit? Waarom mag een rechtbank niet oordelen over schuld of onschuld? Ben ik een believerNee, zover wil ik niet gaan. Maar één ding weet ik wel. Dat dit nieuwe hoofdstuk in het boek-Dutroux niet bevorder lijk is voor de reputatie van Wallo nië. Integendeel: je loopt er, cru gesteld, als slachtoffer immers sneller kans terecht te moeten staan dan de boef. Pascale Thewissen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27