Het papier van Rembrandt zegt alles
21
Vader zoon Laurentius,
kunstkenners te Middelburg
zaterdag 8 februari 2003
Wie voor de imposante voordeur
van Huize 's-Hertogenbosch
staat, dient zijn aanwezigheid kenbaar
temaken middels een grote, bronzen
deurklopper. Het is een voorbode van
wat er in het statige herenhuis wacht.
De heren Laurentius wonen in een
adembenemend gerestaureerd monu-
mentenpand. Het grote publiek kent
het duo van Tussen Kunst en Kitsch.
Veelminder bekend is hun baanbreken
de technisch papieronderzoek, dat hun
naam en faam opleverde in een select,
internationaal gezelschapHier in Mid
delburg, onder fraai beschilderde pla
fonds, drijven zij sinds anderhalf jaar
hun kunsthandel. Specialisatie: vrije
grafiek en Rembrandt. Dit jaar viert
Kunsthandel Laurentius het veertigja
rigjubileum.
TT Tij genieten hier", zegt T
VV us, en bijt vergenoegd o
hier", zegt Theo Lauren ti-
op zijn pijp.
„Middelburg is een schot in de roos. Wij za
ten in een bos in Voorschoten, in de tuin van
een kasteel. Daar hebben we twintig jaar
gewoond. Overal ver vandaan. We verkoch
ten via een catalogus, een soort Wehkamp
vooroude kunst. Zo raakten we gaandeweg
het contact met de mensen een beetje kwijt.
Maar hier! Op de openingsdag van onze
laatste tentoonstelling was het enorm druk.
Mensen uit het hele land, alles kwam naar
Middelburg.
De zaken floreren in Zeeland. In een mate
die Theo en zijn zoon Frans niet verwacht
hadden. Er is zelfs een pinautomaat in huis
gekomen - en dat mag een wonder heten in
een familiebedrijf waar de computer nog
geen poot aan de grond kreeg. De koffieau-
tomaat in een hoek van de bibliotheek die
alsontvangstruimte dient, is een van de
weinige andere concessies aan de moderne
lijd, De muren gaan voor een groot deel
schuil achter oude boekenkasten, gevuld
met boeken waar een antiquaar trots op zou
zijn, Prachtig gedrukt, schitterend gebon
den, erg decoratief, beaamt Frans. Maar dat
is bijzaak. Hier wordt gehandeld in het ver
leden, ,,Voor ons zijn het gewoon naslag
werken. In deze handel kun je niets anoniem
verkopen, dus er is altijd wel iets beschre
ven, Het is een kwestie van zoeken tot je in
formatie hebt."
De telefoon gaat. Laurentius sr. pakt 'm op,
loopt weg. Een paar minuten later is hij te
rug, „Half elf. De eerste Rembrandt van de
dag is verkocht. We hadden een bijzonder
Rembrandtjeinhuis. Een pissend mannetje.
Komt bijna niet voor, het behoort tot zijn
vieze prentjes. Een jaar of veertig geleden
werden die nog niet afgebeeld." Frans
blaast een rookwolk uit: ,,Het Rijksmuseum
i verwoordde het als volgt: die hadden geen
educatieve waarde. Het was gewoon porno,
maar.„Nou nee", onderbreekt zijn vader
hem, „Gewoon, dat behoorde tot het dage-
I lijksleven." Hij loopt naar één van de boe-
j kenkasten en pakt een catalogus uit 1879.
Trefzeker bladert Theo naar een afbeelding:
i „Kijk: L'homme qui pisse. Trés rare. Kost
zo'n 19.000 euro." Dat heeft de beller van
zojuist nu dus in zijn bezit. Om aan de muur
tehangen? „Absoluut niet! Dat gaat in een
doosje. Prentenverzamelaars hebben do
zen, die hebben niet veel hangen."
Weer gaat de telefoon. „Me wouw wilde we
ten of er op de taxatiedag bij het Zeeuws
Archief ook een Toorop-kenner zou zijn.
Welke heeft u?', woeg ik, 'zijn het de drie
poppen naast elkaar, of een hele langwerpi
ge, of Maria van Lourcles, of is het een kape
laan?' Die zijn namelijk altijd vals. Toorop
werkte samen met een bedrijf, dat in tien
jaartijd de markt vervuild heeft met her-
I drukken. Ons standaardadvies is: weggooi
en, als je er niet aan gehecht bent."
Rotzooi
i Alachttien jaar doet Theo Laurentius mee
aan Tussen Kunst en Kitsch, de laatste vijf
jaar ook Frans. „Acht dagen per jaar", zegt
senior. „Over het algemeen is het nog steeds
Jeuk. Je krijgt alle rotzooi te zien die er voor
handen is. Uit de twaalf- tot vijftienhon
derd bezoekers komen acht televisie-items.
Gemiddeld. Je kunt er geen peil op trekken.
Neem het Tropenmuseum in Amsterdam:
nelemaal niets. Kasteel De Haar in Haar-
zuilens: helemaal niets." Maar dan in Mid
delburg, een paar maanden geleden. De eer
ste die binnenkwam legde een vermeende
Kembrandtneer. Vaderen zoon in koor: „En
Tussen Kunst en Kitsch heeft erg bijgedra
gen tot de erkenn ingvan'hetj onge erfgoed
vinden beiden. Maar dat is doorgeslagen,
hans: „Vroeger hadden ze goede spullen in
kuisen ze wisten het niet. Nu hebben ze rot
zooi in huis en iedereen denkt dat het de
hoofdprijs is." Een veelgehoorde opmer
king aan de tafel is: 'Wat ik u nu ga laten
öen, is heel bijzonder'. Dan weet je zeker
dat het niks is. Je hóópt natuurlijk altijd dat
hot wel wat is. Maar dan staat er weer een
®otz'n psalmenboekje. Op de markt hier te
koop voor tachtig, negentig gulden. Die zien
net zo veel als valse Toorops.Andere
wppers van toen: „Hertjes van Van Meege-
renen valse Stradivariussen. Ik kan aan het
etiketje zien of het machinaal papier met de
j goede of de verkeerde letter is. Als ik een
i soort chocoladeletter zie, weet ik dat het
tout zit. Die had je toen niet."
Theo (rechts) en Frans Laurentius„Middelburg is een schot in de roos
foto's Lex de Meester
Het televisieprogramma heeft hun een hel
dere kijk gegeven op de misvattingen die bij
het grote publiek leven over kunst. De be
langrijkste, zeggen ze eenstemmig, is dat
oud niet hetzelfde is als kostbaar. „Neem
een vuurstenen bijl uit het neolithicum",
verklaart Frans. ..Brengt twee keer niks op.
Een gebroken majolicabord uit het begin
van de 17e eeuw, gemaakt in Nederland, is
duurder dan een gave kom uit de derde eeuw
voor Christus. De crux is de markt. Die Ro
meinse spullen komen meer voor dan zo'n
majolicabord."
En wat is oud? „Iets uit 1901 is niet oud. Ko
men ze met een bijbel uit 1868. Nou, mijn
grootvader is uit 1868, dus dat is niet heel
oud. Daar zijn er wel vijftien miljoen van,
want niemand gooit een bijbel weg. Een
grote, gave statenbijbel doet daarom niet
meer dan 2000 euro. De zeventiende eeuw,
dat begint ergens op te lijken!
Grens
Laurentius sr. heeft in de veertig jaar dat hij
'in het vak' zit, de grens van wat als antiek
wordt beschouwd flink zien opschuiven.
„Toen ik jong was moest het eigenlijk 18e
eeuws zijn. Nu schrijft men dingen uit 1950
antiquarische waarde toe. Het jonge antiek.
De Finse Scholen, die mijn vader tijdens de
wederopbouw als architect ontwierp, staan
nu op monumentenlijst. In 1955 heb ik in het
Haags Gemeentemuseum een tentoonstel
ling gezien over kunst en kitsch; alles wat nu
zeer kostbaar is aan Aid Nouveau, stond
daar bij de kitsch. Sommige zaken worden
pas gewaardeerd als men afstand genomen
heeft in de tijd.Frans: „Ook binnen ons vak
zijn er modes. Adriaan van Ostade is een
goed voorbeeld. Die ligt er even uit. Hij pas
te bij een interieur van dessotapijtjes en tin
nen kannen."
De naamsbekendheid van de heren Lauren
tius bracht in de Middelburgse begintijd een
stoet mensen met boodschappentassen
langs. „Negentig procent troep. Als het zo
makkelijk te vinden zou zijn, zou je er niet in
kunnen handelen. Ter illustratie: uit een
collectie van 10.000 tekeningen en prenten
haal ik er zeven die voor mij bruikbaar zijn.
Wij willen geen bloemen, geen topografie of
andere gebruiksgrafiek. Wij handelen in
vrije grafiek: wat kunstenaars puur voor
hun plezier maken."
Soms zijn er grote verrassingen.
Frans: „Een Ideurendrukje ui t het begin van
de 18e eeuw. Zat in een mapje rommel op
zolder. Kleurendrukken, die zijn zo razend
zeldzaam! Daar gaan we van uit ons dak,
daar kan ik een uur over praten.
Theo: „Een oud echtpaar uit Tilburg, met
een al volwassen, gehandicapte zoon. De
buurvrouw had gezegd: 'Hier heb je een leuk
prentje jongen. Ga daar maar van zitten ge
nieten'. 'Er staat Rembrandt op', zeiden ze.
En het was er één. Of de oude mevrouw die
met een etsje kwam. 'Van Rembrandt', had
haar man gezegd, 'ons appeltje voor de
dorst'. 'Ik weet het niet', zei die mevrouw,
'het is zó klein'. Nou, het was een goeie. He
lemaal raak. Ik heb nog nooit zo'n gaaf etsje
gezien."
Hart
De kunsthandel vormt het hart van het fa
miliebedrijf. Het gaat dan om kopen en ver
kopen aan particulieren en musea of het sa
menstellen van een hele collectie. Soms is er
een bijzondere opdracht. Zo kwam uit Ja
pan het verzoek een reizende Rembrandt-
tentoonstelling samen te stellen .Daar hoor
de ook een lezingencyclus in Japan bij en
een boek voor de Japanse markt over Rem
brandt en het papieronderzoek. Want in het
Land van de Rijzende Zon worden de heren
Laurentius eerder met hun papieronder
zoekgeassocieerd, dan met Tiissen Kunst en
Kitsch.
Dat onderzoek heeft alles te maken met de
kunsthandel, legt Frans uit. „Prenten wor
den gedrukt van platen en die etsplaten blij
ven bestaan, ook na de dood van de kunste
naar. Het afdi'ukken gaat dóór: en dat noemt
men nu de late drukken. Die moet je niet
hebben. Dat is rommel. De plaat slijt en de
kwaliteit van latere drukken wordt steeds
minder."
Een ets moet dus door de kunstenaar zelf af
gedrukt zijn; anders heet het een valse, hoe
wel er strikt genomen geen sprake is van een
vervalsing. Maar hoe zie je dat? Theo grijpt
zijn pijp wat vaster en buigt voorover. „Het
geheim zit in het papier. Vanouds werd dat
middels het watermerk gedateerd. Rem
brandt kan natuurlijk nooit een ets afdruk
ken op papier dat in 1920 is gemaakt, want
toen was hij al dood. Als je dus een manier
vindt om papier te dateren zelfs als er geen
watermerk in staat - het technisch pa
pieronderzoek - heb je het houvast waar je
naar zoekt!"
Theo en Frans hadden een idee, Ze vroegen
het prentenkabinet van het Rijksmuseum
om medewerking. „We hebben samen met
een professor een toestel ontwikkeld om
röntgenfoto's van papier te maken. Daar
mee zie je in 20 seconden de structuur."
Het idee was een schot in de roos. „Dankzij
de röntgenfoto's hebben we eigenlijk het
watermerk niet meer nodig. Bij de Techni
sche Universiteit in Delft adviseren we de
denktank van de afdeling elektrotechniek.
Daar zijn ze een computersysteem aan het
ontwikkelen om de structuur te berekenen
en met die getallen een database op te zet
ten. Straks is het mogelijk van een piepklein
stukje papier zonder watermerk precies
vast te stellen uit welke tijd het komt."
Als prentenhandelaars vormen de heren
Laurentius onderdeel van een klein gezel
schap, internationaal slechts een man of
dertig. Papierhistorici van enige naam zijn
er nog veel minder. „Wereldwijd zo'n tach
tig, waarvan meer dan de helft alleen is ge
ïnteresseerd in de vroege machinale pro
ductie, de 19e eeuw dus. Het oude papier
waar wij ons mee bezig houden, daar is
maar een handjevol papierhistorici in
thuis."
Erkenning
Van over de hele wereld is er erkenning ge
komen voor de methode-Laurentius. Onder
meer het Brits Museum in Londen werkt er
intussen mee. „Maar wij liggen tien jaar
voor qua ervaring, kennis en apparatuur.
Dat raak ik bij mijn leven niet meer kwijt",
zegt Theo stellig. Frans: „Het is heel gezond
geweest voor onze branche - én pijnlijk. Wij
halen wel eens iets onderuit. Als je bewijst
dat iets vals is, terwijl kenners hadden vast
gesteld dat het echt was, maak je vijanden.
Het gaat om een heleboel geld. Een late druk
van Rembrandt doet 680 euro. Dezelfde ets
in een goede, vroege druk, - door hemzelf
gedrukt dus - begint bij 20.000 euro."
Uiteraard hebben ook watermerken hun
warme belangstelling. „Wij gaan water-
merkboeken maken en we beginnen met de
17e eeuwse watermerken uit het Zeeuws
Archief", verklapt senior. „Dat is de moei
lijkste eeuw voor papier, met de minst hel
dere watermerken en de meeste varianten."
Aanknopingspunt vormen de testamenten
en huurcontracten die de notarissen in de
17e eeuw opmaakten. „Ze kochten een riem
nieuw papier - dat is 480 vel - met een be
paald watermerk. Op de akten die zij op
maakten staat natuurlijk een datum. Als je
die twee gegevens koppelt, weetje dus bij
voorbeeld: dat watermerk hoort bij 1658.
En daar heb je als kunsthandelaar ook wat
aan, want als iemand toen papier nodig had
- bijvoorbeeld voor een ets - ging hij naar de
notaris om het te kopen."
In het algemeen zoekt Kunsthandel Lau
rentius de publiciteit niet. Maar dit jaar be
staat het familiebedrijf veertig jaar. „Dat
willen we in maart, april vieren met de ten
toonstelling 100 Zeldzaamheden", kondigt
Frans aan. „Van Van Gogh tot Rembrandt,
er mogen maximaal drie exemplaren van
bestaan. In september hebben we bij wijze
van hoge uitzondering een tentoonstelling
van moderne etsen, maar dan wel in de tra
ditie van vrije landschapsetsen. En in
november bestaat het Walchersche Pijproo-
ckgilde tien jaar. Dan richt ik hier een ten
toonstelling in over het roken in de prent
kunst. Sociaal volledig onverantwoord,
maar wel leuk!"
Ondine van der Vleuten