Maigret leefde in zwart-wit Het Parijs van Georges Simenon vrijdag 7 februari 2003 e Parijse commissaris Maigret is in de ogen van de oudere Fransen onsterfelijk. Woensdag 13 februari wordt de honderdste geboortedag van de geestelijk vader van Maigret, Georges Simenon herdacht. Simenon had zich minutieus in de topografie van de Franse hoofdstad verdiept. Een succesformule, want als de namen juist waren dan moest het verhaal wel kloppen. Het Parijs van Maigret. Canal Saint Martin Het café Le Royal Turenne Langs de Seine bij Quai des Orfèvres, links Palais de Justice. fotografie Phil Nijhuis/GPD dag is er wel iemand die vertwij - feld naar de gevel kijkt en zich afvraagt waar in hemelsnaam de ingang van Maigrets appar tement is." Het is een vreemd pand. Het staat op een driehoe kig eiland, volledig geïsoleerd op Parijs' vreemdste kruispunt. De Avenue de la République, de Boulevard Richard-Lenoir en de Rue Jean-Pierre Timbaud hebben het pand in een ijzeren omsingeling en alleen aan de Avenue de la République is een ingang. Niks nummer 132 aan de Richard-Lenoir dat aan Mai gret herinnert. Truc Het is een van de schaarse uit zonderingen in de beschrijvin gen van Georges Simenon die zich verder minutieus in de to pografie van de Franse hoofd stad heeft verdiept. De auteur heeft tientallen jaren gebruik gemaakt van een voortreffelijke truc. Hij doorspekte zijn verha len met een groot aantal namen van straten, meer dan driedui zend in totaal. Ook de namen van restaurants en hotels bleken correct. Iedereen was in staat om dat te controleren. En als de namen juist waren, de woorden correct gespeld, dan moest het verhaal wel kloppen. Het decor klopte immers ook. Frédéric Péchenard, hoofd van de Brigade criminelle van Parijs moet er wel om lachen. Péche nard vervult die functie al drie jaar maar voor het publiek blijft hij een grote onbekende. Even als zijn voorgangers, evenals zijn medewerkers die alleen in de openbaarheid treden als ze moeten getuigen bij een rechts zaak. De enige echte beroemd heid bij 'La Crime', zoals de moordbrigade beter bekend staat, is Jules Franfois Amédée Maigret. Een commissaris die nooit heeft bestaan. Aan het interieur van het hoofd- Boulevard Richard Lenoir Als commissaris Maigret nog zou leven, zou hij 's och tends bus 96 in de Rue Jean- Pierre Timbaud hebben geno men om naar zijn werk te gaan. De halte is slechts veertig meter van zijn huis aan de boulevard Richard-Lenoir, nummer 132. Het enige verschil zou zijn dat er geen achterbalkon op de bus meer is, de favoriete plek voor Frankrijks bekendste speur neus om na te denken over de zo veelste moord die hij moet op lossen. Eenmaal uitgestapt bij de halte Boulevard Saint-Mi chel is het voor de commissaris nog een kleine twee minuten voor hij bij het hoofdbureau van de Parijse moordbrigade op de Quai des Orfèvres nummer 36 is gearriveerd. De twee postende agenten brengen hun hand naar de pet. de commissaris knikt minzaam en beklimt de 104 traptreden naar zijn bureau op de derde verdieping. Het eerste dat hij doet is de ramen openzet ten om zijn blik ongestoord over zijn geliefde Parijs te laten gaan. Zo heeft geestelijk vader Geor ges Simenon het gewild en zo zal het altijd blijven. Maigret is on sterfelijk, althans in de ogen van de wat oudere Fransen. De jon gere generaties gaan schouder ophalend voorbij aan het feno meen. Wat is er bijzonder aan een smeris die niet eens een rij bewijs heeft, die muntjes in een telefooncel werpt en vervolgens hard gaat schreeuwen omdat-ie bang is niet gehoord te worden, die processen-verbaal op een Olympia-schrijfmachine laat uittikken en die geen kopieer apparaat gebruikt maar vieze donkere velletjes tussen de a-viertjes propt en dat carbon papier noemt. En toch... De uitbater van bar-brasserie La Parisienne aan de boulevard Richard-Lenoir 132: „Iedere Dubbele moraal uit te zoeken of de boekbinder van het huis ernaast wel of niet een lijk in de kelder heeft ver brand. Het café bestaat, alleen heet het nu Royal Turenne en het enige dat aan Maigret herinnert is de eenzame, hoeddragende en pijprokende man in de hoek die een bier bestelt. Bier was de drank van Maigret, regelmatig opgedronken in de Brasserie Dauphine met Lucas en Janvier. Die Brasserie bestaat ook, al leen zijn de prijzen er dusdanig dat een modale inspecteur er nooit van zijn leven iedere dag kan lunchen. Klopt, beaamt de huidige chef van de moordbri gade, Péchenard. Als de recher cheurs momenteel buiten de deur eten is dat in de Soleil d'Or. En als er buiten kantooruren verdachten worden verhoord, laat de commissaris geen bier en sandwiches aanrukken maar pizza's en cola. Voor de rest is de beschrijving van Simenon nog steeds adequaat. De sluizen van het Canal Saint Martin. bureau is niet zo gek veel veran derd. Het is nog steeds een oud bureau, om het maar zachtjes uit te drukken. Maar wel een bu reau met een grote reputatie. Wat zich daar binnen afspeelt, dringt niet door tot de buiten wereld. Alleen vorig jaar wierp Richard Durn zich van de bo venste verdieping naar buiten, de man die zijn pistoolmitrail leur liet knallen in de raadzaal van de Parijse voorstad Nanter- re en daarmee acht gemeente raadsleden om het leven bracht. De zelfmoord van Durn vormde wekenlang gespreksstof in de Parijse cafés. „Zou het niet..", „Toch raar..", „Zou onder Mai gret nooit zijn gebeurd". Maigret is eerder een Parijse commissaris geweest dan een Franse commissaris. Buiten de hoofdstad is Maigret altijd wat verloren en moet steeds de weg vragen. Parijs kent hij als zijn broekzak, de stad heeft topo- i grafisch geen enkel geheim voor hem. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het leven dat Si menon leidde en dat het in Parijs tussen de twee wereldoorlogen in veel opwindender was dan in de provincie. Overdreven De Belgische auteur is zijn hele leven lang een arrogante vlerk geweest, die er behagen in schiep zoveel mogelijk legendes over zijn doen en laten te creë ren, die het schrijven van de zoveelste Maigret alleen maar interessant vond om zoveel mo gelijk geld te verdienen en die als de geilste bok van het inter bellum iedere vrouw die hij te pakken kreeg het bed in trok. „Alles bij Simenon was over dreven en overdadig: praten, schrijven, neuken. De man ken de geen maat", zou zijn tweede wettige echtgenote veel en veel later toegeven. Wat Simenon te veel had, had Maigret te weinig. De commis saris is eigenlijk een saaie piet, een dooie diender. Simenon maakte van Maigret met opzet geen superheld, iemand die er geen privéleven op nahield en altijd voor de lezer beschikbaar was. Jules Maigret had wel de gelijk een privé-bestaan. Hij was Monsieur Tout-le-Monde, weliswaar zonder kinderen maar met zijn zorgzame vrouw Louise, wonend in een klein maar comfortabel appartement aan de Boulevard Richard-Len oir, tussen de République en de Bastille. Dat kinderloze bestaan van de commissaris was overi gens een bewuste keuze geweest van Simenon. Ze vloeide voort uit gemakzucht- „Ik vond het veel te ingewikkeld verhalen te schrijven waarin de commissa ris jengelende kinderen thuis aantrof als hij terugkeerde van zijn werk. Of's nachts het bed uit moest als de baby huilde. Maigret moest zich maar met één ding bezighouden: het op lossen van misdaden", zou de schrijver ooit eens verklaren. Voor Simenon was Maigret een man om even bij uit te rusten als hij weer eens op de sekstoer was geweest. Drie Maigrets in een maand was voor de auteur geen enkel probleem. Mevrouw Mai gret figureerde er altijd in als een seksloos wezen. Ze doet het huishouden, het parket ruikt er naar boenwas en als 's nachts de telefoon rinkelt wanneer het hoofdbureau weer de hulp van zijn held nodig heeft, staat de hete koffie al klaar wanneer de commissaris zijn tweede sok aantrekt. En als de commissaris naar de deur loopt, is zij het die hem de koude pijp nog snel mee geeft. Maigret lost de moorden op, mevrouw Maigret is de ro manfiguur via wie Simenon zijn geheime opvattingen over de sa menleving ventileert. Mevrouw Maigret ontmoet een prostituee, de vrouwen begrijpen elkaar van het begin af aan en er ont wikkelt zich een stevige vriend schap. Voor Simenon zijn er niet zo veel verschillen tussen mensen, of ze nu een burgerlijk bestaan leiden of aan de zelfkant van de sa menleving vertoeven. Maigret moet voornamelijk misdaden oplossen die zich afspelen in fa milieverband; met de 'echte' on derwereld heeft de commissaris nauwelijks van doen. De com missaris observeert en combi neert. Hij oordeelt niet, laat staan dat hij veroordeelt. Als de inspecteur Janvier of diens col lega Lucas hem vraagt wat hij ergens van vindt is zijn stan- daardantwoord: „Je ne crois rien", ik geloof niks. Maigret kan dagenlang door brengen in het café Grand Tu renne in de Rue de Turenne om In tegenstelling tot Maigret hield Simenon enorm van luxe. Hij verdiende bakken met geld met zijn enorme productie aan verhalen. Ironisch genoeg maakte Simenon vooral fortuin door een personage te creëren dat volslagen onverschillig was ten opzichte van geld. Die dub bele moraal heeft de afgelopen jaren tientallen zielenknijpers ertoe gebracht zich met het fe- nomeen-Simenon bezig te hou den. En nu volgende week (13 februari) de honderdste geboor tedag van de schrijver wordt herdacht, is dat aantal alleen maar toegenomen. Simenon zelf heeft er hartelijk om moeten la chen. Voor hem was Maigret slechts een middel om snel schatrijk te worden. Tegen be zoekers die hij in zijn Zwitserse periode rondleidde op zijn prot serige landgoed in Lausanne zei hij altijd: „Zie je wel, het is alle maal heel eenvoudig." Het verklaart natuurlijk nog steeds niet waarom Maigret wel en bijvoorbeeld Philippe Marlo we niet wereldberoemd is ge worden. Beiden zijn verfilmd maar waar Chandlers Marlowe uitsluitend vertolkt kon worden door Humphrey Bogart, heeft Maigret een onafzienbare rij film- en tv-collega's zien langs trekken. En allemaal waren ze 'echt'. Van Harry Baur, Jean Ga- bin, Jean Richard en Bruno Cre- mers in Frankrijk tot Kees Brusse en Jan Teulings in Ne derland. Geloofwaardig en au thentiek als commissaris die zich net als de andere cafébe zoekers kwaad maakt over de hoge-heren-die-maar-aan- klooïen en aan het eind van weer een werkdag aanschuift bij moeder de vrouw die net klaar is met de avondprak. Manlief, moe van het oplossen van het zoveel ste misdrijf, ploft echter neer in zijn eigen stoel bij de snorrende kachel. Hij heeft het wel even gehad vandaag. Henk Glimmerveen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23