Straks is er geen hoeve over
PZC
Kerk moest worden afgebroken
Ook werken van
de wederopbouw
verdienen behoud
Jaar van de Boerderij
Nieuwe Raadkaart
Boerderij van Van Strien in Wolphaartsdijk.
foto's Dirk-Jan Gjeltema
De historische boerderij,
de icoon van het Neder
landse landschap, dreigt
langzaam te verdwijnen. Re
cent onderzoek toont aan dat
het aantal oude hoeves de af
gelopen vijftig jaar met meer
dan de helft is verminderd.
Hierdoor gaat een uniek stuk
cultuurhistorie verloren,
waarschuwt de Stichting
Historisch Boerderij-Onder
zoek. Het uitroepen van 2003
tot Jaar van de Boerderij is
dan ook een zinnige zaak. In
Zeeland, 'rampgebied' als
het om instandhouding van
waardevolle boerderijen
gaat, wordt volop ingehaakt
op het themajaar.
Er staat de inwoners van de
provincie een bruisend Jaar
van de Boerderij te wachten,
melden voorzitter Gerard
Smallegange van de Zeeuwse
Boerderijenstichting en Aad de
Klerk, consulent regionale ge
schiedbeoefening. De opmaat is
eind vorig jaar gegeven, met de
presentatie van een standaard
werk over 'schone welbetim-
merde hofsteden': het boek
Boerderijbouiv in Zeeland van
de tiende tot de twintigste eeuw,
van Piet van Cruyningen. En in
samenwerking met de Zeeuwse
Volksuniversiteit loopt inmid
dels een cursus over oude boer
derijen.
Smallegange en De Klerk on
derstrepen dat een Jaar van de
Boerderij niet overdreven is.
„We hopen meer publiciteit te
bereiken en het politieke draag
vlak voorbehoud van de histori
sche boerderijen te verbreden.
Het moet ook uitmonden in
meer geld - zo werkt het natuur
lijk wel. Neem de grote aan
dacht voor het maritiem
erfgoed. Dat vraagt om navol
ging." De Klerk herinnert aan
het Jaar van het Industrieel Erf
goed. „Dat zorgde ook voor veel
meer aandacht."
Hij vindt dat de Zeeuwen tij
dens het boerderij-jaar best
eens gewezen mogen worden op
de problemen waar boeren mee
te maken hebben als ze hun
schuren willen onderhouden of
een nieuwe bestemming willen
geven. „De gemiddelde Zeeuw
heeft geen zicht op alle regeltjes
en beperkingen waar de boer
mee in aanraking komt." Wie in
het landelijk gebied een beetje
om zich heen kijkt, ziet meteen
dat het vijf voor twaalf is, zegt
De Klerk. „Je kunt het in Zee
land niet verhullen. De boerde
rijen staan er in al hun verwaar
lozing open en bloot bij. Het is
geen echt visitekaartje dat een
beetje toont."
Het merkwaardige is dat er voor
aanplant van bomen en struiken
vaak wel potjes te vinden zijn,
maar niet voor gebouwen.
„Straks hebben we alleen nog
maar groen over en geen boer
derijen meer", verzucht de con
sulent geschiedbeoefening.
Smallegange is ervan overtuigd
dat de burger beslist belangstel
ling heeft voor de imposante,
historische boerderijcom-
plexen. „Neem bijvoorbeeld de
cursussen over streekeigen er
ven. Die trekken wel zestig
mensen per jaar. We durven niet
eens actief te werven, omdat er
dan teveel mensen op af ko
men."
Een speciale werkgroep heeft
een basisprogramma voor het
Jaar van de Boerderij opgesteld.
Daarin nemen tentoonstellin
gen een belangrijke plaats in.
seum Goemanszorg in
Dreischor een expositie over de
boerderijen op Schouwen-Dui-
veland, waaronder de kenmer
kende en na de watersnood
ramp van 1953 geheel verdwe
nen stolpboerderij. Thema: 'Op
en rond d 'ostie'. In museum Ag-
rimuda te Sint Anna ter Muiden
De opening van de eerste expo
sitie, in de Zeeuwse Bibliotheek
te Middelburg, geldt tegelijk als
de officiële start van het Jaar
van de Boerderij (op 4 april). In
de Schotse Huizen te Veere
wordt van maart tot en met au
gustus een tentoonstelling inge
richt over de noodboerderijen
op Walcheren. Die werden na de
inundatie en droogmaking in
1945 en 1946 gebouwd met de
gedachte: ze staan er voor onge
veer tien jaar. Smallegange: „Er
zijn er ongeveer tweehonderd
neergezet en daar zijn er nog
zo'n twintig van over."
Vanaf 19 april brengt streekmu-
is er van de zomer ook een pre
sentatie van Zeeuwse boerderij
en, die daarna als reizende ten
toonstelling door de provincie
trekt. Het streekmuseum Land
van Axel komt eveneens met een
expositie. In november is er een
tentoonstelling over agrarische
bedrijfskaartboekjes.
Boerenavonden
Smallegange is opgetogen over
het initiatief om een aantal cul
turele avonden te houden.
„Boerenavonden met vertellers
en zangers. Dat is iets heel
nieuws, het is op die manier nog
nooit gedaan. Ik vind het iets lu
dieks om de aandacht te trek
ken. De eerste drie boerenavon
den zijn in het voorjaar: op 25
februari in de Wellevaete te
Sint-Annaland, 26 februari in
de Zandput te Serooskerke (W)
en 14 maart in de Gentse Poort
te Biervliet.
Wim de Vrieze vertelt Schouwse
verhalen, Kees de Kubber komt
met geschiedenissen uit
Zeeuws-Vlaanderen en Gerard
Smallegange neemt zelf de Be-
velandse verhalen voor zijn re
kening. De Thoolse troubadour
Jan Gunther en zijn Zeeuws-
Vlaamse evenknie Adrie Oos
terling zingen Zeeuwse liederen
en het Westkappels kwartet
brengt bóeren-smartlappen. Jo
hanna Boogerd verzorgt de pre
sentatie. „Je kunt op één avond
alle Zeeuwse dialecten horen",
betoogt Smallegange.
Tijdens een aantal landelijke
activiteiten komt het accent op
de boerderijen te liggen, zoals
de landelijke fietsdag (10 mei),
de Week van het Platteland
(eind juni), de landelijke monu
mentendag (13 september) en de
elf-dorpentocht op Walcheren
(5 augustus). De heemkundige
kringen van Tholen en Sint Phi-
lipsland organiseren 14 juni een
excursie naar boerderijen, de
Bond Heemschut, afdeling Zee
land, doet dat op 4 oktober. Sa
men met de ZLTO en de Stich
ting Landschapsbeheer komt er
een nieuwe aflevering van de
wedstrijd: wie heeft het mooiste
erf. De Zeeuwse winnaar dingt
mee naar de landelijke titel.
Toeristenkaart
Het Bureau voor Toerisme pre
senteert een nieuwe toeristen-
kaart waarop veel boerderijen
staan aangegeven. Bekeken
wordt of er een groepsarrange-
ment op boerderijen mogelijk is.
In juni geeft de Stichting Cultu
reel Erfgoed Zeeland een speci
ale boerderij-aflevering van
Zeeuws Erfgoed uit. Van Smal
legange verschijnt in het najaar
een nieuw boek Op 't Hof (deel
twee), waarin zijn in de PZC-se-
rie Erfgoed verschenen verha
len gebundeld worden.
Rinus Antonisse
Architectuur, stedenbouw en
landinrichting veranderen
voortdurend. Ze passen zich aan
de samenleving aan, of geven
soms de toon aan. Die verande
ringen in visie en smaak kunnen
bedreigend zijn voor wat er in
een eerdere periode tot stand is
gekomen. Wat vroeger mooi en
passend werd gevonden, wordt
nu als verouderd en niet meer
van deze tijd afgedaan. Aange
zien de ruimte in Nederland be
perkt is, bestaat al gauw de
neiging de slopershamer in te
zetten. Het gebouw van de Zee
vaartschool in Vlissingen is er
een voorbeeld van, maar ook de
landinrichting op Walcheren,
die over de hei-verkaveling van
vlak na de Tweede Wereldoorlog
heen gaat.
De ervaring leert dat elke gene
ratie zich afzet tegen het tijds
beeld en de cultuuruitingen van
haar ouders, constateren Fons
Asselbergs, directeur Rijks
dienst voor Monumentenzorg'
en Aaron Betsky, directeur Ne
derlands Architectuurinstituut
in het boek Toonbeelden van de
wederopbouw.
„Het is alsof juist het meest
dierbare van de ene generatie
door de volgende generatie
wordt prijsgegeven, omdat zij
ruimte wil voor een eigen cul
tuur en daarbij lijkt te worden
belemmerd of belast door de nog
zo nabije tijdgeest uit het on
middellijke verleden."
Ze noemen het daarom des te
opmerkelijker dat telkens, soms
door een enkeling, soms door
een grote groep, verzet wordt
gemobiliseerd om cultuurgoed
te redden in de meest kwetsbare
periode van zijn bestaan. „Ook
gebouwen hebben hun levens
cyclus. Na een opmerkelijke
ontwerpfase, een stralende
nieuwbouw en een betekenisvol
gebruik komt vroeger of later
het functioneren in het ge
drang." Asselbergs en Betsky
stellen dat de snelheid van ver
nieuwing, aanpassing en ver
vanging toeneemt. „Steeds jon
gere gebouwen worden steeds
eerder afgedankt."
Woningnood
Ze vinden dat dit zeker geldt
voor de werken van de wederop
bouw: de architectuur, steden
bouw en landinrichting uit de
periode 1940-1965. Een tijd
waarin het bouwen en inrichten
in de eerste plaats gericht was
op herstel van oorlogsschade
(en in Zeeland kan daar aan toe
gevoegd worden: herstel wa-
tersnoodschade). Vervolgens
ging het om aanpak van de om
vangrijke woningnood. Aan de
werken van de wederopbouw
wordt geen grote toekomst
waarde toegekend en behoud
ervan is zeker niet vanzelfspre
kend - eerder het omgekeerde:
weg met deze naoorlogse erfe
nis.
Het boek Toonbeelden van de
wederopbouw wil duidelijk ma
ken dat niet alles over één kam
geschoren mag worden. Het is
de moeite waard beter na te den
ken over behoud van een kerk,
een school of een hele woon
buurt. Dat hoort niet afhanke
lijk te zijn van de inzet van 'ac
tievoerders', maar onderdeel te
zijn van (gemeentelijk) beleid.
In het boek staan voorbeelden
die typerend, kenmerkend, of
representatief zijn voor de we
deropbouwperiode. Geen top
pers, meer een doorsnee. Ver
deeld over verschillende
thema's, zoals: herstel verwoes
te steden en dorpen, nieuwe
woonvormen en -gebieden, de
verzorgingsstaat, economie, in
dustrie en techniek, mobiliteit,
cultuur, recreatie en vrije tijd.
Met vijf 'toonbeelden' is Zee
land karig vertegenwoordigd.
Het wil niet zeggen dat de perio
de van de wederopbouw aan de
provincie voorbij gegaan is. In
tegendeel, denk aan de enorme
vernielingen in de Tweede We
reldoorlog in Zeeuws-Vlaande
ren en op Walcheren, het herstel
van de schade als gevolg van de
Februariramp 1953 en de in
richting van nieuwe, door de
Deltawerken ontstane, gebie
den. Misschien is de aanpak na
tionaal gezien niet zo aanspre
kend geweest, dat er nu veel in
het oog springend cultuurgoed
beschermd moet worden.
Middelburg
Maar wat er aanwezig is, ver
dient die bescherming zeker.
Onder het thema 'herstel van
verwoeste steden en dorpen'
wordt het bejaardenhofje On
der den Torenin Middelburg ge
roemd, voltooid in 1943. Voor
beeld van een bedreigd stuk
herbouw. Ook de herbouwde
stadskern van Sluis komt aan de
orde, aangepakt in traditionele
trant: zoveel mogelijk een re
constructie van het oude stads
beeld, met inbegrip van de res
tauratie van het enige Vlaamse
belfort in Nederland. Daarbij
speelde mee dat herstel van 'be
zienswaardige gebouwen' het
toerisme weer op gang kon
brengen.
Bij het thema 'herstel en groei
van industrie en techniek' staan
de Phoenixcaissons bij de Zuid-
dijk van Ouwerkerk genoemd.
Ze werden ingezet om het laat
ste sluitgat van de watersnood
ramp te dichten (in november
1953). Het begin van een water
bouwkundige techniek, die bij
uitvoering van het Deltaplan
verder werd uitgebouwd. Te
recht is bij het thema 'mobiliteit
en infrastructuur' de eind 1965
geopende Zeelandbrug ge
noemd. Het sobere, zakelijke
ontwerp wordt geprezen: „Het
fantastische ritme van repete
rende betonelementen over de
brede zeearm zorgt voor een in
drukwekkend spektakel."
Zeeland mag niet ontbreken bij
het thema 'de transformatie van
het platteland.' Er is niet geko
zen voor een her- of ruilverka
veling, maar voor de aanleg van
het Veerse Bos, een ontwerp van
Nico de Jonge. Ingericht in het
krekengebied, dat ontstond na
het bombardement op de dijk in
1944. Na de afdamming van het
Veerse Gat in 1961 kwam het
strak belijnde bos tot stand. Het
feit dat er nu aan herinrichting
van het gebied rondom het Veer
se Meer gedacht wordt, onder
streept de teneur van het boek:
voorzichtig aan met het cul
tuurgoed uit de wederopbouw-
tijd.
Rinus Antonisse
Toonbeelden van de wederop
bouw. Architectuur, steden
bouw en landinrichting van
herrijzend Nederland. Onder
redactie van Marieke Kuipers.
Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg en Nederlands Archi
tectuurinstituut, in samenwer
king met uitgeverij Waanders,
Zwolle. Prijs 24,50.
De collectie van Hans Lindenbergh bevat een
hele serie kaarten van in 1953 overstroomde
gebieden. Ze werden uitgegeven ter ondersteu
ning van het Nationaal Rampenfonds. De vraag
over de nu afgebeelde kaart luidt: om welk dorp
gaat het? Een toelichting op de situatie is, als al
tijd, welkom bij de radactie van Buitengebied.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
8 februari worden gezonden naar:
Redactie PZC Buitengebied, postbus 18,4380 AA
Vlissingen. Per fax: 0118-470102 en via e-mail:
redactie@pzc.nl.
Voor goede oplossingen zijn drie waardebonnen
beschikbaar.
T 7roeger werd de Ooststraat in
V het Duivelandse dorp Nieu-
werkerk, afgebeeld op de raad
kaart van vorige week, het
straetpad genoemd. „Om in de
ze tijd van herinneringen aan de
ramp van 1953 een foto te zien
van het dorp waar je geboren
bent en waar de gereformeerde
kerk op staat waar je als kind el
ke zondag heen ging - dat is toch
anders dan wanneer je naar een
foto van een ander dorp kijkt",
schrijft R. de Feiter-Eerland uit
Renesse
De kerk moest na de ramp wor
den afgebroken, weet M. Dale
bout uit Zierikzee. „Er is een
nieuwe voor in de plaats ge
bouwd door de firma Tieleman,
destijds een aannemer in Nieu-
werkerk. Inmiddels is deze kerk
overbodig geworden door het
samen op weg-proces. De kerk
staat te koop of is reeds verkocht
en men kerkt nu in de hervorm
de Johanneskerk aan de Kerk-
rïng." De villa's op de achter
grond werden volgens deze
inzender destijds bewoond door
de herenboeren Van den Bout en
Van Oeveren.
De straat was onderdeel van de
doorgaande route van oostelijk
Duiveland naar Zierikzee. De
foto is genomen vanaf de oprit
van smederij Kesteloo en de wa
genmakerij Pantus, meldt K.E.
van Klinken uit Axel. „In het
huis voor de kerk woonde veld
wachter Poleij. Links stond een
hele rij arbeiderswoningen, de
zogenaamde Kikkerbuurt. In
het huis met de schuur op het
eind woonde de familie Flik-
weert. Nu staat er de villa van de
heer van Nieuwenhuise, land
bouwer." Verschillende inzen
ders geven aan dat de bebou
wing aan de linkerkant van de
straatweg door de watervloed is
verzwolgen. C. Pinxterenuit
Oostkapelle noemt als naam
van de politieman overigens
Pollie.
P.A. Quaak-den Haan uit Elle-
woutsdijk was ten tijde van de
watersnoodramp nog niet gebo
ren, maar kent wel de verhalen
over de verschrikkingen die
zich afspeelden. Haar ouders
woonden in Nieu werkerk en
dreven drie dagen en twee nach
ten met drie kinderen op een
vlot, voordat ze werden gered.
„Dichtbij het huis van Frans
van den Bout zijn mijn oom en
tante en mijn neef verdronken.
Het waren oom Piet den Haan,
tante Maatje Padmos en hun
zoon Johan den Haan. Ook mijn
opa Willem van Dijke is met de
ramp in Nieuwerkerk verdron
ken."
J. Dees-van Driel uit Water
landkerkje belandde als zes
tienjarige na de ramp in Cad-
zand. „Ik herkende de foto
gelijk. In de gereformeerde kerk
met torentje was het altijd
kerstfeest van de lagere christe-
lijke school." J. van 't Hoff uit
Oosterland weet dat voor de
door de ramp verwoeste kerk in
juni 1900 de eerste steen werd
gelegd. De ingebruikname was
31 januari 1901.
De winnaars van de waarde
bonnen zijn: W. Dekker, Water
landkerkje, J. Adriaanse, Yerse-
ke en W.K. Flikweert-Boot,
Nieuwerkerk.
Rinus Antonisse
Noodboerderij in Zoutelande, gebouwd na de inundatie van Walcheren.